Sasen In verband met de Boekenweek Kan God een geheim bewaren? Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland ZEEUWSE KERKBODE TIENDE JAARGANG No. 41 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 8 APRIL 1955 Abonnementsprijs3,per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 10 cent per mm. overwinning van het leven! Pasen mag èn moet voor ons een vreugdedag zijn. Elk jaar weer, als het Evangelie van de Opstanding wordt ge lezen, valt het op, hoevéél vreugde daarin naar voren komt. Waar U de vrouwen ook ontmoet, en waar de discipelen zijn, overal treft U de grote verandering, die in hun leven kwam. Deze mensen zijn geen toeschouwers op een afstand, maar ze wéten, dat zij zelf betrokken zijn bij het grote gebeuren van die dag. Daarom is hun vreugde zo diep en zo rijk. Als ze elkaar tegenkomen op weg naar de Kerk, en als ze elkaar in de kerkzaal ontmoeten, dan komt het er tegelijk spon taan uit. Net als bij een kind, dat jarig is. Het vertelt iedereen, wat het gekregen heeft. Het straalt zo maar van geluk. Zó zijn die vrouwen, en die discipelen, uit het EvangelieZó over-gelukkig, dat ze het niet kunnen verdragen, dat Thomas nog zo'n beetje in zichzelf blijkt mokken en pruilen. Dit is kerkelijk leven op z'n best! Gemeenschap der heiligen, waarin ieder gevoelt, dat hij wat te doen heeft ten op zichte van. een ander. Kunnen wij ook nog zó vol blijdschap ons Paasfeest vieren Ik bedoel nu nietof we nieuwe kleding kunnen aantrekken. De adverten tie-kolommen van ons blad hebben het ons duidelijk gemaakt, dat aan de over zijde van de Oceaan het nieuwe Paaspak nogal in trek is. Op die manier kan Pasen in de reclame nog wat voordeel brengen Overigensniets geen kwaad van dat nieuwe pakje, daar niet vanAlleen maar, temidden van al ons „fonkelnieuw" blijft nóg de vraag, of we met iets van die blijdschap uit Jeruzalem vervuld zijn. Dit is alléén het geval, wanneer wij geloven de persoonlijke betrekking op het heilsfeit van de Opstanding. Wanneer het grote gebeuren van de Paasdag ons zó diep raakt, dat de kracht van het nieuwe leven ons vervult. Maak het U duidelijk, door terug te gaan naar het schaduwbeeld van het oude Verbond. De instelling van het Pascha. Mozes moest op Gods bevel dit Sacra ment instellen, waarbij het bloed van het lam verlossende betekenis kreeg. Het ver derf zou rondwaren in Egypte. In de dood van de eerstgeborenen zou Egypte worden getroffen in zijn kracht en vreug de. Van die bange nacht kunnen wij ons nauwelijks een voorstelling maken. Eik- moment werden de weeklachten luider. Want; elk huis, dat de verderfengel pas seerde, werd in rouw gedompeld. Alléén, waar het bloed van het lam aan de deur gestreken was, daar bleef het gezin ge spaard. Dat was Gods behoudenis voor Israël. Hoeveel geloof was er nodig in die bange nacht. In elk gezin was het be kend, dat God 't verderf zou brengen. De kinderen zochten een schuilplaats bij moederHoe luider het gegil aan alle kanten werd, des te angstiger kropen zij weg. Zou hetEn ze keken benauwd naar de oudste van de kinderen. Dan moest vader telkens maar weer spreken van het bloed, en wat God be loofd had. Toen kwam de morgen. Een blijde ochtend voor Gods volk. Het leven had het gewonnen, door het bloed van het lam Inplaats van neerzitten in smart, kwam er de verrassende uittocht uit het gevan genhuis. Zij gingen het leven in als de bevrijden des Heren, op weg naar het beloofde land De eerstgeborenen in hun midden lie pen daar tot een teken, dat God getrouw is in de vervulling van Zijn Woord. Dit was Israëls opstanding. Deze werd mogelijk, omdat het lam voor hen geslacht was. De dood van een plaatsvervanger maakte, dat zij het leven hadden Van dit schaduwbeeld is Pasen de ver vulling. In het Lam, dat geslacht is, be gint de overwinning van het leven. Chris tus Zelf keert in het leven terug. Of lie ver, Hij leeft, nadat Hij dood geweest is. En in Zijn overwinning zijn allen begre pen, voor wie Hij Zijn bloed heeft uit gestort. Wie dit wonder gelooft, viert Pasen. Dan is het leven in ons binnenste, in een wereld, waarover de dood zware scha duwen werpt. Het heilsfeit van de Opstanding moet zo in ons worden opgenomen. Het open gaan van het graf in Jozefs hof is pro fetie van het openbreken van alle graven. God komt door het Opstandings-Evan- gelie ons zéggen: gij gaat het leven tege moet Daarop moet al onze aandacht zich sa mentrekken. Dit moet zulk een beheer sende plaats hebben in ons hart, dat ons hele leven daarvan de invloed ondergaat. Dan geeft Pasen kracht in de strijd met onze zonde, en met de leugen in de we reld. Dan grijpt het ons aan, dat wij, ge lijk Israël eertijds, op weg zijn naar het beloofde land. Door het bloed van het Lam vrijgekocht, gaat ons leven naar het land, door God voor ons bestemd. Als hierbij meer gelééfd werd, dan zou de blijdschap in Christus' Kerk groeien. Waarom houden velen zich aldoor bezig met allerlei akelige problemen Zie naar die kleine kring in JeruzalemZorgen wa ren er genoeg.Vijandschappen, geva ren, ze zijn hen niet bespaard gebleven. Maar, de vreugde der Opstanding kwam toch altijd weer boven. God nodigt de Kerk uit, om uit de rijk dom van haar redding te leven. Dit wordt de overwinning onzer moeilijkheden, en de beschaming van het rijk der duisternis. Zolang het niet komt tot een blijmoe dig heentrekken, zolang heeft Pasen zijn volle uitwerking op ons niet gehad. C. St. De „Boekenweek" heeft burgerrecht in ons land verkregen. Hoogtepunten in die week zijn de „culturele" avonden, waarop verschillende schrijvers en schrijfsters vertellen over het tot stand komen van hun werk, terwijl zij ook enkele stukken uit hun geschriften voordragen. Dit is zeker van belang, om contact te leggen tussen „de schrijverswereld" en de „leesgrage menigte". In dit opzicht hebben we waardering voor deze organi satie. Nu kunnen zulke avonden natuurlijk heel verschillend verlopen. Dat hangt ten nauwste samen met wat de „optredenden" bieden. Van de in Zeeland gegeven avonden heb ik de avond in Goes bijgewoond, waar de heer Simon Carmiggelt en Mevr. An nie M. G. Schmidt over hun werk hebben verteld. Een gezellige avond, zo gaf het verslag in het Zeeuws Dagblad van 30 Maart j.l. te lezen. Daarover ben ik zo vrij, een andere gedachte te hebben. Zowel de schrijfster als de schrijver hebben er 'n originele opzet van gemaakt. Geheel in de trant van hun werk, gety peerd als het „luchtiger" genreIn derdaad, „luchtig" is het genoeg Gelachen is er ook, daverend soms. Wat ik altijd een gezonde sport vind. Iemand, die het lachen uitzinnig vindt, lijdt zeker aan een kwaal. Maar, er is toch wel verschil, waarom men lacht. Ook over dominees mag men gerust lachen. Maar, dan hoor ik toch graag, dat de scherts van dien aard is, dat zij er beter van kunnen worden, of beschaamd tot zichzelf inkeren. Wat ech ter op deze boekenavond aan het adres van dominees werd „weggegeven", was van een gehalte, dat „ambt en Woord" volledig in de sfeer van het belachelijke kwamen. Daarvan kan ik de humor niet inzien. Heel wat anders gaf indertijd Ds de Groot, in „Schaap en Bok", of „Peper en Zout", en „Fransje en haar dominee". Hiervan kan men genieten ènleren Maar, de kwaliteit van de boekenavond gaf in dit opzicht reden tot pijn. Het „luchtiger" genre heeft zeker recht van bestaan. Véél recht zelfs, als gezonde tegenhanger tegen overdreven zwaarwich tigheid. Daarom prijs ik de gave in iemand, als hij het „leutig" zeggen kan; bewijs van fijne opmerkingsgave en van grote liefde tot het leven. Hoe komt het, dat ik daarvan op die avond in Goes zo weinig heb bemerkt Juist de „luchtige" litteratuur moet het leven aanpakken in z'n dwaasheden, maar het mag de spanning tussen „spel en ernst" niet verwaarlozen. Het geheel gaf mij juist allerminst een gezellige sfeer. Het deed veeleer andere vragen bij mij rijzen. Men propageert te genwoordig sterk, dat de Christenen zul len onderduiken in het algemene. Maar, ik vraag me af, welke plaats de Christen bij dergelijke algemene culturele avonden inneemt. Annie Schmidt vertelde, dat een mevrouw haar schriftelijk de vraag ge steld had, of de familie Doorsnee niet wat „religieuzer" kon zijn. (U weet wel, die in Nederland blijkbaar zeer overbe kende familie). Misschien behoorde de vraagster tot de „religieuze" groep van de Vara-kring. In ieder geval is me duidelijk geworden uit deze boekenavond, dat bedoelde vraagster nul op het request krijgt. Zijn deze boekenavonden werkelijk in algemene zin bedoeld? Dan moet het mij van 't hart, dat een voorstelling, als in Goes gegeven, de Christenen uitsluitHet is goedkoper, hierover te zwijgen. Maar ik meen, in het belang van de boeken avonden in de toekomst, dit niet te mo gen doen. C. St. De Bijbel spreekt van God heel mense lijk en eenvoudig. Als U theologen dat zijn mensen die erg veel van God afwe ten over God hoort spreken, dan ma ken ze 't soms erg ingewikkeld en moei lijk. Ik zeg expres: soms! Niet altijd ge lukkig. Ze moesten het nooit meer doen, want daar heeft niemand baat bij. Wij kunnen God natuurlijk nooit begrijpen, maar de Bijbel spant zich wel voortdu rend in om ons God heel dichtbij te bren gen. Daarom spreekt dit Boek op mens- vormige wijze van God. Het vreemde woord dat de theologen daarvoor gebrui ken kan ik U rustig sparen. Waar het op aankomt is, dat de Bijbel allerlei men selijke eigenschappen op God toepast. Zo wordt ons b.v. verteld, dat God berouw heeft. Hij wordt voorgesteld als een Brui degom die alles doet om de liefde van zijn bruid te winnen. Soms ook als een moeder die haar kind lopen leert of de tranen van haar ogen afwist. En een en kele keer krijgen we door hetgeen God doet de indruk, dat Hij is als een kind dat een geheim verklapt. weet wel hoe dat gaat. Er is een kind dat moeder verrassen wil op haar verjaardag. Maar het kind is er zo vol van, dat het een paar dagen vóór de bewuste verjaardag moeder in 't oor fluistert„ik wou U een groot geheim vertellen, maar zult U 't aan niemand zeggen? Nu...., dat krijgt U van mij' op uw verjaardag". „O kind", zegt moeder, „wat prachtig Nee hoor, ik zal het aan niemand vertel len. Dit blijft een geheim tussen ons bei de." Daar moet ik nu maar aan denken in deze week waarin „Goede Vrijdag" valt. Als Mattheüs ons de geschiedenis van de Goede Vrijdag vertelt, dan staat er één trekje in, dat mij op de vraag: „Kan God een geheim bewaren doet antwoor den moeilijkGod lijkt daarin op het kind van zoëven dat zo vol is van z'n grote geheim, dat het niet wachten kan tot de eigenlijke feestdag. De mededeling die ik bedoel is: „en de graven gingen open". Dat hoorde feitelijk op de feestdag te gebeuren, op Pasen. Op de dag der op standing. Maar het gebeurt nu al. Mogen wij over die graven eerst nog wat zeggen? Het is natuurlijk geen opwekkend on derwerp van gesprek. Wij dénken er liefst maar niet aan. Maar we kunnen ze nu eenmaal niet wegtoveren. Ze zijn er, en ze worden dagelijks meerder. Er is geen dorp zo klein, of er is een kerkhof. De krant bericht U dagelijks van weer zóveel doden. De Bijbel spreekt van de „bloedzuiger" die twee dochters heeft, waarvan de een voortdurend zegt: geef, geefDat is het graf. Dat graf heeft al tijd honger. Het verslindt allen. Elke dag gaan er honderden en duizenden naar het kerkhof om het verslindende monster dat „graf" heet, te geven wat het vraagt. Het liefste wat ze hebben. Dan sluit dat mon ster voor 'n ogenblik z'n muil. En de na bestaanden gaan ontredderd naar huis te rug. De graven werden gesloten. Nog nooit heeft de wereld het omge keerde beleefd. Behalve op de sterfdag van Jezus. Toen, op die „Goede Vrijdag" gebeurde het opzienbarendede gra ven werden geopend. Er staat in Matth. 27 bij, dat aan dat ontzagijlke feit een aardbeving vooraf ging, en het ongeloof is er prompt bij om te zeggennogal logisch, dat door die aardbeving de graven scheurden. Goed dan. Maar er staat bij„en vele lichamen der ontslapen heiligen werden opgewekt". Dat kunt U toch moeilijk aan een aard beving toeschrijven. Door een aardbeving kunnen wel lichamen verpletterd worden, maar niet opgewekt. Dit opengaan van de graven en het opstaan der „heiligen" kón natuurlijk niet uitblijven. Het was „Goede Vrijdag". Het secuur gesloten en verzegelde graf van Christus is het sein voor het opengaan van alle graven voor hen die geloven. De schuldeiser heeft niets meer te zoe ken, als de schuld betaald is. Het verslindende monster moet z'n slachtoffers loslaten als de Verlosser komt. Alleen het is op Goede Vrijdag nog even te vroeg. Christus is zelf nog niet opgestaan. De steen is nog niet afgewenteld. De mensen moeten nog even wachten met zingen: Nu jaagt de dood geen angst meer aan, De Heer is waarlijk opgestaan. God heeft een groot geheim. Alle graven zullen worden opgeruimd. Allen die in Hem geloven zullen met nieu we lichamen verschijnen in „de heilige stad". Het wordt alles nieuw. Maar God kan niet zwijgen. God verklapt Zijn geheimen. Het intens mooie van het Bijbels ver haal is, dat de gestorven „heiligen" een paar dagen te vroeg uit hun grafgevange nis worden ontslagen. God is er zelf zo blij mee, dat Hij het zalig geheim van verlossing van dood en graf niet langer voor Zichzelf houden kan. Hij kan er niet langer mee wachten, om ook de mensen blij te maken. Als U er nu maar blij mee is. Er worden in onze tijd vooral blijde christenen gevraagd. Die geen geheim kunnen bewaren Want God maakt niet de reserve: zult U het aan niemand vertellen Wij mogen het gerust vertellen. En we zullen dat ook doen, als wij er maar blij mee zijn. H. V.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1955 | | pagina 1