Christelijke Politiek
DE HELM DES HEILS
JTxelaria
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
ELFDE JAARGANG No. 51
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 15 JUNI 1956
Abonnementsprijs: ƒ3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 10 cent per mm.
Deze week is de belangrijke stembus-
week. Het Nederlandse volk wordt weer
opgeroepen, om de stemplicht te vervul
len. Als deze Kerkbode verschijnt, zullen
de uitslagen bekend zijn. Bij het schrijven
van dit artikel is alles nog onzeker.
De partijen zorgen voor de nodige ver-
kiezingslectuur. Een enkele partij duwde
zelfs mijn brievenbus vol met allemaal de
zelfde exemplaren. Ze dachten zeker, dat
een beetje repetitie geen kwaad kon.
Wanneer we de verschillende berichten
nagaan, dan zijn de vergaderingen van
de A.R. nogal enthousiast verlopen. In
tegenstelling met sommige bijeenkomsten
van andere partijen. Of dit zal inhouden,
dat de A.R.-politiek meer in de belang
stelling staat, dient te worden afgewacht.
Een feit is, dat de A.R.-ministers, die
trouw aan de verkiezingsactie hebben
deelgenomen, door hun optreden in het
kabinet een goede indruk hebben gemaakt.
Mannen, die hun beginsel èn hun tijd ver
staan. Het was geen onaardige opmer
king, die iemand maakte, dat de A.R.-
partij, die voorgesteld wordt als een ver
ouderde partij, met een 37-jarige lijstaan
voerder uitkomt. Informeer eens naar de
leeftijd van Dr Drees of Oud of Rom-
me
Het is zeer te hopen, dat ons volk door
de stembus zal aangeven, dat de christe
lijke partij formatie verdient te blijven.
Men begint het in onze dagen voor te stel
len, alsof dit voor de vorige eeuw van
waarde is geweest, maar voor onze tijd
niet meer kan dienen. Niemand minder
dan minister Algera merkte in de ver
kiezingscampagne op, dat de partij forma
tie wortelt in de werkelijke toestand,
waarin ons volk geestelijk verkeert. Niet
de partijen verdelen het volk, maar het
volk is verdeeld in verschillende groepe
ringen.
Wanneer het volk zich ooit zou laten
dringen in twee kampenconservatief of
progressief, dan zou daarmee ons volk in
een onwezenlijke toestand geraken. Een
beweging als de Nederlandse Oppositie-
Unie schijnt daartoe een bijdrage te wil
len leveren. Deze poging is niet onbeden
kelijk, en uitermate verantwoordelijk.
Want, door het presenteren van een can-
didatenlijst, waarop „voor ieder wat" ge
boden wordt, tracht men stemmen te ont
trekken aan de lijsten der bestaande par
tijen. Wat men tegenover de beginsel-
politiek tracht te stellen, is eigenlijk van
die aard, dat er van een redelijke kans tot
slagen nauwelijks sprake is. Bovendien
kan zulk een oppositie-partij heel moeilijk-
medewerken tot de geestelijke vorming-
van ons volk, of tot een beïnvloeden van
de regering vanuit een principiëel oog
punt.
Er is terecht opgemerkt, dat we ook
voor een stem, die verloren gaat, verant
woordelijk zijn. In dit opzicht is alle on
nodige versplintering verkeerd. De histo
rie van het Geref. Politiek verbond hééft
het al bewezen. Desondanks gaat men
toch verder, onder de redenering, dat zulk
een optreden roeping des Heren is. Het
zal moeilijk duidelijk te maken zijn, wan
neer wij door ons optreden alleen maar
negatief werken, en winst brengen voor
K.V.P. of P.v.d.A., dat wij dit kunnen
dekken met een roeping des Heren.
Maar.in Christelijk Nederland schij
nen vele dingen mogelijk te zijn.
Wat de Christelijke politiek voor ons
volk sinds de vorige eeuw voor invloed
heeft gehad, is met een paar woorden niet
te zeggen. Dat het vooruitstrevende ele
ment daarin niet ontbreekt, treedt de laat
ste jaren wel aan het licht.
De jongere generatie moge aantreden,
om met hart en ziel het Christelijke poli
tieke leven te bevorderen.
In Amsterdam gaven verschillende
Hervormde predikanten in een samen
komst rekenschap van hun politiek inzicht.
Eén voor de P.v.d.A., een ander voor de
C.H.U., een derde voor de A.R. Alleen
voor de V.V.D. moest een ander optre
den. Een predikant van die „kleur" telt
het Amsterdamse ministerie blijkbaar niet.
De moeilijkheid blijft, bij zo verschillend
inzicht en practijk in het politieke leven,
om het éne Evangelie aan dezelfde ge
meente te brengen. Niet, dat het Evange
lie een politiek partijprogram is. Maar,
het spreekt wel over de verhouding tot
de overheid, de verhouding tot de naaste,
de samenleving met elkander en de grote
doelstelling van het leven. En het doet dit
zeker anders dan in sommige politieke
partijen.
Waar Christelijke politiek wordt voor
gestaan, daar wil men ook voor het poli
tieke leven uitgaan van hetzelfde beginsel
voor staat en maatschappij, dat het evan
gelie door de prediking aan de gemeente
brengt. Daarom is het te hopen, dat de
stembus-uitslag in dit opzicht te verstaan
zal geven, dat er velen zijn, die voor het
politieke leven de Bijbel willen blijven
raadplegen. En dan zal het de belangrijke
En neemt de helm des heils aan. (Efcse 6: 17.)
Van Napoleon is bekend, dat hij de grote gave bezat zijn soldaten
moed in te spreken. Hij electriseerde hen gewoonweg. Deze veldheer,
een van de grootste aller eeuwen, kende het geheim van de kracht van
het woord. Zijn legers waren doorgaans onoverwinlijk, niet allereerst
door de voortreffelijke bewapening, meer nog door de bezieling, dooi
de betovering van de gloedvolle toespraak vol toespeling op de roem
en de eer bij overwinning.
Dappere daden wist Napoleon te waarderen en te honoreren.
De heldenmoed sproot voort uit de vaste overtuiging, dat een neder
laag onmogelijk was de keizer had dit immers gezegd
De bewapening verkreeg pas effect door de vaste verwachting en
de zekere hoop op een glorierijke overwinning in de strijd.
Na het aantrekken van borstharnas der gerechtigheid, het schoeisel
der bereidheid om trouw te blijven, een trouw, die het Evangelie vor
dert, en na het schild des geloofs gegrepen te hebben, noemt Paulus
de helm des heils. Nu kan de christen-soldaat fier, met opgeheven
hoofd, bezield door Gods beloften en aansporingen, de geestelijke strijd
strijden. Immers, wanneer er geen uitzicht was op de overwinning,
wanneer er niet was de hoop der heerlijkheid, dan zouden we de moed
verliezen. Maar de overste Leidsman, onze Here Jezus Christus vuurt
zijn krijgsvolk aan, met veel heerlijker en rijker beloften dan Napoleon
ooit geven kon: Vreest niet gij klein kuddeke, want het is uws Vaders
welbehagen U het Koninkrijk te geven. In de wereld zult ge verdruk
king, maar heb goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. Zie, Ik
ben met Ulieden, tot de voleinding der wereld.
Dat is de blinkende helm des heils, de rotsvaste zekerheid, dat Chris
tus overwinnaar is en wij door Hem. Petrus noemt deze verwachting
de levende hoop, een uitzicht op de onverderfelijke, onverwelkelijke,
onbesmettelijke erfenis, die in de hemelen bewaard wordt voor allen,
die wettig gestreden hebben.
De helm des heils is de voltooiing der geestelijke wapenrusting, waar
door de krijger eerst met volkomen gerustheid en blijde moed bezield
de afmattende levensstrijd kan voeren. Zonder deze heerlijke beloften
Gods, zonder de lokkende overwinningskrans aan 't eind van 't strijd
perk, zou de gelovige bezwijken.
Daarom moet de helm des heils in Thess. 58 genoemd de helm
der hoop worden opgezet, dat wil zeggenwe moeten ons laten be
zielen door Gods heilstoezeggingen, er mee doordrenkt zijn, ze steeds
in gedachten houden.
Dan gaan we goedsmoeds voort, niet vol ijdele bespiegelingen en
holle verwachtingen, maar vol van Gods gewisse beloften en straalt
de helm des heils op 't hoofd temidden van de kruitdamp en stofwolken
van het slagveld en is de strijdkreetChristus is overwinnaar en zullen
wij meer dan overwinnaar zijn, door Hem, door Hem alleen om
't eeuwig welbehagen.
O. V.
K.
zaak in de toekomst zijn, dat de Christe
lijk politieke partijen elkaar al meer be
naderen.
De Christen, die zijn mede-christen
zoekt, teneinde gezamenlijk het volksleven
ten goede te beïnvloeden, verstaat dieper
de verantwoordelijkheid van het Christen
zijn in de Nederlandse samenleving dan
hij, die met zijn overtuiging zó in de
massa verdwijnt, dat die overtuiging daar
nauwelijks wordt gehoord. Men wijze
eens aan, wat de religieuze groepen in de
P.v.d.A. in feite tot verandering van de
grondslag hebben bereikt
Hoe de uitslag zij, de Kerk predike zó
het Woord, dat daardoor de zin van het
Christelijk-politieke leven voor ieder dui
delijk wordt. Dan is zulk een verkondi
ging in overeenstemming met de behoefte
van de tijd! C. St.
Zonder aanzien des persoons.
Of er dan „op iemand" mag gepreekt
Maar natuurlijk niet!
Het gaat er slechts om, wat men onder
dat „preken op iemand" verstaat.
Mijn wedervraag zou zijnsoms op
niemandf
Ik ontmoette wel eens predikanten, die
mij verzekerden, dat zij opzettelijk elke
zinspeling op concrete toestanden, feiten
of gebeurtenissen altijd zo ver mogelijk
ontweken. Zoals de Amerikanen, wanneer
Soekarno vlak na de politieke moord op
Jungschlager zijn eredoctoraat in de rech
ten halen komt, en de lichtste zinspeling
zelfs op het vertreden van alle recht wordt
vermeden.... bijv„Lieve" predi
kanten zijn dat. Wat 'n rust in hun ge
meente en in hun ziel! De énige vraag,
die geldt is, of onze hoogste Profeet en
Leraar het óók zo „objectief" wil
Vanzelf mag de dienst des Woords
nooit worden misbruikt om zich in feite
tot of tegen één persoon te richten. Laat
staan geheel persoonlijke grieven te uiten.'
Dat is 'n óm-weg over de kansel, die
niet de rechte zijn kan. In volstrekt per
soonlijke, on-ambtelijke aangelegenheden,
is de enig goede weg die van Mattheus 18.
Wanneer bij u appels uit de pastorietuin
zijn gestolen, is elke zinspeling daarop,
vooral wanneer „toevallig" het achtste
gebod aan de orde is, in de prediking con
trabande.
Doch wanneer op ergerlijke wijze te
gen 'n bepaald gebod door 'n gemeentelid
gezondigd is, dan kan al moet dit niet
steeds en in de regel liefst niet aanstonds
dan kan dit aanleiding zijn, niet om
op die gestruikelde te preken, doch op
zich zelf en op heel de gemeentedie
staat, zie toe, dat hij niet valle.
Ik zegdit kan aanleiding zijn.
En het móétals 'n bepaalde ergerlijke
zonde herhaaldelijk voorkomt en blijkbaar
niet meer zó schrikkelijk gevonden, ver
goelijkt wordt. Dan móét ter voorkoming
van nieuwe zondeval bij anderen, tot wak-
kerschudding van wie meent dat het hém
niet overkomen kan, tot ontdekking van
wie in het verborgen soortgelijke dingen
bedreef of aanhoudt, héél de gemeente er
bij worden betrokken. Zo deed Paulus het
zijn Korinthiërs.
En dan is, hoe de predikant het ook
aanlegt, niet steeds te voorkomen, dat on
geestelijke misverstaanders menende
dominee preekt vanmorgen uitsluitend op
A. of B.
Dan kómt het zelfs voor, dat door Sa
tans geest bezielden, iemand durven op
hitsen: dat was op jou! in stee van ver
ootmoedigd te begrijpen, dat de Here God
zelf zijn waarschuwing liet uitgaan tot
héél zijn gemeente, tot ieder, ook tot de
getuigende dienaar des Woords zelf.
Tot hoe lang zou 'n predikant, na 'n
bepaald ergerlijk voorval in eigen kring,
of misstanden in heel Gods kerk, tot hoe
lang zou hij moeten wachten om er op te
wijzen als op nu dreigende zonden, zonder
de kans op zulk misverstand
Soms tot niemand meer weet, dat er
heus zulke gruwelen voorkomendat ze
óns en héden reëel bedreigen en intussen
anderen in het geheim al over hetzelfde
weer gestruikeld zijn
Zijn dat plichtgetrouwe artsen, die 'n
geval van pokken of ziekte van Weil zou
den verzwijgende mensen mochten eens
al te veel schrikken? Zulke voorzichtigen
maken doden
En zijn dat ware herders, die uit „fat
soen", of om geen onrust te verwekken,
niet héél de gemeente alarmeren tegen
reëel dreigend kwaad? Niet alleen met
betrekking tot de leer, maar bepaald ook
ten opzichte van het leven Het klinkt erg
getrouw week aan week Barth of de door
braak te bestrijden, misschien wel in ge
meenten, waar niemand van Barth's theo
rie eigenlijk iets weet of aan rood stem
men denkt. Maar die bepaalde zonden van
dat dorp of die stad of die kring aan te
grijpen is moeilijker en gevaarlijker
voor de rust.
Wee echter hem, die zich ter wille van
de „vrede" verlokken laat het kwaad, óns
kwaad, niet openlijk te signaleren. Jezus
nam in zeer bepaalde zonden van zijn om
geving aanleiding om in het algemeen te
waarschuwen. Jakobus dorst de rijken
aan en brandmerkte de loondieven.
Had de kerk des Pieren allerwegen bijv.
alleen maar in dit éne stuk duidelijker
taal gesproken, het socialisme zou geen
kans hebben gekregen onder onze arbei
ders. Maar Talma en de weinige predi
kanten, die ook op de kansel voor sociale
rechtvaardigheid dorsten opkomen, wer
den voor roden gescholden.
Hoe geruster sommigen zijn ingedom
meld de arbeiders nu hoe flinker
zij moeten wakker geschudhier en he
den wordt door u gezondigd
Dat raakt ons allen!
Niet om de nu-schuldige te beschamen
indien hij geen berouw toont misschien
ook wel maar vooral om de z.g. niet-
schuldigen, die God tegen komt in het la
ten vallen van één der „onzen", hun
mede-schuld te doen gevoelen en voor
nieuwe schuld te bewaren.
Dat de prediking ook sóms zeker
niet altijd maar nog minder nooit
dus sóms draadrecht tegen de opvattingen
van enkelen of van allen ingaan moet,
staat voor ons vast. (Het is immers de
prediking der waarheid.)
Ook dat wordt, draadrecht tegen de
heilige Schrift in, door hedendaagse ho-
mileten publiek bestreden. Dit heet dan
„taktiek" of „psychologie" offolkloris
tische wijsheid. Doch het is on-Schrif-
tuurlijk, dwars tegen Jezus, de profeten