DE WEG TOT ELKAAR VERBODEN TOEGANG? ROEPING EN VERANTWOORDELIJKHEID Jftxelaria AL ONZE KERKEN IN DE PROVINCIE ZEELAND Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland MEDITATIE ZEEUWSE KERKBODE TWAALFDE JAARGANG no. 14 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 5 OCTOBER 1956 Abonnementsprijs3,per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 10 cent per mm. Er zijn al heel wat verslagen gegeven van de Chr. Geref. Synode, die in deze weken wordt gehouden. Uit de daar behandelde onderwerpen noemen wij er een paar, die ook voor ons van belang zijn. Daar is dan eerst het vraagstuk van de eenheid onder de Geref. belijders. De Chr. Geref. Synode heeft geconstateerd, dat de belijdenisgeschillen zijn gebleven met onze kerken. Dat wil dus zeggen, dat zij van haar kant geen mogelijkheid ziet tot toenadering. De vervangings formule kwam daarbij ter sprake. Bij het begin van de zomer hebben wij deze formule in onze Kerk bode opgenomen, en daarover geschreven. Wanneer die vervangingsformule wordt genomen voor wat zij bedoelt te zijn, dan is het erg moeilijk, om hieruit een belij- denisverschil te halen met gereformeer den. Want, die vervangingsformule laat juist ruimtedat het verbond niet eenzij dig kan worden toegepast. Het blijft altijd een moeilijkheid, om over belijdenisverschillen te horen onder christenen, die allen de 3 formulieren van enigheid handhaven. Die met ons de 'Ca techismus onderwijzen, de verkiezing be lijden naar de leerregels van Dordt, en die de Nederl. Geloofsbelijdenis onder schrijven. De vervangingsformule bedoelt op een bepaald punt een nadere verkla ring te geven over wat in de drie formu lieren staat. Hoe kan zulk een verklaring nu oorzaak zijn van een constateren, dat de belijdenisgeschillen zijn gebleven? Stel eens, dat het ideaal bereikt wordt, waarover Dr E. D. Kraan op de Synode van Leeuwarden sprak, dat de vervan gingsformule kan worden opgeheven, om dat wij leven uit de waarheid, die daarin naar de Schrift wordt naar voren ge bracht. Dan is er dus een tijd, dat over een vervangingsformule niet meer kan gesproken worden, omdat deze er niet meer is. Is dan onder die verhoudingen het belijdenisverschil vervallen? Of...., zal men dan moeten constateren, dat wij in belijden nog weer verder van elkaar staan Hier ligt iets onbegrijpelijks voor al len, die het woord „belijdenisgeschil" ern stig nemen. Persoonlijk komt het mij voor, dat bij verschil van inzicht over de accenten van het verbond, er niet gesproken mag wor den over een belijdenisverschil. Dan gaat men veel te veel nadruk leggen op de ver- bondsbeschouwing, waarbij de vreugde over de zaak van het verbond in gedrang komt. In dit opzicht kan men de discussies ter Chr. Geref. Synode niet zo verhelderend noemen. Als men elkaar niet kan aanne men, omdat de één het verbond wat an ders bekijkt dan de ander, terwijl men samen de beloften der genade tot uit gangspunt heeft, dan zal er van een weg tot elkaar wel niet spoedig sprake zijn. Met het oog op de ontwikkeling van het Chr. Geref. leven is dit jammer. We denken nog aan een ander punt, dat hiermee wel geen verband houdt, maar dat we er toch even bij te pas brengen. Het werk van de evangelisatie is druk in besprek geweest. Daarbij is ook aan de orde geweest het werk van een evangelist in België. Nu moet men vanzelf respecteren het zelfstandig optreden van een kerk. Maar, men moet ook bedenken, welk terrein een kerk voor bearbeiding in ogenschouw neemt. In België ligt alles wel héél anders dan in ons land. Als het ergens nodig is, dat de kerken zoveel mogelijk krachten samenbundelen, dan zeker in het R.K. BelgiëKan iemand het in belang achten van de Belgen, of van de zaak van het Koninkrijk Gods onder de Belgen, dat men daar van Gereformeerde zijde naast elkaar werkt Zou hier nu niet een pracht terrein liggen, waar de kringen van de Geref. gezindte gezamenlijk trachten te arbeiden Men behoeft de Vlaming toch niet bezig te houden met verschil van ac cent inzake verbondsbeschouwing. Daar staan andere zaken op de voorgrond. Het gaat daar om het centrale van het evan gelie, de Middelaar der verzoening. Wat zou het heerlijk zijn, wanneer onze ker ken met de Chr. Geref. Kerk daarover tot een accoord konden komen. Wij be lijden toch samen de Christus der Schrif ten! Hier ligt nu echt een mogelijkheid, om elkaar te overtuigen, dat men elkaar werkelijk begeert èn zoekt. Hoeveel ze gen zou zulk een gemeenschappelijke ar beid naar buiten kunnen brengen voor de kerkelijke verhoudingen naar binnen Het is mij niet opgevallen in de Syno deverslagen, dat dit punt aan de orde kwam. Wat zou het hier goed gewerkt hebben, wanneer onze Synode een ver tegenwoordiger had gehad ter Chr. Geref. Synode. Dan was de zaak onder heel an der licht gekomen, met een veel breder uitzicht. Dit had een reden kunnen wor den tot blijdschap naar beide kanten, wan neer wij een enkel werk zagen, waarvoor wij gezamenlijk konden aantreden. Het gebeurt toch ook wel in ons land, bij het organiseren van „Zaaiweken" op evangelisatiegebied Waar zou het beter kunnen dan in België, waar het protes tantisme tegenover het machtige Rome vooral behoefte heeft aan samentrekking van kracht? Als er werkelijk verlangen is, dat wij eenmaal elkaar mogen vinden, dan zou op zulk een manier die tijd op het best kunnen worden voorbereid. Samen komen Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Openb. 8: 20a. Zelfbedrog is gevaarlijk. Zelfbedrog in de kerk is zelfs levensge vaarlijk. In de kerk kan dat de dood tengevolge hebben Wij mogen dan ook wel blij zijn met de brief aan de gemeente te Laodicéa. In deze brief gaat de Here Jezus namelijk over tot een radicale ontmaskering van het zelfbedrog in deze kerk. De kerkmensen van Laodicéa hadden het nogal goed met zichzelf getroffen. Ze waren van oordeel, dat het kerkelijk leven bij hun er prima voor stond. Ze hadden het heerlijk ver gebracht. De kerkvisi- tatoren hadden het immers ook al gezegd, dat Laodicéa een goeie gemeente was: de mensen ging trouw naar de kerk, de kerkeraad bestond uit trouwe broeders, de collecten waren goedMaar het kerkvisitatierapport van de Here Jezus (onze brief) luidde héél an ders. Dat verschilde nogal wat van het rapport van de heren kerk- visitatoren. Daarin stelde de Fiere Jezus n.b. hun hele kerk in staat van beschuldiging. Ze hadden altijd gezongen: „God is tegenwoordig, God is in ons midden"en nu zien ze in het rapport van de Here Jezus staanZie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Daarmee zei de Here Jezus dus„Neen, Ik ben niet in uw midden, maar vóór de kerkdeur roept u Mij altijd een halt toe.er is grof zelfbedrog bij u in 't spel. Het behoort dus blijkbaar niet tot de onmogelijkheden, dat een ge meente de naam heeft een goeie gemeente te zijn, maar dat toch on danks dat de Here Jezus zorgvuldig buiten de kerkdeur gehouden wordt.Het is mogelijk, dat we Hem maar laten kloppen en dat we weigeren open te doenHet zou best kunnen zijn, dat wij, zonder het te weten, een bordje „Verboden toegang" op de kerkdeur hebben gespijkerd.Het is een vreselijke mogelijkheid zelfs in een goeie gemeente, waar iedereen de kenmerken van de ware kerk zo maar uit zijn hoofd kan opsommen De Here Jezus doet anders wel zijn best om bij ons binnen te komen. Hij slooft zich uit tot en met. Hij zet alles op alles, juist omdat Hij in de kerk thuis hoort en daar wil wonen. Hij probeert telkens weer bij ons binnen te komen: vandaar die aanhoudende klop op de deur van ons hart. We horen Hem toch wel kloppen?! Laten we Hem dan niet buiten laten staan! Alle eventuele bordjes „Verboden toegang" moeten we opruimen en dande deuren maar wagenwijd openDan zal Hij helemaal zijn intrek bij ons nemen! Dat wil Hij met zijn geklop be reiken, dat iedereen in de kerk kan zeggen Niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. W. D. B. tot enig werk, waarvan beide overtuigd zijn: God roept ons er toe, en de zaak van Zijn Koninkrijk wordt er door ge diend. Op die manier komen de „grote" din gen meer naar voren. En dat zou oor zaak kunnen worden, dat wij in de loop van de tijd z.g. grote verschillen beter in hun werkelijke afmetingen gaan zien. N.I., dat zij minder groot zijn, dan wij dachten, en dat wij in het werkelijk grote werk samen kunnen aantreden tot weder kerige zegen. Och. het zijn zo maar enkele „op merkingen", die uit de pen vloeien, bij het nagaan van wat de Synode-rapporten ons te lezen gaven. Het kerkelijk leven zal wel voortrollen op de gebruikelijke wijze. TenzijC. St. die een eigen plaatselijke Kerkbode uitgeven, worden vriendelijk ver zocht hiervan bij verschijning regel matig een exemplaar te willen zenden aan Ds. Y. J. TIEMERSMA te Zierikzee. De bedoeling is in onze Kerkbode een rubriek te openen, die een weerspiegeling hoopt te geven van het Zeeuws Geref. kerkelijk leven. Hartelijk dank voor Uw medewerking. Redactie. Eén ding! Onze tijd heet 'n verwarde tijd. Maar het is niet „de tijd" doch wij mensen, vooral wij jonge mensen. Ons hart is verward. Wat maakt op de keper „de tijd" uit? Per slot van rekening: wij. Vooral de opdringende, ontevreden jeugd, die het slechter heeft dan welke jeugd ook vóór hen. Of is het niet zo? Opvallend hoe herhaald de bijbel tot verwarde harten gewaagt van: één ding. Wanneer de rijke jongeling met zijn verontruste gemoed zich tot Jezus wendt om van die onrust af te komen, dan zegt de Heiland tot hem: één ding ontbreekt u Doch als hij heengaat, dan helaas terug naar zijn véle, verwarrende goederen. Als Maxtha rusteloos heen en weer draaft om alles aan tafel goed te doen marcheren en in haar verwarring bits uitvalt over haar zuster, dan waarschuwt de Heiland: Martha, Martha, gij maakt u bezorgd en druk over véle dingen slechts één ding is nodig En om niet meer te noemenin één der psalmen wordt met niet minder na druk geaccentueerdéén ding heb ik van de Here gevraagd. Dit zoek ikdat ik al mijn levensdagen mag verblijven in het huis des Heren, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen en te onderzoeken in zijn tempel. Het is zeker geen jongeman meer, die tot deze wat zonderling-verheven, éne begeerte kwam? Of misschien 'n nooit echt jong zich gevoelende monnikennatuur Asceet was deze dichter nu juist niet. Want het is David, die dit hoge woord sprak, toen, hij stellig nog niet oud was. Op zijn zestiende, zeventiende jaar in groot geheim gezalfd door de profeet Sa- muël, tot troonopvolger, heeft hij daarna reeds heel wat gepresteerd ènglorie verworven bij de reiende vrouwenzijn duizenden verslagen. Wat zal deze jonge man, in de.kracht van zijn leven, begaafd en bezongen als weinigen, deze krijgsman met 'n veld heersblik als 'n Napoleon en 'n dichter hart als Homerus die hij de eeuwen door steeds weer zal overtreffen in roem on der alle volkeren der aarde, daarbij 'n niet onvermaard harpist, die met zijn to- verspel de demonen in de ziel van 'n waanzinnige zelfs weet te bezweren; wat zal hij bovenal begeren? En dan blijkt, dat als hij zich echt uit spreekt, hij niet bovenal de beloofde troon te Jeruzalem begeert, of de zege over zijn vijanden, de glorie of de liefde onder de vrouwen of het koninklijk festijn, waar de fonkelende wijn rondgaat in gou den bokalen. Wat ons in de verklaring van de Indo nesische Gereformeerde Kerken aangaan de de aansluiting bij de Wereldraad der Kerken het meest treft, is saamgevat in de titel, die boven dit artikel staat. Ik had wel graag de volledige tekst van de verklaring onder ogen gehad, maar ik Hoewel geplaagd door velen en veler lei, gejaagd als 'n vlo van spelonk tot spelonk, kent hij slechts één begeerte blijvende aanschouwing en onderzoek in Gods Huis. Wanneer wij ons in gedachten meten met deze rijke jongeling van het oude verbond, rijker aan talenten en gaven dan één onzer, 'n tijd zó bros als onder de waanzinnige Saul, die hem ondank en haat vergeldt voor zijn prestaties, zijn liefde en ontzag voor de Gezalfde des Heren, dan zijn wij met onze klachten en ongebreidelde begeerten toch wel arm zalige figuren. D. J. C. neem aan dat het krantenexposé in Trouw het meest belangrijke weergeeft. Dan al leen is immers een indruk te krijgen van de motieven, die tot deze daad hebben geleid. Deze roeping gaat uit tot allen, die de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1956 | | pagina 1