Het Herderlijk schrijven
Een Belangrijk Rapport
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
ORGELBESPELING TE GOES
ZEEUWSE KERKBODE
TIENDE JAARGANG No. 45
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 6 MEI 1955
Abonnementsprijs3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 10 cent per mm.
III.
Ook de ordening van het sociaal-eco
nomisch leven in de maatschappij komt
in het Herderlijk schrijven ter sprake. Er
is een toenemende invloed en macht van
georganiseerde groepen van werkgevers
en werknemers.
Inderdaad laat het huidige maatschap
pelijk bestel bijna niet meer toe, dat
iemand op zichzelf staat. De invloedssfeer
der organisaties is belangrijk toegenomen.
Men is eenvoudig ergens bij ingedeeld.
Juist daaruit vloeit voort, dat het Chris
telijk „georganiseerd" zijn nog meer als
een eis dient verstaan te worden. Daarop
wordt echter in dit kerkelijk stuk niet
gewezen.
Wel wordt even teruggegrepen naar de
historie van de vorige eeuw. Er wordt
gezegd, dat het te begrijpen en te billijken
is, dat de reformatorische Christenen des
tijds hun politieke partijen op confessio
nele grondslag, hun school met de Bijbel
en hun Christelijk-sociale organisaties
hadden. Daaraan wordt toegevoegd, dat
de motieven, die de vorige eeuw golden,
hun waarde voor het heden nog wel niet
verloren hebben, maar dat zij toch niet
meer de scheppende en stuwende kracht
zijn.
Deze uiteenzetting geeft te denken.
Het valt al dadelijk op, dat er van
„begrijpen en billijken" van dit streven
in de vorige eeuw gesproken wordt.
Wanneer ik tegen iemand zeg: ik be
grijp, hoe je er toe gekomen bent....,
dan beweer ik nog niet, dat ik het met
hem eens ben. Ik kan het er zelfs hele
maal niet mee eens zijn. Wanneer in de
tram te Amsterdam propaganda gemaakt
wordt door de reclame: samen ongedeeld
naar de Openbare schooldan be
grijp ik, dat ze voor het neutrale onder
wijs hun best willen doen. Maar, dan ben
ik het er toch volstrekt niet mee eens.
Zo is ook dat „billijken" wel een uiterst
zwak begrip. U kunt iets „billijken", dat
toch heus niet uw volle sympathie heeft.
Als dat nu het „officiéél oordeel" is
over de gevoerde strijd om het recht van
het Christelijk bestaan, dan is er toch wel
héél wat veranderd sinds Groen van Prin-
sterer optrad. Dan schijnen mannen als
Dr de Visser en Dr Slotemaker de Bruine
na hun verscheiden niet veel navolging
meer te vinden. Om van anderen maar
te zwijgen.
Wordt hiermee de ernst van de strijd,
tegen het liberalisme en tegen het socia
lisme, niet ten zeerste miskend? Zou een
ontwikkeling, als het Christelijk leven in
ons vaderland nam, en waarvan ook de
Herv. Kerk voor haar scholen profiteert,
mogelijk zijn geweest, wanneer ons voor
geslacht niet gevoeld had, dat het ging
om het recht om God te dienen naar Zijn
Woord
Zij zagen die strijd als de enige moge
lijkheid, en hadden daar alles voor over.
Zij waren daarbij, ook van Herv. zijde,
zelfs „ruimer" dan het geslacht van van
daag. Want, op het gebied van het onder
wijs hebben zij het ideaal gekend van
Christelijk-Nationaal
Waarom wil men bepaald die strijd
voor het Christelijk bestaan beschouwen
als een tijdelijk gewenst of noodzakelijk
element, zonder te erkennen, dat dit een
vrucht was van het Bijbels inzicht inzake
de structuur der samenleving?
Er wordt verder gezegd, dat bij zulk
een organisatie naar het beginsel het ge
vaar niet denkbeeldig is, dat op de duur
ons volk in gesloten groepen uiteenvalt.
Wanneer dit als een bezwaar gevoeld
wordt, waarom begon men dan niet op
het terrein van het onderwijs de kinderen
uit Christelijke gezinnen samen te bren
gen? Als men zelfs bezwaar ziet, wan
neer Christenen en niet-Christenen te ver
van elkaar verwijderd raken, dan klemt
dit nog véél meer voor de Christenen on
derling. Hier ligt, bij een goede wil, een
bereikbare mogelijkheid tot een zo dicht
mogelijk elkander naderen.
Of deze mogelijkheden op het terrein
van de arbeid voor Christenen en niet-
Christenen zo gemakkelijk liggen, is een
vraag, waarop een ontkennend antwoord
op zijn plaats is.
De Christus-belijdende volkskerk ziet
het gevaar, dat door deze groeperingen
het volk in zijn geheel het Woord Gods
niet meer kan horen.
Deze argumentatie ontgaat ons ten
enenmale. Eerder kan men zeggen, dat
juist door de Christelijke organisatie hei-
volk méér hoort van het Woorcï Gods,
dan zonder deze. Bovendien, wie in een
of andere organisatie of vereniging gaat,
die is toch gebonden aan het leidend mo
tief van zulk een corporatie?
Neem als voorbeeld het N.V.V. Waar
om zal men daar meer het Woord Gods
horen, wanneer Christenen daar lid van
worden? Mag niet evengoed omgekeerd
gewezen worden op wat Christenen daar
te horen krijgen
We kunnen het niet anders zien, of
hier zit een theologische gedachtegang
achter, die in ons vaderland de historische
groei moet miskennen.
Als dan ook gezegd wordt, dat de Kerk
mede-verantwoordelijkheid heeft voor bij
zondere èn openbare scholen, Christelijke
en neutrale ziekenhuizen, Christelijke en
moderne vakbeweging, dan menen wij,
dat deze verantwoordelijkheid aldus moet
worden opgevatde Kerk predike zó het
beginsel van het Evangelie, van het ko
mende Rijk Gods, waarin alles aan Hem
onderworpen is, dat daardoor de kerste
ning van het leven zal voortgaan. Dat de
Christelijke organisatie tegenover de mo
derne organisatie eerder een meerderheid-
dan een minderheidspositie inneme. Zij
roepe door getrouwe dienst van het Evan
gelie het bewustzijn wakker, dat Christus
recht heeft op erkenning van Zijn Ko
ningschap, ook in deze wereld.
In deze zin moet de toekomstverwach
ting van Jezus Christus ons dringen tot
de arbeid op alle levensgebieden, om daar
op te komen voor het recht en het Woord
des Heren. Als dat het leidend beginsel
is, dan komen wij practisch tot een op
lossing, die tegengesteld is aan die van
het Herderlijk schrijven.
Juist in deze gewichtige zaken heeft dit
officiële woord ons teleurgesteld. Mis
schien heeft het wel iets te zeggen, dat
het in de niet-Christelijke kringen nogal
met instemming is begroet.
Liever ware het zó geweest, dat de
Christelijke kringen hier leiding gevonden
hadden, om het gesprek met elkaar te voe
ren en de weg tot elkaar te bewandelen.
Maarwie dit als een ideaal in het
hart draagt, die krijgt uit deze brief geen
enkele prikkel tot voortgaan.
De verschillende levenskringen zullen
hierop antwoord moeten geven.
Het Mandement was aanleiding tot me
nig artikel en menige lezing. Dit zal ook
nodig zijn bij dit Herderlijk schrijven.
Want, we moeten elkaar in deze tijd gron
dig leren kennen.
Als het in deze lijn verder gaat, dan
kan het gebeuren, dat het uit-elkaar-gaan
eerder groter dan kleiner werd. En, dit
laatste zou zeker te betreuren zijn. Daar
om hopen wij, dat de Synode, die dit
schrijven deed uitgaan, ook voor een an
dere gedachtegang wil openstaan.
C. St.
Uit „Kerknieuws", het interessante
kerkelijke orgaan, dat ons wekelijks op
de hoogte houdt van alle belangrijke ker
kelijke zaken, nemen wij over het rapport,
uitgebracht door kerkelijke hoogleraren,
die geen lid zijn ener Geref. Kerk, inzake
de betekenis van het Kerkverband in de
Geref. Kerken. Dit rapport werd ge
vraagd door een gerechtshof, dat in een
bepaalde kerkelijke procedure had te han
delen.
Gelijk bekend, heeft het Gerechtshof te
Arnhem, dat uitspraak moest doen in be
trekking tot het proces om de kerkelijke
goederen dat de Gereformeerde kerk en
die onderhoudende artikel 31 K.O. te
Hasselt voeren, besloten zich te laten
voorlichten door een commissie van des
kundigen, waarvan de leden geen lid der
Gereformeerde kerken zijn. Deze deskun
digen zijn de heren Prof. Dr J. N. Bak
huizen van den Brink, rector-magnificus
van de R.U. te Leiden, Prof. Dr H. F.
W. D. Fischer en Dr S. J. Fockema An-
dreae, allen te Leiden. Het Hof had de
commissie enkele vragen van kerkrechte
lijke aard voorgelegd. Deze commissie
heeft o.m. de heren Prof. Dr D. Nauta,
hoogleraar in het kerkrecht aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam en Prof. P.
Deddens, idem aan de Theologische Ho
geschool der Gereformeerde kerken on
derhoudende artikel 31 K.O. te Kampen,
gehoord.
In haar rapport is de commissie tot de
volgende conclusies gekomen
Vraag I. Moet krachtens de instellin
gen, overeenkomsten en reglementen der
Gereformeerde Kerken in Nederland en in
het bijzonder krachtens de Dordtse Ker
kenordening het deel uitmaken van het
Verband van de Gereformeerde Kerken
in Nederland worden beschouwd als te
horen tot het wezen van een Gerefor
meerde Kerk?
Antwoord: Wat de eerste vraag be
treft, komen wij dus tot de conclusie,
dat deze in beginsel bevestigend moet
worden beantwoord, in die zin, dat voor
de Kerken van Gereformeerde signa
tuur het verband van de plaatselijke
Kerken van wezenlijke betekenis is en
dat dit in het bijzonder het geval is
volgens de Dordtse Kerkenordening,
zó, dat een plaatselijke Gereformeerde
Kerk in beginsel niet het verband eigen
machtig kan verbreken en dan toch als
een Gereformeerde Kerk in dezelfde
zin als de Kerken, die het verband blij
ven onderhouden, moet worden be
schouwd.
Vraag II. Kan volgens de instellingen,
overeenkomsten en reglementen der Gere
formeerde Kerken in Nederland en in het
bijzonder volgens de Dordtse Kerkenor
dening een Kerkeraad van een Gerefor
meerde Kerk onder bepaalde omstandig
heden die kerk uit het Verband der Ge
reformeerde Kerken losmaken en, zo ja,
onder welke omstandigheden?
Antzvoord: Met betrekking tot de
tweede vraag komen wij derhalve tot
de conclusie, dat, zuiver in abstracto
gezien, een kerkeraad van een plaatse
lijke Gereformeerde Kerk volgens de
instellingen, overeenkomsten en regle
menten van de Gereformeerde Kerken
Dit nummer van de Kerkbode ver
schijnt in dezelfde week waarin wij de
bevrijdingsfeesten gevierd hebben, die
een bijzonder accent kregen, omdat het
precies tien jaar geleden is, dat we onder
de Nazi-terreur vandaan kwam. U is,
hoop ik, niet al te zeer achter adem ge
komen van de festiviteiten, om dit nog
even rustig te lezen. Het is zo maar een
beetje nadenken over wat er in die tien
jaar gebeurd is. Daar staan we eens even
bij stil. Mij dunkt dat mag toch wel. Het
is een geschikte gelegenheid, om ons er
op te bezinnen wat deze jaren ons aan
winst en verlies gebracht hebben.
Als wij letten op ons nationaal herstel,
de economische welvaart, de ontwikkeling
van het bedrijfsleven enzovoort, dan is
het een koud kunstje een uitbundige lof
zang aan te heffen over de enorme voor
uitgang die wij geboekt hebben.
in Nederland, en in 't bijzonder volgens
de Dordtse Kerkenordening, die Kerk
uit het verband der Gereformeerde
Kerken kan losmaken, indien dit ver
band, door zijn bevoegd orgaan, afwijkt
van de grondslag der gemeenschap, zo
als deze grondslag kenbaar is gemaakt
in de Formulieren van Enigheid, of de
Kerkenorde schendt, en ook na het in
roepen van revisie, zoals in art. 31
D.K.O. bedoeld, daarvan niet afstaat,
waarbij nog worde opgemerkt, dat het
geenszins vanzelf spreekt, dat een zich
alzo losmakende Kerk wél een ware
Gereformeerd is.
Vraag III. Handelt een kerkeraad van
een Gereformeerde Kerk in strijd met het
wezen van die kerk of met een theologi
sche gebondenheid van die kerk aan de
meerdere vergaderingen van het Verband
der Gereformeerde Kerken in Nederland
door losmaking van die kerk uit het Ver
band van de Gereformeerde Kerken in
Nederland en tot opneming van die kerk
in een verband van (Gereformeerde) ker
ken, wier kerkeraden op dezelfde gronden
geen deel van eerstgenoemd Verband wil
len uitmaken, te besluiten op grond, dat
hij voor zichzelf bewezen acht, dat be
paalde uitspraken van de Synode, als die
van de Synode van Utrecht van 1905 en
de Synode van Sneek-Utrecht van 1942
betreffende de doop en het genadever-
bond, met de Heilige Schrift, de Gerefor
meerde Belijdenis en de Liturgische For
mulieren strijden, en hij zich wil onttrek
ken aan tuchtmaatregelen, die hij als ge
volg van zijn opvatting vreest?
Antwoord: Onze conclusie ten aan
zien van de derde vraag ligt blijkens het
voorgaande betoog, voor de hand. On-
zes inziens moet deze vraag bevestigend
worden beantwoordeen kerkeraad,
doende, wat in deze vraag wordt ver
ondersteld, dat hij doet handelt inder
daad „in strijd met het wezen van een
Gereformeerde Kerk en in strijd met
de gebondenheid van die kerk aan de
meerdere vergaderingen van het Ver
band der Gereformeerde Kerken in
Nederland" een gebondenheid, die
men, op de wijze als hierboven is ge
steld, wel een „theologische gebonden
heid" kan noemen. S.
We vestigen de aandacht onzer lezers
in Zuid-Beveland op een orgelbespeling in
Goes, te geven door de heer F. de Keyzer,
van Rotterdam.
Deze orgelbespeling heeft plaats a.s.
Zaterdag 7 Meides avonds om 8 uur
in het kerkgebouw aan de Westwal. Voor
de geringe toegangsprijs van 35 cent kunt
U deze avond, waarop ook samenzang ge
houden wordt, bijwonen. Er wordt gere
kend op een grote opkomst. C. Sr.
We hebben Indonesië wel prijsgegeven
aan de chaos, en we hebben Ambon vol
ledig in de steek gelaten, zonder ons er
over te bekommeren, dat hier dure eden
gebroken zijn, maar dit zijn kleinigheden.
Er zijn enkele lieden die zich daar nog
over opwinden, zoals Pieter Sjoerd Ger-
brandy en nog een paar van die buiten
beentjes, maar daar moet het dan maar
bij blijven. Voor de rest hebben wij be
hoorlijk goed geboerd, dat zal wel nie
mand kunnen tegenspreken. U herinnert
zich toch nog wel de gammele treintjes,
waar we ons in 1945 in waagden, het
schamele overblijfsel van het wagenpark
der Ned. spoorwegen. Nu reizen we in de
meest comfortabele diesel- en electrische
treinen. De bressen die er in vele steden
geschoten waren, zijn zo langzamerhand
weer gedicht. Middelburg is weer een
gave stad, en met Rotterdam begint het