DE PREEK,„STOEL"
in het midden
Officiële Berichten
Uit dc getroffen Kerken
het wordt nog veel beter :.u zult dagelijks
nieuwe familieleden ontdekken uit aller
lei andere families, en kerken. Het min
deren: de bloedverwantschap, wijkt voor
het meerdere: de geestverwantschap in
de Here Jezus.
Er is geen woningnood en u drukken
geen geldzorgen. U hebt geen problemen,
want de tijd dat u zong ,,door een spiegel
in raadselen" (1 Cor. 13) is voorbij. U
wordt in staat gesteld de schoonheid van
Gods schepping over de hele lengte en
breedte te bewonderen wanneer u wilt,
en in alle geheimen er van door te drin
gen, want aan alle beperktheid is een
einde gekomen. Ook aan alle onvolkomen
heid. Zelfs geen seconde zal „enige lust
of gedachte tegen enig gebod Gods" in
u opkomen. U valt van de ene verrassing-
in de andere. Er is geen zonde. Er zijn
dus ook geen vervelende of onaangename
dingen. Alleen maar mooie dingen. En
dat eindigt nooit. De vreugde van morgen
is nog dieper dan die van vandaag.
Is dit „Utopie"?
Het rijk, dat ieder zich droomt, en nie
mand betreedt?
Nee, het is werkelijkheid en misschien
wel veel dichterbij dan u vermoedt.
Als u nu een en ander vernomen hebt,
van wat op die aarde niet is, en feitelijk
maar heel weinig van wat er wel is, dan
moet u mij dit niet kwalijk nemen, want
zo spreekt de Bijbel er van, en het is niet
verantwoord, er meer van te zeggen. Dan
wordt het fantasie.
Wilt u het echter persé weten, dan kan
ik toch wel zeggen, en zelfs in één woord.
Het is alles on-uit-sprekelijk
Het is even onuitsprekelijk mooi, als
het rijk der buitenste duisternis, dat er
het tegenbeeld van is, onuitsprekelijk
wanhopig is.
We zullen elkaar toch hoop ik, ont
moeten op die nieuwe aarde?
Het geloof aanvaardt niet alleen de
komst van die nieuwe aarde, maar is voor
het burgerschap ook de onmisbare voor
waarde.
Dit geloof heeft tal van facetten.
Een er van iszachtmoedigheid.
Dit is niet een bepaalde karaktereigen
schap, zoals er 'opvliegende en zachtaar
dige naturen zijn.
Het is de inwerking van de Heilige
Geest in uw leven.
Jezus heeft van Zichzelf gezegd, dat
Hij zachtmoedig is, en nu is geloof niet
het aanvaarden van een bepaalde leer, ter
wijl men vervolgens zichzelf gelijk blijft,
maar het isNaar Zijn evenbeeld ver
nieuwd worden.
Dan gaat u dus ook de trek der zacht
moedigheid vertonen.
Daarin zet Jezus Zijn leven in u voort.
Zachtmoedigheid is, lees ik ergens, niet
alles over z'n kant laten gaan (dat deed
Jezus ook niet) maar het is z'n'geest in
bedwang hebben.
De zachtmoedigen zijn dus (tochde
sterken, want wie z'n geest beheerst is
sterker, dan wie een stad inneemt.
Sterk, niet met de vuist, of met de elle
bogen, maar sterk door het geloof.
Het is de kracht van de zwakste te wil
len schijnen, en de minste te willen zijn.
Zichzelf te verloochenen, en niet terug te
schelden als men gescholden wordt.
Dit leven op de nieuwe aarde begint
niet pas, als u daar arriveert. U arriveert
er helemaal niet, als dit leven u hier vol
komen vreemd is. Het lied van de nieuwe
aarde moet u hier al instuderen, anders
kunt u beslist niet meedoen.
U behoeft uw krachten heus niet voor
de nieuwe aarde te sparen. U moogt best
deze oude, onvriendelijke aarde wat op
luisteren met uw zachtmoedigheid.
Ik sprak' van het lied van de nieuwe
aarde.
Dat is het Lied van het Lam.
Het Lam, dat geslacht is om de zonde
van uw en mijn on-zachtmoedigheid, wre
vel, nijd en al die nare dingen meer.
Wilt u vanavond met mij bidden om
vergeving, dat wij weer ettelijke wanklan
ken aan de kakophonie van de oude aarde
hebben toegevoegd. Bidden, dat onze
zachtmoedige Heiland nog een beetje ge
duld wil hebben, want wij zijn wel zeer
ongeschikt voor de samenleving der zacht
moedigen.
Er zal nog heel wat moeten veranderen.
De bijbel noemt dat bekering. Maar wilt
u ook met mij danken voor het perspec
tief
Omdat Jezus gestorven is, de erfge
naam, is er een erfenis vrijgekomen.
Die erfenis is de nieuwe aarde. Zij is,
hoop ik, van nu af, geen vergeten aarde
meer. H. V.
Het is reeds jarenlang mijn gewoonte,
om bij de behandeling van Zondag 25 op
de catechisatie, een schetsje op het bord
te tekenen, waarin het typerende verschil
tussen een Gereformeerd en een Rooms
kerkgebouw duidelijk in het oog springt.
Dit verschil kwam dan hierop neer, dat
in onze kerken de kansel en in de Roomse
kerken het altaar de beheersende plaats
heeft. Op die manier kon ik duidelijk ma
ken, dat bij ons de prediking en bij hen
het sacrament het genademiddel bij uit
nemendheid is.
In de Roomse kerk is zelfs voor dit al
taar en alles wat daaromheen gebeuren
moet een apart „koor" uitgebouwd, waar
de gemeente vrij ver vanaf zittend het
gezicht op gericht heeft. In iedere stad
kan men gemakkelijk zelfs aan de buiten
kant dit duidelijke kenmerk van een
Roomse kerk constateren. Oude kerkge
bouwen, welke zijn overgenomen bij de
Reformatie en nog door veel Hervormde
gemeenten worden gebruikt, bevatten nog
zulk een koor, dat eigenlijk een ongebruikt
en onbruikbaar verlengstuk is geworden
sedert de sacramentskerk weer preekkerk
is geworden.
Bij al die uiteenzettingen leefde bij mij
altijd de gedachte dat Rome, hoezeer ik
mij stelde tegen haar opvattingen, toch
wel terdege de oudste traditie aan haar
zijde had en dus het sacrament vanouds
de vorm van het kerkgebouw heeft be
heerst. Zo had Prof. Hoekstra ons ver
teld.
En nu -komt mijn goede vriend Ds
Luiks van Diever, mij dezer dagen ver
rassen met zijn academisch proefschrift,
waarop hij is gepromoveerd aan de Vrije
Universiteit tot doctor theologiae. Ik heb
hiervan met stijgende belangstelling ken
nis genomen. Want Dr Luiks vertelt
hierin, en staaft het met overtuigende be
wijzen, dat de oudste christelijke kerkge
bouwen helemaal niet zo'n sterk uitge
bouwd koor hebben gehad. Er was aan
het uiteinde van het gebouw wel een rui
me nis, die de vorm had van een halve
cirkel, maar daar stond helemaal geen al
taar of avondmaalstafel. Dit was de plaats
van de kerkeraad. Men zou dus ook in
die dagen reeds kunnen zeggen, dat ze
in het „bocht" zaten.
Temidden van die ouderlingen zit op
een verhoogde zetel de bisschop. Die ze
tel droeg de naam „cathedra". En vanaf
deze cathedra preekte de bisschop. Wie
de kerk binnenkwam zag direct het ge
hele presbyterium of kerkeraad, zoals
men nu bij het binnentreden van een
Roomse kerk terstond geboeid wordt door
het „koor" en het altaar.
En waar stond het altaar of de avond
maalstafel Wel die stond meermalen
zelfs midden in het schip van de kerk.
Wanneer het avondmaal bediend werd,
„dan daalde de voorganger van zijn cathe
dra, verlaat het presbyterium en bereikt
langs de trap daarvan de lager gelegen
avondmaalsruimte in het middenschip.
Omringd door zijn prebyters, stelt hij zich
op achter de eenvoudige avondmaalstafel,
die vaak van hout en soms van steen is.
Hier, de gemeente voor zich aanziende,
breekt hij naar apostolisch voorschrift het
brood en giet de wijn in de beker. De
gemeenteleden naderen eerbiedig, nemen
een stuk brood uit zijn hand en drinken
uit de beker. Soms ook verrichten de dia
kenen de dienst van het uitdelen der H.
Elementen temidden van de menigte.
Brood en wijn worden gebruikt om de
goddelijke verzekering te ontvangen, dat
Christus één is met al zijn leden. En zo
gesterkt in het geloof in Christus, de Za
ligmaker, gaat ieder heen naar zijn huis",
p. 157.
Dr Luiks heeft zijn proefschrift laten
uitlopen op een drietal stellingen, waar
van de eerste luidt: „De cathedra, van
waaruit de voorganger der gemeente het
Woord van God predikte, stond in de
oud-christelijke tijd in Noord Afrika in
het presbyterium, op het hoogste punt der
kerk, en zij beheerste vandaar het hele
gebouw. Verder „De Mensa avond
maalstafel), waaraan de voorganger der
gemeente het avondmaal uitdeelde, stond
in de oud-christelijke tyd in Noord Afrika
in het schip der kerk, soms zelfs in het
centrum der gemeente-ruimte". Tenslotte
„Het kerkgebouw, waarin de geregelde
eredienst der gemeente plaats vond, was
in de oud-christelijke tijd in Noord Afri
ka bestemd voor de bediening van het
Woord, vervolgens ook voor die van het
Sacrament".
U merkt, dat deze conclusies nogal raak
zijn en indruisen tegen gangbare menin
gen, ja, een flinke duw geven tegen en
kele „heilige" huisjes. Er zijn nu eenmaal
mensen, die er belang bij hebben, dat de
oude. kerk de „avondmaalstafel" centraal
gesteld zou hebben en door de onderzoe
kingen en zo helder geformuleerde con
clusies van Dr Luiks zich niet op hun
gemak zullen voelen.
Hoe kan Dr Luiks zó zeker van zijn
zaak zijn en zó boud spreken
Wel, hij heeft enige jaren geleden, een
studie-reis gemaakt naar Noord-Afrika
en daar kennis genomen van allerlei op
gravingen, die daar al tientallen jaren
gaande zijn, en zo langzamerhand spre
kende feiten aan het licht hebben ge
bracht. Eens was daar in Noord-Afrika
een bloeiend leven van de Christelijke
kerk. Augustinus, de grote kerkvader, was
daar bisschop van Hippo Regius. De Is
lam heeft echter 't Christendom vervolgd
te vuur en te zwaard en de Vandalen heb
ben vele kerken verwoest. Na de achtste
eeuw is er nooit weer 'n kerk gebouwd of
verbouwd. De ruïnes, of soms slechts de
fundamenten, zijn overgebleven. Deze
spreken echter een duidelijke taal. Men
vindt steeds in de nisvormige uitbouw een
hoofdzetel of cathedra voor de voorgan
ger der gemeente en lager geplaatste ste
nen banken aan weerszijden, terwijl de
fundamenten van de avondmaalstafel in
het lager gelegen middenschip van de kerk
worden aangetroffen.
Terwijl nu, in die landen waar het
Christendom bleef, de bestaande kerkge
bouwen zijn vervangen of uitgebreid of
verbouwd, zó dat men het oorspronkelijke
model van de vroegste tijd er niet meer
in terug kon vinden, leveren juist de
bouwvallen van Noord-Afrika, waar de
tijd stil gestaan heeft, ons een zuiver beeld
van de bouworde in de vroegste tijd der
Christelijke kerk, na de Christenkeizer
Constantijn de Grote. (Begin vierde
eeuw.)
Het mag met vreugde geconstateerd
worden, dat men in Rooms-Katholieke
kringen openlijk wil erkennen, dat de op
stelling van de avondmaalstafel anders is
geweest in de oudste kerkgebouwen dei-
Christenheid dan nu. Ik krijg de indruk,
dat Rome hier echter voor een ietwat
pijnlijke verrassing staat, maar toch be
reid is voor de feiten te zwichten. De be
kende R.K. Prof. F. van der Meer merkt
zelfs op „dat de ouden in Gods hoogzaal
minder de sacramentele tegenwoordigheid
trof dan het klinken van het WOORD
en het opstijgen der gebeden".
Des te merkwaardiger is het echter, dat
men juist na de oorlog, in Protestants-
Christelijke kringen, bezig is critiek te
oefenen op de centrale plaats van de „kan
sel", en nog wel meent voor dit gevoelen
steun te vinden in de kerkbouw en litur
gische practijk van de Oud-Christelijke
kerk. Prof. van der Leeuw geeft in zijn
in 1946 verschenen boek Liturgiek" een
schets van een oud-Chri-stelijke kerk,
waarbij hij veronderstelt dat de avond
maalstafel op het verhoogde platform in
de nis aan het hoofdeinde van de kerk
heeft gestaan, en kerkbouwers van deze
tijd zijn reeds bezig deze gedachte te rea
liseren in hun ontwerpen voor nieuwe
Protestantse kerkgebouwen.
Ik geloof dat de studie van Dr Luiks
op het goede moment is gekomen, om
bouwers van Protestantse kerken nog tij
dig tot bezinning te brengen. Het lijkt
mij nu wel heel duidelijk aangetoond, dat-
het in onbruik raken van de preek, ge
leid heeft tot een zodanig accentueren van
de avondmaalstafel, dat deze tenslotte het
gehele kerkgebouw ging beheersen, omdat
het sacrament toch de enige inhoud van
de erendienst begon uit te maken. De
veranderde liturgie heeft een andere kerk
bouw met zich mee gebracht. „Maar",
zegt Dr Luiks, de oud-Christelijke ere
dienst getuigt: Van den beginne is het
alzo NIET geweest!"
Tenslotte merk ik nog op: De inrich
ting van onze eredienst, waarbij de be
diening des Woords de centrale plaats
inneemt, hebben wij heus niet afgeleid uit
de kerkbouw van de oud-Christelijke kerk.
Wij hebben geleerd de vormen van de ere
dienst niet van de „vaderen", maar uit de
Pleilige Schrift te rechtvaardigen. Alléén
dit beginsel heeft Calvijn zeer zeker be
heerst toen hij de bediening des Woords
centraal stelde. Hij wist niets van de din
gen die nu nog maar enige jaren, door
opgravingen, bekend zijn geworden. Het
is echter wel merkwaardig, dat zijn in
zichten, in de oudste tijden, door de chris
tenen zijn gedeeld. De Reformatie blijkt
toch wel heel duidelijk een teruggrijpen
naar de oud-Christelijke practijk. De tra
ditie is natuurlijk voor ons niet norma
tief. Maar het is ons toch welkom, dat
zij die met de traditie opereren als een
wapen tegen de vormen van onze ere
dienst, door dit proefschrift ontwapend
zijn, en wij brengen hulde aan onze nieu
we doctor, die deze ontwapenende studie
heeft gegeven, welke zó helder is zijn
stijl, en zó boeiend is zijn betoog ook
door niet-theologen met gemak en vreug
de kan worden gelezen.
Ds P. VAN TIL.
SCHARENDIJKE
Lieve broeders en zusters,
Deze keer enkele korte mededelingen.
Wat de kerkelijke stand betreft: wij
raken weer een gezin kwijt, dat in de
Westhoek blijft wonen, n.l. het gezin T.
Kootstra, dat op de Lindelaan woont. Op
deze manier worden nogal wat vroegere
Scharendijkenaren voortaan Haamstede-
naar. Je zou bijna kunnen zeggen, dat
Haamstede door Scharendijke rijk ge
maakt wordt. Intussen nemen we hartelijk
afscheid van het gezin Kootstra, en wen
sen hen samen een sterke band aan de
Here Jezus Christus toe en daarmee aan
Zijn gemeente te Haamstede.
Verder heeft de kerkeraad onderzocht
en toegelaten tot Openbare belijdenis en
daarmee tot het H. Avondmaal: Ties te
Velde, die met doopattest uit Zwitserland
is binnengekomen. De Openbare belijde
nis zal D.V. plaats hebben Zondag 1 Mei
in de morgendienst.
Tenslotte een mededeling over het be-
roepingswerk. Willen de stemgerechtigde
broeders en zusters er vast rekening mee
houden, dat a.s. Zondag na de morgen
dienst eéh gemeentevergadering gehouden
wordt, waar wij over het beroepingswerk
kunnen verder praten In schrij f dit maar
vast in de Kerkbode, dan kunt U er alle
maal mee rekenen.
Hartelijke groeten vanuit de pastorie!
Uw H. M. KUITERT.
De Classisvergadering te Zierikzee,
aanvankelijk vastgesteld op 4 Mei 1955,
zal op verzoek van verschillende Kerken,
gehouden wordn op
WOENSDAG 11 MEI 1955.
Stukken voor het agendum te zenden
vóór 1 Mei aan eerst-ondergetekende.
Namens de roepende Kerk van
Geersdijk,
H. L. v. Aller, Praeses.
J. C. Geelhoed, Scriba.
delburg.
Stukken voor het agéndum zenden aan
de Scriba van de Geref. Kerk te Middel
burg.
Ook de boeken, die gecontroleerd moe
ten worden.
In opdracht van de Part. Synode 1954
(Art. 10 Handelingen),
Namens de Raad van de roepende Kerk,
Ds P. van Til, Praeses h.t.
B. H. Lavooij, Scriba,
Noordsingel 22, Telefoon 2902.
Middelburg, 20 April 1955.
AGENDA van de vergadering van de
Classis Tholen der Gereformeerde
Kerken, te houden D.V. Woensdag
j- Mei 1955 te Bergen op Zoom, aan
vang 9 uur.
1Opening.
2. Nazien der credentiebrieven en in
structies.
3. Notulen.
4. Zaken uit de notulen.
5. Mededeling en behandeling van in
gekomen stukken en gevoerde cor
respondentie.
6. Behandeling instructies.
7. Rapporten.
8. Bespreking van eventueel op de ko
mende P.S. te brengen voorstellen en
steunaanvragen.
9. Verkiezing afgevaardigden ter Part.
Synode.
10. Rondvraag naar art. 41 K.O.
11. Inning en verantwoording van col
lecten en quota.
12. Aanvrage en vaststelling vacature
beurten.
13. Eventuele regeling deputaatschappen.
14. Regeling kerkvisitatie.
15. Algemene rondvraag.
16. Vaststelling volgende vergadering.
17. Lezing persverslag.
18. Sluiting.
De Scriba,
Mr. J. J. VERSLUYS.
PARTICULIERE SYNODE
ZEELAND 1955.
De kerkeraad der Geref. Kerk te Mid
delburg roept de Geref. Kerken in Zee
land op, om samen te komen in Particu
liere Synode op Woensdag 8 Juni 1955,
te 9.00 uur, in de Hofpleinkerk te Mid-
ZEEUWSE
OUDERLINGEN-CONFERENTIE
's-Heer-Hendrikskinderen, 24 Maart '55.
Weleerwaarde en Eerwaarde Heren
en Broeders,
De jaarlijkse Gereformeerde Ouderlin
gen Conferentie zal D.V. dit jaar gehou
den worden op Woensdag 27 April a.s.
in het Jeugdgebouw van de Gereformeer
de Kerk, Singelstraat 15 te Middelburg,
v.m. 10 uur.