fPin/(sferen
yjxelaria
PINKSTERFEEST
f.li-dl j.\am,.\y(, no. 4/ Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland r ij d a c is mei i 9jó
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
Berichten en opgaven Predikbeur- Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Abonnementsprijs: ƒ3,per half-
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. jaar vooruitbetaling).
aan de drukkers Littooij Olthoff, Afzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 10 cent per mm.
Maar onze bekwaamheid is Gods werk."
2 Cor. 8: 5a.
De Heilige Geest is God zelf. En als God in de mens gaat wonen en
Zijn kracht daarin openbaart, dan gebeuren er geweldige dingen.
In het hart komt dan grote blijdschap. Het was een vrolijk feest in
die kring der discipelen van Jezus. De Heiland geeft blijdschap. Hij
heeft eens gezegd -en nog wel in die onheilspellende nacht toen Hij
verraden werd dat Hij wilde dat Zijn blijdschap in de discipelen zou
leven. De PI.G. zorgt voor die blijdschap. Zonder die Pleilige Geest
overheerst de somberheid het hart van een mens. Het hart is zo kwets
baar, maar de Heilige Geest tilt ons boven het leed uit. Dat groepje van
Jezus' getrouwen had alle reden om schichtig weg te schuilen, als vol
gelingen van een ter dood veroordeelde. Maar de Pleilige Geest zette
hun hart in vrolijkheid.
Als God zelf in hen is, overwinnen zij de wereld. De wereld in Jeru
zalem had duidelijk haar positie bepaald in verwerping van Christus.
Maar deze harde harten werden bewogen door de kracht die uit Petrus'
woorden sprak en ze bekeerden zich van hun boze wegen.
Als de Heilige Geest in mensen gaat werken dan gebeurt het dat de
eeuwen door de mensen in dienst zich stellen van de zaak Gods.
Hoeveel mensen werken niet voor God in deze tijd. Gewoon voor
God. Natuurlijk er zijn allerlei dingen waarom mensen ijveren. Om
geld, maatschappelijke welvaart, hun carrière, voor de toekomst van
hun kinderen. Dat gaat voor de mens zelf. Maar doordat de PI.G. in
de harten woont ziet men het ook gebeuren, dat er mensen bezig zijn
te werken voor God. Om Gods Naam te verheerlijken. Om anderen te
maken tot discipelen van God. En dat over de hele wereld. De kerk is
vol levendige activiteit voor God en Zijn dienst. De predikanten zij
preken met grote vreugde om de mensen tot God te brengen. Op de
Zendingsvelden is een vrolijke wedijver 0111 Christelijke scholen te bou
wen, om de heidenen en mohammedanen tot God te brengen. En een
gemeente staat daar achter met gebed en gave.
Het is altijd een feestelijk moment als de Pinkstercollecte wordt ge
houden in de kerkdienst. Je voelt de spanning dan. Want de mensen
geven nu niet eens geld uit voor hun eigen belangen maar voor de
zaak van God. Dat komt van de Heilige Geest, die hun hart bereid
maakt tot de dienst van God. En God heeft de blijmoedige gever lief
Middelburg. v. T.
Weer maakt de Kerk zich op, om blij
te zijn over de komst van de Heilige
Geest.
Pinksteren was eertijds een schok in
het wereldgebeuren. Geen beweging maak
te ooit groter indruk, en had grotere en
blijvende betekenis op aarde, dan dit won
der Gods, waarbij èn 'Je Vader èn de
Zoon woning kwamen maken in mensen
harten.
In de loop der eeuwen zijn er telkens
„bewegingen" geweest, tot in de jongste
tijd. De geschiedenis van het Rooms-Ka-
tholicisme kent tal van „mirakelen", ver
schijningen van heiligen en van Maria, die
niet hebben nagelaten op de menigte grote
indruk te maken.
Daarnaast bestaan herinneringen aan
„opwakingstijden", waarvan men eerst de
stoutste verwachtingen koesterde, maar
die aan invloed verloren, naarmate de ja
ren verstreken. Ook sinds de jongste we
reldoorlog zijn er dergelijke verschijnselen
geweest. Snel bewogen gemoederen lieten
niet na, 0111 ijlings te verkondigendit is
het! Maar ook het lot dezer na-oorlogse
bewegingen gelijkt al weer wonderwel op
dat der vroegere revivals.
De eeuwen hebben nog geen „gebeurte
nis" opgeleverd, die het Pinkster-beleve
nis in de schaduw stelde. Integendeel. Nog
altijd is er dat grote wonder, dat God
woont in het midden van Zijn volk, en
dat Hij vandaaruit de krachten van Zijn
koninkrijk laat werken.
Het opmerkelijke in het oude Pinkster
evangelie is, dat de verwondering over
vreemde verschijnselen weldra overgaat
in diepe belangstelling voor het gepredik
te Evangelie. Christus wordt uitgeroepen.
Petrus laat uit het Oude Testament zien,
hoe uit de profeten en de psalmen de lijn
loopt naar Jezus Christus.
Wanneer Christus dan verkondigd
wordt als de Opgestane en ten hemel ge
varen Vorst, dan blijkt dit Evangelie de
harten te raken. Op die begeleidende ver
schijnselen ontstond alleen de belangstel
lende vraag: wat is dit toch? Maar, op
de prediking van Christus antwoorden zij
met de uitroepwat moeten wij doen
In deze vraag ligt de overgave al op
gesloten. Het spreekt van de bereidheid,
om de aanwijzingen te volgen. Daarom
komt het ook tot bekering en het ontvan
gen van het Sacrament van de Doop.
Die eerste tekenen waren zeker niet
zonder waarde. Vooral niet voor diege
nen, die uit het Oude Testament wisten:
een geluid, dat is het bewijs, dat de Here
komt. Zo was het al in het paradijs. Adam
hoorde het geluid, en wist daaruit, dat
God tot hem naderde. Hier in Jeruzalem
was ook: het geluid. Voor velen uit de
schare is dat aanleiding geworden tot de
vraag: zou werkelijk God nu komen?
Dan valt verder alle nadruk op de pre
diking, die zegthier is uw God en Zalig
maker. En daarin ligt de machtige Pink
sterbeweging, dat zij door het Woord
worden gevangen, en als levende stenen
worden gebouwd op het fundament Chris
tus.
Dit is het karakteristieke van de open
baring van de Geest. Hij maakt Christus
levend door de verkondiging voorde
schare, en Hij maakt het hart ontvanke
lijk, zodat het evangelie wordt aangeno
men.
Daaruit is alle verdere ontwikkeling
voortgekomen. Door de Geest verkondigt
Petrus zó de Christus, en wordt Hij ge
loofd door zondaren. Door de Geest wordt
dit de kracht op aarde: de prediking, be
vestigd door het Sacrament. Al het bui
tengewone is en blijft ondergeschikt aan
hét teken der Nieuw-Testamentische be
deling de gekruisigde en opgestane
Christus, Die door verkondiging wordt
gezien in de wereld.
Daarom blijft Pinksteren de krachtige
opwekking om tot het gepredikte Woord
te komen. Dat betekent: om zich te voe
gen bij die kring, waar dat Evangelie
wordt bediend, waar Christus wordt ge
zien in de dienst der verschillende amb
ten. Hieruit is de uitbreiding der gemeen
te voortgekomen.
Als men heden zo stellig beweert, dat
de „vierde" mens, onze generatie dan, het
Woord niet meer kan ontvangen en ver
staan, dan is dit wel een vernietigend oor
deel over een cultuur, die zulk een ont
stellende vervreemding bracht van de
Openbaring van God. En het zegt ook
wel iets over de nalatigheid der Kerk, die
dan de samenleving zover heeft laten ver
dwalen. Door, op verschillende plaatsen
het mensdom prijs te geven aan het mo
dernisme, dat, heel begrijpelijk, het volk
liet weggaan, ledig en ongetroost. Door
aan de ene kant te werken met het begrip
volk en massa, aan de andere zijde te ver
zuimen, een indringende zielszorg, die de
enkele mens èn het gezin plaatste voor
de verantwoordelijkheid bij het Woord
Meer dan een verantwoorde methode
inzake de evangelisatie, dringt uit het
Pinksterevangelie de belangrijke zaak zich
aan ons op, waarom de Kerk niet in die
kracht van geloof de Christus der Schrif
ten belijdt, èn geen ander, en daarbij de
dwalingen weerspreekt, die de rijkdom
van Christus aan het oog der schare ont
trekken.
Zulk een „kerkelijk revival", waarbij
geen ander geluid van alle kansels verno
men wordt, waarbij de Kerk zich veroot
moedigt over haar nalatigheid, om zó
lange tijd het „ja èn neen" toe te laten
in de officiële boodschap, dat zou een
Pinkstergebeuren zijn, waarvan in Neder
land de grootste kracht kon uitgaan. Het
moet de schare „gezegd" worden, als in
Jeruzalem. En, wat er te zeggen valt, dat-
neemt de Geest uit het Evangelie, en doet
het door het ambt tot de gemeente komen.
Dan leert de Kerk weer de geesten be
proeven, en zó werkt de Geest in deze
laatste periode, om een volk toe te berei
den tegen de dag van Christus.
Het „gesprek tussen de Kerken" moge
zich hierop concentreren. In de bewogen
heid, die vrucht is van de leiding van de
Geest des Heren. Dan zal het ontwakend
kerkelijk besef de machtige beweging zijn,
waardoor de aandacht wordt afgeleid van
alle tijdelijke verschijnselen, en de levende
Christus zal in èn door Zijn Kerk re
geren.
Het 1000-jarig rijk is aan de gang!
Niemand weet, hoe ver wij reeds zijn
gevorderd. Maar, bedroeft de Geest van
God niet. Weest een getrouwe werkge
meenschap, om de heerlijkheid van het
Evangelie bekend te maken. En de Geest
van Pinksteren zal U leiden tot de dag
der voleinding. C. St.
De preek 'n gebed.
Is het niet zonderling, dat Christelijke
prediking zich ook maar 'n ogenblik ver
wijdert, naar vorm of inhoud, van Chris
tus' prediking? Het zonderlingst in die
kerken, waar men formeel nog steeds
leert, dat in de dienst des Woords nota
bene Christus zelf alleen aan het woord
mag komen, als onze hoogste Profeet en
Leraar
Kómt Hij het ook op elke kansel, naar
inhoud èn naar vorm?
Of is het misschien zo, dat juist Zijn
model sommigen zelfs niet meer in her
innering komt? Wèl een of ander zeer
vergankelijk homileet of mode-preker uit
de jongste tijd. Ja, het lijkt veeleer alsof
men Jezus' prediking als voorbeeld voor
de preek bewust op zijde schuift, omdat
die hoogstens zou passen voorevan
gelisatie Jezus „preekte" niet. Hij „evan
geliseerde" meer, zo meent men. En als
we iemand uit de bijbel als exempel stel
len, dan liever de meer leerstellige Paulus,
met zijn vaste spijzen. Déze moeten
's Zondags worden uitgereikt aan de kin
deren des verbonds, die niet beëvangeli-
seerd mogen worden!
Welk 'n misverstand
„Jezus trok rond in geheel Galilea en
leerde in hun synagogen en verkondigde
het evangélie van het koninkrijk."
Al zijn Zijn hoorders dikwijls zeer on
kundig en velen geestelijk dor, Hij wend
de zich juist niet dan tot de schapen van
het huis Israëls, tot de kinderen des ver
bonds, tot de gemeente! Als zódanig riep
Hij hen op tot omkeer, door hun eigen,
eeuwen oude Schriften te openen. Wan
neer Hij in de synogage te Nazareth
„preekt", dan „vindt", dan kiest Hij zijn
tekst uit Jesaja en verklaart die zeer scho
ne plaats als predikant: „De Geest des
Heren is op mij. Daarom, dat Hij mij
gezalfd heeft, om aan de armen het evan
gelie te brengen; en Hij heeft mij gezon
den om aan gevangenen loslating te ver
kondigen en aan blinden het gezicht, om
verbrokenen heen te zenden in vrijheid,
om te verkondigen het aangename jaar
des Heren".
Jezus' verkondiging is een gebed.
Een aanbidding van de Vader.
En een smeekgebed tot Gods gemeente.
„Ik dank u, Vader, Heer des hemels
en der aarde, dat Gij deze dingen voor
wijzen en verstandigen verborgen hebt,
doch aan kinderkens geopeiibaard. Ja, Va
der, want zo is het een welbehagen ge
weest voor u." En vlak daarop smeekt
Hij„Komt tot mij, allen, die vermoeid
en belast zijt, en ik zal u rust geven".
En daarom „betuigden" al zijn stadge
noten in eerste instantie „hun instemming
met Hem en verwonderden zich overde
woorden van genade, die van zijn lippen
kwamen". Ook al trachten zij hem 'n uur
later van de steilte te werpen, om de wei
nig vleiende toepassing waarmee hij be
sluit, zij moeten eerst als tegen zichzelf
erkennen: deze „zoon van Jozef" schil
derde hun het jaar van 's Heren welbe
hagen voor ogen met 'n gloed en kleur,
zodat zij verwonderd luisteren en niet
kunnen laten, hun instemming te betuigen.
Was dit evangelisatie?
Of liever want dat bedoelen voor
standers van enkel „degelijke" stukken op
de kansel was dat zo maar '11 praatje
voor de vuist Slappe kost, voor 'n troep
je mensen, tegenover wie het niet zo nauw
luisterde
Vergeet toch niet dat, hoe onwetend
'n groot deel van zijn wisselend gehoor
ook moge zijn geweest, er waren overal
en steeds Schriftgeleerden en hun disci
pelen onder, die zonder ze te verstaan,
de Schriften kénden. Evenwel spreekt
Jezus ook voor deze „kenners" als 'n Ni-
codemus, die niet be-ëvangeliseerd wen
sten te worden, steeds zo aanschouwelijk,
zo direct mogelijk, niet omdat zij Ooster
lingen zijn, doch mensen, zielen, die hij
vangen wilde tot elke prijs, tot de prijs
van zijn bloed en zéker tot de prijs van
niet „geleerd" of „diepzinnig" of „actu
eel" te willen schijnen.
Willen wij predikanten dat ook?.
Hier zijt ge stellig mis, valt één of an
der bijbelkenner mij in de rede.
Want Jezus verklaart zelf in Matth.
13: 13 „Ik spreekt tot hen in gelijkenis
sen, omdat zij ziende niet zien en horende
niet horen of begrijpen". En in Lukas
8:10 drukt hij zich krasser nog uit:
„maar aan de anderen in gelijkenissen,
opdat zij ziende niet zien en horende niet
begrijpen".
Het doel van Jezus' spreken in para
bels zou dus zijn: het hart der ongelovi
gen verstokken! Wat blijft er over van
uw model-prediking voor de gedoopte
kinderen des verbonds?
Doch nu komt het er op aan Schrift
met Schrift te vergelijken. En dan blijkt
het tweede evangelie, dat van Markus
(4:33), schijnbaar in strijd met de ove
rige, mee te delen„En in vele dergelijke
gelijkenissen sprak hij het woord tot hen,
naardat zij het konden horen", d.w.z.
dragen.
Kennelijk is het de Heiland dus niet
om „verstokken", doch om „schriften" te
doen.
Ging het hem énkel om 'n straffend
verharden, Christus zou radicaler zijn ge
slaagd, door zich, omgekeerd, zonder eni
ge gelijkenis uit te spreken, zoals Hij dit
tenslotte voor Ka j af as deed.
Voor wie niet horen wil of zien, zoals
de Farizeeën, hun schetst Jezus de ver
borgenheden van het hemels koninkrijk
tóch voor ogen, zo, dat zij zijn mysteriën
zien en toch niet zien, om en door hun
zonde.
Maar de barmhartige Verlosser, die
niet kwam om te verderven, doch om te
behouden, kiest de ieders aandachtspan-
nende, voor jong en oud aantrekkelijke,
onvergetelijke vorm van de gelijkenissen
toch óók, opdat de schare juist door het
geheimzinnig-onverklaarde nog tot verder
nadenken, navragen, weerkeren tot Jezus