De goede herder
DE LUTHERFILM
jVxelaria
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
ZEEUWSE KERKBODE
TIENDE JAARGANG No. 37
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 11 MAART 1955
Abonnementsprijs3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 10 cent per mm.
laat dezen heengaan.
Joh. 18: 8.
Het uur van de gevangenneming is van
beslissende betekenis voor de Man van
smartenEnvoor ons.
Op een afstand van Zijn beangste dis
cipelen staat Jezus vlak vóór de bende,
die Hem in de hof kwam zoeken. Alle
aarzeling, waarvan bij de gebedsstrijd
sprake was, is geweken. Met de wil, om
Zich over te geven voor de Zijnen, biedt
de Heiland Zichzelf aan.
De soldaten zijn wat onzeker geworden.
Als gewapende mannen als kinderen ach
terover tuimelen, dan vergaat alle „bra-
vour".
Jezus Zelf beheerst heel de scène.
Terwijl Hij Zich aanbiedt, pleit Hij
voor een vrije aftocht van de Zijnen.
Jezus ként hen, door en door. Hij weet,
wat van hen te verwachten is. Niet één
van hen is in dit uur in staat, om staande
te blijven.
Petrusachhij zal wel met het
zwaard slaan. Maar.een poosje latei-
bezwijkt hij bij een paar opmerkingen van
een meisje.
Hoe zwak van moed, en hoe klein van
krachten
Nu staat de Heer als Herder voor Zijn
kudde, en zegtlaat ze gaan
Dit pleidooi om hun behoud wil reke
ning houden met hun zwakheden. Het is
stellig geen waarborg, dat het met de Zij
nen op aarde makkelijk zal gaan, nu de
Herder Zich laat vangen.
Maar, het is wel een tegenhouden van
de macht van het kwade, opdat zij tijd
krijgen, zich geestelijk te wapenen.
Later wordt het anders.
Dan komen ze in vervolging en doods
gevaar.
Maar, dan zijn ze anders dan nuDan
zal de kracht des Heren hen verder ge
bouwd hebben.
Hier neemt Christus alles op Zich.
En, de gemeente krijgt tijd, om in gees
telijk opzicht geoefend te worden.
Laat dezen heengaan.
Dit woord kreeg zijn bijzondere beteke
nis in elk ogenblik, waarin wij het gevaar
mochten ontgaan. Waarbij de gelegenheid,
om in het geloof verder toe te nemen, ons
werd geschonken. Als een crisis week.
of een ziekte werd afgewend.of een
•verleiding ging ons voorbij.
Hebben wij dan de omstandigheden be
nut, om in geestelijke kracht toe te ne
men? Of...., lieten wij alles, zoals het
was, om verder té trekken, alsof er niets
gebeurd was?
Dit laatste is niets minder dan een ver
grijp tegen de zorg van de goede Herder.
Daaronder valt al onze nalatigheid, ons
toegeven aan de stem van ons hart.
Wie werkelijk ziet, hoe de Herder JZich
hier stelt tot behoud van de schapen, die
moet dit gebeuren in zijn leven nooit meer
kwijt raken. In overeenstemming hiermee
zullen wij vragen om geestelijke vorming
en tegenstaan van alle boosheid.
Dan werkt dit optreden des Heren onze
behoudenis. Daarom zal Hij ons allen
vragenwat deedt gij met de gelegenheid,
die Ik u bood, om het gevaar te ontkomen.
Dan zal ons leven moeten bewijzen, dat
wij Zijn stem hebben gehoord.
C. St.
Ook in Zeeland zal de Lutherfilm ver
toond worden, achtereenvolgens in Goes,
Vlissingen en Middelburg.
We gaan hierbij niet bespreken het
bioscoopprobleem. Naar onze gedachte
vervult dit hierbij geen overwegende rol.
Want, het onderscheid tussen wat hierin
geboden wordt en vele andere bioscoop
programma's, is wel zó groot, dat men
deze film moeilijk kan bekijken als een
wegwijzer naar de bioscoop in het alge
meen.
Wel kan een andere vraag worden op
geworpen. Indien het mogelijk zou zijn,
dat meerdere van zulke films werden ge
draaid, wat zou er dan een heel andere
invloed van de bioscoop kunnen uitgaan.
De wijze, waarop de geschiedenis van
de grote Hervormer op het doek gebracht
wordt, is treffend.
We lazen een critiek van Rooms-Ka-
tholieke zijde in „De Linie". Daarin werd
een poging gedaan, om te belichten, dat
het jongste historisch onderzoek inzake
de feiten der Reformatie, en de belichting-
van de daarbij optredende personen, zijn
verwaarloosd. Ook worden de kwaliteiten
van de film als zodanig nauwelijks mid
delmatig genoemd.
We moeten zeggen, van deze critiek
weinig te begrijpen. De beelden zijn juist
treffend, en het historisch milieu is goed
weergegeven.
Het is al jaren geleden, dat we zelf de
Wartburg bezochten, en in de kamer ston
den, waar Luther zijn afzondering heeft
benut tot het vertalen van het Nieuwe
Testament in de volkstaal.
Wat de film hiervan weergeeft, is vol
komen in overeenstemming met de plaat
selijke toestanden.
De film begint in Luther's studenten
tijd, toont hem temidden van zijn mede
studenten, als hij zijn besluit te kennen
geeft, om in een Augustijnerklooster ziele-
vrede te gaan zoeken.
Dan volgt zijn intrede in het klooster,
waarbij we meemaken op welke wijze
iemand tot monnik werd gewijd. Voor
over op de grond, gehuld in de pij, waar
aan Luther zó gehecht was, dat hij pas
jaren na de Reformatiedatum deze af
legde.
We zien hem dan de minder mooie kar
weitjes opknappen. Het wordt ons duide
lijk, waarom de vader van Luther zich zo
ergerde aan deze overgang. Een veelbe
lovend student in de rechten kruipt daar
over de vloer, om die te dweilen. Ook
vinden we hem in zijn cel, waar hij door
zware lichamelijke kastijding zijn gezond
heid bijna in gevaar bracht. Al weer in
overeenstemming met zijn eigen uitlatin
gen.
Dan de gesprekken met von Staupitz,
van wiens gelaat een zedelijke ernst uit
straalt. En, het diepe zondebesef, dat
Luther kwelde, wordt ons uit de beelden
duidelijk.
Vervolgens zijn reis naar Rome, zijn
gang over de trap, waar op elke trede een
gebed gedaan moest worden, de ontmoe
ting met Paus Leo X.
D&arna vinden we hem in Wittenberg,
waar de keurvorst Frederik de Wijze hem
benoemde.
Als hij gebogen zit over de Schrift, dan
gaat er van Luther's ernstige gestalte een
prediking uit. Het gesproken woord doet
daarbij het overige.
De Duitse taal zal voor velen een ver
hindering zijn, om dit goed mee te maken.
Ook mag er wel enige kennis van de ge
schiedenis zijn, om alles te kunnen be
grijpen.
Maar, de hoofdzaak spreekt toch wel.
Tegenover de drang naar veruitwendiging
bij Rome komt bij Luther de overgave
aan het Woord. Als hij d&t Woord wer
kelijk vindt, dan gaat er van hem bezie
lende invloed uit. Hij legt anderen de
Schrift waarheid voor. Hij toont zijn af
keer van de reliquien-verering, en wijst
naar het levende Woord. Hij stelt zijn
protest tegenover de aflaathandel, waar
van het sprekend beeld op het doek komt,
wanneer Tetzel de schare toespreekt.
Zo komen de verschillende episoden
naar voren, tot wij eindelijk Luther vin
den op de Rijksdag te Worms.
„De Linie" mag dan protesteren tegen
de voorstelling van Karei V als een zwie
rig geklede fat.de hoofdzaak wordt
daarmee voorbijgegaan. Dat is Luther's
getuigenis voor de Rijksdag, waarin hij
uitspreekt, dat hij alleen „uit het Woord"
overtuigd wil zijn, en niet door uitspraken
van concilies of pausen.
Indrukwekkend is daarna zijn aankomst
op de Wartburg, en zijn terugkeer naar
Wittemberg, waar hij de revolutionaire
beweging onder leiding van Karlstadt be
zweert. Luther wil „geloofsgetuige" zijn,
en niet de „voorman" van een beweging.
In dit opzicht mogen wij de film „ge
slaagd" noemen. Maar, er is enige histo
riekennis nodig, om dit te verstaan. Een
publiek, dat alleen maar komt „kijken"
zal deze film niet verstaan.
Het beeld moet hier het geschreven
woord verduidelijken en sprekend maken.
De film is „strak" gehouden.
De fantasie heeft hier weinig spel ge
had, en dat is een verdienste van deze
film.
Slechts in een paar gevallen komt Ca-
tharina von Bora naar voren, de non, die
haar kloostergelofte brak en met Luther
huwde. Nergens brengt de film in een
verkeerde sfeer. Alles is zó gericht, dat
de geestelijke strijd van Luther, met de
daarop gevolgde overwinning, zal spreken.
Het is mogelijk, dat deze film, althans
voor een ogenblik, in menig gezin het ge
sprek zal brengen op een ander plan. Het
is voor de Christelijke wereld een bewijs,
dat ook uit de geschiedenis van Gods gro
te daden in het leven een verantwoorde
opname valt 'te maken, die tot stilte en
overdenking aanleiding geeft.
Al met al durven wij zeggen, dat hier
iets geboden wordt, waarvan men alleen
maar kan wensen, dat meerdere dergelijke
voorstellingen zullen volgen. C. St.
Voorspellingen, verwijten en historie.
Eens dat ik op bezoek was bij dr A.
Kuyper Sr ik was nog hervormd en
derdejaars-student vroeg ik zijn oor
deel over de toekomst van mijn Kerk.
Gespannen wachtte ik op zijn antwoord.
Och, zei hij tenslotte, dat wordt 'n voort
durend afbrokkelingsproces.
Ik herinner mij goed, dat ik die som
bere profetie, ofschoon onaangenaam voor
mijn mijn Kerk liefhebbend hart, zo niet
voor onomstotelijk, dan toch voor waar
schijnlijk juist hield. Wie had beter kijk
op de loop der dingen dan dit genie met
zijn rijke ervaring?
En heeft hij gelijk gekregen?
We zien de hervormde Kerk, ten spijt
van alle stormen, nog steeds niet slechts
bestaan, doch veeleer gewekt tot nieuw le
ven! Hoe men ook denkt over de gang
van zaken aldaar, niemand kan ontkennen,
dat de hervormde kerk het al met al er
veel beter afbrengt dan men in de tijd,
toen het soms zelfs ruwe modernisme glo-
riëerde, bij „afgescheidenen" en „dole
renden" heeft verwacht. Hóéveel levend
geloof vindt men er nog onder eenvoudi-
gen èn onder geleerden. Hoezeer blijkt
de vier eeuwen oude „vaderlandse" kerk
nog 'n kracht onder ons volk, zeker bui
ten de grootste steden.
'n Andere korte uitspraak van een an
der bekend man heeft zich even diep in
mijn geheugen gegrift. Mijn leermeester,
professor dr F. E. Daubanton, placht,
met alle lof voor het deel dat zijn kerk
bij de doleantie had verlaten, te zeggen:
mijne heren, de gereformeerde kerken zijn
nog niet oud. Ze zullen ook niet oud wor
den.
Zal déze profeet gelijk krijgen?
Van 1834 zijn de kerken der Scheiding.
Van 188ö de kerken, voortgekomen uit
de actie van dr Kuyper en de zijnen. Oud
zijn ze dus zeker nog niet, vooral niet,
wanneer we denken aan de Rooms-katho-
lieke en Grieks-katholieke kerken of zelfs
de Nederlands hervormde Kerk.
Zullen onze kerken de nog resterende
eeuwen tot aan Jezus' wederkomst blijven
bestaan
God weet het. Maar het oordeel van de
vader der doleantie lijkt voorshands eer
van toepassing op zijn eigen schepping.
Want wat zien we helaas anders dan 'n
voortdurend afbrokkelingsproces juist bij
de gereformeerde kerken Om minder be
tekenende scheuringen nu voorbij te gaan,
bij de heugelijke hereniging in 1892 bleef
'n belangrijk deel achter in de Christelijk
gereformeerde Kerk. Daarna hadden we
steeds sterker afbrokkeling in de bewegin
gen van Netelenbos, Geelkerken en Schil
der. En is het nu met scheuren en afbrok
kelen voor goed uit?
Voorspellen blijkt 'n moeilijke zaak,
zelfs voor genieën als Kuyper, die door
'n fijne geest als de hervormde hoogle
raar dr W. J. Aalders van Groningen
eens werd getypeerd als: ongedidd.
Zou met dit woord ongeduldmis
schien alle Reformaties moeten worden
getypeei*d engeoordeeld
Hoe begrijpelijk dat onze jeugd, ver
bijsterd door de jongste scheuring, zich,
terugredenerend, dit afvraagt.
Indien 'n eindeloze afsplitsing de vrucht
is van het Protestantisme, is dan niet de
doleantie 'n vergissing geweest? En de
afscheiding? En is dan de heilloze split
sing niet begonnen bij Luther en Calvijn
Hadden ook zij niet, in plaats van de
Moederkerk te verlaten, binnen haar moe
ten blijven om haar te reformeren en zo
de door Jezus gebeden eenheid bewaren
Wreekt zich die zonde niet telkens weer,
de eeuwen door, tegenover de imposante
eenheid van de Roomse kerk?
Tegenover die hier en daar ook door
Protestantse jongeren met 'n haast niet
meer aarzelend „ja" beantwoorde vragen,
stellen wij tweeërlei kerkhistorische fei
ten, die men in zijn teleurstelling blijkt
te vergeten.
De splitsing is niet begonnen met Lu
ther omstreeks 1517. Het eerste, grote
schisma, voorbereid sedert 867 reeds, da
teert van 1054, toen de legaten van Rome
'n excommunicatiebul deponeerden op het
altaar van de Aya Sophia te Constanti-
nopel, plechtig beantwoord door de Oos
terse patriarchen. Daarmee was de split
sing voor eeuwen en eeuwen 'n voldongen
feit, veroorzaakt door allerlei, zeker ook
door politiek en nationalisme en eer be
vorderd dan geremd of verhoed door de
aangematigde macht van de pausen.
Wanneer Rome ons Protestanten ver
wijt, dat wij de éénheid niet wisten te
bewaren, antwoorden wij, met droefheid
zonder leedvermaak: zie op uzelve. Zie,
gij, Moederkerk, dwingeland meer vaak
dan moeder, slet soms zelfs, wat gij uw
kinderen hebt aangedaan, die de één
na de ander zijn gaan dwalenKa
tharen, Albigenzen, Hussieten, Janse
nisten; de lijst is eindeloos lang. Door
haar macht heeft Rome zich onmach
tig getoond de veel geadverteerde een
heid reëel te bewaren, zowel naar
buiten als naar binnen, waar achter
het scherm van haar totalitair systeem
soms harder strijd wordt gestreden dan
door gelovige Protestanten, die bij alle
verschil zich één weten in Christus en
God zij geloofd, ook dikwijls nog daarvan
blijk geven, juist dan, als het er op aan
komt
Hóé groot de verdeeldheid onder Pro
testantse gelovigen ook mag zijn, zij is
metterdaad minder groot dan zij opper
vlakkig lijkt.
Immers, hóévelen noemen zich Pro
testant, die het allerminst zijn. En, zoals
de Rooms-Katholieken, die op hun een
heid zo prat gaan, niet kunnen beletten,
dat zeer velen zich oud-Katholieken noe
men, of Grieks-Katholieken, Vrij-Katho
lieken of liberaal-Katholieken, kunnen
ook gelovige Protestanten niet voorko
men, dat zelfs tal van beslist ongelovigen
zich nog steeds Protestant noemen en
door de Roomsen ook bij ons worden ge
rekend
De jeugd kent de historie niet meer.-
Daarom ook zegt zij soms, dat Luther
binnen de kerk had moeten blijven. Alsof
hij dit niet met alle geweld van zijn liefde
heeft geprobeerd. Doch hij is geëxcom
municeerd
En hoe moesten de geseheidenen en de
dolerenden? Met al hun fouten en de
laatsten met hun teveel berekenen, kon
den zij niet hun kinderen laten dopen in
de naam van geloof, hoop en liefde en dit
alzo gedoopte kroost overleveren aan 'n
zielverwoestend onderricht, dat de Zalig
maker nadrukkelijk verwierp.
Feit blijft ook, dat Kuyper zich heeft
vergist, toen hij met één slag héél de ge
reformeerde gezindte trachtte los te wrik
ken uit 't synodaal genootschap èn toen hij
van de hervormde kerk feitelijk voorspel-