lit de
\m
Noodzaak of Luxe?
Situatie-tekening
Kerknieuws
Wanneer het over een damesjapon of
herencostuum gaat, zijn we het er allen
over eens: het eerste pak is nodig, het
tweede is wenselijk, het derde is luxe, het
vierde is overdaad, het vijfde is dwaas
heid.
Laat ons zeggen, dat het bij.de dames
japonnen iets anders ligt en dat daar de
luxe bij de vierde jurk begint; deze con
cessie terwille van de charme der afwis
seling.
Maar overigenser is een grens tussen
noodzakelijkheid en luxe. Over het nood
zakelijke zijn we het eens: dat móét er
wezen. Maar over wat luxe is lopen de
meningen uiteen. Is dat verantwoord,
wanneer ons leven door een rand van
luxe wordt ingelijst?
Daar denken we verschillend over.
Mogelijk denken we ook verschillend
over de vraag waar precies de grens ligt.
waar het noodzakelijke ophoudt en de
luxe begint. Sommige mensen vinden
noodzakelijk wat andere luxe noemenen
andere mensen noemen luxe, wat zij, die
het zich permitteren, beslist noodzakelijk
vinden. liet is héél moeilijk schriftuur
lijke grenzen aan te wijzen. Ieder moet
in zijn geweten maar ten volle verzekerd
zijn en beseffen, dat wij ook in zake deze
vragen verantwoording moeten afleggen
van ons rentmeesterschap.
Het is God niet onverschillig hoe in de
wereld lusten en lasten verdeeld worden.
Hier heeft de liefdewet van God voor
het mensenleven een uitermate critische
zin.
Erger is het, wanneer wij inzake de
grensafbakening tussen noodzakelijke
dingen en luxe niet naar Gods Woord
willen luisteren waar het wél in deze
vraag een uitspraak doet.
Neem bijvoorbeeld het gebed.
Is het gebed noodzakelijk? Of is het
luxe
Zéér beslist noodzakelijkDat blijkt
op iedere bladzijde, waar de Schrift het
gebed ter sprake brengt.
De opdracht ligt er: Bidt zonder op
houden
En de belofte staat erDie bidt, die
ontvangt
Nog niet overtuigd?
Er zijn mensen die zich niet laten over
tuigen.
Ze hebben zich suf gebeden en zijn er
mee opgehouden.
Ze hébben de ervaring, dat het ,,toch
niets helpt" of ze bijten zich vast in een
vervalst geloof aan de voorzienigheid
Godshet komt tóch zoals het komen
moetof ze kruipen weg achter de woor
den uit Psalm 139, dat God immers „van
verre onze gedachten kent" en éér er een
woord op onze tong is het al wéét. Je
kunt God immers nooit iets nieuws ver
tellen.
En En wat moet een mens te
gen God beginnen?
Dacht men nu dat men God „beïnvloe
den" kan?
Het gebed noodzakelijk Onzin Staakt
het vuren naar de hemel. Het is immers
een zinloze bezigheid
Hier is het gebed dus niet noodzake
lijk, ook niet wènselijk, zelfs geen luxe.
Het is onmiddellijk ozw-daad in de zin
van overbodige daad en dwaasheid. Ik zou
niet graag de neuzen tellen van de Ge
reformeerden, die er in de praktijk zo
over denken, al houden ze voor de vorm
hun verwachtingloos en daarom uitzicht
loos „gebedsleven" in stand.
Zulk bidden kan men ook indelen bij
de zonden tegen het derde gebodGij zult
de Naam van de Here Uw God niet ijdel
gebruiken.
Hoe dan Kunnen we God wél iets
nieuws vertellen Kunnen we God wél
beïnvloeden? Moet men van het bidden
dan toch iets verwachten? Is er uitzicht,
wanneer men werkelijk bidt, dat God daar
ook mee rekent?
Inderdaad is dat er
Als wij maar zien hoe noodzakelijk het
bidden is! En als we maar niet bidden
zonder er iets van te verwachten.
Men kan beter zijn brood laten staan,
dan dat men zijn gebed vergeet. Maar
niemand zal zijn boterham vergetenmaar
hoe vaak wordt de vraag niet gesteld
„Hebben we al gebeden? We hebben toch
al gedankt O, ik dacht dat we al gedankt
haddenDan is het héél gezellig aan ta
fel, weet U. Zó gezellig, dat God er hele
maal buiten staat.
Neen, voor God is ons bidden niet no
dig We geven Hém niets als wij bidden
en we onthouden Hém niets als we het
laten. Hij wordt er niet rijker of armer
van. En inderdaad Hij kent van verre
onze gedachten. Hij is veel beter geïnfor
meerd over wat er in ons omgaat, dan wij
ooit onder woorden kunnen brengen.
Maar het is nodig voor ojis. Daarom
vórdert God ons bidden, opdat wij van
de noodzaak er van overtuigd zouden blij
ven.
Juist wanneer wij Zijn volstrekte sou-
vereiniteit erkennen, gaan we niet met
bidden ophouden (met de gedachte: de
Here gaat toch Zijn eigen souvereine
gang), maar onderwerpen wij ons aan
Zijn wil èn buigen de knie tot gebed.
De Here weet wat goed voor ons is.
Nu, het is goed voor ons voor
ONS te bidden.
Het gaat immers om zo grote dingen,
die God aan dat bidden van ons vastkop
pelt. Plet gaat om Zijn genade zouden
we willen zeggen, dat we die niet nodig
hebben Nodiger dan broodEn het gaat
om Zijn Heilige Geest, die ons leven tot
vernieuwing moet „omzetten". Zouden
wij daarvan zeggenDat is luxe? Neen
het is conditio sine qua non, een voor
waarde waar niet over te praten valt.
Zonder heiligmaking zal immers niemand
de Here zien.
WelnuGod wil Zijn genade en de
Heilige Geest ALLEEN aan diegenen ge
ven, die Hem met een hartelijk zuchten
zonder er mee op te houden daarom
bidden en daarvoor danken.
Is het gebed noodzakelijk of niet
Even noodzakelijk als onze ademha
ling. Er is geen korrel luxe bij.
Zowaar als Gods genade en de Heilige
Geest de alleréérste voorwaarden van
onze redding zijn.
Dan maar hartelijk zuchten
Ja: zuchten! Zwaarder zuchten dan bij
de dokter, die Uw longen onderzoekt.
Zuchten zwaar en diep vanaf de
bodem van Uw hart, om die onontbeer
lijke genade Gods. En nooit er mee
ophouden.
NOOITA. V.
SCHARENDIJKE
Lieve broeders en zusters,
Van de gemeenteavond hoef ik in de
Kerkbode niet alles te reproduceren. Wij
hebben daar een en ander met elkaar kun
nen bespreken, o.a. de kerkelijke samen
werking, het Jeugdgebouw, het beroe-
pingswerk. En we hopen nu, dat ook deze
vergadering mag meewerken om de ge
meenschap der heiligen sterk te maken.
Het is niet zo, dat we kunnen zeggen:
hierin is Scharendijke volmaakt. Als het
maar wel zo isHierin zet iedereen om
Jezus' wil zijn beste beentje voor.
Over het beroepingswerk wil ik nog
even dit zeggen, dat de kerkeraad zo hard
mogelijk werkt om een nieuwe predikant
te krijgen. Laat iedereen de kerkeraad
helpen op de meest simpele maar meest
machtige manier die mogelijk isdoor er
thuis in het gezin voor te bidden.
A.s. Zaterdagavond zal er een begin
gemaakt worden met een soort „Instuif".
Dat is wat nieuws op Scharendijke. U
weet echter wel wat de bedoeling van een
„Instuif" is: de jeugd van de straat hou
den door ze wat te bieden in een ver
trouwde sfeer. Dat zullen we proberen.
En al onze grotere jongens en meisjes
mogen alle vrienden en vriendinnen mee
nemen. Zó is het bedoeldUit de spel-
mogelijkheden doe ik even een greep
twee taf el tennisspelen, twee voetbalspelen,
schaak- en damspelen, sjoelbak enz. Om
7.30 uur gaan de deuren open. Zorg dat
je er bij bent
Aan giften kwam voor Nov., Dec. en
Jan. 4 X 4,binnen voor „Kerkher-
stel". Hartelijk dank voor deze trouwe
hulp.
Vertrokken met doopattest naar Wolf-
hezeLeni bij de Vaate.
In het Sanatorium „Sonnevanck" moest
opgenomen worden: Lutske Kootstra. U
weet daar nu dus van, en kunt ook voor
haar bidden.
Allen hartelijk gegroet van Uw
H. M. Kuitert.
We lazen in het „Veluws Kerkblad"
De reden tot bezorgdheid, welke ik één-
en andermaal uitte, schuilt in de situatie,
waarin zich ons kerkelijk leven bevindt,
't Valt niet mee om deze situatie nauw
keurig onder woorden te brengen. Daar
om heb ik grote waardering voor wat Ds
J. D. Boerkoel in „De Bazuin" ondernam,
toen hij in de rubriek „Van de toren
trans" een m.i. welgeslaagde poging deed
een situatie-tekening te geven. „Het oecu
menisch streven", zo merkt hij op, „gaat
zich in groeiend élan al meer kenmerken
door een zoeken naar concretisering".
Velen willen nu toch eindelijk eens van
„de praat" komen tot „de daad". Sommi
gen bepleiten een uittreden uit onze be
slotenheid en zoeken de meest geschikte
weg, die „uit onze veste naar de andere
kampen leidt". Anderen ijveren voor aan
sluiting onzer Kerken bij de Internatio
nale Raad van Christelijke Kerken. Weer
anderen roepen om toetreding tot de We
reldraad van Kerken. „Onstuimiger is 't
gedrag van hen, die avontuurlijk over de
muur heenspringen en plompverloren aan
de andere zijde terecht komen". Zij vin
den, dat het „potje van de oecumenische
toenadering en samenwerking al veel te
lang op 't vuur staat. Daar komen maar
aangebrande korstjes van. Lepel dan maar
een paar scheppen op de bordendan eten
de mensen wel".
De leuze wordt uitgegevenhet moet
van onder op beginnen. De stoot moet
van de plaatselijke Kerken uitgaan. In
groot-kerkelijk verband loopt alles veel te
stroef. Wat de synodale Deputaten voor
de eenheid doen, blijft diepe verborgen
heid en lijkt op geheime diplomatie. Zo
legt deze of gene een hulplijntje aan, dat
de sporen verbindt, individueel, b.v. via
een huwelijksbevestiging. Men stelt onder
veler handgeklap, dat tot spurten aanzet,
voor een fait accompli.
Maar niet allen applaudiseren
Er gaan ook protesten op, en deze laten
een duidelijk geluid horen. Een bejaarde
oud-ambtsdrager schreef aan Ds B.
,,'t Rommelt weer in onze Kerken, span
in „De Bazuin" al je krachten in om de
zaak bij elkaar te houden". Veel schijnt
zelfs daarvan niet te hopen, als nu reeds
van twee kanten verzekerd wordt, dat op
de voorgrond tredende leidslieden in onze
Kerken in alle ernst over een nieuwe Do
leantie spreken, met de opmerking erbij,
dat schrijven in de pers toch niet meer
helpen kan
„Zo barsten er weer kloven in de bo
dem, waarop we allen staan. Het vermoe
den van groepsvorming is al meermalen
geuit, al werd het door betrokkenen te
gengesproken. In elk geval zijn er wel
degelijk groepen in actie".
De tegenstellingen spitsen zich met
name toe in twee bladen.
Enerzijds „Waarheid en Eenheid
de Roeper", dat toenadering tot de Ned.
Hervormde Kerk in de huidige omstan
digheden afwijst, maar een krachtig plei
dooi voert voor de oecumene, waar die
het naast te vinden, n.l. bij de belijders
van de Gereformeerde confessies, de Chr.
Geref. en de brs. van „art. 31".
Anderzijds de „Strijdende Kerk", dat
juist de door „Waarheid en Eenheid" af
gewezen toenadering krachtig voorstaat.
Wat niet te verwonderen is voor wie in
het oog houdt, dat de redacteur van dit
blad, Ds Toornvliet, de predikant is, die
de befaamde huwelijksbevestiging mee
hielp voltrekken.
„De spanningen worden voorts ver
hoogd" zij het ook onbedoeld door
wat we de Woudschoten-groep kunnen
noemen, die verdieping van het Gerefor
meerde leven begeert en daarbij midden
in onze tijd wil gaan staan.
Zo tekent Ds B. de situatie. Hij noemt
deze tekening zelf gebrekkig en onvolle
dig. Laat het zo zijn. Maar onjuist acht
ik haar in geen geval. En stellig is ze zo
objectief mogelijk gehouden.
Ook hierin zie ik wettiging van mijn
bezorgdheid.
En dat temeer, omdat ik vrees, dat de
oorzaak van het ontstaan dezer gespan
nen situatie voornamelijk gezocht moet
worden in een al duidelijker wordende
divergentie in ons belijden aangaande de
Kerk van Christus. We tobben met een
diepgaand meningsverschil over het
vraagstuk van de pluriformiteit, c.q. de
pluraliteit der Kerk. We zitten tussen de
Scylla van wat men als absolutisme ty
peert en de Charibdis van een alle vastig
heden losschroevend relativisme. Of een
„synodale leeruitspraak" ons uit deze im
passe helpen kan? Ik vrees „met grote
vrees". De ervaringen, die onze Kerken
met leer uitspraken hebben opgedaan,
vooral zodra daaraan officiële, kerkelijke,
sancties worden verbonden, manen tot
uiterste voorzichtigheid en geven niet veel
hoop. Terwijl ook bij dit punt niet minder
dan voor tien jaar bij de geschillen over
„Verbond en Doop" het gevaar dreigt,
dat de theologie, of juister, een bepaalde
theologische visie de confessie gaat over
heersen.
De enige uitweg zou zijn, wanneer wij
allen, met open oog voor de verandering
der tijden, ons uitgangspunt houden in
het Woord. Wederkeer tot, blijven bij
het: „Wat zegt de Schriftkan ons al
leen samenhouden en samenbinden.
Van Herksen.
Tweetal te Wolvega, O. Jager te Vrou
wenpolder en A. Kruyswijk te Oosterzee
(Fr.).
Beroepen te Beekbergen, D. Bremmer
te Bruinisse te Ezinge, A. Griffioen
te Zoutkamp te Franeker (vac. W.
Diepersloot), A. Kruyswijk te Oosterzee
(Fr.) te Oldemarkt, L. Bech, cand. te
Wolfheze te Rotterdam (vac. F. C.
Meyster), W. C. v. d. Brink te 's-Gra-
venhage-Oost te Vlagtwedde, I. Mey
er, cand. te Oude-Wetering te Zwee-
loo, A. Nagelkerke te Zonnemaire te
Bodegraven (vac. S. Neerken), A. C.
Kersten te Opperdoes te Lewedorp,
S. Oegema, cand. te Zwolle.
Aangenomen naar Drachtstercompag-
nie, J. Nieuwsma, cand. te Amsterdam
naar Lochem, J. A. v. d. Peppel te Hijken.
Bedankt voor Hemelum en voor Oude-
horne, J. Nieuwsma, cand. te Amsterdam.
Afscheid en intrede. Ds H. J. Bouw
huis is voornemens 20 Febr. afscheid te
nemen van Noordbergum, om 27 Febr.
d.o.v. intrede te doen te Coevorden.
Ds A. J. R. Brussaard is voornemens 13
Maart afscheid te nemen van Dieren, om
27 Maart d.o.v. intrede te doen te 's-Gra-
venhage-Loosduinen. Ds D. J. Modde
raar is voornemens 17 April afscheid te
nemen van Appingedam, om 28 April
d.o.v. intrede te doen te Rotterdam-Zuid,
na bevestiging door Dr E. Masselink al
daar.
Ds D. Wijnbeek. Na een langdurig
lijden is te Almelo, nog slechts 42 jaar
oud, overleden Ds D. Wijnbeek, emeritus
predikant van de Geref. Kerken. De over
ledene, die 2 April 1912 geboren werd,
studeerde aan de V.U. en was eerst werk
zaam als hulpprediker. In 1946 werd hij
te Venlo in het predikambt bevestigd. In
1948 vertrok hij naar Neede, waar hij
in 1952 om gezondheidsredenen met eme
ritaat ging. Ds Wijnbeek heeft tal van
jaren met een zwakke gezondheid te wor
stelen gehad. Van zijn hand zijn in ver
schillende kerkelijke weekbladen medita
ties verschenen.
Examens. De classis Woerden heeft
praep. geëxamineerd en beroepbaar ver
klaard de heer I. Meijer, cand. te Oude-
Wetering. Aan de V.U. is geslaagd
voor het cand. ex. theologie de heer D.
Kronemeyer te Kollum.
Enkhuizen. In verband met de fees
ten die het Comité Enkhuizen 600 jaar
stad heeft georganiseerd, heeft de kerke
raad aan dit Comité een schrijven gezon
den, waarin hij uiting geeft van zijn on
overkomelijke bezwaren tegen het ontwor
pen programma in zoverre daarbij de
Zondag is betrokken. Hij ziet daarin zulke
ernstige verstoring van de Zondagsrust,
dat hij niet kan nalaten een ernstig pro
test te doen horen. De kerkeraad verzoekt
het Comité dringend om het ontwerp
programma daarom te wijzigen, wat hij
des te vrijmoediger doet, wijl het immers
het streven is heel de burgerij in de feest
vreugde te doen delen. Bovendien kan het
bekend zijn, dat ongeveer een derde van
de Enkhuizer burgerij de Zondag wil
doorbrengen als „de dag des Heren". De
kerkeraad oordeelt dat afvaardiging naar
een vergadering waarin over de festivitei
ten mededelingen zullen worden gedaan
(waarbij alleen tevoren schriftelijke vra
gen kunnen worden ingediend en waar
geen gelegenheid is voor discussie) niet
op zijn weg ligt. Voor de uitnodiging-
werd daarom bedankt, terwijl de kerke
raad zich opnieuw met een schrijven tot
het Comité gewend heeft, waarin hij bij
zijn bezwaren persisiteert en uiting geeft
aan zijn diepe teleurstelling, dat het Co
mité pogingen heeft gedaan om de ker-
misweek verzet te krijgen en daarbij nog
een extra-Zondag in te lassen. Terwijl het
Comité de gehele burgerij in het feest
betrekken wil sluit het dusdoende een
derde deel uit. De kerkeraad oordeelt het