Dtiet juist gesteld Jftxelaria Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland MEDITATIE ZEEUWSE KERKBODE TWAALFDE JAARGANG no. 12 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1956 Abonnementsprijs3,per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 10 cent per mm. Via het Zeeuws Dagblad, in de rubriek Stemmen uit de Kerken, hebben onze le zers zeker kennis genomen van een korte weergave van een artikel over de Duitse Kerkdag, in Frankfurt gehouden. Het was geschreven door Ds C. F. S. Stegen- ga in het Evangelisch Luthers Weekblad. Ds Stegenga gaf „indrukken". Nu zijn indrukken altijd van persoonlijke aard, en daar valt weinig over te zeggen. De con clusies echter, aan deze indrukken ver bonden, zijn toch wel de moeite waard, om bekeken te worden. Dat Luther en de Duitsers elkaar aar dig begrepen hebben, is best mogelijk. De schrijver merkt op, door de uiterlijke plooibaarheid van het Lutherdom heeft het zonder bezwaar zo velen en zo ver schillenden kunnen samenbinden. Ondanks het Hitlerdom is er in Duits land nog veel te merken van de christe lijke opvoeding van het hele volk. Dit is wel uiterst gunstig geoordeeld. Voorzover valt na te gaan, was de christelijke opvoeding van het hele volk in Duitsland niet bepaald de sterkste trek van het Lutheranisme. Vóór de oorlog hebben wij van nabij dat wel eens opge merkt in het land van Luther. Het was juist in de Lutherse streken, dat van de Zondag als dag des Heren soms weinig- te merken viel. Ook kan men verschillend oordelen over die christelijke opvoeding van héél het volk. Op het gebied van onderwijs en politiek stond juist het Duitse volk, bij ons vergeleken, voor een achterstand. Hoe lang heeft het geduurd, eer men de opzet van het Nat. Socialisme doorzag Het is meer dan eens opgemerkt, dat mede door dit tekort aan principiële vor ming het Duitse volk al te gemakkelijk met deze stroming meeging. Het Luthe ranisme heeft zich tegenover het anti semietisme zeker niet zó gesteld, als bij een grondige principiële vorming het ge val zou zijn geweest. Daarom moet op gemerkt, dat de „samenbinding van zó „verschillenden" heus niet mag worden voorgesteld als gunstig, in vergelijking met de toestanden ten onzent. Dit laatste wil de schrijver blijkbaar doen. Hij krijgt het dan over het „felle „krampachtige Calvinisme, dat veel meer „heeft gestreefd naar de kleine, zuivere, „belijdende Kerk, streng afgezonderd van „de grote, in hun ogen min of meer hei dense vergaarbak van andersdenkenden". Men kan toch moeilijk volhouden, dat hier het Calvinisme in zijn kerkelijke practijk een juiste beoordeling ontvangt. Wat onder „krampachtig" verstaan wordt, zou een beetje anders uitgedrukt luiden met zijn verantwoord vasthouden aan de autoriteit van het Woord Gods, en zijn streven, de Kerk een belijdenis-Kerk én een belijdende Kerk te doen zijn. Wat Ds Stegenga bedoelt met de vergaarbak, heeft geen enkele historische grond. Zeker niet voor de eeuwen der repu bliek in ons land, en al evenmin in de vorige eeuw. Op deze wijze wordt de historie vertekend, en dat geeft nooit goed resultaat. Welk land kan hij hierbij op het oog hebben Daarom is het besluit, waartoe hij komt, een toch wel onjuist gestelde conclusie: „vandaar ons eindeloos kerkelijk geruzie „en de middengroep die geklemd zit tus- „sen geborneerd confessionalisme en puur „heidendom in". Ds Stegenga gaat toch niet van de ge dachte uit, dat het handhaven van een belijdenis noodgedwongen met zich mee brengt een zekere bekrompenheid En dan...., die uitersten. Confessionalisme en puur heidendom. Hoe kan men in christelijke zin daartussen in geklemd zitten? Tegenover heidendom staat ieder, hij moge minder dan wel meer liefde heb ben voor een belijdenis, zonder meer anti thetisch. Het is al weer jaren geleden, dat Ds Popma zijn voortreffelijke brochure schreef over de psychologie van een schis ma. Daar zit aan het uit elkaar lopen van kerkelijke lijnen wel wat meer vast, dan wat onder de naam „ruzie" kan worden aangeduid. Ds Stegenga weet toch wel, dat Calvijn van zijn kant meer geneigd was, om het Lutheranisme tegemoet te komen, dan omgekeerd Dat beide stromingen elkaar niet konden vinden, houdt stellig verband met ingrijpende belijdenisverschillen, over de verhouding: goddelijke en menselijke natuur, over de sacramenten, de Kerk- regering, en evenzeer met wijsgerige ach tergronden. Maar, een kenner van de historie zal toch nooit de tegenstelling Luther-Calvijn betitelen als „geruzie". Zo mag zeker ook niemand spreken of schrij ven over de afscheiding, en de strijd voor kerkherstel. Wie het pijnlijke van kerke lijke splitsingen heeft gevoeld, en zich daarin heeft verdiept, die zal met de aan duiding „geruzie" voorzichtig moeten zijn. Zeker is, dat de kerkelijke ontwik keling in ons land belangrijk heeft bijge dragen om het volk in allerlei kring te bereiken. Denk U de ontwikkeling van het gereformeerde leven wegen het geestelijk aspect van ons volk zou er heel anders uitzien. Wanneer Ds Stegenga schrijft, dat nu en dan de Lutheranen hun toevlucht moe ten nemen tot de machtige openbare school, ook al is dat niet in Luther's geest, maar omdat zij geen gereformeerde school wensen voor hun kinderen, dan zouden wij geneigd zijn om te zeggen, dat het Lutherse bloed dan blijkbaar kruipt waar het niet gaan kan, en ook niet gaan mag Bij het Christelijk nationaal onderwijs is plaats voor het Lutherse kind, zo goed als voor kinderen van andere gezindte. Wanneer vaststaat, dat de keus voor de openbare school niet bepaald in Lut her's geest is, dan kan men zeggendoe zulk een keus dan ook nimmer! Zelfs niet.... uit een blijkbaar nog altijd be- daarom zullen deze stenen voor de Israëlieten tot een gedenkteken zijn voor altoos." Jozua 4-' 7. Een gedenkteken, opgericht naar Gods bevel, als een herinnering aan de doortocht door de Jordaan. Bedoeld om te doen gedenken aan wat de Here deed aan Israël, toen I-lij hen het beloofde land binnen bracht. De vaders moesten het vertellen aan de kinderen, als die naar de betekenis van die stenenhoop zouden vragenzó zou de her innering levend blijvenzó zou ook het volk dankbaar kunnen blijven leven. Want wie zich goed blijft herinneren welke weldaad de Here hem eenmaal bewees, zal daardoor vanzelf ook aan God blijven denken. Dankbaarheid verplicht en stelt in staat tot wederliefde. De Israëlieten kregen de opdracht mee om 's Heren weldaden te blijven gedenkende opgerichte stenen konden hen daarbij helpen een opdracht die ook strekte tot hun eigen geestelijk welzijn. Want hoeveel steun en kracht zouden ze in moeilijke tijden niet kunnen putten uit de levende herinnering aan wat God eenmaal deed. Zou Hij, die hen op zo wonderlijke wijze in Kanaan bracht, ook niet altijd bij hen blijven? De geschiedenis is er om aan te tonen wat er van terecht kwam. Raakte het volk niet in groot geestelijk verval mee daardoor dat de levende herinnering uitsleet? Vergeten is zo gemakkelijk, èn zo gevaarlijk! Gemakkelijk, dat weten we goed, want wij moeten het onszelf wel bekennen, dat we maar al te vaak kennelijke zegeningen van God voorbijzien. Of dat we ze misschien voor een ogenblik wel opmerken, maar ze zijn zo vlug weer uit onze gedachten verdwenen, en we leven maar weer verder. Maar gevaarlijk ook, want hoe verarmen we onszelf daardoor, hoe kunnen we daardoor terecht komen in nevels en donkere wolken, waar we God niet meer zien Soms wekken we onszelf op tot gedenken, als we zingenTel uw zegeningen, tel ze één voor één; tel ze alle en vergeet er geen Zouden niet veel mensen heel wat minder zorgen voor morgen en voor de toekomst hebben, als ze zich beter voor de geest stelden, hoe God in het verleden zorgde? Door te bedenken: Tóén heb ik de ver horing gezientóén heb ik Gods hand zo duidelijk bemerkt zou ons dat niet meer moeten helpen om dankbaar te zijn en te ver trouwen En bovenal: Het teken, dat God voor óns heeft opgericht, om daaraan te gedenken: Jezus' kruis, waarnaar wij moeten zien om te weten dat God ons heeft willen brengen uit de duisternis naar het licht. En om te weten, dat Hij van ons vraagt, dat wij ons dat zullen herinneren. Dat ons dat altijd weer erboven uit moet tillenAlzo lief heeft God de wereld, en ook mij gehad, dat Hij zijn Zoon gegeven heeftEen gedenkteken voor altooshet terugdenken aan Gods liefde en aan Gods weldaden moest voor de Israëliet een deel van zijn leven blijven uitmaken. Hoe staat het ervoor met ons Moeten wij er erg op aandringen: Tel uw zegeningenvergeet Gods liefde niet? L. S. O. staande tegenzin tegen het gereformeerde denken en belijden. Wij mogen veilig aannemen dat een goed Calvinist, ergens gesteld voor de keus: openbaar onderwijs of.... in de geest van Luther, hier aanstonds zal op merken: dit is voor mij geen keus. Hij zou altijd Luther de voorkeur geven. Als nu de Lutheranen dit ook eens deden Dan leveren zij een positieve bijdrage tot dat machtig samenbindende, dat Ds Ste genga in Frankfurt zo heeft aangegre pen. Dat kan in ons goede land evenzo, als maar elke stroming de waardering kan opbrengen voor opvoeding en onderwijs in Bijbelse zin. Een gaan naar de open bare school betekent dan in het geheel geen oplossing, en ook geen keuze in christelijke zin. Zou men voor reformatie van het leven in Calvinistische zin niet meer moeten gevoelen dan voor toetreden tot de machtige openbare school, die ove rigens in alle plaatsen heus niet zo mach tig isAls de reformatoren in hun be doeling door het nageslacht goed worden begrepen, dan kan men zulke levensbeslis singen verwachten. Maar, een standpunt, als door Ds Stegenga ingenomen, lijkt ons aanleiding te geven tot enige „be perktheid" in opvatting en practijk, waar door de jeugd niet op hoger plan gesteld wordt. De zegeningen van het Calvinisme zijn altijd groter dan mogelijke bezwaren, die iemand ziet. En, het meegaan met die ze geningen zal de christenen kunnen bren gen naar die „ruimte", waar Ds Stegenga naar verlangt. Want, het is altijd de weg, waarin de rijkdom van Christus voor het volle leven wordt verkondigd. C. St. Menselijke verhoudingen. Daarover hebben uiterst „deskundige" mannen en vrouwen uit de hele wereld onlangs gecongresseerd. Zoals gebruikelijk zijn aan het slot ook enkele conclusies getrokken, die er op neerkomen, dat in onze geheel veranderde wereld zowel in het klein als in het groot ook geheel andere verhoudingen moeten worden nagestreefd, wil de mensheid niet ten ondergaan. Wie zal van zulk 'n uitnemend bedoeld congres of van zijn resoluties kwaad wil len spreken? Maar bij het lezen van één en ander schoot mij het volgende te binnen: Ik ontmoette eens 'n jongen, die na weken van innerlijke strijd, misschien na maanden, eindelijk er zich toe verstoutte met zijn vader te spreken over zijn pu berteitsmoeilijkheden. 'n Andere uitweg zag hij niet. Maar hóéveel had hem ge kost om dan eindelijk met wat bevende stem te zeggenvader, ik zou u wel eens willen spreken. Zijn vader zag even op van zijn werk en antwoorddegoed, maar ik moet even mijn brief afschrijven. En schreef mi nutenlang onverstoorbaar door. Het overvolle hart van de jongen ver kilde. Had vader zelfs nu geen tijd Ging zijn brief bij zijn zoon in nood voor? Het is nooit tot het vertrouwelijke ge sprek gekomen. Het moeizaam even open- kierende hart sloot zichvoorgoed. Hoe dikwijls zal, zij het in andere vorm, iets dergelijks zijn voorgevallen? Klein, simpel gebeuren. Maar m.i. in wezen zielverwoestend. Bederf in de fundamenteelste mense lijke verhouding, die er op aarde bestaat. Het is zo oud alshet gezin en de zonde: gebrek aan vertrouwelijkheid. Aan wie de schuld? Aan de vader, die eerst zijn brief be ëindigen wilde? Waarom Was die brief zó belangrijk? Ofvoelde de vader misschien aan de klank van de stem van de jongen, dat er iets achter stakenwilde hij tijd winnen, zich eerst even beraden voor het mogelijk moeilijke onderwerp? Wie zal het uitmaken Is de vader het zich zelf bewust ge worden Maar waarom veranderde die jongen zó snel van besluit. Waarom sloot het nauwelijks geopende hart zich zó terstond en beslist? Vragen, die ook gesteld zouden kunnen worden, doch misschien van weinig be grip getuigen voor de gevoeligste leeftijd. Maar het te binnen schieten van dit verhaal uit de jeugd van 'n mij bekende, die ook met 'n vreemde, zijn dominee, niet gemakkelijk sprak, maar er tenslotte toch toe kwam, deed mij denkenals dat eens veranderde: de verhouding in de gezinnen, in ónze gezinnen. Want vertrouwelijkheid tussen ouders en kinderen, nooit veelvuldig noch groot, lijkt mij, ondanks het ge-jij en ge-jou tegen vader en moeder, lijkt mij er niet op vooruit gegaan. En al heb ik begrip voor de aarzeling, voor het zich terugtrekken van deze zich gekrenkt voelende jongen, nu ik zelf zo veel ouder en zolang reeds vader ben en vele goedwillende vaders ken, geloof ik dat indien het juist is, dat menig kind zich niet altijd thuis begrepen gevoelt of tegemoet getreden, het heel zeker is, dat er heel wat vaders èn moeders zijn, die er naar hunkeren hun eigen kinderen in moeilijkheden bij te staan. Indien er dan

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1956 | | pagina 1