Jjeerzaam
Bijbellezen
jftxelaria
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
TENTOONSTELLING
ZEEUWSE KERKBODE
TIENDE JAARGANG No. 39
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 25 MAART 1955
Abonnementsprijs3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 10 cent per mm.
Godsdienst en politiek is een ingewik
keld vraagstuk. Het blijkt, dat sommigen,
uit godsdienstige of idealistische overwe
gingen, het begrip „politiek" niet juist on
derscheiden. Zij vereenzelvigen politiek
met Zending of Evangelisatie. Zij willen
de politiek geheel laten opgaan in het stel
len van getuigenis tegenover getuigenis.
Maar, zij vergeten daarbij, dat het in de
politiek gaat om „daden" op staatkundig
gebied. Daden, die van vérstrekkende be
tekenis kunnen zijn voor de veiligheid en
de welvaart van land en volk.. De politiek
heeft uit te gaan van de grote verant
woordelijkheid, die de regeringen dragen
ten opzichte van de bescherming van de
onderdanen en de volksvrijheden.
Natuurlijk spreekt hier het beginsel
een belangrijk woord. Of men de Over
heid ziet als van God gesteld, dan wel
door de volkswil aangewezen, of men het
leven waardeert als te behoren tot Gods
wereld, dan wel als „leven zonder meer",
betekent een groot onderscheid. Daarom
zal hier de overtuiging in de politieke ont
wikkeling een belangrijke functie hebben.
Deze dingen kwamen bij ons op, bij
het kennis nemen van „In de Waag
schaal". Wie de geest van dit blad kent,
weet, dat de doorbraakgedachte hier nog
al van betekenis is. De predikanten R.
Bijlsma en A. A. Spijkerboer hebben in
een paar artikelen hun gedachten uiteen
gezet met betrekking tot het vraagstuk
de hereniging van Duitsland.
Deze vraag van de hereniging op zich
zelf laten wij nu rusten. Het is een zeer
moeilijk probleem. Waar het ons om te
doen is, dat is de opmerkelijke argumen
tatie, met name van Ds Spijkerboer. Hij
blijkt een sterke voorstander van die her
eniging, alsmede van een „geneutrali
seerd" Duitsland, dat dan in de trant van
Ds Niemöller de gewichtige rol van „vre-
desbemiddelaar" tussen Oost en West
moet vervullen.
Dit is wel een aanlokkelijke voorstel
ling. Maar, spreekt de historie daarin niet
mee? In hoever kan men op redelijke
gronden verwachten, dat een herenigd
Duitsland deze taak zal vervullen
Ds Spijkerboer ziet het Communisme
als een religieuze uitdaging. Daartegen
over wil hij in geen geval het militair
avontuur, maar wel een menselijk avon
tuur. Naar zijn gedachte zijn de Westerse
politici meer bezig met de veiligheid van
hun landen, dan dat zij proberen, het ter
rein van de democratie uit te breiden tot
de Oder, zonder een schot te lossen.
Dat het een „vraagstuk" is, om daarop
uit te zijn, ziet hij wel in. Maar, hij meent,
dat men dit waagstuk moet aandurven.
Tegenover het Communisme als politieke
religie moet men een religieus-politiek
antwoord stellen. Het is het enige middel
van de democratieproblemen oplossen
door discussie. Men moet naar buiten niet
sterker willen zijn dan het zwakke punt,
waaraan de democratie haar glorie ont
leent. Dat ishet gesprek.
Het gesprek met Moskou is in deze
beschouwing belangrijker dan de ratifica
tie van de verdragen van Parijs.
Hier hebben we in een delicate zaak
het vraagstuk van Godsdienst en politiek
vóór ons.
Wanneer nu het Communisme getekend
wordt als politieke religie, dan komt de
vraag op, of hiermede genoeg gezegd is.
In het weekblad „de Hervormde Kerk"
stond verleden week een kansel boodschap
in de Evangelisch-Lutherse Kerk in Sak
sen uitgegaan. In de zóne van Oost-
Duitsland. Daaruit blijkt, welk een zware
strijd de Kerk te voeren heeft, om de
jeugd te houden buiten de invloedssfeer
van het Communisme. Dit laatste houdt
er een „jeugdwijding" op na, waarbij de
jeugd in de'leer van het Marxisme wordt
onderricht. Daardoor wordt een poging
gedaan, om het jonge Duitsland niet al
leen te vervreemden van het Evangelie,
maar om de jongeren in een voor het
Evangelie vijandige gedachtenwereld te
brengen. Op die manier wordt de Kerk,
zonder opzienbarende middelen, geleide
lijk aan uitgeschakeld. Deze gevaarlijke
strijd tegen het Evangelie brengt de Kerk
in Oost-Duitsland in grote nood. Vandaar
dat de Kerk openlijk zich richtte tot de
gemeente, om haar te waarschuwen, met
al de risico's, voor de Kerkelijke leiding
daaraan verbonden.
Hier wordt niet alleen getuigenis ge
steld tegenover getuigenis, maar hier
wordt de geestelijke strijd geproclameerd
tegen de macht van ongeloof en vijand
schap. Enin Oost-Duitsland kunnen
zij het beter weten dan wij. Wie zal zeg
gen, hoevéél gebed achter deze actie ligt,
en hoeveel tranen daar worden vergoten,
bij het zien van deze gevaarlijke greep
op de kinderziel.
Daarnaast is langzamerhand toch ook
wel iets bekend geworden van de „metho
den", in Oost-Duitsland toegepast, om de
idee van het Communisme te doen zege
vieren.
Als de boven vermelde kanselboodschap
zegt, dat de belijdenis en de jeugdwijding
met elkaar niet te verenigen zijn, dan ligt
daar toch in, dat op een bepaald punt van
„een gesprek" niet meer kan gesproken
worden. Hier staat het „ja" voor God
tegenover het „neen" tegen de godsdienst
der aarde, de valse godsdienst van het
materialisme en van de leugen. Zó moet
het Communisme genoemd worden.
Wanneer nu iemand van gedachte is,
dat door middel van het „gesprek" het
Communisme evengoed kan benaderd
worden, ja zelfs „gewonnen" voor de ge
dachte der democratie, dan maakt men
zich toch wel erg eenvoudig van het ge
val af. Ziet men deze niet het gevaar
dat èn volksvrijheid én gewetensvrijheid
èn godsdienstige overtuiging lopen Het
Communisme heerst over het geweten van
de eigen aanhangers. Het duldt geen an
dere geschiedbeschouwing, dan zij zelf
geven. Het erkent geen andere maatschap-
pijvorm, dan die zij zelf voorstaan. Het
staat godsdienst en Kerk tegen, wijl deze,
als bolwerken van het „oude" stelsel, de
sprong naar de heilstaat verhinderen. De
pas ingetreden politieke hervormingen in
Rusland hebben ons toch wel iets te zeg
gen. Het „systeem" biedt zelfs de eigen
aanhangers geen waarborg, dat hun vrij
heid blijvend is.
Daarom is het gespeend aan de werke
lijkheid, te menen, dat „het gesprek" het
middel tot benadering moet zijn. Hebben
de overheden niet de verantwoordelijke
roeping, de politieke stromingen te onder
kei men, en het gevaar op te merken, dat
de, aan hun zorg toevertrouwde, volken
lopen? Praten, goed...., maar tegelijk
zvaken over eigen huis, en rekening hou
den met het gevaar, dat de vrijheid kan
bedreigen.
Anders zal God het bloed der onderda
nen eisen van de hand van die overheden,
die voor hun taak niet berekend waren,
en die niet gedaan hebben, wat de vol-
kerentoestand nodig maakt.
Van een „avontuur" en een „waag
stuk" mag bij overheden geen sprake zijn.
Ook de godsdienstige overtuiging moet
met deze begrippen niet werken. Het „ge
sprek" met cle Communist zal toch hier
over moeten gaan, dat hem de ogen ge
opend worden voor het gevaar, waarin
hij zelf verkeert, en waarin hij anderen
brengt als aanhanger ener anti-christelijke
overtuiging. Ofmoet een Christen
zó naïef zijn, dat hij meent met een rede
nering bij de Communist even gemakke
lijk aan boord te kunnen komen als bij
een ander
Waarschijnlijk hangen met deze ziens
wijze ook samen, de eigenaardige opmer
kingen over het militaire apparaat, die
soms worden weggegeven. We vinden het
een bedenkelijk verschijnsel, dat politieke
vraagstukken worden behandeld, terwijl
het besef van wat politiek in feite is,
schijnt te ontbreken. Dit is niet bevorder
lijk voor het bijbrengen van een goed in
zicht in de levensproblemen van vandaag.
Er komen op die manier een reeks van
misverstanden, met name bij de jeugd.
En daaruit valt niet veel goeds te ver
wachten.
Kerk en Christendom hebben zeer ze
ker met de problemen van Europa, en
van de wereld te maken. Het gaat er daar
bij om, een inzicht bij te brengen, dat Bij
bels verantwoord is. Daarbij moet onder
het oog gezien worden, welke gevaren de
godsdienstige overtuiging bedreigen, en
van welke kant de Kerk in de moeite
wordt gedreven. En, bij het politieke in
zicht worde niet vergeten, welk een ver-
antwoQrdelijke plaats God aan de over
heden geeft, om de dreigingen voor de
volken af te weren. In een „rechtstaat"
kan men van alles beweren. In een
„machtstaat" zou dat onmogelijk zijn.
Maar, dan is het ook roeping, terwijl wij
het voorrecht van de „rechtstaat" nog
kénnen, om de zaken in het juiste licht
te zien. Daarin geeft God ons een belang
rijk werk. Het is nodig, zich daarop met
ernst te bezinnen. C. St.
Op Zaterdag 2 April ?,.s., des middags
om 3 uur, zal er een tentoonstelling ge
opend worden. Deze wordt gehouden in
de Provinciale Bibliotheek te Middelburg.
Allerlei Bijbeluitgaven en Bijbelillustra
ties zullen daar te zien zijn. Afbeeldingen
uit oude Bijbelhandschriften, Bijbels uit
de Middeleeuwen, alsmede Bijbeluitgaven,
voor de Statenvertaling verschenen. Ver
der nog reproducties van tekeningen over
het lijden van Christus.
Elke dag is de tentoonstelling geopend
van 1012.30 uur, en 's middags van
1.306 uur, 's avonds van 79 uur. Op
Goede Vrijdag is de tentoonstelling ge
sloten, maar op 2e Paasdag geopend.
Er is gratis toegang.
Bezoek in groepsverband is mogelijk,
dan vooraf een telefoontje, K 1180-2024,
aan de Bibliothecaris, de heer Pieters.
Wij wekken hierbij op deze tentoonstel
ling te bezoeken. C. St.
Leringen wekken,
voorheelden trekken.
De vaak miskende winst van onze bar
re, openhartige tijd, mag ook weer niet
verleiden tot miskenning van het naak
te feit, dat de Christenheid over het ge
heel zich beweegt in dalende lijn.
Over heel de linie klaagt men dan ook.
Klaagt men vooral „de ander" aan, de
andere kerk, de andere mens. Ouderen
schudden het hoofd over de opstandige
jeugd. De jeugd balt de vuist over die
verkalkte oudjes, die hun opmars in de
weg staan, terwijl zij al zo grote schuld
hebben aan de verscheurde wereld van
vandaag.
Zodra iemand echter in eigen kring
concreet worden gaat, en op bepaalde mis
standen wijst, komt niet zelden van die
zelfde klagers-in-het-algemeen, verzet.
Soms heel kribbig verzet. En het verwijt,
dat de concrete niet lief heeft. Want dat
hij dan in het openbaar zou zwijgen.
Het is waar, dat wie eigen gezin niet
liefheeft, naar buiten brengt, wat binnen
behoort. Daarmee toont hij 'n vreemde
'n huurling te zijn.
Doch, wanneer wat inderdaad geheel
binnenskamers had moeten blij-ven, ja, wat
in 't geheel niet had mogen gebeuren,
reeds naar buiten schrééuwt, zodat zelfs
voorbijgangers er zich mee gaan bemoei
en, dan wordt het toch tijd dat ook de
huisgenoten zelf het kwaad als kwaad, als
openbare zonde erkennen. Daarin tonen
zij dan juist hun liefde tot God, de Waar
heid èn hun bereidheid om ook onder het
oog der toeziende, vaak spottende wereld,
tot inkeer te komen. Zouden zij niet door
zulk een openlijke bekering ook heilzamer
inwerken op hun omgeving, dan door de
plechtigste verzekering, dat het heus zó
erg „bij ons" nog niet is?
Dat goede werk van berouw en omkeer
te zien, zou stellig ook nu nog de wereld
tot lofprijzing van onze Vader in de he
melen, kunnen leiden.
Niets schaadt het gezag der kerken, de
invloed van ons Christenen zo zeer, dan
dat er bij velen te grote afstand zichtbaar
geworden is tussen leer en leven. Span
ning zal er altijd zijn. Maar het mag niet
worden 'n rustig geduld contrast!
Eens heeft het zvoord van Christenen
als 'n vuurkracht de antieke wereld voor
Christus ontvlamd.
Maar vooral niet minder aanstekelijk
werkte hun zelfverloochenende wandel
overeenkomstig datzèlfde evangeliewoord.
Zó sterk verwacht Petrus het van ons
gedrag, dat hij Christenvrouwen vermaant
enkel door „onderdanigheid", door 'n rei
ne en Godvrezende wandel zonder woor
den haar mannen voor Christus te win
nen.
Indien alle gedoopte vrouwen dat nog
geloofden En beproefden
Maar zelfs Christenvrouwen zijn door
„Libelle" en radio theoretisch zó goed
„bij", dat zij maar al te dikwijls naast
het Woord leven en daarom zo dikwijls
naast het ware huwelijksgeluk grijpen.
Ze lachen om die ouderwetse Sara, die
haar man „heer" noemde en weten zó
goed, dat zij de „gelijken" van haar ook
al niet steeds bij het Woord levende man
zijn, dat zij inplaats van haar man en
zoon naar de kerk te lokken, hen verge
zellen of voorgaan naar de zoveel gezel
liger opera, waar men op de welluidenste
wijs van de liefde zingend, de liefde ka
pot maakt. Bridgen en dansen „mag" ook.
Natuurlijk, waaróm niet? Maar als ik
Elsevier en Haagse Post geloven mag,
vermeerderen bridgen en moderne dans
o.a. het aantal echtscheidingen. Monica
was maar 'n slecht onderlegde Christin.
Doch wat een Christelijke levenswandel,
vol liefde en gebed. Het zijn onze moe
ders, onze vrouwen, onze meisjes, die de
wereld weerom voor Christus zouden
kunnen winnen. Nog steeds blijkt in hei-
denlanden, groter dan de kracht der pre
diking alleen, de werfkracht van de daad
der Christelijke ziekenverpleging, die de
hardste harten opent en ontsloten houdt
voor Christus.
Natuurlijk beoog ik geen tweeërlei mo
raal, alsof wij mannen minder plicht tot
exempel geven zouden hebben.
Ik accentueer slechts het feit, dat de
invloed van de vrouw nog steeds het
grootst is, sedert Eva haar man uit haar
hand liet etenen een vrouw, de
moeder-van Gods Zoon mocht zijn.
D. J. C.
Wij moeten ons eerste artikel over dit
onderwerp nog even vervolgen.
Laten we er maar eerlijk voor uitko
men, dat het er met de persoonlijke Bij-
bellectuur niet zo best voorstaat. „Een
enquête hierover zou ontstellende resul
taten opleveren", staat er aan het slot van
het eerste artikel over „Bijbellezen". De
situatie is inderdaad zeer zorgelijk. We
kunnen gerust zeggen: dat lezen van de
Bijbel voor onszelf is er niet meer bij.
Misschien op enkele uitzonderingen na.
Regel is dat het niet gebeurt. Hoort u nu
precies tot die uitzonderingen, dan is er
geen enkele reden, uzelf een goedkeurend
klopje op de schouder te geven, want u
doet niets meer dan normaal en vanzelf
sprekend van u verwacht kan worden.
Het is toch eigenlijk te gek om los te lo
pen, dat wij geloven en belijden de Bijbel
is het allerbelangrijkste boek van de we
reld, en dat je nog niet eens de moeite
neemt, dat boek eens voor je zelf te le
zen, of enkele gedeelten er uit. Het schijnt
voor te komen dat jongens en meisjes,
belijdenis van hun geloof doen, zonder
dat het ooit in hen opgekomen is, een
van de Evangeliën of een van de brieven
van Paulus eens door te lezen, gezwegen
nu nog maar van het hele Nieuwe Testa
ment. Van het Oude Testament kennen
de meesten hooguit de geschiedenissen,
^naar de rest is onbetreden gebied.