Weinig uitzieht jVxefcrria Is God het wel met U eens? MEDITATIE ZEEUWSE KERKBODE klfde jaargang x,, 52 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland VKTjnA(: 22 JUXI 1956 Berichten en opgaven Predikbeur- Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Abonnementsprijs: ƒ3,per half- ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. jaar (bij vooruitbetaling). aan de drukkers Littooij Olthoff,Afzonderlijke nummers 12 cent. Spanjaardstraat 47, Middelburg. DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 10 cent per mm. De uitslag van de gehouden verkiezin gen geeft wel een merkwaardig beeld van de ligging van ons volk in deze tijd. Zelfs voor vooraanstaande politieke leiders wa ren hier verrassingen en teleurstellingen. Er is al veel geschreven over de door braak, d.w.z. het doorbreken van de ge dachte, dat Christenen ook in het politieke leven zich zullen organiseren tot Chris- telijk-politieke partijen. Met de uitslag van de verkiezingen vóór ons, zou men haast zeggenons volk wil ook van de oude groeperingen af. D.e grote winst kwam aan de P.v.d.A., die op 34 zetels kwam, of 50, wanneer de Tweede Kamer uit 150 leden zal bestaan. Twee anti-revolutionairen minder, en één Christelijk Historische, samen slechts 19 zetels, of 28 zetels bij 150 leden. Nu zal ieder begrijpen, dat de grote winst voor de P.v.d.A. verband houdt met andere motieven. Niet onwaarschijnlijk is de oude-dags-voorziening er één van. „Waar het goed is, daar is mijn vader land", dat is de leus van meer dan één. De suggestieve propaganda, dat die ouder domsvoorziening, en de verdeling van de welvaart, van één kant komt, schijnt meer gemoederen te pakken, dan men denkt. Tegelijk wordt ook duidelijk, dat het mo tief „word ik er beter van", voor velen doorslaggevend is. Luther noemde rijkdom Gods gevaar lijkste zegen. Zou daar ook iets van op te merken zijn in het Nederland van van daag Men praat veel over het .rechtvaar dig aandeel in het nationaal inkomen, de verdeling van de welvaart, enz. Als dat het belangrijkste dreigt te worden, dan is er van een volk niet veel te verwachten voor andere belangen. In ieder geval, de Christelijke partijen komen verzwakt in de volksvertegenwoor diging. En zij vinden tegenover zich: een versterkt Rooms-Katholiek volksdeel. Rome zag kans, de partij Weiter op te nemen in de Kath. Volkspartij. Protes tants .Nederland ziet blijkbaar geen kans, de Christenen saam te brengen onder één vaandel. Hierin ligt een ontstellend gemis aan begrip voor de tijd waarin wij leven. Ook zijn er Christenen van eigen poli tieke groepering, wier stemmen via hun eigen lijst ten goede komen aan de grote partijen. Dat was bij deze stemming niet voor het eerst. Toch blijft men er mee voortgaan, té weinig bedenkend, dat zulk een uitspraak bij de stembus precies ver keert in het tegendeel. Inplaats van een bijdrage te zijn voor principiële politiek, is het zijdelings een bevordering van de doorbraakgedachtè. Zolang zulke dingen blijvenzal het erg moeilijk zijn, om meer samen te bunde len. Hoe nodig dit laatste is, wordt dui delijk als men zich de nieuwe volksver tegenwoordiging voorstelt. Mocht er een politiek kabinet komen, waarin de twee grootste partijen volstrekt overwicht heb ben, dan staat daar een 2e Kamer tegen over met tezamen 67 leden (R.K. en P.v.d.A.), een V.V.D. met 9 leden, en daarnaast nog 19 leden (A.R. en C.H.), en nog een paar leden voor de S.G.P. en de Communisten. Er is dus weinig uitzicht voor de ko mende periode, en we moeten afwachten, Uit het hart. Op de man af. Daarom ook uit het hoofd In elk geval: uit het hart! Liefst niet van 't papier. „Domineesfabriek" is 'n scheldwoord voor de Universiteit, uit de hoek van hoogmoedige luiheid of onwetendheid. Maar 'n dor of zwoegend voorgelezen preek, wat 'n stevig stuk werk het overi gens moge zijn, lijkt meer op aangenomen stukwerk of fabrieksproduct dan op de- adem des heiligen Geestes. Doch hoe ook, al of niet gelezen, steeds uit het hart! hoe de benoemde kabinetsformateur zal te werk gaan. Het is niet onbedenkelijk, dat tegen over de sterke K.V.P. geen protestants- politieke formatie staat, die van enige om vang is. Van een e.v. samengaan van K.V.P. en P.v.d.A. is moeilijk te ver wachten een bevordering van de Christe lijke levensontwikkeling, zoals wij dat graag zagen. Wanneer U het geheel overziet, dan moeten we zeggenwat een wonderlijk geestelijk beeld vertoont ons volkEn, van hoe weinig invloed blijkt de volkskerk- te zijn, om samen stemming te bevorderen. Er zullen toch weinig meelevenden zijn, die de vooruitgang van de P.v.d.A. als een geestelijke stap vooruit bekijken. We ko men al meer in de sfeer van de „verza kelijking", en men kan toch bezwaarlijk de P.v.d.A.-politiek als principiëel pro testants-Christelijk stempelen. Zodoende kan de invloed van het Rooms-Katholi- cisme goede kansen krijgen, alle „gejere mieer" van zekere zijde ten spijt. Nederland gaat de kant. op, waar de kracht van het protestants-Christelijk be ginsel aan het afnemen is. We doen goed, ons dit duidelijk voor te stellen. Dan ver staan we daaruit, dat het hoog tijd is, om het volk met overtuiging toe te roepen, dat het de erfenis der reformatie slecht bewaart. Misschien dat deze teleurstellen de stembusuitslag tot bezinning brengt. In de grote steden met name zal het volk moeten worden „gezocht". Men verlieze niet te veel tijd en kracht in conferenties, maar men treklce van gezin tot gezin. De Kerk zal door haar verkondiging de betekenis van het Woord Gods voor heel de samenleving moeten aanwijzen. In dit opzicht hebben de Geref. Kerken een ver antwoordelijke taak. Het is haar eer ge weest, om het Woord Gods te bewaren en te openen. Daarmee moeten wij voort gaan, met nog meer bezieling. Plet hart, het geweten, moet worden geraakt. Het beginsel is bij financiën en economie evenzeer van belang als bij opvoeding en onderwijs. Ten diepste gaat het hierom, of de humanistische idee, dan wel de re formatorische de doorslag zal geven. De prediking moet de prikkel zijn, waardoor het leven in goede zin op gang komt. Bejaardenzorg zo goed als jeugdzorg zijn zo belangrijk, dat wij deze terreinen niet mogen overlaten aan anderen, maar wij hebben daarin Christus te dienen. Daarvoor moeten de ogen opengaan, en het kon wel eens zijn, dat bij alle actie naar buiten het werk in eigen kring met alle kracht moet worden aangepakt. Want, als de politieke overtuiging begint te ont breken, dan komt dat, omdat het verband tussen Christus en het volle leven te wei nig wordt verstaan. Als het „weinige uitzicht", dat de stem busuitslag ons gaf, er toe kan leiden, dat er meerdere inspanning komt, dan kan uit verlies „winst" geboren worden. Ieder moet weten, wat de dienst des Heren vraagt, in de politieke en maat schappelijke verhoudingen. Zover zijn we op dit ogenblik zeker niet. Het is te hopen, dat wij door ingespan nen arbeid dit ideaal zoeken te bereiken. C. St. Vanwaar anders zal 'n waar gebed tot God en de naaste en dat is immers de predicatie mogen voortwellen in het huis des gebeds: d.i. de gemeente? Zelf hoorde ik als student graag enkele predikanten, die heel sterk „lazen". Doch het gaat niet om wat wij voor lief nemen. Doch om wat de gemeente als gehéél, zoveel mogelijk hoorders in het hart grijpen kan. Om dat de tragen kan doen opspringen uit hun valse rust, om wat ook de kinderen kan boeien. „De be dienaars des Woords op den predikstoel. mogen er wel eens aan denken", schreef weer de hooggeleerde Kuyper in zijn „werk van den Heiligen Geest", „of ze aan de kinderkens niet te hard brood Gaan er twee tezamen zonder dat zij het. eens geworden zijn?" 'Amos 8: 3. Plet is een algemene waarheid, dat men het éérst met elkaar eens moet zijn voordat men samen kan optrekken. Dat geldt voor een verloving, een huwelijk, een compagnonschap in zaken, enz. enz. Samengaan eist eensgezindheid. Waar die ontbreekt is samengaan onmogelijk. Amos had die vraag dus wel achterwege kunnen laten. Het antwoord staat immers van tevoren vast. Daar behoeft niemand lang over te denken. „Nergens en nooit", luidt het antwoord. „Natuurlijk niétkan men ook zeggen. Toch staat deze vraag in de bijbel. In het verband waarin zij voor komt een bewogen laatste vermaan aan Gods volk krijgt deze vraag een uitermate critischc zin. Denkt Gods volk nu werkelijk, dat God in elke weg met hen mee zal gaan? Ook als Hij het helemaal niet met hen eens is? Ieder kan toch begrijpen, dat de PIERE dat niet kan doen. Wanneer Gods volk wegen inslaat, waarin zij God tevoren niet gekénd hebben en waarvan zij wéten, althans kunnen weten, dat Zijn wet daar een „Verboden toegang" heeft geplaatst, moeten zij zich dan verbazen dat God hen op die weg alléén laat Is dat Gods verbond met zijn volk, dat God alles wat zijn volk doet maar bij voorbaat moet goed vinden Dat Plij op alles maar ja-knikken moet Dat schijnen zij te menen. Wat in elke menselijke verhouding in liefde en zaken, enz. als trouwbreuk wordt aangemerkt, moet God dat allemaal maar accepteren Moeten Gods kinderen de HERE niet „kennen" in al wat zij onder nemen Moeten zij hun eigen gang maar gaan en de HERE overal buiten laten En dan maar denken, dat het verbond met God daaronder niet zou lij den? Wat dwaas! Kennen zij dan die algemene waarheid niet, dat men het met elkaar eens moet zijn om samen iets te kunnen ondernemen „Gaan er wel twee tezamen zónder dat zij het eens geworden zijn Neen tochDan zal aan dat samengaan een einde komen Dan breekt het compagnonschap uiteen. Dan wordt de samenwerking beëindigd, wanneer de één zich aan de ander niet gelegen laat liggen en zonder de ander erin te kennen op eigen houtje beslissingen neemt. Dat gebeurt slag op slag bij Gods volk. Terwijl de PIERE een ver bond met hen heeft, trekken zij zich in de praktijk van hun leven daar niets van aan. Zij gaan hun eigen gang. Zij dóén maar. En dan zijn ze nog verontwaardigd ook, wanneer de PIERE daar wat van zegt. Dan klagen ze nog, als God hen daarover wil onderhouden. Ze hebben een grote mond. Ze zeggen„De weg des Heren is niet recht", terwijl hun eigen weg niet recht is. Zo lezen we ook bij andere profeten. In de tijd van Amos nam het conflict tussen God en Zijn volk een zeer scherpe vorm aan. De HERE was met hen aan het einde van Zijn geduld. De hele profetie van het oude testament staat in het teken van vermaan. Terug naar Gods wet, terug naar Gods getuigenis, anders heeft Gods volk geen toekomst, geen dageraad In onze tijd is dat profetisch vermaan niet minder nodig. Wij zijn een eigenwijs en eigenzinnig volk. Wij riskeren telkens weer het conflict met God, om onze eigen plannen te verwerkelijken. En dan maar denken, dat ons geestelijk leven daar niet onder lijden zou en dat onze verborgen omgang met God daar geen schade van oploopt. Henoch voandelde met God, lezen we in de bijbel. Abraham was Gods vriend. David een man naar Gods hart. Wij zijn daar vaak jaloers op. Wij klagen over „verschraling" van het geestelijk leven. We hebben weinig geloofsblijdschap en weinig heilszekerheid. v Verbaast U dat? Keert weder tot de PIERE enPlij zal tot U wederkeren! Vergeet niet dat het verbond der genade de verplichting van een nieuwe gehoorzaamheid oplegt. Ken cle Here in al Uw wegen, VOORDAT ge ze inslaat. Want HIJ moet het met U eens zijn, om aan Uw rechter- en linker zijde met U te kunnen gaan. Wanneer Hij niet met U mee kan gaan, moet U geen stap in het leven willen zetten. Zal ons geestelijk leven werkelijk bloeiendan moeten wij werkelijk gelóven, dat God ons verkoren heeft tot het wondere compagnonschap des verbonds. Als wij daar ernst mee maken, wórdt ons leven een wandelen mét God. Dan mogen ook wij Gods vrienden heten en man nen of vrouwen „naar Gods hart". Dan zal het met die geloofsblijdschap en met die heilszekerheid zeker in orde komen. Als God het met ons eens kan zijn (wij kunnen uit Zijn wet wéten wat Hem behaagt), wordt ons leven 'permanent door Zijn gunst be geleid. Dan is er de wolk- en vuurkolom van Zijn genade. Verhardt Uw harten niet, maar laat U leiden. Door Gods gebóden, n.l. Houdt er rekening mee, dat wij niet-alléén zijn in het verbond, maar dat onze grote Compagnon alles moet goed vinden. Tevoren Ik mag het sterker zeggenonze Maker is onze Man. Is dat een goed huwelijk, waarin man en vrouw het niét met elkaar eens zijn en praktisch langs elkaar heenleven God heeft ons willen „ondertrouwen" voor eeuwig. Nu dan heeft Zijn liefde in ons leven geen rechten A. V.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1956 | | pagina 1