Sen Deken des Dy dg
ZENDINGSDAG
ZUID-BEVELAND
De lastige Broeder
Hemelse Despotie
tiende jaargang No. sb Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag J^uni 1955
ZEEUWSE KERKBODE
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Abonnementsprijs: 3,— per half-
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem. jaar (bij vooruitbetaling).
aan de drukkers Littooij Olthoff, Afzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 10 cent per mm.
Deze week zette in met uitgebreide ver
slagen in de dagbladen over de ramp bij
de auto-race in Frankrijk. Haast raken
wij gewoon aan het dagelijks weerkerend
relaas van ongelukken, waarbij vele met
dodelijke afloop. Enzelden schijnen
die grote races zonder droeve ongevallen
te verlopen.
Wat echter nu gebeurde, dat overtreft
wel bijna alle voorgaande gevallen. Daar
vliegt een wagen uit de baan, na een bot
sing, liefst met een 300 K.M. vaart, ter
wijl de gloeiende stukken tussen het kijk
grage publiek terecht komen, en daar een
massa-ramp veroorzaken.
Men kan zich nauwelijks voorstellen,
welk een paniek daarop gevolgd moet zijn.
De reddingsploegen werden opgehouden
door de vluchtende menigte. Enon
dertussen lagen daar de getroffenen, als
op een slagveld, en stond voor vele zwaar
gewonden de noodlottige afloop al vast.
Maarde rennen gingen door
Even „een tip" voor de volgende, voor een
beetje zijwaartse manoeuvre, en de zaak
bleef draaien. Welk een lot de voorganger
„trof", zullen ze niet eens gezien hebben.
Want, wie een 300 K.M. ontwikkelt, die
zal voor de omgeving niet veel belangstel
ling hebben. Want, hij speelt zelf met zijn
leven. De rookwolk van het auto-wrak
was natuurlijk wel zichtbaar, maar in
zulk een dodenrit denkt ieder slechts aan
zichzelf, voorzover hier van denken nog
kan gesproken worden.
De „leiding" maakte de ramp maar niet
bekend. Om „tactische" redenen, U be
grijpt het welDe zaak had anders
wel eens kunnen verlopen. Alleen werden
de bloed-donors opgeroepen, en daar zul
len sommigen de gedachte wel aan vast
geknoopt hebben, dat er wel eens wat „ge
beurd" kon zijn. Maar, als ér verder niets
wordt vermeld, dan blijft de aandacht bij
het kijkspel.
Enfin.toen de race ten einde was,
werd er nog één minuut stilte in acht ge
nomen. Verder kon de auto-industrie het
resultaat van deze race niet missen. Dan
moet de gedachte, dat er zóveel mensen
levens te betreuren zijn, maar naar de
achtergrond gedrongen.
Dit zijn zo van die berichten, die een
mens stil maken. Natuurlijk kan men de
redenering volgen, dat er „op zichzelf"
geen bezwaar tegen is, om te kijken naar
auto's, die de snelheid opvoeren. En, „op
zichzelf" is het toch niet zo erg, om ach
ter hét stuur te zitten, en uit een auto te
halen, wat zo'n machine kan.
Zodoende zou de conclusie zijn, dat
hier van een tragische samenloop van om
standigheden sprake is.
Dit is niet het geval.
Hier heeft men een opmerkelijk teken
van een uitgesproken onchristelijke geest.
Het opvoeren tot een snelheid van 300
K.M., dat betekent, dat de snelle wagens
langs de wegen nog maar over de weg
„kruipen". Men moet dit een onverant
woordelijk spel noemen. Dat het publiek
dit een attractie vindt, getuigt er van,
welke mentaliteit de massa heeft bevan
gen.
Endan de wrede manier, waarop
men omsprong met dat massale ongeluk.
Als zelfs zo'n ramp niet tot bezinning
brengt, en noopt tot een aanstonds staken
van dit vreselijk gedoe, dan is het toch
wel vér gekomen. De belangen van de in
dustrie gingen uit boven de eerste opwel
ling van menselijkheid: om in de nabij
heid van zóveel doden geen „spel" voort
te zetten. Dan is de eerbied voor het le
ven, en de piëteit jegens de doden toch
wel vér te zoeken. Dat kan een enkele
minuut stilte na afloop van „het feest",
dat eerst vrolijk verder ging, niet goed
maken.
Hier vindt U een ontstellend teken des
t-ijds. De Schrift spreekt er ergens van.
dat de mensen zullen zijnmeer liefheb
bers van hun lusten, dan liefhebbers van
God. Inderdaadéén enkele gedachte aan
Godhad deze gruwel verder onmo
gelijk gemaakt. Hoe vér moet een mens
van God afstaan, wanneer hij dit alles
durft te verantwoorden.
Als de Schrift wijst op de geest van
de Antichrist, dan is een dergelijke ge
beuren een angstwekkend teken. Hier
geen sprake van deernis met het lot dei-
getroffenen, slachtoffers van dit roeke
loos bedrijf. Alle uitgerukte hulpcolonnes
ten spijt, komt hier de ontaarding voor
de dag. Naast de doden kan men „spe
len". het spel met de dood!
Hier ligt een taak voor de Kerk, in
welke vorm die zich openbaart. Hier heb
ben Rome én het Protestantisme waar
schuwend te wijzen op de verwording, die
het belang laat gaan boven de eerste reac
ties van het menselijk hart. En, hieraan
mocht wel verbonden worden een krach
tige oproep tot de Franse natie, en andere
volken daarbij, dat het slecht er voor
staat, wanneer zo de hogere menselijke
begrippen worden genegeerd, wanneer er
zulk een afstand kwam tussen Gods ge
boden en de samenleving.
Op die manier wordt de sport (als men
hiervan tenminste bij zo'n race mag spre
ken), een middel voor de Antichrist, om
het bederf in het leven te zaaien. De
„geest", welke hier tot uiting kwam, is
wel zó fataal, dat we hierop moeten wij
zen.
Zulke uitingen van de tijdgeest doen
ons de armoede en de onmenselijkheid
van het leven kennen. E11, het is heel
moeilijk, om een massa, die aan zulke din
gen verslaafd is, nog vatbaar te maken
voor andersoortige levensbegrippen, of te
benaderen vanuit de sfeer van het Evan
gelie.
Het beproeven der geesten houdt hier
een ernstige waarschuwing' in. Want, hier
kan men denken aan de duisternis, die de
aarde zal bedekkenC. St.
Zaterdag 18 Juni hoopt men in We-
meldinge een Zendingsmiddag en -avond
te houden. Des middags van 35 uur, en
's avonds van 7.309 uur. Als sprekers
hopen op te tredenDs E. Dijkhuis (Ce
lebes), Ds B. Richters, Directeur Geref.
Zendingscentrum te Baarn en Ds J. Ka-
relse, Vrij Evang. predikant te Goes. Ver
der is er medewerking van een paar zang
koren. De toegang is vrij. Als het weer
nu medewerkt, en de mensen komen op
zetten...., dan geloven wij, dat deze
Zendingsdag iets goeds kan betekenen, en
gaarne wekken wij tot bezoeken op.
C. St.
Er is bijna geen gemeente, of er is wel
een lastige broeder.
Wij bedoelen daarmee de man, die al
tijd in de contramine is. Waar iedereen
voor is, is hij tegen en omgekeerd, en zo
doende is hij een permanent blok aan het
been van de wijkouderlingen en de pre
dikant, en op de gemeentevergadering
slaat ieder de schrik om het lijf als hij
het woord vraagt.
Of dit een aangeboren iets is of een
aangeleerde (011)hebbelijkheid is moeilijk
uit te maken. Vermoedelijk is het een
kruising van deze twee factoren. Zielkun
dig laat zich in ieder geval deze verschij
ning op het kerkelijk erf wel verklaren.
Iedereen wil graag iets zijn. Bijna nie
mand is tevreden met niets te wezen. Aan
gezien de „lastige broeder" het altijd weer
voor zichzelf bederft om gekozen te wor
den tot ouderling-of diaken of lid van de
commissie van beheer, en hij toch iets wil
wezen in het kerkelijk leven, is hij oppo
sant.
Deze opposant heeft op alles en ieder
een critiek, behalve op zichzelf. Natuur
lijk niet op zichzelf, want waar de zelf-
critiek begint, houdt het „lastig-zijn" op,
onze lastige broeder glanst derhalve van
zelfvoldaanheid. Hij aait en liefkoost zich
zelf, en hekelt alle anderen, omdat zijn
hand tegen allen is. Hij verwondert er
zich zeer over dat de hand van allen tegen
hem is, of althans dat men geneigd is een
hekel aan hem te krijgen, naar hij ten
minste veronderstelt. Dit komt omdat hij
nog niet zover is als Tyl Uilenspiegel die
zeiiedereen heeft een hekel aan me,
maar ik heb het er dan ook naar gemaakt.
Er gaat zelden een kerkeraadsvergade-
ring voorbij, dat er geen brief van hem
ter tafel is. Kan hij minder goed met de
pen omgaan, dan spaart hij z'n grieven
en klachten op voor het huisbezoek. Hij
is dol op huisbezoek. Niet omdat hij zo
graag over de dienst des Heren wil pra
ten, maar omdat dit hem een geschikte uit
laatklep lijkt voor de gassen van zijn op
gespaarde critiek. Hij heeft eerst de broe
ders een hele tijd laten praten, maar er
nauwelijks naar geluisterd, want dat was
alles onbelangrijk bij hetgeen hij nu te
berde heeft te brengen. Zijn de broeders
klaar Nu, dan heeft hij nog wel wat. Nu
eerst komt de boot aan. Het is hier te
kort en daar te lang. Hij is van oordeel
dat het er maar bedroevend bijstaat in ons
kerkelijk leven tegenwoordig. Dat was
vroeger heel wat anders. Kunnen de broe
ders ook meedelen, wat de dominees
eigenlijk uitvoeren? Je ziet ze nooit. Een
herder moet het aangezicht van z'n scha
pen toch kennen? Zondags is het nauwe
lijks de moeite meer waard, je behoorlijk
te kleden voor de kerk, want met een uur
sta je weer op straat. En wat heb je dan
nog gehoord Vroeger werd er nog wel
eens ontdekkend gepreekt, maar dat is er
nu niet meer bij, en iedereen kon schijn-
gaar zo maar in de hemel komen.
Met al die nieuwigheden van tegen
woordig heeft hij niets op. Vrouwenkies
recht, rythmisch zingen, nieuwe vertaling
van de bijbel, hij moet er niets van heb
ben. Hij houdt zich liever bij het oude.
Hij weet dit ook schriftuurlijk te funde
ren, want hij heeft gelezen: niemand die
oude wijn gedronken heeft, wil nieuwe,
want hij zegt: de oude is beter. De broe
ders kunnen dus zelf lezen dat het er
staathet oude is beter
Als een der ouderlingen kans ziet de
woordenstroom even te onderbreken en
schuchter opmerkt, dat op sociaal gebied
de oude toestanden toch ook niet zo roos
kleurig waren, dan valt z'n mond van ver
bazing open en zakt hij een ogenblik als
een gebroken man in. „Ik dacht", zegt hij,
als hij weer wat bekomen is, „dat we hier
huisbezoek hadden, en dat er over de
geestelijke dingen gesproken zou wor
den". Het komt volgens hem helemaal niet
te pas, dat er een vergelijking gemaakt
wordt met die sociale voorzieningen, want
dat ligt op een heel ander niveau. Hij had
ook kunnen zeggenin een ander vlak,
maar hij heeft al meermalen gemerkt dat
het woord „niveau" zichtbaar indruk
maakt op z'n hoorders. „Die weet z'n
weetje ook wel", denken de mensen dan.
Laat hem maar lopen. Dat is lang geen
domme jongen. Daarom valt vanavond
op huisbezoek ook het woord „niveau".
Hij wil het niveau van het huisbezoek
hoog houden. Vandaar z'n critiek.
Intussen hebben zich de benauwdhe
den en bezwaren waar onze quaeruleren-
de broeder mee zit, wijd uitgestrekt. Wat
wij boven noemden is slechts een zeer
summiere bloemlezing. Men kan in het
algemeen zeggen, dat hij tegen is. Hij is
vrijwel overal tegen. Het komt wel eens
voor, dat hij ergens vóór is, maar dat be
treft dan een zaak, waar iedereen tegen is.
Het bedenkelijke van deze „lastige
broeder" is niet zozeer dat hij lastig is,
want dat zijn wij allemaal wel eens op z'n
tijd, maar dat hij lastig blijft. Er komt
niet de minste verandering in. Het is niet
maar een lastige bui, waarin u hem eens
aantreft, maar het zit hem in het bloed
Dominees komen en dominees gaan, maar
deze lastpost blijft op z'n post. Hij lag
met dominee Jansen overhoop, maar met
z'n opvolger dominee Pietersen is dat in
minimum van tijd al weer zo. Dat ligt
niet aan hem, maar dat komt omdat de
kerkeraad nooit een dominee op het tal
zet, die hém ligt, en waar hij z'n zinnen
op gezet had. Overigens is de dominee die
hij graag gewild had alleen maar „best"
zolang hij staat waar hij staat. Onze las
tige broeder heeft namelijk de eigenaar
dige gewoonte dat hij uitbundig prijzen
kan en schone lofliederen zingen kan,
maar dit betreft alleen maar datgene wat
ver uit zijn buurt ligt. De dominee van
een naburige gemeente is altijd beter dan
z'n eigen. In andere kerken en kerkgroe-
pen zijn de mensen altijd liever dan z'n
medekerkleden.
We zeiden al: het jammerlijke is dat
dit zo blijft, dat het een bepaalde struc
tuur geworden is. Het geval wil, dat onze
lastige broeder dikwijls spreekt over „be
kering". Hij is van oordeel, dat je dat
niet meer hoort tegenwoordig. De predi
king is veel te oppervlakkig geworden.
Iedereen schijnt zo maar in de hemel in
te kunnen komen, en de dominees gaan er
niet diep door. Vroeger was dat heel an
ders. Hierbij komt het niet in hem op, dat
een mens zich ook moet bekeren van z'n
lastigheden. Onesimus was ook een last
post, een onbruikbaar stukje mens, maar
Paulus schrijft van hem dat hij na z'n be
kering „zeer bruikbaar" geworden is. Hij
was dus een hele slag omgedraaid. Maal
ais de 'dominee daar zo over preekt dan
is dat een Zondagsschoolverhaaltje of een
oppervlakkig zedepreekje.
Men kan de vraag stellen, wat hier aan
te doen is.
Het antwoord moet luiden, dat er over
't algemeen niets aan te doen is. De enige
die er wat aan kan doen is de Heilige
Geest. Dit materiaal is te hard voor men
senhanden.
Dit schijnt een erg pover resultaat,
maar dat is het toch in werkelijkheid niet.
Als wij het n.l. zó zien, zullen wij ons
over de lastige broeders niet al te zeer be
klagen, maar zullen wij veel voor hen
gaan bidden, en het is verbazingwekkend,
wat er dan allemaal kan gaan gebeuren.
Zij hebben deze voorbede bovendien
hard nodig, want de lastige broeders be
zorgt zich zelf de meeste last.
Deze mensen zijn in de regel nooit blij.
De Groningers hebben daar een mooi
woord voor. Ze noemen deze lieden „vran-
terig". Het is nog wat anders dan wrang,
maar daar ligt het ergens in de kuurt.
Hun geloofsleven kan nooit opbloeien,
want ze leggen zichzelf altijd de remmen
van de „vranterigheid" aan.
Ze bezorgen hun omgeving natuurlijk
ook veel last, maar die last kunt u gemak
kelijk in een zegen verkeren. Vooral als
u dominee bent. U denkt natuurlijk her
haaldelijk:. ba, daar heb je die vervelende
vent weer, maar het is best mogelijk dat
u die vervelende mensen juist nodig hebt.
Dat is zelfs zeer waarschijnlijk. Paulus
kreeg een doorn in het vlees „opdat hij
zichzelf niet zou verheffen". Het is voor
een dominee altijd een goed ding om ne
derig te blijven. De lastige broeders kun
nen daar een steentje toe bijdragen. Alle
dingen, en ook alle mensen moeten mee
werken ten goede, en ik heb de indruk
dat de lastige broeders meer meewerken
aan het geestelijk welzijn van de dominee
dan de vleiers. Pietgeen intussen geen
vrijbrief is om lastig te zijn. H. V.
Onder de heerschappij der goddelijke
genade voltrekt zich in ons leven een ra
dicale verandering. Dat kwam al dadelijk
uit in de eerste bede, waarbij het ging om
de heiliging van Gods Naam.
Die Naam van God getuigt van een
bepaalde verhouding van God tot de we
reld. God is aan de wereld verbonden.
Hij laat het mensenleven niet los. Daarom
noemt Hij Zijn Naam en geeft Hij Zijn
Zèlf-openbaring. Hij heeft de wereld en
het mensenleven lief.
Die wereld is Zijn wereld. En van Zijn
réchten op het mensenleven wil God geen
afstand doen.
Daarom zond Hij Zijn Zoon, die in-