Gestalten der Vroomheid
PREDIKBEURTEN
„DE WEEFSTOEL"
de schepping niet „uitgeput" raakt, is het
wonder Gods.
Of er nu „manna" regent uit dg hemel,
dan wel brood wordt gebroken in de han
den van Jezus, of de raven het voedsel
aandragen dan wel een restant meel in de
kruik aanwezig blijft.het wijst alles
op hetzelfde goddelijk'wonder. God doet
Zijn hand open en verzadigt mens en
beest.
God geeft de „wasdom" in heel het rijk
der natuur. En dat ondanks de vloek, die
om onzentwil op het geschapen leven rust.
Dat maakt alles wat wij na de zondeval
van God ontvangen tot genade. Steenkool
en aardolie, electriciteit en atoomenergie,
het is alles goddelijke toevoer van genade
gaven in een onafzienbare en ononderbro
ken stroom. De mens heeft handen tekort
om Gods gaven aan te nemen en te ver
werken. Om maar steeds weer de „oogst"
binnen te halen van wat God gééft.
God stelt ons telkens voor nieuwe ver
rassingen.
Hij is een eeuwige Fontein van alle
goed.
Wie dat erkent, en beseft dat hij in
Gods gaven de vruchten plukt van Chris
tus' kruisoffer en al die gaven ziet in het
licht van Gods Vaderliefde, zal het be
zorgd-zijn wel afleren. We mogen immers
elke dag weer aanschuiven aan Gods ta
fel?
We zijn toch kinderen van God Zijn
huisgenoten
Gods kinderen gaan toch niet „ergens
anders" eten als het etenstijd is?
Ze eten toch „thuis" bij hun hemelse
Vader. HIJ zorgt immers voor hen?
Er zijn mensen die voor hun „zalig
heid" tot Jezus gaan, maar voor hun „wel
vaart" hebben ze andere adressen.
Ik weet niet waarin de „zaligheid" van
die mensen bestaat, wanneer die zaligheid
niet tevens hun welvaart insluit. En ik
begrijp al evenmin wat zij als hun „wel
vaart" najagen, als zij die niet zoeken
bij Jezus.
Als het goed is lusten wij alleen brood
uit de handen van Jezus.
We lusten alleen manna uit de hemel.
Wat we niet uit Gods hand kunnen
aannemen mógen wij niet aannemen.
Moeten we soms voor ons brood uit
eindelijk de duivel bedanken? En voor
onze rechtvaardiging de Heiland
Dienen we twee heren of Eén
Wie werkelijk één Heer dient, behoeft
zich over het broodvraagstuk geen zorg
te maken. Hij behoeft slechts te bidden
om zijn dagrantsoen en het zal hem ge
geven worden. Zolang God in Zijn rijk
op aarde een taak en plaats voor ons
heeft, worden wij met het oog daarop
door de Here onderhouden. Daar mogen
we op rekenen.
Maar als ons leven en werken niet
„voor de Here" is, zoek dan Uw brood
maar.
Maar wie garandeert U het vinden?
Onze arbeid is ^'zonder Gods zegen tot
vruchteloosheid gedoemd. God kan ons
ook met overproductie vloeken. God liet
de Israëlieten stikken in de kwakkels.
Niet dat zij die geproduceerd hadden.
Maar de overvloed garandeert niet dat
wij daarvan eten. Het is niet in de over
vloed gelegen, dat een mens lééft uit zijn
goederen. Alle „zelfverzorgers" met volle
kelders liggen onder Gods oordeelGij
dwaas
Onze zorg en arbeid zonder Gods ze
gen dusónder Gods vloek redden
het leven niet.
En zelfs Gods gaven zonder Gods ze
gen kunnen niet gedijen. Dan is metter
daad „de dood in de pot".
Wij zullen ons vertrouwen van alle
schepselen aftrekken en op God alleen
stellen
Dat is de nieuwe levenshouding van
Gods kinderen, voor wie het arbeids
vraagstuk en het broodvraagstuk "in het
licht van het evangelie een nieuw ant
woord hebben ontvangen. Zij roemen niet
hun eigen prestatie en de zin van hun
werken is niet het loonzakje. Maar hun
arbeid is „voor de Here" en hun eten is
„van de Here".
Zij worden bevrijd van alle valse af
hankelijkheidsgevoel, van alle minder
waardige slavernij en ogendienarij. Van
alle drukkende angsten en zorgen. Ze we
ten zich slechts van Eén afhankelijk. In
alles
Maar die afhankelijkheid ervaren zij
als een dagelijkse geborgenheid. Een
voorschot op de zaligheid: geheel en al
en voor eeuwig in de liefde Gods gebor
gen te zijn.
Zo eten en arbeiden, zo leven en ster
ven Gods kinderen in het volste vertrou
wen dat hun Vader in de hemel voor hen
zorgt.
Zo liggen zaligheid en welvaart voor hen
binnen dezelfde cirkelde lichtkring rond
het kruis der verzoening.
Zo genieten zij, zeer in het bijzonder
óók aan de maaltijdhet begin van de
eeuwige vreugde. A. V.
I.
Op verzoek wil ik het op de Provinciale
Ouderlingenconferentie ingeleide en be
sprokene in een aantal artikelen in de
Zeeuwse Kerkbode weergeven.
Het gaat allereerst om een inleiding
rondom de titel van dit onderwerp, dat
een toelichting en een verdediging be
hoeft. Want met „Gestalten der vroom
heid" duid ik aan typen van geloofsleven
en levenshouding, die onder de Gerefor
meerde gezindte en dus ook in ons kerke
lijk leven aangetroffen worden.
En is het niet gevaarlijk om deze on
derscheiden typen aan te duiden met het
woord „gestalte" Komen wij dan niet
héél dicht in de buurt van een tijd en een
mentaliteit, welke graag over „gestalten"
en het „gestaltelijke" van het geloofsleven
sprak en spreekt?
Was het Schortinghuis niet, die zijn
werk het „Innige Christendom" wijdde
aan het „bevindelike en gestaltelike van
het waare Christendom" Hij bedoelde
daarmee de velerlei gemoedsgesteldheden,
inwendige geloofservaringen, welke een
mens tot de ware geloofsgemeenschap met
God door Jezus Christus brengen.
Dat houdt mij er niet van af om voor
een andere zaak toch het „woord" gestalte
te gebruiken. Ik doe dat op bijbelse grond.
Paulus zegt in Galaten 4:19: „Mijne kin-
derkens, die ik wederom arbeid te baren
totdat Christus eene gestalte in u krjjge".
Zo luidt de Statenvertaling, maar tot mijn
genoegen heeft de nieuwe vertaling in
deze tekst het woord „gestalte" gehand
haafd, een bewijs, dat én het woord èn
de zaak helemaal niet verouderd blijkt te
zijn.
Als Kanttekening lees ik bij deze tekst
„Dat is, gelijk een moeder haaf kind zoo
lang draagt, totdat het een volkomen ge
stalte heeft verkregen en dan hetzelve
baart; alzoo zal ik niet ophouden te ar
beiden, totdat gij in de rechte kennis van
Christus zult bevestigd zijn".
Ik behoef geen verdere exegetische ver
klaring van deze tekst te geven. Wel ge
loof ik, dat het betrekken alleen op de
rechte kennis van Christus, die de gelovi
gen moeten verkrijgen, te éénzijdig door
de kanttekenaren is opgevat. Calvijn ver
klaart veel voller en rijker„Voorts, dat
Christus een gedaante in ons krijgt, en
wij in Christus beduidt hetzelfde. Want
wij worden geboren om nieuwe schepse
len in Hem te worden en PIij wordt op
zijn beurt in ons geboren, opdat wij zijn
leven leven"Geheel in overeenstemming
hiermede Greijdanus„Het moet weer al
len Christus worden, Die hen vervult,
Dien men uit hen hoort, aan hen ziet, in
hun leven en denken waarneemt" (Korte
Verklaring).
De gestalte, die Jezus Christus moet
verkrijgen in het leven der gelovigen, is
de aanleiding voor mij om over gestalten
der vroomheid te spreken als aanduiding-
niet van allerlei gemoedsgesteldheden bij
één en dezelfde mens in het voortschrij
den op de weg der genade, maar de ge
stalte, die het geloof vertoont bij dezelfde
mensen, die met gelijke belijdenis in het
leven staan. Ik duid daarmede de pluri
formiteit van het geloofsleven aan en
voor het uitgedrukte beeld van het geloof
in leer en leven gebruik ik het woord ge
stalte.
Daarbij huiver ik evenmin er voor te
rug om van gestalten der vroomheid te
spreken. Dat woord doet het m.i. beter,
wanneer het er over gaat om de „praxis
pietatis", het leven der godzaligheid weer
te geven. O, ik weet wel, dat het een
woord is, dat ook een bepaalde gevoels
waarde heeft en dadelijk te associëren
valt met verkeerde verschijnselen, maar
dat weegt niet te zwaar. Een gelovige is
een vrome, zijn levens- en geloofsopen-
baring mag met het woord vroomheid
worden weergegeven.
Maar die voorkeur voor het woord ge
stalte heeft niet maar een formele kant
alleen, n.l. het kunnen aansluiten bij het
bijbels spraakgebruik. Er is ook een ma
teriële grond voor aan te geven. Zodra
wij immers gestalten der vroomheid gaan
onderscheiden, die trachten te definiëren
en analyseren komt ogenblikkelijk de
vraag naar de legimiteit, de wettigheid
daarvan op. Hebben zij recht van be
staan? Worden zuiver menselijke nuan-
ZONDAG 6 NOVEMBER 1955
CLASSIS MIDDELBURG
Middelburg (Hofpleinkerk) 9.30 uur Ds J. H. de Boer, Zondag 28
2 uur Ds P. van Til
5 uur Ds P. van Til
(Noorderkerk) 9.30 uur Ds P. van Til
5 uur Ds J. H. de Boer, Zondag 28
Collecte Evangelisatie in eigen stad.
Luth. Kerk, avond 7.15 uur Ds W. J. Meister
Arnemuiden 10 en 2.30 uur Ds H. K. Poelman
Domburg 10 uur Ds A. Dondorp, 2.30 uur Leesdienst.
Gapinge 9.30 en 2 uur Ds W. J. Meister
Grijpskerke 10 en 2.30 uur Ds J. Goumare
Koude kerke 9.30 en 2.30 uur Ds A. Elshout
Meliskerke 9.30 uur Drs O. Jager, 2.30 uur Ds C. van Nes.
Oostkapelle 10 en 2.30 u.ur Ds H. M. Dercksen
Serooskerke 10 en 2.30 uur Ds S. van Wouwe
Souburg 9.30 en 2.30 uur Ds G. D. L. Brederveld
St. Laurens 10 en 2.30 uur Ds C. Boon
Veere 10 en 2.30 uur Ds J. C. Streefkerk
Vlissingen 9.30 en 5 uur Ds P. v. d. Schaaf
Vrouwenpolder 10 uur 2.30 uur Drs O. Jager.
Westkapelle 9.30 uur Leesdienst, 2.30 uur Ds A. J. Dondorp,
Voorber. H. Av.
Collecte Oorlogsschade getroffen Kerken.
CLASSIS AXEL
Aardenburg 10 en 3 uur
Axel Zaterdagavond 5 November
Axel 10 en 3 uur
Breskens 10 en 3 uur
Hoek 10 en 2.30 uur
Schoondijke 9.30 en 2.30 uur
Oostburg 10 en 2.30 uur
Ter neuzen 10 en 3 uur
Zaamslag 9.30 en 2.30 uur
Voormiddag 1 Petr. 4:
Zoutespui (Chr. School) 10 en 3 uur
CLASSIS GOES
Baarland 9.30 en 2 uur
Ds M. Grashof f
Zangdien st
Ds D. J. Couvée
Ds F. L. Schalkwijk
Ds Th. Rienks
Ds J. B. van Mechelen
Ds H. Pestman
Ds D. Middelkoop
18, namiddag Zondag 34.
Ds M. Ros te Hoofddorp
Ds A. Veldhuijzen
Bed. H. Av. en Dankz.
Borssele 10 en 2.30 uur Ds J. v. d. Veen, Bed. H. Av. en Dankz.
Driewegen 9.30 en 2 uur Leesdienst
Goes, Aula Chr. Lyceum, 9 uur Ds R. A. Flinterman
Kerk Westwal, 10.30 en 5 uur Ds R. A. Flinterman, Zondag 45
Collecte Hulpbehoevende Kerken in de Classis.
's-Gravenpolder 10 en 2 uur
Heinkenszand 10 en 2.30 uur
JCapclle 10 en 2.30 uur
Kruiningen 10 en 2.30 uur
Lezvedorp 9.15 en 2.30 uur
Nieuzvdorp 10 en 2.30 uur
Wemeldinge 10* en 2.30 uur
Wolf aartsdijk 10 en 2.30 uur
Yerseke 9.30 en 2 uur
Dr C. Stam
Ds G. N. Lammens te Rotterdam
Ds J. v. d. Leek
Ds J. Koolstra
Ds S. Oegema
Ds G. Aalbersberg
Ds C. de Ruiter
Drs A. Verschoor te Vlissingen
Ds J. E. Booy
CLASSIS THOLEN
Anna Jacoba Polder 10 en 2.30 uur
Bergen op Zoom 9.30 en 5.30 uur
Hoogerheide 4.15 uur
Krabbendijke 9.30 en 2.30 uur Ds A. T. Besselaar
Oud-Vossemeer Ds A. Koning
Poortvliet 10 en 2.30 uur Ds H. D. Bakker
Rilland-Bath 10 en 2.30 uur Ds Ph. Stoffels, Voorber. H. Av.
Tholen 10 uur Leesdienst, 5 uur Ds H. D. Bakker.
CLASSIS ZIERIKZEE
Brouwershaven 11.15 en 3.15 uur
Bruinisse 10 en 5 uur
Colijnsplaat 10 en 6 uur
Geersdijk 10 en 2.30 uur
Haamstede 10 en 3 uur
Kamperland 9.30 en 2.30 uur
Nieuwerkerk 10 en 5 uur
Oosterland 10 uur Leesdienst, 3 uur Dr J
Renesse, Evangelisatiegebouw, 7 uur
Scharendijke 10 en 2.30 uur
Wissekerke 10 en 2.30 uur Cand.
Zierikzee 10 en 5 uur Ds H.
Zonnemaire 10 en 2.30 uur
Ds P. L. Schuddebeurs
Cand. v. d. Meulen
Ds A. Schippers
Ds H. L. van Aller
Ds J. H. Meijer
Ds A. J. Radder
Dr J. H. Becker
H. Becker.
Ds Y. J. Tiemersma
J. A. Kemp te Rotterdam
Steenhuis, Legerpredikant
Ds Y. J. Tiemersma
Om te bordurenKapmanteltjes
2,10, Schortjes 2,60, Kleedjes
40 ct. Kussens 3,55. Nachtzak
ken 2,60. Ontbijtlakens 4,95.
D.M.C. Haak- en Borduurgarens.
Niéuwe collectie Zakdoekjes.
SPECIAALHUIS
LANGEVIELE 3» Middelburg
ces, uitvloeisels van verschillen in karak
ter en geaardheid, nationaliteit en ontwik
keling niet vereenzelvigd met wettig te
aanvaarden verschillende gestalten. Moet
juist niet verwacht worden, dat de ene
belijdenis een uniform type van geloofs-
en levensopenbaring oplevert. Dat de ge
loofsbelijdenis vormende kracht heeft, dat
in het bijzonder de Gereformeerde belij
denis gestalte geeft aan het leven van de
Gereformeerde belijder staat toch wel
vast.
Maar zou dan niet één bepaalde gestal
te, die in allen steeds weer herkend kan
worden, verwacht mogen worden Allen
gevallen zondaars, allen door dezelfde ge
nade, die immers voor een ieder genoeg
moet zijn, wedergeboren, allen levend bij
hetzelfde Woord, allen tot dezelfde ge
hoorzaamheid opgeroepen, allen in dezelf
de verantwoordelijkheid geplaatst.
Hoe het dan toch mogelijk is, dat we
bij het volledig erkennen van het boven
staande, toch kunnen onderscheiden ge
stalten der vroomheid onder de Gerefor
meerde gezindte hangt samen met wat
Paulus in de reeds geciteerde tekst zegt,
met de gestalte, die Christus in ons ver
krijgen moet. Maar daarover een volgende
keer. Alleen wil ik besluiten, met wat uit
het tot hiertoe betoogde, reeds valt op te
maken, dat wij daar slechts van bepaalde,
wettige gestalten der vroomheid mogen
spreken, waar metterdaad verband gelegd
lean worden met de gestalte van Jezus
Christus in de gelovigen. Maar dan geloof
ik, dat wij ook op de enig juiste wijze er
over spreken. Vanuit de geloofswerkelijk-
heid, de geloofsexistentie. Dan kunnen
wij onze eenheid in Christus beleven, on
danks de verschillende gestalte, die onze
vroomheid vertoont, dan zien we de ver
scheidenheid als aanvulling. Dat kan im
mers alleen in Christus, daar waar onze
gestalte der vroomheid geïdentificeerd
kan worden met de gestalte, die Jezus
Christus in ons moet verkrijgen, wanneer
wij, om met Calvijn te spreken, Zijn le
ven leven
W. J. MEISTER.'