Jeugdrubriek
Kerknieuws
PREDIKBEURTEN
NU voor de V.U.
over levenswandel en handel en er zijn
voorbeelden genoeg, dat wij als Gerefor
meerden toch lang niet zo'n gesloten een
heid vormden, als wel werd voorgesteld,
gesuggereerd, naar binnen en buiten ge
loofd werd.
Ik voor mij heb altijd gedacht, dat het
spreken over de Gereformeerde belijder,
die er zus en zo over dacht, en op deze
en die manier handelde, zo vast, dat je
het van te voren wel kon vaststellen, een
theoretische fictie is geweest, die helemaal
niet met de werkelijkheid overeenstemde.
Zeker je trof wel eens zulke mensen aan
en hun bestaan was koren op de molen
van allen, die van de Gereformeerde ge
zindheid graag een caricatuur maakten,
maar de werkelijkheid was, dat er veel
variëteit in het Gereformeerd zijn was,
in iedere gemeente en in onze kerken in
het algèmeen.
Het anders voorstellen was m.i. een
vals generaliseren, een niet op de hoogte
zijn, van de grote variëteit in het genus
Gereformeerd zijn.
In hoeverre het generaliseren voor be
paalde doeleinden wel eens bewust nage
streefd is geworden, laat ik rusten. Ik
constateer alleen maar, hoe ik het zelf in
mijn ervaring als predikant in onze ker
ken heb aangetroffen.
Nu is er wel verandering gekomen in
andere opzichten. Hield ieder in het ver
leden misschien eigen opvattingen en me
ningen meer voor zichzelf, dat is er te
genwoordig niet meer bij. Net, zoals onze
kinderen, onze jeugd veel meer vrijmoe
dig is geworden, veel onbeheerster, veel
meer ongeremd, zo heeft die geest van
deze tijd ons ouderen ook wel aardig te
pakken. Er was in ieder geval vroeger
meer bescheidenheid. Niet ook die haast
ziekelijke neiging om altijd dadelijk weer
te zeggen, dat men er anders over denkt,
dat het mis gaat, als men niet de weg
gaat, die naar onze mening begaan moet
worden enz.
Och, daar kunnen we met een zekere
welwillendheid, die uit begrijpen voort
komt, toch wel tegenover staan.
Je laat een kind ook wel eens uitpraten
en je springt er niet dadelijk bovenop om
van dat kind, alsof het al volwassen was,
rekening en verantwoording te vragen
van alles wat het in jeugdige vrijmoedig
heid en onbezonnenheid beweert. Je laat
dat wel eens betijen. Hoe meer je er rea
geert, hoe vaster de denkbeelden zich gaan
vormen, de ondervonden weerstand werkt
ook een zich vastbijten op het eenmaal
uitgesprokene in de hand.
Er zijn ouders, die dadelijk uitroepen
„Waar gaan we toch heen? Nu moet je
eens horen, wat m'n jongen durfde te
zeggen, hoe hij mij critiseerde e.d." Ik
geloof niet dat dit erg verstandig is.
Groei en ontwikkeling gaan gepaard
met worsteling, naar binnen en naar bui
ten. Dan wordt overal geconstateerd, waar
leven is. Waar die worsteling niet aan
wezig is, heerst de dood. Ik zou het vre
selijk vinden als wij als Gereformeerden
het allemaal zo gloeiend met elkaar eens
waren. Dat zou voor mij het bewijs zijn,
dat heel ons belijden een mooie theorie
is geworden. Waar de belijdenis beleefd
wordt, en wat niet te loochenen is ook
in onze Gereformeerde kring naar eigen
aard, naar eigen ontwikkeling, naar eigen
verantwoordelijkheid beleefd wordt, daar
zullen verschillen aan de dag treden. Ook
in het fundamentele, want alles is nog
lang niet tot het laatste toe uitgedacht,
geconfronteerd tot het laatste met wat
God in Zijn Woord geopenbaard heeft.
Nu maakt het groot verschil uit, hoe
die niet overeenkomstige belevenissen
worden in het lichtgesteld, hoe de een op
de ander reageert, maar het voorkomen
van deze verschillen is op zichzelf heus
niet zo verontrustend, dat als in wanhoop
moet worden uitgeroepen: „Waarheen?"
Ik hoop dat in een volgend artikel nog
nader te staven. Hiermeer is ten dele de
weg gebaand tot een minder zich dadelijk
zo verontrust betonen.
W. J. MEISTER.
„God de HEER, zo goed, zo mild
Dat is maar niet een regel, die de Dia
conieën goed in hun oren moeten knopen,
opdat ze van die goede en milde God niet
een carricatuur maken bij het uitdelen
van hun karige gaven.
Integendeel, wij moesten dat allemaal
wat beter beseffen, dat we met zo'n God
te maken hebben, opdat we er voor be
waard blijven een kerkelijke krentenwe-
gerij op touw te zetten, die bij de kruide
nieren zijns gelijke nog niet heeft.
Dat bedoel ik zo.
Je ziet dan ook meteen, dat het wat
met je vereniging te maken heeft. Wij
zien, als ik tenminste mijn oor goed te
luisteren leg, nog veel te veel kans om
alle vergaderingen die met Gods Woord
te maken hebben, en dus ook de J.V. en
de M.V. vergaderingen, te degraderen tot
dat soort afgemeten en afgepast bijeen
zijn, dat eerder met de ambtenaren dan
met de dienaars van de levende God te
maken heeft.
Wie schiet er voor de HEERE uit zijn
slof
Niemand. Let maar eens op.
Dat doen ze nog in het Oude Testa
ment, zo eens een psalmdichter, die zich
niet meer in kon houden. Misschien deed
Luther het ook nog een beetje.
En verder dan de „ketters", de Metho
disten en de Pinkstervrienden en de ver
gadering der gelovigen en nog zo'n paar.
Maar bij ons zal je dat niet vinden
Als iemand naar onze zin wat al te
hard zingt in de kerk, dan kijken we al
om. En rhytmisch zingen wil ook niet
altijd even gemakkelijk.
Laat staan, als iemand eens „Plallelu-
ja" zou roepen. Helemaal een Heilssolda
ten-beweging
Ze zeggen dan, dat Gereformeerde
mensen zo stijf kunnen zijn. Daar kon
wel eens iets van waar wezen.
In ieder geval schep je het er zo maar
niet af, dat die mensen nu met het aller-
levendste bezig zijn wat er bestaat, n.l.
met de levende God en met Zijn levend
Woord. Waarvan we dan rustig belijden,
dat het „wat doet", dat het „niet ledig
wederkeert". Maar in alle gemoede: wat
dan? Wat doet je dat woord van God
dan? Of doet het alleen maar wat aan
ons verstand?
Ik geloof, dat achter deze stijfheid en
zwaarwichtige afgemetenheid een ver
keerd levensgevoel ligt.
Het levensgevoel van de Bijbel is toch
werkelijk wel een beetje anders dan wij
er van kunnen maken vandaag.
Daarom heb ik die regel uit Ps 846
boven dit stukje gezet.
Bij deze God past geen karigheid en
geen houterigheid. Vraag maar aan Da
vid, die zelfs begon te huppelen.
Maar bij deze God, Die zó goed, zó
mild is, dat niemand dat bevatten kan,
past een leven „in de ruimte", zoals de
oude mensen dat nog wel eens zeggen.
En geloof me, deze ruimte kan ons al
leen maar verder brengen.
Allereerst al dat het „huppelen" vlug
ger opschiet, dan het plechtige „schrij
den". Niet alleen maar letterlijk, maar
ook figuurlijk. Je huppelt gemakkelijk er
gens overheen. En dat is af en toe brood
nodig. Er bestaat zo langzamerhand een
hele ballast van zware problemen, die in
werkelijkheid niets wegen. Wij tillen er
alleen maar veel te zwaar aan.
En verderals we van „God de PI EER
zo goed zo mild" ook een klein beetje
mildheid en overvloedigheid geleerd heb
ben, dan kan deze nieuwe ruimte waarin
we leven, menigten van zonden bedekken.
D.w.z. zand over de zonden van de buur
man doen.
Vanwaar onze lange tenen? Die we
soms nog expres uitsteken, opdat een an
der er op trappen zou?
Vanwaar de aangebrandheid tot bij jon
gens van 18 jaar toe, die al niet meer van
vergeten en vergeven weten
Omdat we ons levensgevoel niet geput
hebben uit deze God met Zijn goedheid
en Zijn mildheid, die blijkbaar nog weet
te regenen over bozen en goeden, en de
zon nog laat schijnen in het leven van
rechtvaardigen én onrechtvaardigen.
Hoe goed, hoe mild is God? Zodra je
jezelf een wandelend voorbeeld van deze
betoonde mildheid weet, ga je vermoeden,
dat niemand een antwoord op deze vraag
kan vinden. Het beste antwoord is daar
om een leven waarin iets van deze Seig-
neurale mildheid weerspiegelt.
Er wordt natuurlijk ook wel geweend
en geweeklaagd in de Bijbel. Maar dat
gebeurt juist in die verhalen, waarin de
Bijbel beschrijft hoe het contact met deze
God verbroken werd. Dan schijnt die
zelfde milde God nog wel met diezelfde
milde zon, maar dan is het toch „nacht
op de middag", omdat ze Gods aange
zicht niet meer zien.
Gods vriendelijk aangezicht geeft vro
lijkheid en licht.
Alweer een Psalm.
Van de Psalmen moeten we het blijk
baar hebben, als het over „levensgevoel"
gaat.
De beste remedie is waarschijnlijk niet
ver weg.
Ga eens wat meer zingen.
Sch. li. M. K.
Tweetal te Apeldoorn (vac. S. Eringa),
A. Brouwer te Barneveld en G. Y. Vel-
lenga te Alkmaar te Amersfoort (vac.
Dr. F. H. von Meyenfeldt), W. v. Boeijen
te Eindhoven en A. J. R. Brussaard te
Dieren.
ZONDAG 14 NOVEMBER 1954
CLASSIS MIDDELBURG.
Middelburg (Hofpleinkerk) 9.30 uur
2 uur
5 uur
(Noorderkerk) 9.30 uur
Ds J. L. Bakker te Laren
Ds P. van Til, Zondag 49
Ds P. van Til, Zondag 49
Ds P. van Til, Zondag 49
Bevestiging Ambtsdrager.
5 uur Ds J. L. Bakker
Collecte Evangelisatie in eigen stad.
Luth. Kerk, avond 7.15 uur Student Tissink
Arnemuiden 10 en 2.30 uur Ds P. M. Veldhuijzen
Domburg 10.30 uur Ds H. M. Dercksen, 2.30 uur Drs A. Verschoor
Gapinge 9.30 en 2 uur
Grijpskerke 10 en 2.30 uur
Koudekerke 9.30 en 2.30 uur
Meliskerke 9.30 en 2.30 uur
Oostkapelle 9 en 1.30 uur
Serooskerke 10 en 2.30 uur
Souburg 9.30 en 2.30 uur
St. Laurens 10 en 2.30 uur
Veere 10 en 2.30 uur
Vlissingen 9.30 en 5 uur
Vrouwenpolder 10 en 2.30 uur
Westkapelle 9.30 en 2.30 uur
Ds J. Spoelstra
Ds J. Goumare
Ds A. Elshout
Ds G. D. L. Brederveld
Ds PI. M. Dercksen
Ds S. van Wou we
Ds C. van Nes
Ds C. Boon
Ds J. C. Streefkerk
Drs A. Verschoor
Ds W. J. Meister
Ds P. v. d. Schaaf
Collecte Evangelisatie in eigen dorp.
CLASSIS AXEL,
Aardenburg 10 en 3 uur
Donderdag 18 November Dankdag voor
10 uur Ds L. Ringnalda, 3 uur Ds
Axel 10 en 3 uur
Breskens 10 en 3 uur Ds v. d. Kerk te
Hoek 10 en 2.30 uur
Schoondijke 9.30 en 2.30 uur
Oostburg 10 en 2.30 uur
Ter neuzen 10 en 3 uur
Zaamslag 9.30 en 2.30 uur
Zoutespui (Chr. School) 10 en 2.30 uur
Ds L. Ringnalda
het Gewas
J. Spoelstra te Gapinge
Ds D. J. Couvée
Nieuwerkerk a. d. IJsel
Ds Th. Rienks
Ds J. B. van Mechelen
Ds H. Pestman
Ds D. Middelkoop
CLASSIS GOES.
Baarland 9.30 en 2 uur Ds A. Veldhuijzen
Borssele 10 uur Ds J. v. d. Veen
2.30 uur Ds J. D. van "Ginhoven te Westervoort
Driezvegen 9.30 uur Ds J. D. van Ginhoven, 2 uur Leesdienst.
Goes, Aula Chr. Lyceum, 9 uur Dr C. Stam
Kerk Westwal, 10.30 en 5 uur Dr C. Stam
's-Gravenpolder 10 en 2 uur
Heinkenszand 10 en 2.30 uur
Kapelle 10 en 2.30 uur
K ruining en 10 en 2.30 uur
Lewedorp 9.15 en 2.30 uur
Nieuwdorp 10 en 2.30 uur
Wemeldinge 10 en 2.30 uur
Wolf aartsdijk 10 en 2.30 uur
Yerseke 9.30 en 2 uur
Ds R. A. Flinterman
Ds H. Wiersinga
Ds J. v. d. Leek
Ds J. Koolstra
Ds H. J. Kouwenhoven
Ds G. Aalbersberg
Ds C. de Ruyter
Ds G. Heijerman
Ds J. E. Booy
CLASSIS THOLEN,
Anna Jacoba Polder 10 en 2.30 uur Ds Joh. Spoelstra te Genemuiden
Bergen op Zoom 9.30 en 5.30 uur
Hoogerheide 4 uur
Krabbendijke 9.30 en 2.30 uur
Rilland-Bath 10 en 2.30 uur
Oud-Vossemecr 10 en 2.30 uur
Poortvliet
Tholen 10 en 5 uur
Ds A. G. v. d. Stoel
7
Ds C. M. v. d. Loo te Dordrecht
Ds A. G. Baaijen
Ds A. Koning
Ds H. D. Bakker
CLASSIS ZIERIKZEE.
Brouwershaven 11.15 en 3.15 uur
Bruinisse 10 en 5 uur
Colijnsplaat 10 en 6 uur
Geersdijk 10 en 2.30 uur
Haamstede 10 en 3 uur
Kamperland 9.30 en 2.30 uur
Nieuwerkerk 10 en 5 uur
Oosterland 10 en 2.30 uur
Renesse, Evangelisatiegebouw, 7 uur
Scharendijke 10 en 2.30 uur
Wissekerke 10 en 2.30 uur
Zierikzee 10 en 5 uur
Zonnemaire 10 en 2.30 uur
Ds P. L. Schuddebeurs
Ds D. Bremmer, Zondag 20
Ds A. Schippers
Ds H. L. van Aller
Ds J. Wessel te Neede
Ds A. J. Radder
Ds H. M. Kuitert
Ds J. H. Meijer
Ds J. Wessel
Ds L. v. d. Linde te Rijnsburg
Ds W. Fokkens
Ds Y. J. Tiemersma
Ds A. Nagelkerke
Beroepen te Coevorden, H. J. Bouw
huis te Noordbergum te Middelstum-
Kantens, M. G. Ton te Geesteren-Gelse-
laar te Westeremden, P. Noomen,
cand. te Delft te Onstwedde, A. Reen
te Ijlst.
Aangenomen naar Tzum, C. v. d. Gies-
sen, cand. te Hillegersberg.
Bedankt voor Domburg-Westkapelle,
Eist (Geld.), 's-Gravenmoer, Oudemir-
dum, Westerlee (Gr.) en voor Zevenhui
zen (Z.PI.), C. v. d. Giessen, cand. te
Hillegersberg voor Berlikum, M. G.
.Ton te Geesteren-Gelselaar voor De
venter (vac. G. Leene), F. PI. Vonk te
Ommen voor Leeuwarden (7e pred.
pl.), C. H. Appelo te Nijkerk voor
Wageningen (2e pred. pk), A. Vellema
te Veendam.
Cand. J. Rinzema te Groningen, die
door de classis Groningen beroepbaar is
verklaard, maar om studieredenen nog
geen beroep in overweging kan nemen,
verzoekt ons te willen meedelen, datjiij
verhuisd is naar Jozef Israëlsstraat 72a
te Groningen. Hij zal gaarne de kerken
Zondags dienen.
De Vrije Universiteit te Amsterdam is
op mars. Woensdag 17 Nov. marcheert
ze over de Brug, de brug van Tholen.
De Eendracht schiep in ons geval geen
macht, maar scheidde ons eiland eeuwen
lang van de hoofdmacht. Maar de Brug
is het symbool, dat we uit ons isolement
NAGEKOMEN ADVERTENTIES.
Wie heeft een verkeerde hoed
meegenomen op 7 Nov. bij de intrede
van Ds. de Ruyter te Wemeldinge.
De kerkeraad heeft nog een hoed onder
zijn berusting met de letters K.S.
S.v.p. bericht aan br. Florusse te
Wemeldinge, Telef. 268.
Mooie SAMENSPRAKEN. Zichtz.
50 ct. Uitg. Kremer, Hardenberg.
zijn verlost; we willen mede optrekken
onder de banieren der Christelijke weten
schap, die zich te weer stelt tegen de
macht van het ongeloof. Niet 't minst
dient dit te gebeuren ten opzichte van de
opleiding van onze dokters.
De Vrije Universiteit is bezig ook deze
kostelijke, maar tevens kostbare, weten
schap te doen beoefenen bij het licht van
Gods Woord. Om dit doel te bereiken is
het meeleven van heel het Christel ij k-
reformatorisch volksdeel noodzaak ook
op ons eiland, waar de roep der „Vrije"
nog maar zo zwak doorklonk.
Hoe gaarne zien we bij onze zieken ge
neesheren, die willen weten van Hem, Die
al onze krankheden geneest.
Welnu, Woensdagavond 17 Nov., zul
len we Professor Geschiere, een rasechte
Zeeuw, hierover horen.
Zie verder plakkaten en tractaten. Stad
van Tholen en Oud-Vossemeer komt over
de brug!
A. Koning.