De correspondentie met de Ned. Herv. Kerk Jubileum W. C F. SCHEPS Klaproosdag 1956 Geen Modelboerderij jTxelaria Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland MEDITATIE ZEEUWSE KERKBODE TWAALFDE JAARGANG no. 18 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 2 NOVEMBER 1956 Abonnementsprijs3,per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 10 cent per mm. Toen antwoordde de Here Job uit een storm Job 40:1. Keurig en netjes, precies volgens de regels, verloopt alles op de modelboerderij. De bezoekers, die verwacht worden, zullen geen slordigheid, geen onregelmatigheid mogen ontdekken. De melkbussen blinken in het zonnelicht. Plet is met de hygiëne in orde. De kansen voor het uitbreken van ziekte onder het vee zijn tot een minimum gereduceerd. Als er één is geweest onder de mensen, die geweten heeft, dat het leven dit beeld niet vertoont, dan was het Job. De lijder van de oudheid Stormen komen over 's mans hoofd. Mocht Job ooit al een modelboerderij bezeten hebben, er is nu niets meer van over Job zit op de ashoop. Vertwijfeld! „Waar is God op Wien gij bouwdet „En aan Wien ge uw zaak vertrouwdet Toen antwoordde de Here Job uit een storm. Dat móét de Here wel doen. Job voerde een te hoge toon. En de vrienden babbelen maar wat. Toen antwoordde de Plere Job uit een storm. Kunnen daardoor levensstormen tot bedaring gebracht worden? Waarom komt God niet in het suizen van de zachte stilte? Och, waarom vragen we dat nu? God komt! Dat is genoeg! Hóé Hij komt doet er in wezen niet zo heel veel toe. Als Hij maar komtAls Hij maar niet zwijgt Wat is erger dan een zwijgende God? Toen antwoordde de Here Job uit een storm. Plet leven is nu eenmaal geen modelboerderij. Het verloopt niet naar vaste regels. Daar kan men in Polen en Hongarije van meepraten. God is groot en wij begrijpen Hem niet. Als Hij maar komt Als Hij maar niet zwijgt! Desnoods in een storm Desnoods met Zijn strenge tucht Zo heeft Job het ook verstaan. Plij zegt: ik verkondigde zonder inzicht, ik wist niet wat ik zei. Daarom herroep ik en doe boete in stof en as. Dan begint voor Job de verhoging. Niet eerder. En wij Kwam bij ons reeds het zwijgen voor God Hoorden wij God in de storm? Of voeren wij nog steeds een hoge toon? God blijft spreken, gelukkig. Ook tot uEn gij zijt niet gekomen tot duisternis en stormwind maar tot Jezus de Middelaar van een Nieuw Verbond! (Hebr. 12). M. De B. De laatste brief, door onze generale synode verzonden aan de generale synode van de Nederl. Herv. Kerk, is nu gepu bliceerd. Velen zullen er kennis van ge nomen hebben, terwijl er ook een verslag is verschenen van de bespreking van onze brief op de generale synode van de Ned. Herv. Kerk. Het is niet onze bedoeling, om de brief in zijn geheel op te nemen. Wel willen wij trachten, om de verschillende onder werpen na te gaan, in onze brief aan de orde gesteld. Dan bekijken wij daarbij ook de reactie, welke ter synode volgde. In de eerste plaats valt op, dat ook nu weer de correspondentie op een bijzonder peil stond. Men zal straks de gevoerde correspondentie over en weer gerust kun nen noemeneen model, waarnaar een be naderen van elkaar tussen verschillende Kerken behoort te verlopen. We lazen pas in een kerkbode, dat een geref. kerkeraad verschillende uitnodigin gen deed voor een gemeenschappelijke herdenking van de hervorming. Eén ker keraad gaf een afwijzend antwoord, n.l. de chr. gereformeerde; een andere ker keraad gaf in het geheel geen antwoord, en alleen de kerkeraad van de Ned. Herv. Kerk ging er op in. Dat zulke dingen indruk maken, vooral op de jeugd, is te begrijpen. En het is te betreuren, dat men in de kring van de geref. gezindte zó doet ten opzichte van elkaar. Laat de gevoerde correspondentie met de Ned. Herv. Kerk in dat opzicht onder ons bekend blijven! Bij de warme en waarderende toon ont breekt in het minst niet een duidelijke uiteenzetting over wat ons gescheiden houdt, en helaas nog gescheiden moet houden. Zo wordt, ten aanzien van afvaardiging over en weer naar de synodes der betrok ken Kerken, er de nadruk op gelegd, dat naar onze gedachte en gevolgde practijk zulk een afvaardiging een demonstratie is van geloofseenheid en gemeenschappelijk belijden. Waar van deze eenheid wat de Kerk in haar geheel betreft, op dit ogen blik nog niet kan gesproken worden, ach ten onze Kerken het juister, geen ver keerde schijn te wekken. Daarbij wordt niet over het hoofd ge zien, wat er aan het veranderen is in de kring van het hervormd kerkelijk leven. Elk symptoom van een wijziging, waarbij de trouw aan de belijdenis naar voren zal komen, wordt dankbaar opgemerkt. Toch mag men de werkelijkheid niet voorbij zien. Daarom zegt het schrijven van onze synode letterlijk: „gaarne willen wij er kennen, dat in de laatste jaren in de Her vormde Kerk de ernstige begeerte is „openbaar geworden om een „Christus- „belijdende-volkskerk" te zijn; het is ons „bekend, dat U in meer dan één opzicht „U beijvert om tot dit doel te geraken „U wilt, zoals U in Uw antwoord het uit drukt, de weg gaan, die leidt tot de rech- „te gestalte van de belijdende Kerk. Dit „neemt echter niet weg, dat tussen U en „ons, en wij constateren dit met droef- „heid nog ingrijpende verschillen zijn „overgebleven, die het kerkelijk geschei den zijn noodzakelijk maken". Om de reden hiertoe te verduidelijken, wijst het schrijven van onze synode er op, dat de hervormde kerk als geheel toch niet staat achter het getuigenis van Jezus Christus en Zijn genade en waar heid. Wij nemen weer letterlijk de vol gende passage over: „er zijn immers in „Uw midden nog tal van kerkeraden en „ambtsdragers, die de boodschap van de „Christus der Schriften zeer bewust niet „aanvaarden noch brengenU laat nog „binnen Uw gemeenschap toe, hen, die de „godheid van onze Middelaar, Zijn ont vangenis van de Heilige Geest, Zijn „maagdelijke geboorte, Zijn borgtochtelijk „lijden en sterven, Zijn lichamelijke op standing en hemelvaart en wederkomst „niet geloven en niet prediken en zelfs „wordt in Uw kerkelijke kring aan zulk „een ontkenning als een modaliteit van „het christelijk geloof een plaats gegeven „naast de belijdenis van deze fundamen tele waarheden". Om deze reden is het schrijven van onze synode een oproep tot een duidelijke positie-keuze. Temeer, omdat de brief van de synode van de Ned. Herv. Kerk ge sproken had van ons gemeenschappelijk gereformeerd belijden. Onze synode ant woordt, dat het haar niet begrijpelijk voorkomt, enerzijds te spreken van een gemeenschappelijk geref. belijden, terwijl anderzijds bovengenoemde bestrijdingen van centrale waarheden als modaliteiten van het christendom worden erkend. Dit laat aan duidelijkheid niets te wen sen over. Onze synode mocht op dit punt niet anders spreken, dan zij heeft gedaan. Dat dit gedeelte op de synode van de Ned. Herv. Kerk goed begrepen is, blijkt uit de reactie van de zijde van Ds J. Vink (classis Hoorn) en Prof. Dr A. J. Ras- ker. Zij geven hun teleurstelling over dit schrijven te kennen. Men zal hierbij moe ten denken aan de vrijzinnige modaliteit. Blijkbaar heeft men in die kring gevoeld, dat de redenering vanuit het geref. belij den hen trof in verschillende leringen, die zij voorstaan in afwijking van dat belij den. Om die reden vonden zij een samen- spreking niet erg zinvol. Men zou haast daaruit moeten afleiden, dat zij althans niet bijzonder van plan zijn om te doen naar de uitspraak van hun eigen synode, om te komen tot zelf-herziening, waar het Woord tot zelf-herziening noopt. De modaliteit van de geref. bond kwam heel anders uit de hoek. Dat was bij mon de van Ds Kievit uit de classis Gouda en Ds Koolhaas uit de classis Amersfoort. Zij brachten naar voren, dat ook in bepaalde kringen van de Ned. Herv. Kerk deze dingen aan de orde zijn, en stelden de vraagKunnen wij tegenover de ge reformeerden volhouden, dat wij naar art. 10 van de Kerkorde als Kerk weren, wat het belijden der Kerk weerspreekt? Hier was dus geen teleurstelling, maar instemming. Het appèl vond hier weer klank. Wij durven niet zeggen, hoe sterk de modaliteit van de geref. bond op de sy node is vertegenwoordigd. Onder de le den der Kerk is het getal vrij aanzienlijk. Maar het kan best zijn, dat niet evenre dig daarmee de afvaardiging naar de sy node is. In ieder gevalhet appèl is gedaan, en zelfs de instemming heeft niet ontbroken. Onze synode heeft nog over meer din gen gesproken, en er is nog meer over gezegd op de hervormde synode. Daar over een volgende keer. C. St. Op de le november herdacht de beken de journalist te Den Haag, de heer W. C.F. Scheps, dat hij 40 jaar geleden het werk in de journalistiek is begonnen. Gedurende al die jaren heeft hij een grote bekendheid gekregen. Zijn speur derszin is bekend, en zijn journalistieke gaven zijn vele. Met zijn „Kerknieuws" bestrijkt hij vrijwel de hele protestantse christenheid in Nederland. Op kerkelijke vergaderingen van groot formaat kan men hem bijna altijd vinden. Zijn kennis van de predikantenwereld in ons land grenst aan het ongelofelijke. Wij bieden de heer Scheps gaarne onze gelukwensen aan, en hopen, dat hij van God de kracht ontvange, om zijn mooie werk nog met lust te mogen voortzetten. C. St. Op 10 Nov. a.s. is het weer Klaproos dag. Er wordt dan gecollecteerd. Wat is het doel van die collecte? Door de opbrengst worden nabestaan den van in ons land gesneuvelde geallieer de soldaten in de gelegenheid gesteld, om de graven van hun geliefde doden, die eens vielen voor onze bevrijding, te be zoeken. Velen kunnen dat zelf niet betalen. Dat zou eveneens zo zijn, wanneer Nederlan ders in het buitenland moesten zijn voor het bezoeken van graven. Nu betekent de Klaproosactie: breng geld bij elkaar, en toon daarin Uw er kentelijkheid voor het grote offer, dat de gevallenen eens brachten. Het is voor de nabestaanden zo goed, om aan het graf van man of vader, broer of verloofde te vertoeven. Wil Nederland meehelpen Dat is geen vraag. Maar, dan moeten er collectanten zijn op 10 Nov., en dan moet niemand de col lectebus voorbij sturen. Het adres isNe derlands oorlogsgraven-comité, Keizers gracht 442, Amsterdam (C). Er is voor collectanten nog de volgende verrassing. 22 Klaprooscollectanten naar Engeland. Voor deze mensen betekent hetgeen U doet zó onzegbaar veel, dat ze graag iets willen terugdoen. Véél kunnen ze niet doen, daartoe ontbreken hun de middelen. Maar gezamenlijk, via The British Le gion, zullen 22 collectanten van de Klap rooscollecte 1956 door loting worden aan gewezen om gratis naar Engeland te gaan en daar een gratis vacantie door te bren gen. Uit dankbaarheid en waardering voor wat U op Klaproosdag doet C. St. Gebed! Gebed! We hebben Zondag allen gebeden voor de Hongaren. We zouden het immers gedaan hebben, ook al zou er niet één geloofsgenoot on der hen zijn geweest! Nü echter wisten we dat nog 'n belang rijk deel van dit onderdrukte vrijheids volk Calvinist is. Dat menig predikant daar vroeger werd opgeleid te Utrecht en thans, ik meen elk jaar, 'n enkele nog aan de Vrije Universiteit. Wie kent niet de naam van Prof. Se- bestien, die tegelijk met mij in Utrecht studeerde Denk u eens in, dat wij met ónze kin deren nóg niet vrij waren. Na zóveel zware jaren! Wat hebben ook zij eerst van de gloei ende oorlog geleden, daarna van de roos-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1956 | | pagina 1