De Generale Synode
De Onwaardige Verwaardigd
JTxelaria
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
MEDITATIE
Vrouwen Wereldgebedsdag
ZEEUWSE KERKBODE
ELFDE JAARGANG No. 32
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 3 FEBRUARI 1956
Abonnementsprijs: ƒ3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 10 cent per mm.
Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens, Here.
En Jezus zeide tot Simon: wees niet bevreesd, van
nu aan zult gij mensen vangen. Lucas 5 vs. Sb, 10b.
Wel nooit is een mens dichter bij Jezus, dan wanneer hij gevoelt
welk een afgrond van zonde hem van die trouwe Heiland scheidt.
Simon Petrus voelt zich volkomen onwaardig nog langer bij Jezus
te zijn. Hij is geheel overweldigd door die wonderbare visvangst.
Met nauw bedwongen tegenspraak en met zekere twijfel in het hart,
had hij zo straks op Jezus' bevel de netten uitgezet.
En dat nog wel op klaarlichte dag en in diep water. Dat deed geen
geroutineerd visser.
Men vist toch niet bij volle zonneschijn als de mazen van het net
door de glans van het zonlicht te zeer zichtbaar worden. Dat doet men
's nachts.
Bovendien zijn de grote scholen vissen juist in de ondiepten van het
meer. Dan komt daar nog bij, dat ze de hele nacht al in touw geweest
waren en niets gevangen hadden.
't Zou wel niets worden, 't zou wel op beschaamdheid uitlopen. Pre
cies, dat zou 't ook.... maar anders dan Simon dacht. Straks zijn
beide scheepjes tot zinkens toe gevuld.
Hoe heerlijk, maar ook hoe beschamend openbaart de Heiland daarin
de macht van Zijn genade.
Alles is Hem onderworpen en stelt Hij de Zijnen ten dienste.
Als Petrus dat ziet, dan kan hij 't niet meer uithouden bij deze
heilige Israëls.
Hij ontwaart 's Heren Goddelijke grootheid en heerlijkheid. Hij
ziet ineens die oneindige afstand, die onoverbrugbare kloof tussen
Jezus en zich zelf. 't Is of de grond brandt onder zijn voeten.
Hij valt neer aan Jezus knieën en roept 't uit: ga uit van mij, want
ik ben een zondig mens, Here.
In dat woord Here, ligt in deze omstandigheden veel meer dan een
hoge aanspraak van een mens. De Here had hem die vissen niet maar
aangewezen doch toebeschikt. Ook over de vissen der zee had Hij
te gebieden. De Here had ze door de macht van Zijn genade in zijn
netten beschikt.
Wij kunnen voor Gods macht en majesteit sidderen. De openbaring
van de grootheid van Zijn genade alleen, maakt diep beschaamd. Ont
neemt ons allé zelfroem. Geneest van alle eigenwaan.
En zie, eerst dan zijn we, waar de Here ons hebben wil.
Tot zijn vertroosting mag Simon Petrus 't juist dan horen: wees
niet bevreesd, van nu aan zult gij mensen vangen.
Juist u wil Ik hebben voor de dienst in Mijn koninkrijk.
Want in zwakheid wordt volbracht Jezus Christus' grote kracht.
B.-D. J. v. d. V.
De tweede week van haar zittingen in
dit jaar wordt voorlopig weer gevolgd
door een periode van onderbreking. Het
wordt nu April, eer we verder gaan.
Als na Pasen de predikanten met el
kaar gaan „uitblazen" in Utrecht, dan
gaan de Synodeleden zich weer inwerken,
om dan te proberen al wat nog op be
handeling wacht, af te werken.
Deze laatste Januariweek bracht niet
zovéél besluiten. Als belangrijkste de be
slissing betreffende de vacature te Kam
pen. In de plaats van Prof. Dr K. Dijk
is nu benoemd: Dr J. T. Bakker, die juist
voor enkele dagen cum laude promoveer
de. Wetenschappelijke verwachtingen zijn
er dus, op goede gronden. Het is te ho
pen, dat Dr Bakker op deze benoeming
een gunstige beslissing zal nemen, dan is
het Hooglerarental te Kampen weer op
de juiste getalsterkte.
Verder is er nogal „gedokterd" aan het
gezangenvraagstuk. Wanneer zulke be
sprekingen zich over verscheidene dagen
gaan uitstrekken, dan gaat er iets van het
fijne aroma af. 't Was ook te merken,
dat vele Synodeleden haakten naar 't ein
de van dit wat eentonige „gezang" over
de gezangen, en verlangden naar het ogen
blik, waarop ruimere mogelijkheid tot het
zingen van de gezangen door de gemeen
te zou worden geboden.
Zoals de zaken nu staan, zal de voort
gezette zitting in April deze oplossing wel
brengen. Er zijn veel gezangen, die in ver
schillende bundels voorkomen, o.a. in
„Stemmen des heils". Ze worden nu vóór
de dienst gezongen. Ze zijn ook in de
dienst goed te plaatsen.
Er zijn pogingen tot herziening aan de
gang. De Herv. Kerk is bèzig, de uitge
breide gezangenbundel aan een herziening
te onderwerpen. Ook onze deputaten be
ijveren zich, om hier en daar in de gezan
gen de tekst te verbeteren. Wanneer wij
echter op al deze herzieningen moeten
wachten, dan blijft intussen de wel zeer
beperkte keuze, die wij nu hebben.
Komt het eenmaal tot een herziene bun
del, die in meerdere kerken gebruikt
wordt, dan is dat toe te juichen. Maar,
waarom zouden wij tot die tijd geen ge
legenheid hebben, om algemeen bekende
geestelijke liederen in de eredienst te „be
proeven"
Het zou in het algemeen gesproken, een
teleurstelling zijn, wanneer dit achterwege
bleef. We houden nu nog maar goede
moed, tot de Aprilmaand.
Tussen dat gesprek over de gezangen
was er telkens ruimte voor andere zaken.
Zo kwam de vraag van het Geref. oecu
menische leven aan de orde. In 1958 ho
pen de Gereformeerden te trekken naar
Zuid-Afrika, om daar weer een Geref.
oecumenische Synode te houden.
Door gemeenschappelijk streven wil
men de zaak van het Geref. belijden be
vorderen. Dit is zeker nodig, en onze ker
ken willen graag aan deze arbeid actief
deelnemen. De vragen van het leven lig
gen in de verschillende werelddelen geheel
anders. Afrika kent een „apartheids"
vraagstuk, waar wij zo niet van weten.
We kunnen veel aan elkander hebben,
wanneer wij op een oecumenische Synode
ontdekken, hoe het Geref. belijden in de
onderscheiden landen zich ontwikkelt.
Moeilijke financiële vragen rijzen er
ook, in een kerkelijk leven van omvang
als het onze. Vele deputaatschappen ar
beiden naast elkaar, en dragen financiële
verantwoordelijkheid. De vraag is onder
het oog gezien, of hier ook een zekere sa
menleving kon komen, zonder dat de ar
beid schade lijdt. Het blijkt in zulke ogen
blikken, dat onze kerken weinig gevoelen
voor een soort „centraal beheer". Depu
taten moeten voor hun arbeid de nodige
vrijheid van beweging houden. In deze
geest zal er in April wel een goede oplos
sing komen.
Dan hebben de dagbladen iets verteld
over een psychologische test voor toekom
stige dominees. Er is in deze zitting niet
zoveel over gesproken als in het najaar
van 1955, maar we zijn er nog niet uit.
Och, de bedoeling was uitnemend. Het
kerkelijk leven doét wel eens moeilijke er
varing op, ook met dominees. .Waarom
niet? Zij zijn „mensen" gelijk alle ande
ren.
Nu was de vraag ter Synode gebracht
is daar wat aan te doen, om personen, die
naar hun geestesgesteldheid minder ge
schikt zijn voor het ambt, ook buiten de
ambtelijke deur te houden?
Makkelijker gezegd dan gedaan.
Dat „testen" valt zo verschillend uit.
Zoude apostel Paulus het „gehaald"
hebben? U weet, hij leed aan een kwaal,
en moet bovendien niet wat je noemt „een
knappe man" geweest zijn. Van uiterlijk
dan
Daarbij zeiden ze in Corinthepre
ken nee, dat kan hij niet. Breng zo'n
'geval eens in het psychologisch onderzoek.
Enprobeer dat eens over heel de li
nie met alle dominees. De één is wat ver
legen, een ander precies tegenovergesteld.
Over 't algemeen heb je zo het gevoel, dat
je „fijn" boven het proefondervindelijk
onderzoek uit bent, wanneer je eenmaal
gevestigd bent.
Jaren geleden kreeg een jongeman te
horen, dat, welke bekwaamheden hij ook
■mocht hebben, een „spreker" zou hij nooit
worden. Het geval wilde, dat hij juist een
nogal „gezocht" spreker werd. Ook het
omgekeerde kwam voor, dat iemand, van
wie véél verwacht werd, in de practijk
teleurstelde. Er blijven altijd onbereken
bare factoren. Daarom zal men wel moe
ten oppassen, met een onderzoek over héél
de linie. Ze zijn er, in elke tak van dienst,
Van wie later uitkomt: zij hadden juist
niet moeten worden, waar zij voor opge
leid zijn. Zodat het hele vraagstuk hiertoe
te herleiden iswat te doen met de moei
lijke gevallen? En, dan gaat het om de
steen der wijzen. Waarbij dan nog komt
als moeilijkheid, dat zij, die minder ge
schikt geacht worden, van zichzelf daar
lang niet altijd van te overtuigen zijn.
In ieder gevalde „staande" of „zitten
de" dominees kunnen gerust zijn. Zij val
len buiten het testgeval. Mogelijk krijgen
we regelingen voor „verfrissings"-cursus-
sen. En, zij steken maar de hand in eigen
boezem, bij het opmerken, welke slagboom
op weg naar het ambt voor de komende
generatie kan worden opgericht.- Mis
schien dat de simpele vraagzou ik het
„halen"tot gedegen zelfonderzoek
aanleiding geeft. En dat is altijd vrucht
baar.
En, daarmee zijn de Synodevergaderin
gen voorlopig weer van de baan. Tot het
voorjaar geworden is. We hopen Leeu
warden, dat we onder sneeuw verlieten,
in lentetooi terug te vinden. C. St.
"k
Op 17 Februari a.s. zal weer de Vrou
wen Wereldgebedsdag worden gehouden.
Ook in Zeeland zulllen er op die datum
verschillende samenkomsten zijn.
Het blijkt, dat met de jaren de belang
stelling toeneemt. Het is een treffende
gedachte, dat op éénzelfde dag de Chris
tenvrouwen over de wereld zich vereni
gen, om in het gebed samen te komen
voor de troon van God. Hij is het, Die
de wereld voedt, en de vrede tussen de
volken besteld. En de Schrift leert ons,
dat God in de weg van het gebed der
Christenen tot de uitvoering van Zijn
plannen komt.
In Middelburg worden de diensten ge
houden, zowel in de Hofpleinkerk als in
de Ned. Herv. Kerk, 't Zand. Aanvang
's avonds om 8 uur.
Wij willen hierbij onze vrouwen en
meisjes op deze samenkomsten wijzen met
de wens, dat ook van onze zijde de ge
lederen worden gesterkt van haar, die sa
men willen bidden. C. St.
Verstand zonder veel hart.
Lang stond ik stil bij het „geld".
Het had reden. Immers hoevelen die
hieraan misschien het schrikkelijkst labou-
reren, zien het maar niet, hoe juist dit
één van de gevaarlijkste valstrikken voor
Gods kinderen is en één der opvallendste
oorzaken van onze geestelijke neergang.
Als derde oorzaak noem ik: relatief
intellectualisme.
Geheel verintellectualiseerd zijn wij
dank zij Gods gebleven Geest nooit. Doch
er kwam allengs wat veel verstandelijk
heid, geredeneer zonder veel hart aan te
pas. Men wist nog wel uit de catechis-
muspreek dat geloof kennis èn vertrou
wen was, maar men vergat vaak dat in
die logisch vooropgaande kennis reeds het
hart moest kloppen! De boodschap Gods,
op weg naar het hart, bleef bij menig
„gereformeerd grootgebrachte" in het
verstand steken. Of werd er door extra-
intelligenten als „onlogisch", als met hun
intellect strijdig, uitgesmeten, zonder dat
zelfs goedwillende leidslieden dit terstond
bemerkten vanwege het niet fijn genoeg
afgestemde huisbezoek zonder contact met
ieder jongere apart.
Wie uit reactie tegen verwaarlozing van
Schrift en belijdenis, de nadruk gaat leg
gen, wel leggen moet op de verguisde
leer, loopt eer hij het zich zelf soms be
wust is gevaar het verstandelijk element
in de dienst Gods, indien niet te over
schatten, dan toch 'n accent te geven ten
koste van het innerlijk, de verborgen om
gang met God; ten nadele van het echte
bijbellezen en het echte bidden.
Natuurlijk heeft ook onze rede alles te
maken met de dienst des Heren. Want
wij zullen Hem /ie/hebben met héél onze
persoon, óók met gehéél ons verstand
doch /^/hebben met ons verstand!
Eer we 't echter in de gaten hebben,
worden de juiste verhoudingen scheef ge
trokken, ofschoon grote geleerden als
Kuyper en Bavinck ons daarvoor toch wel
gewaarschuwd hebben en zelf 'n voor
beeld zijn geweest van harmonie tussen
verstand en hart. Doch wie leest nog Kuy-
pers warme meditaties zoals„Nabij God
te zijn" of „Honig uit de rotssteen"
Het zijn de epigonen, de excerpeerders
vooral van Kuypers EVoto, die preken
leverden en catechiseerden zonder soms
énig sap. Ze dachten te goeder trouw dat
ze Kuyperiaans preekten en merkten niet
dat ze de levensvolle, warmbloedige,
beeldrijke Herautopstellen hadden uitge
perst op de citroenpers van hun schema
tiserend en analyserend intellect en droe
gen dit lege vlies der gemeenten voor met
'n opeenstapeling van de waarheid bewij
zende teksten, die het soms juist het in
tellect van de scherp toehorenden niet al
tijd bevredigden. Als de catechismus 'n
„onderscheiding" vergat, voegde de pre
diker die er nog bij. Zelfs op de Borg
Christus werd sectie gepleegd: expromis-
sio en fidemissio. Het „geredeneer" en
het „uiteenzetten" kreeg lang niet bij
ieder de overhand, doch zelfs bij 'n ge
wijd herder als de oude Hoekstra, kregen
de aangehaalde Schriftplaatsen, nu eens
zus dan weer zó dooreengeroerd, 'n be
denkelijk gewicht. Zijn hartelijke persoon
lijkheid en vermoedelijk bewogen stem
zullen veel hebben goed gemaakt. Gaf
ook Groen van Prinsterer aan „ideeën"
geen al te overwegende betekenis?
En héél wat van de „degelijkste" of
best „meelevende" leden, die onder de
koffie thuis alles nogeens „herkauwden"
of 's avonds nasloegen bij „Bram" of ze
toch nog iets konden vinden, dat zij had
den „gemist", degradeerden hun kerk, die
er één had moeten worden van „aanbid
ding" tot 'n eenzijdige leer-kerk. Zo wer
den vele jongere dominees, aangezet, op
gejaagd door soms één enkele scherpslij
per, het al meer te zoeken in getrouw re-