NIET ten voorbeeld
jTxelaricr
VENITE ADOREMUS
twaalfde jaargang Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland VR1JDAG
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
Berichten en opgaven Predikbeur- Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Abonnementsprijs: ƒ3,— per half-
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. jaar (bij vooruitbetaling).
aan de drukkers Littooij Olthoff,Afzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 10 cent per mm.
Amerika, het land van veler dromen.
Als je sommigen hoort spreken, dan
ligt daar de toekomst.
Daar slaagt een mens zeker, en daar
is alles zó fris en zó nieuw, dat je in
de oude wereld er hopeloos bij ten ach
ter blijft.
Toch dringt er zo nu en dan uit die
nieuwe wereld ook wel een enkel be
richt door, dat een mens bij zichzelf
doet zeggen: zó ideaal is daar alles toch
niet
Ik wijs op het probleem van de op
voeding.
Ds. H. J. Spier, van Rijswijk, vertelt
ons daar wat van in een interessant
artikel in ,,Ons Kerkblad" van 1 dec. jl.
Het is getiteld: „Problemen van de nieu
we wereld". Daaruit nemen wij een ge
deelte over, waarin het opvoedingspro
bleem toch wel een bijzonder licht
krijgt.
,,In mijn vorig artikel, waarin ik
enige indrukken weergaf uit Califor-
nië, wees ik al even op de problemen
van de opvoeding in Amerika. Jonge
mensen komen daar dikwijls ge
trouwd van de lagere school, meestal
zeer tegen de zin van hun ouders. De
opvoeding is ook overigens niet een
voudig in de nieuwe wereld, 'k Zie ze
nog voor mij, de parmantige jongens
van een jaar of acht, die daar door
de wereld stappen met de uitdagende
houding van: wie doet me wat?
Hier en daar hoort men wanhopige
klachten van de ouders, dat ze hun
kinderen niet meer in de hand kunnen
houden, dat ze niets meer over hen te
zeggen hebben, dat de bandeloosheid
en de ongehoorzaamheid van hun kin
deren hen bijna dol maakt.
Iets dergelijks heb ik zelf eens in
een Amerikaans gezin medegemaakt,
waar de kinderen het televisietoestel
aanzetten wanneer het hun pastte, of
vader en moeder het ook verboden,
het maakte geen verschil. U begrijpt,
dat het spektakel dan niet van de
lucht is. Aan één stuk door ruzie,
opstand, en wanhopige ouders, terwijl
de kinderen het spel winnen. Nu moe
ten wij oppassen voor overdrijving en
vooral ook voor farizeïsme alsof het
bij ons zoveel beter is. Of kent u de
vele Hollandse gezinnen niet, waar
de kinderen de baas spelen en vader
en moeder tot slaven maken van hun
nukken en grillen?
Maar wat de verhoudingen in het
gezin in Amerika en Canada veel
moeilijker maakt is, dat de kinderen
daar veel eerder zelfstandig zijn. Ze
hebben het gevoel, dat ze veel eerder
iets kunnen presteren. Met bij-baan
tjes kan 'n jongen van veertien jaar
al aardig wat dollars veroveren. Daar
door voelt hij zich een hele piet. En
met 16 jaar mag hij zijn rijbewijs ha
len, en kan hij er met de (grote) car
van z'n vader vandoor.
Endan begint het lieve leven
pas recht, wanneer jongens en meis
jes samen op stap gaan met een dikke
portemonnaie. Daarbij komen dan
helaas de niet zeldzame ongeluk
ken, door gebrek aan verantwoorde
lijkheidsgevoel. Vandaar dat de ver
zekeringsmaatschappijen voor z'gn.
teenagers een hogere premie eisen
voor een autoverzekering.
Belangrijk is verder ook de hele
sfeer, waarin het gezinsleven zich in
de nieuwe wereld beweegt, nl. die van
ruimte en vrijheid, wat betekent, dat
men de kinderen vaak hun gang laat
gaan en dat de gezelligheid van het
huiselijke leven naar de achtergrond
gedrongen wordt. En wanneer alle
kinderen van een bepaalde buurt een
zekere vrijheid hebben of nemen, is
het niet gemakkelijk die juist aan uw
kinderen te ontzeggen.
Hiermede zou ik niet graag zeggen,
dat de opvoeding in de nieuwe wereld
persé moet stranden. Er z'ijn prachtige
gezinnen. De young people societies
doen schitterend werk. Alleen, het
komt wel erg op de gezinsband aan,
en vooral daarop, dat vader en moe
der één zijn om door Gods kracht hun
gezin te leiden.
Dit doet een mens toch wel even ver
baasd opkijken. Kinderen, die gaan
trouwen, tegen de zin van hun ouders.
Blijkbaar is daar dan toch een wettelijke
goedkeuring voor te krijgen. Wij zou
den zeggen: hoe bestaat het!
Als dit een symptoom is van de veel
geroemde „vrijheid", dan is het te ho
pen, dat wij hier nimmer tot zulk een
vrijheid zullen komen. In de eerste
plaats in het belang van het kind zelf.
Wat moet dat voor een vroeg-rijpheid
zijn, dat „kinderen" trouwplannen in
het hoofd hebben, ènuitvoeren! Is
het dan wonder, dat de echtscheiding
aan de orde van de dag is, en dat je
van man of vrouw verwisselt, zoals je
ook op tijd weer naar een nieuwe win
terjas uitziet?
Enwat moet dat voor een ge
zinsverband zijn, waar zulke dingen
kunnen voorkomen? Welk een „pracht"
positie nemen de ouders daarbij in!
Dit is werkelijk om van te schrikken.
Dan is er een ontstellende afstand tus
sen Gods geboden en de samenleving.
Daarbij verhoudingen binnenskamers,
waar de jongelui de lakens uitdelen, en
wanhopige ouders de nederlaag lijden.
Als wij van dergelijke toestanden in ons
land iets aantreffen, dan komt alles in
het geweer, om te proberen, zulk een
gezinsverband te redden.
Dat het vroegtijdig geld-verdienen
een (té) grote mate van zelfstandigheid
kan brengen, weten wij in ons land ook
wel. Dan vervult het geld de rol van
levensbedêrf. Want, als de jongelui alle
afstand uit het oog verloren hebben, dan
moet men nog eens gaan vragen, of
daar van enig respect, laat staan, liefde
kan worden gesproken.
Het milieu schijnt voor 't overige de
nodige invloed te hebben. Daar mogen
ze wélwaarom wij dan niet? Och,
die praterij kennen wij ook wel. Maar,
men mag dan toch, in vergelijking met
deze toestanden in de nieuwe wereld,
bij ons nog constateren, dat een derge
lijke „vrijheid" als losbandigheid wordt
veroordeeld.
Rijkdom baat niet ten dage des toorns,
maar gerechtigheid redt van de dood.
Spreuken 11 4.
Venite, adoremus Komt laten wij aanbidden
De kinderen zingen het alweer op school, voor het eerst of bij ver
nieuwing. Wij neuriën 't soms onbewust. Straks gaan wij het hardop
zingen. Want adventstijd gaat haast ongemerkt over in de Kerstdag.
Hij komt
Wie komt God
Hij komt, Hij komt om d'aard te richten. Zo is het toch Komt,
laten wij neen, nu durven wij niet goed meer. Als Hij komt
als kindje, klein en teer, dan gaat 't gemakkelijk. Maar zo
Komt, laten wij luisteren naar 't WOORD.
„Rijkdom baat niet ten dage des toorns", als God komt om d'aard
te richten.
De heren Sadduceeën waren rijk ze hadden geld en waren rijk in
hun vrijzinnige braafheid. Komt, laten wij aanbidden Neen, ze bleven
thuis. Tot hun ondergang.
De heren Farizeeën hielden ook van het lieve geld en ze waren rijk
in hun rechtzinnige vroomheid. Komt, laten wij aanbidden „O God,
ik dank U, dat ik niet zo ben als de andere mensen rovers, onrecht-
vaardigen,echtbrekers, of ook als deze tollenaar." Die man aanbad zich
zelf. Tot zijn verderf.
Rijkdom baat niet ten dage des toorns
En de Wijzen uit het Oosten dan Die hebben dat geweten Ge
rechtigheid redt van de dood. Daarom moesten zij bij het Kind zijn.
Toen werden de wijzen dwaas en de rijken werden arm. Zij zeiden,
net als de arme herders Komt laten wij aanbidden die Koning Here
Jezus, maak ons gelukkig, maak onze arme harten rijk
Adventstijd gaat haast ongemerkt over in de Kerstdag. Maar dat is
al eeuwen lang geleden. Nu is het zo adventstijd gaat onbemerkt over
in de jongste dag.
Hoe reageren wij daarop Neuriën wij al „Komt laten wij aan
bidden
Toen de adventstijd van de wereld onlangs weer een kleine aard
beving veroorzaakte, hoorde de Here Jezus vele mensen zingen neen
ze grepen naar hun portemonnaie. Wat hebben we nog Wat kunnen
wij kopen Koffie, thee, kleren.
Och het is de vraag, of zo iemand nog gelegenheid krijgt om al zijn
koffie op te drinken, en zijn kleren nog te verslijten. Als God van
nacht eens zegt Gij dwaas En wie zal van uw koffie en textiel pro
fiteren
Rijkdom baat niet in de dag van de toorn. En helemaal niet als Jezus
komt
Rijkdom aan braafheid, al of niet vrijzinnig rijkdom aan vroom
heid, al of niet rechtzinnig, wat koop je er dan voor
Maar gerechtigheid redt van de dood.
Goddank, dat is voor arm en rijk, voor herders en wijzen, voor de
kapitalist en voor hem, die moeite heeft, de eindjes aan elkaar te knopen.
Gerechtigheid redt van de dood Die „Gerechtigheid" lag in een krib
be en hing aan een kruis. De HERE, onze Gerechtigheid.
Daar moeten wij buigen. Op onze knieën voor Hem, Die om
onzentwille arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat wij door Zijn
armoede rijk zouden worden.
Als wij in het geloof die rijkdom bezitten, dan kan het Kerstfeest
worden. Dan kan ook Jezus komen dan beleven wij de adventstijd
van de wereld.
En wij neuriën nu al heel zacht
Venite, adoremus,
Komt, laten wij aanbidden
O. en W. S. G. D. L. B.
Het is inderdaad moeilijk, om de
rechte verhouding te vinden tussen
ouder en jonger geslacht. Als de ouders
weinig begrip hebben voor de vrijheid
der jongeren, en omgekeerd de jongeren
uit 't oog verliezen, wat zij de ouders
om Gods wil schuldig zijn, dan geeft
dat voortdurende kortsluitingen.
Alleen waar liefde woont, daar wordt
de rechte weg gevonden. Vooral liefde,
die ontspringt aan de verhouding, waar
in ouderen en jongeren ten opzichte van
God verkeren. Dan moet ieder jongere
schrikken van tonelen, als waarvan deze
regels over Amerikaanse toestanden ge
wagen.
Als een waarschuwingssein kan het
gunstig werken. Niet om ons erop te
verheffen, dat wij het beter doen.
Maar wel, om te begrijpen, dat de
zegen Gods daarop nooit kan rusten.
Want, God is een God van orde. Ook
in het gezinsverband. Mits dat een orde
is, waarin ieder zich vormen kan naar
zijn aard, met inachtname van de regels,
die voor het gemeenschapsleven beho
ren te gelden.
C. St.
Vóór al het andere
Doch ook de ouders, indien zij al de
groteren niet „overhoren", informeren
toch eens hoe het met het „leren" staat.
Zéker bespreken zij het eens met hun
kleinen. En vervullen alzo tenminste iets
van hun soms zes- of achtmalen voor
God en Zijn gemeente uitgesproken be
lofte hun eigen kinderen van deze din
gen breder te z'ullen onderwijzen.
Hoeveel vaders èn moeders zouden er
zijn, die nooit hun eigen kroost onder
richten? Ze laten het liever onder eigen
middagdutje over aan de zondags
school!
Wat 'n weelde voor 'n echte moeder,
het eigen kind 's zondagsmiddags zélf
iets uit de bijbel te vertellen of uit de
kinderbijbel voor te lezen of in plaats
van de rampzalige radio met haar kind
eens 'n christelijk lied te zingen!
De vragen komen dan vanzelf.
Met de groteren voor de vader om de
te leren vraag eens te bespreken. Zo
komt en blijft er band en leren we onze
kinderen kennen.
Nu kent soms de predikant het kind
beter en weet wel eens veel eer dat zoon
of dochter nooit meer bidt. Vader is ook
nooit thuis. Heeft nooit tijd. „Zit overal
in, behalve in het kinderhartx).
Maar ook visitatoren onderzoeken nu,
niet slechts „hoeveel procent" van de
leerlingen belijdenis van geloof aflegt en
„hoeveel procent" verzuimt, noteren dit
dan om, noodgedwongen, alles bij het
oude te laten. Neen: er worde gevraagd:
zijn de dertig vastgestelde uren gegeven.
Is de vastgestelde stof werkelijk be
sproken overhoord -gerepeteerd?
Zij komen zelf eens op 'n catechisatie
als „oudsten en meest geschikten" bij
hun jongere collega's luisteren, indien zij
tot de oudsten en meest bevoegden wer
kelijk ook behoren.2)
Er ware vanzelf nog heel wat meer te
noemen, over de stof, de indeling, enz.
Er zou reeds zoveel gewonnen zijn,
indien er 'n gemeenschappelijk leerplan
kwam. En precies als op onze scho
len, ieder er zich ook aan houden moest
èn hield!
Want, wel is er 'n belangrijk verschil
tussen school-onderricht (dat echter ook
nooit eenzijdig het verstand mag ont
wikkelen) en het catechetisch onder
richt, waarbij het bovenal aankomt op
het hart, dat ook hier door opening der
Schriften ontsloten moet worden.