ytclvent JTxelaria Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland Prof. Dr. J. Ridderbos 75 jaar ZEEUWSE KERKBODE TIENDE JAARGANG No. 22 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 26 NOVEMBER 1954 Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 10 cent per mm. Wat gaat alles toch snel. Nu al weer de Adventsdagen 1954. De dagen en weken schijnen in te krim pen tot ogenblikken. Weer staan we dan in dat gedeelte van het jaar, waarin het daglicht spaarzamelijk wordt toegemeten, en de duisternis met iedere dag langer duurt. Dan juist houdt Christus' Kerk advent. Er is terecht eens opgemerkt, dat de Kerk daarin het natuurlijke leven vooruit is. Daar komt pas langzame wijziging ten goede na het feest van zonnewende. Maar, in de Kerk valt de voorberei ding voor het lichtfeest juist in de weken van toenemende duisternis. Het feest van het licht werpt zijn stralen vooruit. Het licht, waarom het gaat op de Kerstdag, mag ons met recht in de duisternis vrolijk stemmen. Want, het betreft het Licht dei- lichten, dat de schaduwen komt verdrij ven. Het gaat om het Leven dat de dood zal overwinnen, en dat daarom indaalt in onze duisternis. Advent wil zeggen, dat er wat op komst is, en wij ons nu voorbereiden. De komst is zó zeker, dat alle nalatigheid in de voorbereiding noodlottig kan worden. Want. ,,Hij komt, Die de aarde zal „richten. Verbeid Hem, wacht op Hem, „want Hij zal zeker komen." Deze Schriftwoorden hebben duidelijk betekenis met het oog op de wederkomst. De verschijning van de Wereldrechter, Die vol Majesteit de beslissing brengt. Is dit dan de goede Adventshouding, dat de gemeente zich bezig houdt met de wederkomst Ja, de herhaling van het Kerstwonder gaan wij zeker niet tegemoet. Er komt wel herhaling van allerlei „Kerstroman- tiek" in de etalages, met Kerstmannetjes en toebehoren. Maar.... deze herhaling- is meer berekend op het effect en het voordeel, dan dat het iets te maken heeft met de Adventshouding. „Eens voor altijd" is de Zoon in het vlees gekomen. Toen heeft God het won der gegeven van een nieuwe wortel van boven voor het verdorde, ten dode op geschreven menselijk geslacht. Deze komst in het vlees heeft geleid tot de gehoorzaamheid in het vlees, in onze plaats. En, tot de offerande in het vlees, waardoor onze zonde is verteerd. Nu is het vlees aan het verderf ontrukt. De mens mag weer worden toegelaten tot de paradijsvreugde. Nog veel heerlijker, dan uit de paradijsdagen. Want, door de tweede Adam kan er nu geen tweede ramp volgen op de eerste. De zondeval met haar gevolgen is weggenomen voor allen, voor wie Christus in het vlees is verschenen. Het Kerstfeest is de jaarlijkse herin nering aan dit wonder. Het is goed, dat het Evangelie van Kerstdag jaarlijks wordt opgeslagen. Toch begrijpt ieder, dat het niet vol doende is om terug te staren. De „zin" van de telkens weerkerende Kerstviering ligt hierin, dat „de herinnering" ons wordt tot een aansporing, om voorbereid te zijn op de nog heerlijker komst van Jezus Christus. Want, de komst in het vlees roept om de verschijning van de Christus-overwinnaar op het wereldtoneel. De Adventstijd is de voorbereiding op die komst. Daarom is dit de practische vraag in de Kerk en in het persoonlijk leven, in hoever het leven gericht is op dat wederkomen van Christus. Niet alleen de prediking van de Kerk, maar haar leven, het leven van de kerk gangers, moet wijzen in de richting van de wederkomst van Christus. Zeker behoeft dat niet te bestaan in allerlei overdreven toestanden. Juist niet. Het is zó, dat dit in de kring van aller lei secten bij herhaling is voorgekomen. Het schijnt, dat ook sommige kerkmen sen de extatische beweging en vertoning soms hoger aanslaan dan de weg dei- Kerk. Echter leert de ervaring, wie in geestelijk opzicht overspannen raakt, die zakt straks te meer in elkaar. Nooit vraagt de Bijbel, dat wij de grens zullen te buiten gaan. O ver-geestelijkheid wordt gemakkelijk geesteloosheid, dat wil zeggenstreling- van het vlees, zonder enige kracht van geloof. Maar, wel moet de Adventsgemeente haar houding in het leven hebben als van mensen, die uitlopen, om de Heer te ver welkomen. Daar is één en ander voor nodig. Het werk moet geregeld, de feestkledij moet opgezocht, en onze plaats moeten we innemen in de rijen der wachtenden. Kan iemand dat zeggen, die niet pre sent is, wanneer de boodschap van de Koning door Zijn herauten wordt uitge roepen Een Adventsgemeente is wakker, om het Woord Gods te ontvangen. En, als iemand het Woord Gods ont vangt, dan betekent dat, dat zijn leven de machtige invloed van het Woord on dergaat. Dat Jezus Christus gaat regeren over ons begeer-leven en wils-leven, en zó al meer. Waarom is er zoveel vertoon van Chris telijkheid zonder kracht, kerkgang zonder vrucht, Bijbellezen zonder enige merkbare gevolgen, gebedsleven zonder enige toe name van rust Waarom Omdat het feest van de Heer, Die ko mende is, ons minder beheerst dan de aar de, die aan het voorbijgaan isDaaruit laten zich de conflicten verklaren, ook tussen kerkgangers en psalmzingen. In dat opzicht betekent de prediking van Advent een vernieuwing van het leven, waarbij alles veel meer beheerst wordt door de nadering van Zijn komst en ons verlangen om daarbij betrokken te zijn. Dan moet de Kerk, ook de verhouding tussen Kerken en Christenen, daarvan de invloed ondergaan. Dan zal het werk van het vlees, in hatelijkheid en liefdeloosheid en oppervlakkigheid en dwaasheid, plaats moeten maken voor de vrucht van de Geest, waarvan we in het Nieuwe Tes tament lezen. Het is weer Advent, opdat deze dingen meer onder onze aandacht komen. Het is nog Advent, opdat onze tijd niet ongebruikt, duszondig, zou voorbijgaan, zonder ons in te stellen op het voornaam ste en blijvende. WantZie, Ik kom, zegt de Heer der heirscharen. Als Hij komt. zal Hij ons wakende vinden C. St. Juist op de Zeeuwse Dankdag was het ook in Kampen een dag van dankbaar gedenken. Prof. Dr J. Ridderbos, Emeritus-Hoog leraar van onze Theologische Hogeschool, bereikte de leeftijd van 75 jaar. Wij willen de Hoogleraar en de zijnen hiermede nog hartelijk gelukwensen. Vele jaren heeft hij niet alleen de Theologi sche Hogeschool gediend en de Geref. Theologie, maar evenzeer onze Kerken, met name in zijn deelname aan de arbeid onzer Synodes. In critieke jaren hebben zowel het inzicht als de wijsheid van Prof. Ridderbos voor onze kerken rijke vrucht gedragen. Wij menen, dat dit in onze, zich snel voortbewegende tijd, waar in wel eens „oordelen" gehoord worden, die niet bepaald van grote kennis van het jongste verleden spreken, nog eens met nadruk moet worden vermeld. En wij hopen, dat Prof. Ridderbos, die nu in waardige rust de verdere gang van het Gereformeerde leven meemaakt, van God ontvangen mag, te leven uit de vreugde, hem voorgesteld, en al de tijd, hem toe gemeten, daarin te mogen voortgaan van kracht tot kracht. C. St. Alles op zijn tijd. Er is sedert enige tijd 'n nieuwe be weging in onze kerken gaande om ge meenschappelijk in de nood vooral van de grote stadskerken te voorzien. Ieder die iets weet van de dure bouw grond daar, van de soms niet bij te hou den aanwas van 'n buitenwijk, tegelijk dat het centrum haast wordt ontvolkt, zal die nood verstaan en willen helpen. Toen ik zelf dertig jaar geleden in Rotterdam- Noord zónder eigen kerkgebouw begon, groeide mijn jonge gemeente daar met 'n vierhonderd leden per jaar, terwijl we ook weer ongeveer honderd personen elk jaar door vertrek naar alle oorden van 't land verloren. En wat duurte van bouw grond betreft, in Brussel moesten wij 'n bedrag van 26.000 voor-oorlogse Hol landse guldens neertellen voor nog geen 400 vierkante Meter Denkt U dat eens in Schrijver dezes weet ook nog van an dere moeilijkheden, zoals breder zelfkant der grote stadsgemeenten, zoveel breder dan op het platte land, met het gevolg dat zoveel minder mensen hun rug willen zet ten onder de drukkende uitgaven. Toch meen ik dat er reden is om te verzoeken met deze jongste actie voor lopig even kalm aan te doen. Alles op zijn tijd zou ik de al te ijverigen willen toeroepen. Vergeet niet de zes ton, die we nog steeds achter zijn bij de hulp aan de ge scheurde kerken! En dan lijkt het mij dat het nu éérst de tijd is om die reeds jaren oude schuld aan deze zéker niet minder dan welke grote stadskerk ook beknotte gemeenten, eindelijk eens royaal af te doen. Vele malen reeds schreef ik over de moeilijkheden van de kerk van Axel. Nog altijd zijn de laatste tienduizend gulden, ons jaren geleden toegezegd, niet geho noreerd. En dan te weten, dat het pre cies 'n tienduizend gulden zijn, die juist Zeeuwse kerken achterstallig zijnHad ieder in onze eigen provincie het billijke bedrag 3,per ziel) op tijd betaald, dan zou Axel niet met 'n extra schuld van 10.000,zijn bezwaard. Hoe lang moet dit nu nog duren? En dan zou men diezelfde provincie, uitgerekend die zelfde achterstallige ker ken nu nog weer gaan afromen voor het kerkbouwfonds van de grote stadskerken in het bijzonder? Wij hebben hier in Axel meegedaan aan elk millioenplan, voor de partij, nu weer voor de medische faculteit van de V.U. Vanzelf. Maar het wordt toch wat al te gortig, wanneer men zelf tot over de oren in de schuld zit, om dan de grote heer uit te hangen tegenover „armen" die veel „rijker" zijn dan wij. Men versta mij goed. Ik voor mij doe mee met de nieuwe actie. Maar op zijn tijd - Laat alle dingen met orde geschieden Eerst nu eens die 600.000 voor ge scheurde kerken. Dan onmiddellijk daarna de actie voor de grote stadskerken en andere gemeen ten, waar men met kerkbouw tobt. Dat ik dit vraag vindt allerminst oor zaak enkel in de grote schuld van de klei ne kerk van Axel. Neen, ik denk daarbij aan al die an dere verminkte kerken, waar nog in 't ge héél niet gebouwd kon worden en waai de nood óók dringt. Onder de bijzonder zwaar getroffen gemeenten behoort ongetwijfeld de kleine kerk van Zoutespui. Dat ik tot nog toe niet over haar moei lijkheden schreef, geschiedde naar de al gemeen erkende regelalles op zijn tyd. Ik kon moeilijk voor twee kerken tege lijk pleiten. Bovendien leek het in Zoutespui oor spronkelijk wonder boven wonder goed te gaan. Het won n.l. tegen veler verwachting het proces'. Zo kwam het jaren geleden opeens weer in bezit van al zijn goederen. Het kreeg 'n zelfs te groot en heel goed gebouw, zodat in tegenstelling met Axel de diensten en alle jeugdwerk en verga deringen heel gunstig konden plaats vin den. Toen veel later Axel zijn opgedrongen proces verloor, stelden de „vrijgemaak- ten" ook in Spui plots opnieuw de eis de kerkelijke goederen terug te ontvangen. Echter, dat moet ik erkennen, op voor waarden, waarover te praten viel. Zo kwam 'n wel wat eenzijdige „minnelijke" schikking tot stand, waarbij wij zelfs énig geld in kas kregen, doch het kerkgebouw weer verloren Zo zitten we sedert lang opnieuw in ons oude ballingoord, 'n lokaal van 'n afgekeurde school. Wél zitten we hier „knusser" bijeen, omdat we niet verloren gaan in 'n te groot gebouw, maar het lokaal juist geheel vul len, waarbij de jongens en meisjes het zelfs wel leuk zullen vinden achteraan bo venop schoolbanken te mogen zitten. Doch vooral bij de Avondmaalsviering voelen we onze armoe. Erg waardig kan het door gebrek aan ruimte dan vooral niet toegaan. Bij de laatste slagregens moest ook, wat dan „kansel" heet, maar door mij al leen kan worden verzet, verplaatst om niet onder het preken precies in de drup te staan. Ik onthoud mij verder van 'n gedetail leerde beschrijving van de al te povere omgeving, waarin nu opnieuw het evan gelie wordt gebracht. U kent ze zelf wel, die alleroudste dorpsscholen, verveloos, ongezellig, rommelig, doordat men eigen lijk niet goed raad weet met de hete ka chel en het orgel en de avondmaalstafel. En er wordt niets meer aan verbetering- gedaan, omdat de school is afgekeurd en ook het dak bijv. niet wordt gerepareerd. In elk geval kunnen we in de school niet blijven. De mogelijkheid bestaat zelfs, dat de hele afgekeurde school over enige tijd te gen de grond moet, omdat deze ook voor het moderne verkeer 'n sta in de weg is. Reeds lang geleden hebben deputaten hun steun toegezegd, overtuigd van het feit, dat het zó niet kan blijven. Doch tot heden is er geen cent ontvan gen. Om de eenvoudige reden, dat vele niet cf nauwelijks gescheurde kerken haar roeping niet verstaan. Is dat nu dank aan God, dat men zelf onverminkt uit de scheuring te voorschijn kwam Hoe is het mogelijk Moet daaraan niet spoedigst nu 'n eind komen Als het nóg langer sleept, vrees ik, dat het neerkomt opga heen en word warm En zullen we dan hier in Zoutespui en in de niet sterke classis Axel ook weer de grote stadskerken moeten helpen aan gebouwen van zeg 2 of 3 ton, terwijl we zelf geen geld hebben om iets van 'n 30.000 gulden te bouwen? We geven hier toch reeds jaarlijks 'n heel bedrag voor allerlei doeleinden tot ver buiten Spui. Natuurlijk. We moeten ook hier om anderen den ken en niet leven alleen voor ons zelf. Maar zal Zoutespui ooit aan de beurt komen en het is toch wel zéér zwaar getroffen door dat trieste spelletje om de kerkelijke goederen dan zal men die 6 ton eerst bij elkaar moeten brengen. En het gaat werkelijk niet om Spui al leen, maar ook nog om Hoek en hoeveel andere gescheurde gemeenten We hebben het millioenplan voor de partij laten voorgaan. Méér dan 'n millioen op één enkele Zondag werd door onze kerken bijeen gebracht voor de schrikkelijke watersnood. Maar voor wie de geestelijke verwoes ting goed ziet,, die gevolg was van de scheuring, mag toch zeker nu eerst die ƒ3,per ziel offeren. We hebben ook meegedaan aan het millioenplan voor de V.U. En we zullen te zijner tijd ook iets voor de grote stadskerken doen. Maar we her halen: is het nu eindelijk na 8 jaar geen tijd om die oude schuld aan Zoutespui, Axel, Hoek enz. af te doen? Laat toch alle dingen met orde geschie den. D. J. C.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1954 | | pagina 1