„GEMEENTE IN DE MIST" „Kleine Vossen" Officiële Berichten Nieuws uit de Zeeuwse Kerken passing aan vreemde zeden terwille van koophandel en wereldpolitiek, van ij del heid om de veelvuldige vleierijen, het meest van die vele gevaarlijke jonge vrou wen, die hem tenslotte zelfs weten te paai en tot het bouwen van afgodische altaren enwat stéékt er eigenlijk intot het sierlijk strooien van wat geurige wierook- korrels voor haar lievelingsgoden. Haar ontuchtige ogen beloven de snel veroude rende man het beleven van zijn overge sprongen jeugd! Zo werd hij, die in bepaald opzicht 'n schaduw van Christus mocht wezen, 'n bleke schim van de schijnwijsheid, die alle godsdiensten houdt voor min of meer waar en voor het Aangezicht van de enig- En toen stonden we voor de kerk. We hadden vanaf Zaltbommel enkele K.M.'s over de Waaldijk gereden. In de regen en de mist. Van de machtige rivier zag je niet veel. Je wist, dat zij er was, meer vermoeden dan zichtbare werkelijkheid. Het waren maar enkele minuten. Toen de dijk af naar beneden, langs een prachtige nieuwe Hervormde kerk, over een boch tige landweg. De auto hield stil op een boerenerf. We stapten uit, liepen naar de overkant, waar een mooi herenhuis stond met daarnaast, aangebouwd, wat je op het eerste gezicht voor een boerenschuur zou houden. „Dat is de kerk", zei de broeder, die mij per auto uit Zaltbommel had ge haald, waar ik Zondag preekte en tegelijk een dienst 's middags in het genabuurde en met de kerk van Zaltbommel ten dele gecombineerde Gameren zou vervullen. „Niet onze kerk." Dat kon hij niet zeggen. Bij de gratie van de vrijgemaakten mo gen de Gereformeerden in Gameren van deze kerk gebruik maken, die toch wel hun kerk is. Maar je zou er die naam niet aan geven. Van binnen viel het mee. Er was aardig ruimte in. Zoveel ruimte zelfs, dat de 50 aanwezigen nog heel verspreid zaten. We hebben het goed gehad. We zagen de hemel open. Een tekst uit Openbaring 3, uit de brief van de hemelse Koning aan de kleine gemeente van Philadelphia met haar geringe kracht en grote getrouwheid. „Wie overwint hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en Ik zal op hem schrijven de naam van Mijn God en de naam van het nieuwe Jeruzalem, dat uit den hemel van mijn God nederdaalt en ook mijn nieuwe Naam." Onder de pre diking van Gods Woord, vallen vele uit wendigheden weg, ook in een kleine kerk, die je naam van kerk niet zou geven en met een handjevol mensen, die je haast niet als gemeente durft aan te spreken. Dan gaat de hemel ook open op een mistige Zondag, als je de rivier niet eens zien kunt, daar in dat dorp, verscholen achter de steile dijk. Maar dat is toch niet alles. Daarachter staat een geschiedenis. Eens was Gameren een behoorlijke en bloeiende gemeente. Zij dateert al van de Afscheidingsjaren. Voor 1 Jan. 1854 wordt al een predikant vermeld, Ds F. A. Kok. In het jaar voor de scheuring telde de gemeente 356 leden, waaronder 154 belijdende. Dat is niet zo groot, maar zo zijn er zovele in dit vader land. Toen kwam de scheuring. Kerkver- woestend in dit geval. Naar twee kanten. Meerderheid der kerkeraad trad aan de zijde der vrijgemaakten met de predikant, behielden kerk en pastorie. Er zijn daar geen processen gevoerd. Op enkele punten bleef er zelfs een merkwaardige eenheid. Zo in het jeugdleven. En er werd gebruik van de kerk toegestaan. Geduld, kan je zeggen, maar beter dan niets. Er bleef maar een kleine synodale gemeente over. Het grootste gedeelte maakte zich vrij. Maar dat is óók niet meer over. Door allerlei omstandigheden verminderde het aantal vrijgemaakten. Overgangen naar Geref. Gemeente, Herv. Kerk. Nu is er ook maar een klein groepje. Ze hebben nog een eigen predikant, maar kunnen hem nauwelijks een honorarium geven. Daar staat dan héél de ellende weer voor je. Ik wist er iets van. In m'n laatste Overschiese jaren was ik onder de Gene rale deputaten voor de gescheurde kerken. Maar uit de verte iets horen, of met eigen ogen zien, zijn twee heel verschillende dingen. Je bent blij, dat je er preken mag. Ook daar is een gemeente. Ook een Phila delphia. Voor haar gelden alle beloften Gods. Ze zijn voor haar „Ja" en „Amen" in Jezus Christus. Maar al gaat de hemel ook boven deze gemeente open, aardse verwachtingen zijn er maar weinig en naar menselijke bere kening is de toekomst verre van rooskleu- rig. Er is een soort combinatie met het na burige Zaltbommel. Ze beroepen samen. Nu is er weer gezamenlijk een candidaat ware afgoden plaatst als Zijns gelijken! De bouwer aan Gods tempel is de vrij metselaar van heidénse altaren. Wat zal het worden, straks, als deze wijste aller aardsé rechters zijn late Zoon, de miskende Rechter van hemel en aarde ontmoet in het eindgericht? Ja, wat zouden we dat graag willen weten. Maar we weten het eind niet, noch van de rijke jongeling, noch van deze rijke, oude dwaas. Het is alsof in die mist slechts als 'n klok klinktStrijd gij om in te gaan Wie volharden zal.... tot het eind dié zal zalig worden Heerdoe ons volhardenD. J. C. benoemd. Maar deze combinatie is verre van aanlokkelijk. De afstand is niet groot, maar zij is er toch. Voor een pas begin nende predikant is het zwaar om per Zon dag twee gemeenten te bedienen, wat in dit geval drie diensten meebrengt. In Zalt bommel 's-morgens en 's-avonds en in Gameren 's middags om kwart over vier, een ongelukkige tijd, want er blijft maar weinig rusttijd over tot half zeven. Een tijd, die niet veranderd kan worden, om dat die middagdienst afhankelijk is van de diensten, die de vrijgemaakten in die „hun" kerk houden. Geen wonder, dat bedankt wordt. Voor al als er keuze is tussen het aannemen van dit beroep in combinatie en dat van een enkele gemeente, waar de arbeid gemak kelijker ligt. Geen wonder, dat in Zalt bommel Gameren als een blok aan het been wordt beschouwd en de overeen komst met Gameren om gezamenlijk te beroepen gevaar loopt verbroken te wor den. Dat is te begrijpen. Als het zo tast baar voorhanden ligt wat de oorzaak is van het telkens ontvangen van een be dankje. Wat moet er dan van Gameren wor den? 't Is toch ook een gemeente. Een gemeente van Jezus Christus, die getrouw is gebleven en het Woord van haar Hei land niet verloochend heeft. Een belangrijke vraag. Want er liggen toch mogelijkheden. Officiële pogingen tot eenheid faalden. Zoals meestal. Maar èn bij de Gereformeerden en een deel der vrijgemaakten leeft de begeerte om toch tot eenheid te komen, als het niet kan via de kerkeraden, dan vanuit de gemeenten. Hóé, dat ziet men nog niet! Maar daar zit een belofte in. Maar dan moet er gewerkt worden. Regelmatige arbeid door een ervaren dienstknecht. Hoe daar aan te komen? Wat, als Gameren door Zaltbommel wordt afgestoten? Zal een groepje van 100 men sen, doop en belijdende leden ooit een be roep kunnen uitbrengen, alléén Ieder weet wel, wat daar het antwoord op moet zijn. Dat speelt zich af, ergens in Neder land. Daar in Gameren, tussen de rivie ren, een dijkdorp. Ik ervoer, dat door de mist verhinderde uitzicht op die Zondagmiddag haast als symbolisch. Je kon niet zien. Je had geen uitzicht. Wel naar boven. Maar dat is niet altijd genoeg. Ook op het menselijk vlak moet er uitzicht zijn. Die mist moet weg. Dat zijn vragen, die je bezig houden. Waar zorgen we overal niet perfect voor? Maar andere dingen in het kerkelijk leven gaan ons voorbij. O, die ellende der ker kelijke scheuring. Naar beide kanten. Daar zijn nog altijd gevolgen. Ineens wordt je daar bovenop gedrukt! Eens was er een goede gemeente in Ga meren Daar hebben predikanten gewerkt met naam. Zoals in zovele dorpen hoor den hele families tot één kerk. Nu is dat gescheurd. Niet alleen die twee, synodaal en vrijgemaakt, maar 't is nog verder doorgevreten. Uit de laatste groep meer overgangen naar andere kerken. Verval. Zo schamel. Dat kan nooit Gods bedoe ling zijn. Maar 't is ook voor de verant woordelijkheid van alle kerken. Voor radicale nood, radicale hulpmid delen. Geld alleen is niet voldoende. Daar moesten nu de kerken gezamenlijk eens een predikant een paar jaren kunnen la ten werken, natuurlijk in overleg en met instemming van de plaatselijke kerk. We leven soms zo egoïstisch. Allemaal gemeenten met predikanten, verwend als het ware. En daar een groep mensen, toch ook, een gemeente. Zonder uitzicht. In de mist! Dat moest niet kunnen ge beuren. Zo lang deze dingen nog bestaan, is het kerkelijk leven niet gezondOn danks alle andere arbeid. Als een lid lijdt, lijden alle leden. En, als andere leden het goed hebben, moet het ene noodlijdende (er zijn er nog wel meer) het ook goed hebben. Anders verstaan we niet de liefde van Jezus Christus. En dragen we niet de verantwoordelijkheid voor aller zonden en aller schuld. W. J. MEISTER. Verleden week reisde ik per trein naar Rotterdam. Ik hoor al lezers mompelen: 't is een wonder, dat ie niet in een bus zat, want die jager schijnt z'n vossen veel al in de bus te ontdekken. Ja, ik kan het niet verhelpen, m'n werk brengt heden daags mee, dat ik veel tussen de wielen zit. „Dat is niet best, want hij hoort meer tussen z'n boeken te zitten", hoor ik een ander gnuiven. Enfin, ik zat dan in de trein naar Rotterdam. Een meisje van ongeveer twintig lente's zat tegenover me. Keurig kind! Natuurlijk maakten we een praatje en bleek al spoedig, dat ze een schippersdoch- ter was. Nu was ze aan de wal en ge voelde zich in het dorpje, ergens in Zee land, als een gekooide vogel. Ze vond de mensen op dat dorp al zeer bekrompen, vooral op kerkelijk gebied. Als je niet tot 'n bepaald kerkje of groep je behoorde, was je spoedig in de ban. Zij was niet gewend om in een kerkelijk corset te lopen. Door haar voortdurend rondreizen per schip, had ze veel ruimere opvattingen gekregen. Zo kon ze 't moeilijk verdragen, dat haar dominé zo afgaf op de „vrijzinni gen". Nu wees ik haar er op, dat we ze ker niet zo kerkelijk-bekrompen moesten denken, maar dat we ten aanzien van de „vrijzinnigheid" terdege op onze hoede moesten zijn, waar deze richting ons in feite onze Heiland ontneemt. Ja maar, ja maar, zuchtte ze, 'k vind toch, dat ze ook in de Geref. Kerken te bekrompen zijn. Ze had intussen ont dekt, dat ik tot die kerken behoor, wat ik trouwens niet zo lang onder stoelen of banken placht te steken. „Zo", zei ik, „waaruit maakt U dat op?" „Wel", ant woordde het blozend wicht, „ik ben uiter aard ook veel in de Geref. Kerk geweest en dan hoorden we wij zijn Her vormd tot onze ergernis de dominé dikwijls bidden voor onze Geref. militai ren, Geref. schippers, Geref. patiënten, Geref. zeevarenden, dat vind ik bekrom pen." „Kom, kom", ging ik verder, „dat zal zo'n vaart niet lopen, ik kan me dat niet voorstellen, want dat is inderdaad bekrom pen. Immers we hebben pas met z'n allen voor de Hongaren gebeden en doen dat nog, en als de pastoor van het dorp ern stig ziek is, dan bidden we voor die man, en als er grote nood is in een gezin, een ongeluk of zware ziekte, och, dan denken we daaraan ook in ons kerk-gebed." En zo keuvelden we verder over be krompenheid en breedheid van geestelijke- blik en maakten daarbij uitdrukkelijk on derscheid tussen kerken en richtingen en dat we bepaald geen ruimte konden laten voor opvattingen, zoals die van de „vrij zinnigen", die ons de Heiland roofden. Toen kwamen we op 't doel van ons rei zen en bleek, dat de twintigjarige op weg was naar haar verloofde en na enig aarzelen en met een hoge kleur beleed ze, dat haar aanstaande „vrijzinnig" was A ha! dacht ik, ze blijkt familie van die Franse koning, die Parijs wel een mis waard achtte. Intussen, 'k geloof, dat dit treingesprek voor beiden niet onvrucht baar was. We signaleerden twee vossen tegelijk, de „bekrompenheid" en „onbegrensde breedheid" van blik. Intussen wens ik dit meisje een goede vaart in goede wateren! Uit het oude-Vossenland. VLISSINGEN Ds G. JPontier 45 jaar predikant. 10 Dec. was het vijf en veertig jaar geleden, dat Ds G. J. Pontier, te Vlissin- gen, werd bevestigd als predikant in de Gereformeerde Kerken in Nederland. Ds Pontier werd op 25 Januari 1888 te Breda geboren, bezocht het stedelijk gymnasium in zijn geboortestad en studeerde aan de Theologische Hogeschool te Kampen, waar hij in 1911 zijn kandidaatsexamen deed. Op 10 Dec. 1911 werd hij door wijlen Ds J. H. Donner J.PIzn. van Breda te Waardhuizen in het ambt bevestigd. Op 2 Mei 1915 vertrok Ds Pontier naar Heerlen, waar hij eerst twee en dertig jaar als gewoon predikant en een half jaar als evangelisatie-predikant heeft gediend. Op 4 Dec. 1949 werd Ds Pontier door wijlen Ds A. Scheele van Kapelle-Bieze- linge te Domburg en Westgapelle beves tigd, waar hij met medewerking van de Deputaten voor de Evangelisatie-arbeid in de classis Middelburg was beroepen. Deze, zijn derde en laatste gemeente, diende Ds Pontier tot 1 Januari 1954, toen hem na twee en veertig volbrachte dienstjaren emeritaat werd verleend. Plij vestigde zich toen te Vlissingen, waar hij op 3 Januari 1954 door Ds S. van Wouwe van Seroos- kerke, de voorzitter van de deputaten voor de evangelisatie in de classis Middelburg, werd bevestigd als evangelisatie-predikant in de classis Middelburg. MIDDELBURG. De kerk te Middelburg besloot in prin cipe tot het bouwen van 2 nieuwe kerken. Het besluit luidt: a. Tot het bouwen van twee kerken in twee etappes. b. Tot het instellen van een fonds voor kerkbou,w, dat uitsluitend zal worden aangewend voor het bouwen van twee kerken en bijbehorende lokaliteiten. c. Tot benoeming van een commissie die de actie moet leiden voor de inzame ling van gelden. d. Zich te richten tot B. en W. van Mid delburg voor aanwijzing van terreinen waar kerken kunnen worden gebouwd. COLIJNSPLAAT De kerkeraad besloot terug te keren tot een regeling voor het verkiezen van ambtsdragers, welke voor het eerst werd toegepast te Colijnsplaat in het jaar 1900 ten tijde van Ds Staal. Deze regeling komt hierop neer, dat er verplichte aftreding is, verder ontvangen alle stemgerechtigde leden vóór de Dank dag een stembriefje en het verzoek om op het stembriefje te schrijven vier na men van gewenste ouderlingen en vier na men van gewenste diakenen. Dit stem briefje dienen de stemmers dan in te le veren op de Dankdag. De kerkeraad no teert dan op een verzamelstaat het resul taat van deze stemming en komt zo tot het vastleggen van het dubbele viertal van de gehele gemeente. De kerkeraad gaat daarop na of van zijn kant bezwaren zijn tegen één van beide viertallen. Is dat niet het geval, dan kiest de kerkeraad uit ieder viertal een tweetal. Mocht de kerkeraad bezwaar hebben tegen een broeder uit de viertallen van de gemeente, dan wordt deze vervangen door de naam, die na de vier de meeste stemmen van de leden heeft. Met de zo gevormde tweetallen wendt de kerkeraad zich weer tot de gemeente en vindt de definitieve verkiezing plaats op gebruikelijke manier. Door samenwerking tussen de kerken van Oostburg, Breskens, Schoondijke en Aardenburg is men gekomen tot het vor men van een stichting, welke tot taak zal hebben het bouwen en exploiteren van een rusthuis voor bejaarden. ALGEMEEN Het is misschien nuttig op deze plaats er even aan te herinneren dat vóór 1 Ja nuari 1957 de beoordelingen van het ont werp nieuwe kerkorde door de classes ge zonden dienen te worden aan het adres van Ds W. J. Meister te Middelburg, sa- menroeper van de door de Part. Synode ingestelde commissie. BUITENGEWONE VERGADERING Classis Tholen 4 December 1956. 1. Ds v. d. Stoel opent de vergadering. Na gezang gaat de Praeses voor in gebed. 2. Praeses spreekt de verwachting uit, dat de kerken zich bewust zijn van het grote belang van de invoering van een nieuwe Kerkenordening, die, naar we ho pen, vele jaren vigerend zal zijn in onze kerken. Voorts spreekt hij de hoop uit, dat in de vacature van de kerk van Krab- bendijke spoedig mag worden voorzien. 3. De kerken blijken alle wettig verte genwoordigd; aan twee afgevaardigd di akenen wordt keurstem verleend. 4. Aan de orde komt nu de bespreking van het door de classic, com. opgestelde rapport omtrent herziening Kerkorde. Verschillende voorstellen tot wijziging of aanvulling van de voorlopig vastge stelde Kerkorde der Gen. Deputaten zul len meegegeven worden aan de afgevaar digden naar de Part. Synode. Com. ont vangt de dank der vergadering. 5. Enkele ingekomen stukken worden afgedaan. 6. Steunaanvragen worden behandeld. Voorstel van br. van Harn, Dep. art. 11, om 5 collecten voor dit doel te houden zal door 't Moderamèn en Dep. ad hoe nader worden bezien en de kerkeraden dienaan gaande een nader voorstel doen. In ieder geval zullen er 3 collecten voor art. 11 moeten worden gehouden. 7. Ds v. d. Stoel doet enige mededelin gen omtrent de finantiën der Zending. Wordt aangedrongen de Zendingsgelden zo spoedig mogelijk door te zenden. 8. Ds Koning dringt, als Dep. voor hulpbeh. studenten, aan om de voorge schreven collecten op zijn girorekening zo spoedig mogelijk te storten. Er is nog al achterstand. 9. Besloten wordt nogmaals vanaf 1 Ja nuari 1957 alle collecten, die in de classis worden gehouden over te maken aan br. Van IJsseldijk, Ratelaarstraat 25 te Ber-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1956 | | pagina 2