Waarover praten wij
op huisbezoek?
Het Verkiezingsportret
Aldus tracteert Paulus diepzinnige pro
blemen.
Zo, dat kinderen luisteren, kijken blij
ven, gelijk hij zelf bij de pottenbakker.
En in het eind niet spreken van die fa-
meuse prediker Paulus, die toch zo ge
leerd preekte, maar van de ondoorgronde
lijke en barmhartige God. Want let
ook daarop niet bij de haat tegen Ezau
staat de apostel stil, maar bij de onver
diende liefde tot de éven verwerpelijke
mens verwijlt hij langIn elk woord trilt
de huivering van zijn eigen hart, ontroerd
over Gods erbarming en lankmoedigheid,
wenend ook over Israëls val.
Men leze vandaag nog, met zijn kinde
ren aan tafel eens dit zware stuk uit Ro
meinen 9, desnoods in twee gedeelten.
En legge dan eens daarnaast sommige
preken of verhandelingen over de verkie
zing of over lichter onderwerp, bijv. '11
catechismuspreek over 'n gebod „of het ge
bed. Zou het niet opvallen hoe ver som
migen af zijn van de klare eenvoud en
begrijpelijkheid van de diepzinnige Pau
lus
Niet natuurlijk alsof wij wilden bewe
ren, dat er geen moeilijke gedeelten in zijn
Het is altijd weer een probleem welk
onderwerp op het huisbezoek moet wor
den aangesneden. Ook als men van goede
wille is en de liefde aanwezig is om een
werkelijke ontmoeting mogelijk te maken.
Is die laatste er niet dan kan men wel
bij elkaar zitten, maar dan wordt het
verstoppertje spelen.
Daarom stelde ik voorop de eis der
liefde voor het brengen en ontvangen van
huisbezoek. Maar dan nog blijft het moei
lijk de gesprekstof op de juiste wijze te
bepalen en het gesprek op goed geestelijk
niveau te voeren.
Wij beginnen dikwijls over koetjes en
kalfjes, zoals men dat noemt. Nu daar is
geen bezwaar tegen, als het daar maar
niet bij blijft.
En als het dan maar „natuurlijke"
koetjes en kalfjes zijn. Dat wil zeggen,
dat het gerust mag gaan over gewone da
gelijkse dingen (inclusief het weer) als
daar dan maar op ongedwongen wijze
over gepraat wordt.
Er is niets tegen dat men zoekt elkaar
langs gewone wegen te benaderen, vooral
Het is goed om op dit ogenblik te le
ven. De gebraden duiven vliegen ons nog
wel niet in de mond als in Luilekkerland,
maar elke dag dwarrelt er minstens een
blaadje met de schoonste beloften en aan
trekkelijkste toezeggingen door onze brie
venbus het huis binnen. Het is immers
verkiezingstijd en elke politieke partij wil
ons toch laten horen, hoe goed zij het
met ons, met ons land en volk voor heeft.
Wat is het toch een genot om de inhoud
van die verkiezingspamfletten te lezen.
Je moet toch wel een verstokte cynicus
zijn om niet ontroerd te worden. Zoals
een meisje, dat door tal van aanbidders
omringd, zich zont in al die vriendelijk
heden, die zij van alle kant ontvangt, de
vriendelijke lach hier, de stille aanbidden
de blik daar en zich hoe langer hoe meer
van haar waarde bewust wordt, zo voel
je je als kiezer. Van alle kanten om de
gunst aangebeden. Vele vrijers verdrin
gen elkander. En wat een knappe flinke,
wijze mannenWat een goede partijen
De mooiste verkiezingsblaadjes zijn wel
die met portretten. Uitgezochte en flat
teuze. Soms wordt de leeftijd er ook bij
vermeld. Zo jong nog. Maar ge moet dat
innemend gezicht eens zien. Wat een ver
standige trekken
Dan de schone woorden. Ik weet niet,
hoe het tegenwoordig gaat als een jongen
van een meisje houdt en haar het hof
maakt, of ten huwelijk vraagt. Die tijd
ligt al zo ver achter me! Misschien gaat
dat wel heel eenvoudig.
„Zeg, wil je met mij gaan?" „Ik houd
van jou, zullen we het samen proberen
Of worden de ontroerende en smeltende
verzuchtingen uit „tophits" en „schlagers"
gebruikt. „Kijk eens in de poppetjes van
mijn ogen." „Deep in my heart."
Maar vroeger ging dat niet zo eenvou
dig. Daar was een hele omhaal voor no
dig. Dat moest in welgekozen en uitgele
zen bewoordingen, daar kwam verheven
taal bij te pas. Gebroken harten, eeuwige
trouw, een niet zonder de ander kunnen
leven. Vol romantiek.
Die romantiek is verloren gegaan.
Maar als politieke partijen dingen om de
gunst van de aangebedene herleeft geluk-
brieven te vinden zouden zijn. Nog min
der, dat er geen mysterie blijft.
Niemand echter kan ontkennen: het ge
héél spréékt!
Niet slechts 'n hooglied als 1 Kor. 13
of Rom. 8.
Maar ook 'n „dogmatisch" hoofdstuk
voert zelfs onontwikkelden ter aanbidding-
omhoog.
Paulus
Ja, juist Paulus! is door stijl en woord
keus levendig, afwisselend, niet afgetrok
ken, lacht en weent, spot en troost, be
straft en juicht alsof hij vóór ons staat
en óns aanspreekt. En al heeft de kerk
zelfs na negentien eeuwen nog niet heel
zijn gedachtenschat uitgegraven, de apos
tel gaf die in zó heldere vorm, dat ver
stand en fantasie ook van het kind aan
het werk worden gezet en mee daardoor
Schrift en hart geopend. Want ook Pau
lus' preek is 'n gebed: „Wij zijn dus ge
zanten van Christus, alsof God door onze
mond u vermaande. In naam van Chris
tus bidden wij ulaat u met God verzoe
nen
Doen ook wij dat in elke preek
D. J. C.
als men betrekkelijk vreemd voor elkaar
is.
Maar waarom zou daarna het gesprek
niet een meer persoonlijk en vertrouwe
lijk karakter krijgen Men weet zich toch
kinderen van één Vader en men is zich
toch wederzijds het doel van dit bezoek
bewust
De ouderlingen komen maar niet op
visite, maar zij komen in hun hoedanig
heid van ouderlingen, van Christuswege.
Men ontmoet elkaar niet in de relatie
,van zakenmensen of als leden van een
gymnastiekvereniging, maar men ontmoet
elkaar als kerkleden, leden van een ge
loofsgemeenschap op het niveau van het
gelóóf.
En als dat geloof nu voor ons een bran
dende zaak is, dan mag en moet op huis
bezoek daarover met vrijmoedigheid ge
sproken worden.
Daarvoor komen de ouderlingen, om
daarover zo mogelijk van hart tot hart
te spreken.
Sommige mensen klagen over weinig
contact met de kerk.
Wat ze daarmee precies bedoelen blijft
vaak een raadsel. Temeer omdat het dik
wijls dezelfde mensen zijn, die het con
tact met de kerk halveren door maar één
maal per Zondag ter kerk te gaan en die
blijkbaar volgens de huisbezoek-rappor
ten de mogelijkheid tot contact die het
kig alle romantiek, alle hoffelijkheid, alle
verhevenheid. Een keur van argumenten,
een schat van uitgezochte beleefdheden.
Een appel op hart, en verstand en gewe
ten.
Een ding is toch andersIk geloof niet,
dat als een aanbidder het voorwerp van
zijn verlangen benaderde, hij dat ook pro
beerde te doen met onbarmhartige critiek
op andere candidaten. „Je moet toch maar
niet met Jan gaan, want dat is een ge
mene vent, een gluiperd!" „Wees ver
standig en accepteer Piet niet, want nooit
zal hij je zo'n goede positie kunnen aan
bieden, als waarover ik beschik„Als je
goed uit je ogen kijkt en je verstand ge
bruikt, kun je zelf toch wel beoordelen,
dat Henk de ware Jacob niet is."
Dat zou averechts gewerkt hebben.
Het zou een onaangename sfeer in het
leven hebben geroepen. Daar werd kies
over gezwegen. Alsof er helemaal geen
andere kapers op de kust waren. Alsof
je zelf de enig betrokkene was. Omdat
het moest lijken, dat het onmogelijk zou
wezen een ander boven jou te verkiezen.
Alsof het niet vanzelfsprekend was, dat
jij zou worden uitgekozen om te ontvan
gen alle liefde en alle gunst. Dan was im
mers de zaak al half verloren, als je zou
laten blijken, dat je de mogelijkheid onder
het oog had gezien om te worden afge
wezen voor een ander.
Een minnaar met zo weinig zelfver
trouwen en eigenwaarde, een hofmaker,
die niet voor zich alleen alles vroeg.
Dat is niet overgenomen. En het ont
siert de overigens zo schone vrijerij
Maar dat zullen we op de koop toe moe
ten nemen. Het ligt eenmaal niet anders.
Die giftigheden en venijngevingen schij
nen de spijze, die aangeboden, de lof, die
geuit wordt, te moeten kruiden.
Laten we er nog maar van genieten,
zolang als het mogelijk is. En niet voor
uit denken. Ons alleen zonnen. Heerlijk,
dat het ons wordt voorgespiegeld. Schoon,
als je uit de alledaagse werkelijkheid
wordt uitgeheven en mag leven in het be
loofde land. Te weten, dat het door een
eenvoudige daad mogelijk zal zijn, je stem
te geven. En het mooiste sprookje wordt
werkelijkheid.
huisbezoek biedt ook alles behalve uitbui
ten. „Het was heel moeilijk een goed ge
sprek te voeren" hoor je dan. „Deze men
sen waren moeilijk te benaderen, ze had
den wel veel critiek."
Ja, ja, dat is gemakkelijk. Maar waar
om geven die mensen zichzelf niet,, wan
neer van de zijde van de ouderlingen con
tact wordt opgenomen en gezocht
Het huisbezoek is een gelegenheid tot
een contact van zo indringende en per
soonlijke aard, als bijna in geen enkele
andere verhouding mogelijk is.
Maar hoe het komt is een probleem
op zichzelf*bij de meesten is er eerder
verzet dan waardering. En als resultaat
daarvan de onwilligheid om aan het sla
gen van zulk een bezoek mee te werken.
Men zet zich in een afweerhouding en
stuurt erop aan dat het huisbezoek ont
aardt in een schietpartij met losse flod
ders.
De ouderlingen krijgen links en rechts
om hun oren, de kerk heeft alles gedaan
of niet gedaan wat van haar verwacht
mocht worden en de dominees deugen
tegenwoordig helemaal niet.
Dat wordt dan niet zo'n aangenaam
bezoek.
Als huisbezoek is het in elk geval vol--
komen mislukt. Van een echt geloofs-
contact op behoorlijk nivedu is niets ge
komen.
Dat het gesprek zo verloopt is geen
wonder als men bedenkt, wat er vaak aan
zulk een huisbezoek vooraf gaat. Hoeveel
moeite moeten de ouderlingen dikwijls
niet doen om „ergens binnen" te komen.
Vaak kost het afspreken van een be
zoek nog meer tijd dan het brengen er
van vergt. Als dan tenslotte na enkele
weigeringen, om allerlei reden, eindelijk
men er niet meer van tussen kan en „dan
maar" goed vindt dat de broeders komen,
dan weten we wel wat voor bezoek dat
zal worden.
Wat hebben de huisbezoekers een on
dankbaar werk, wanneer van tevoren vast
staat dat er eigenlijk geen animo bestaat
om zulk een bezoek te ontvangen en men
tegen wil en dank dan eindelijk maar heeft
toegestemd.
Als dan het bezoekrapport meldt dat
deze mensen nogal kritisch waren, dan is
dit een duidelijk-doorzichtige camouflage
van hun gebrek aan geestelijk leven. De
ledige ruimte moest met iets anders op
gevuld. Het uur moest volgepraat. En wat
is er gemakkelijker dan kritiek op de kerk.
Is de kerk niet de wrijfpaal, die het
altijd weer uithoudt?
En de dominee fungeert als de kop van
Daar wachten we immers allen op. Op
de prins uit het sprookje. De heldhaftige
ridder, de man van het ideaal, die het hart
vervullen kan en de poort naar het schone
en goede en gelukkige leven wijd open
stoten zal.
„Gij hebt Mij niet uitgekozen, maar Ik
heb u uitgekozen." Wie zegt dat? Ook
Een, die dingt om onze gunst. Een, die
om onze liefde werft. Zijn portret wordt
ons ook aangeboden. Een man van Smar
ten. De onwaardigste onder de mensen.
Een om met afschuw het gezicht van af te
wenden. Want Hij hangt aan een kruis
en bloedt. Hij is gegeseld en geschonden.
Alleen in het door smart gekroond gelaat,
stralen d' ogen zacht en teder van uw
Heer, die wachtend staat.
Is het geoorloofd om die tegenstelling
te plaatsen? Misschien zal het worden
aangevochten. En toch kan je er niet los
van.
Ergens is toch een verborgen samen
hang. Als je als christen tot de achter
grond wilt zien, als je als gelovige tot
het wezenlijke wilt doordringen. In die
verkiezingsstrijd is ook de christelijke po
litiek gemengd, worden ook de christelijke
partijen betrokken. Zij werven mede, zij
dingen mede. Dat kan nooit op dezelfde
wijze als de anderen. Zo zuiver menselijk.
De aantrekkelijke aanbidder, die zich zo
voorbeeldig en voordelig mogelijk bij zijn
aangebedene presenteert. Opgesierd, om
dat de kleren de man maken. Met uitge
lezen woorden, voorgeschreven door de
kennis van de psychologie, er op berekend
om invloed uit te oefenen en het hart te
bewegen en kon het zijn tot liefde te be
wegen.
Wel door een portret te tonen, een
beeld te laten zien. Maar niet van mensen,
hoe knap, hoe wijs, hoe verstandig, hoe
innemend.
Een ander beeld. Het enige beeld, dat
getoond mag worden. Waarom het twee
de gebod Omdat de Here naijverig is
Jaloers op Zijn eer. Omdat Hij wil, dat
Zijn beeld genoeg zal zijn, het hart totaal
vervullend, de gedachten geheel gevangen
nemend.
„Maak dan geen beelden nevens mij
Waar christenen optreden, waar zij ge
tuigen, waar zij oproepen tot keus, her-
Jut. Daar mag iedereen naar hartelust op
timmeren.
Zo moet het niet op huisbezoek. En het
behoort tot de taak van de ouderlingen
er naar vermogen voor te waken, dat het
niet in deze richting ontaardt.
Daarom is het misschien toch wel aan
bevelenswaardig 0111 maar met een klein
gedeelte uit de bijbel of /en met gebed te
beginnen. Dat geeft direct een andere „in
zet" en men weet dan des te duidelijker
waar de ouderlingen voor komen. Laat
dit bezoek dan maar van meet af wat de
mensen noemen een „geestelijk" karakter
dragen. Dat is nog zo kwaad niet.
Want er moet over het geloof worden
gesproken en over de bekering en leven
heiliging als vrucht van het geloof.
De predikanten arbeiden voornamelijk
in het Woord en de leer. De ouderlingen
hebben speciaal het opzicht en de tucht
over de kudde. Zij moeten zich er op
huisbezoek van overtuigen of de schapen
wel bij de kudde gebleven zijn. Deze gees
telijke politie neemt de taak over van de
herdershond, die soms met een grauw en
een snauw de schapen naar de kudde toe
dwingt.
De herder moet voorop gaan. Hij moet
de weide weten. Iiij is er verantwoorde
lijk voor naar welke weide hij de schapen
van Christus leidt.
De ouderlingen moeten hem alle steun
bieden om ook afkerige schapen bij de
kudde te houden en te zorgen dat de her
der gevolgd wordt.
De kudde moet mee naar de plaats waar
alleen het voedsel te vinden is.
Zo komen de ouderlingen de vrucht
zoeken van alle geestelijke arbeid die door
het Woord Gods geschiedt. Heeft Gods
Geest dat Woord ook geheiligd aan de
harten En is bij dit schaap van de kudde
het evangelie wel „met geloof gemengd"
En nam dat geloof wel de leiding in
dit mensenleven?
Deze en dergelijke vragen moeten open
en eerlijk met elkaar besproken worden.
En dan mogen natuurlijk moeilijkheden,
zorgen, bezwaren niet worden verzwegen.
Dan moet men naar elkaar luisteren en
samen naar de Here luisteren. Dan moe
ten we elkaar op huisbezoek ook opscher
pen in liefde en goede werken. Dan zal
men aan het einde ook weten waarom er
gebeden en waarvoor er gedankt moet
worden. Zo is de gemeenschap der heili
gen metterdaad geoefend. En wanneer er
dan gerapporteerd wordt „goed bezoek",
is dat geen lege klank, maar een volle
werkelijkheid, waarvoor God in ootmoed
moet worden gedankt. A. V.
inneren aan roeping, daar werkt slechts
dat ene beeld. Van Hem, die niet uitge
kozen wordt door mensen, omdat Hij voor
mensen niet aantrekkelijk is. Van Hem,
die niet uitgekozen wordt, omdat Hij zelf
verkiest. Eerst verkiest, eerst Zijn liefde
betoont. Jezus Christus en Dien gekrui
sigd.
Wordt dat beeld gezien? Wordt dat
beeld getoond? Dat kan toch het enige
alleen zijn. Daarvan mag alleen werking
verwacht worden. Daar mag niemand zich
voor schamen. Ook in deze menselijke
strijd gaat het vóór of tegen Christus.
Ja, als Zijn beeld gezien wordt en Zijn
beeld de harten tot Zich trekt.
Dat is het allermoeilijkste. Zo als chris
tenen op te treden, zo als christelijke po
litieke partij te werken, dat het beeld van
Jezus Christus gezien wordt. Het echte
beeld. Niet versluierd, niet vervaagd, niet
vervormd. De koning in Zijn schoonheid,
de heerlijkste onder de mensenkinderen,
maar in het verborgene en in het zicht
bare, in wat de mensen er met het na
tuurlijk oog van kunnen zien, de man van
Smarten, de kruis-koning, de verachte en
verworpene.
Wat is dat moeilijkVooral in deze
tijd. Dat is de grote klacht. Alle vraag
stukken zo ingewikkeld en gecompliceerd,
alle verhoudingen zo verweven, dat het
uiterst hachelijk wordt om het echt chris
telijke, het ware bijbelse aan te tonen in
wat we voorstaan, sociaal, economisch,
politiek. Dat redden we niet met grote
woorden, dat lossen we niet op met tra
ditionele gezegden en uitspraken. Toch
wordt er naar gevraagd. Het wezenlijke.
Het „waarom" moet beantwoord worden,
het moet duidelijk uitkomen, dat we zo
moeten handelen om des gewetens wil.
Dan zal het beeld moeten oprijzen van
Jezus Christus. Niet van Drees, niet van
Romme, niet van hen, die wij daarvoor
in de plaats willen stellen en die we soms
want de verleiding is zo groot op
gelijke wijze afbeelden en aanbevelen.
Maar het beeld van Jezus Christus. In
zijn aantrekkelijkheid en afstotendheid.
Tegen de halve maan hieven de kruis
vaarders het kruis op. Het naakte kruis
Op christelijke verkiezingspamfletten