Mebt *U haar lief?
JTxelaria
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
11
NEDERLANDS
BIJBELGENOOTSCHAP
ZEEUWSE KERKBODE
TIENDE JAARGANG No. 20
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 12 NOVEMBER 1954
Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 10 cent per mm.
Mocht iemand, bij het lezen van dit op
schrift, van gedachte zijn, dat hier het
eerste stuk van een liefdesroman te voor
schijn komt, dan gebiedt de eerlijkheid,
om dadelijk te zeggen, dat U teleurgesteld
wordt.
Aan het schrijven van een roman mag
iemand zich niet wagen, als hij niet „vol"
zit van profetische inzichten en dichter
lijke fantasie.
Bij gebrek aan zulke kwaliteiten zou
de opzet tot een „roman-vorming" zonder
meer een boos voornemen zijn. Het werd
bij voorbaat een product voor een „rari
teiten-verzameling" of nog erger
En.Amor zou boos worden (dit laat
ste niet in afgodische zin bedoeld). Trou
wens, bij „het vele", dat op de boeken
markt wordt geworpen, valt het niet al
tijd mee, om een strak gezicht te blijven
trekken.
We willen het, desalniettemin, hebben
over een „haar", en blijven bij de vraag,
die nogal persoonlijk gericht is.
Niet alleen in de sfeer van het gewoon
menselijke en aardse is er sprake van
liefde.
We worden allen opgewekt tot een zeer
bijzondere liefde voor de wondere gave,
waarmee God kwam in de openbaring van
Zijn Kerk.
Over onze liefde tot de Kerk zullen
wij het hebben. Zij is het meer dan waard,
dat wij ons afvragen, of onze verhouding
tot haar verantwoord is. We blijven dan
tegelijk bewaard voor het gevaar, dat wij
als maar eisen stellen, wat „zij" voor ons
moet zijn.
Als het onderwerp van onze liefde tot
de kerk naar voren komt, dan blijkt tege
lijk, wat of de kerk voor ons betekent,
welk een indruk zij op ons maakte.
Liefde wil immers zeggenin gloed
staan. En, daar schamen wij ons dan ook
niet voor. Stel U vooriemand, die
het niet wil weten, dat hij van „haar"
houdt.... Dat is eenvoudig belachelijk.
Zo is het nu de gedachte in de Pleilige
.Schrift, dat wij in gloed zullen staan voor
de kerk. En dan niet met een vuurtje,
dat aldoor kleiner wordt en eindelijk hele
maal uitdooft.Maar, met een liefde,
die zich ontwikkeld van kracht tot kracht.
Omdat het zó is, dat wij telkens weer iets
fijns in het wezen van de kerk ontdekken.
Misschien wil iemand even onderbre
ken, en vragenwat bedoelt U met
„kerk". Kerk met een hoofdletter, of met
een kleine letter. U weet wel, dat is de
laatste tijd nogal in zwang gekomen.
Laten wij elkaar nu maar héél duide
lijk zeggenwie handelt over de Kerk,
het lichaam van Jezus Christus, die kan
dat onmogelijk doen, zonder zich bezig te
houden met de Kerk als instituut.
Want, als er sprake is van „het li
chaam" dan zijn er ook „leden". Verschil
lend in kracht en werking en in eer. Maar
als een eenheid saam verbonden en van
uit het middelpunt werkend.
De heerlijkheid van het lichaam van
Christus, dat is: het verbonden zijn als
het lichaam met het Hoofd, en het genie
ten van de gemeenschap met het verheer
lijkt Hoofd, dat gaat volstrekt niet buiten
het instituut om. Dat kan niet.
De werkingen van het Hoofd, Chris
tus, geschieden door middel van de or
ganen, waarvan Hij Zich wil bedienen.
Christus heeft Zelf Zijn middelen, waar
door Hij Zijn kracht laat uitgaan. Dat
isde verkondiging van het Evangelie, en
de bediening der Sacramenten. Woord en
teken.
Deze bediening is door de Heer der
Kerk vastgesteld, en daaraan heeft Hij de
opbouw en de vergadering der gemeente
gebonden.
PJier kan het instituut niet voorbijge
zien worden. In de weg van het instituut
wordt de rijkdom van het lichaam van
Christus openbaar. In de weg der Kerk
vloeien de zegeningen van het Hoofd,
Christus, ons toe.
Wie dit over het hoofd ziet of verwaar
loost, wie meent, dat hij het lichaam van
Christus kan handelen zonder het insti
tuut der Kerk, die is er bedenkelijk naast.
Een goed Christen zijn en een slecht kerk
lid zijn, dat behoort voor ons een tegen
stelling te zijn.
In de openbaring der Kerk gaat het
ten laatste om de Christus. Om de kracht,
die van Christus naar ons uitging. Om
de overwinning, door Christus op ons
behaald.
Zulk een „.overwonnene door Jezus
Christus", zulk een „gebondene in de
Heer", zal zijn liefde tot Christus tonen
door de hartelijke band, die hij aan het
lichaam van Christus heeft.
Ploe kan hij dan de door Christus ge
wilde diensten verwaarlozen Daarin trilt
de bewogenheid van de grote Herder voor
Zijn kudde! Ja, in de Woordbediening,
waarin Hij ons roept tot het hart des
Verbonds. En, in de bediening van het
teken, waardoor Hij bij het Woord wil
werken tot de volle overtuiging des ge-
loofs.
Als dan alles in de openbaring der Kerk
„vol" is van Christus.als dat in de
weg van het instituut tot ons komt, dan
kan het niet anders, of de wederliefde
moet worden gewekt.
Dat geeft zij ons, die openbaring van
Christus' lichaam: tedere zorg, die zich
uitstrekt over heel ons menselijk bestaan.
Profetische onderwijzing, priesterlijke
zorg, Koninklijke hulp, en dat voortdu
rend weer.
Wie vanuit dit oogpunt de rijkdom dei-
Kerk benadert, die voelt de ernst van de
vraaghebt U haar lief
Plet gaat hier niet om het spel van
verliefdheid. Ochhet lijkt erg aan
trekkelijk, maar het is nogal gevaarlijk.
Bij de verliefdheid is er nogal eens sprake
van „verwisseling van object".
Echte liefde heeft het voorwerp geko-
7.pn, om daartuj te blijven. Het treft er
telkens weer iets aan, dat mooi is en goed
doet. Plet wordt met de jaren wel anders,
maar daarom nog niet minder.
In deze zin nu moet in het geestelijk
leven het hart geraakt zijn voor de Kerk.
Zó, dat wij het leven der Kerk willen
meeleven. Zó, dat wij haar openbaring
hoog houden. Zó, dat wij voor ons deel
haar zegeningen helpen verbreiden.
Zijn we daar in deze tijd allen mee
bezig? Aan deze vraag moet een ambts
drager zijn optreden toetsen, èn ieder ge
meentelid. Of alles, wat wij doen, gedra
gen wordt door hartstochtelijke bewogen
heid over de openbaring der Kerk.
Dan komt er niet het critische gesprek
over de Kerk, maar de nodige zelfbezin
ning. Want, er bestaat ook heel wat lief
deloosheid, die nog met de naam des He
ren bedekt wordt, en die er leuk roman
tisch kan uitzien.
Als we de ontstellende cijfers gelezen
hebben over het kerkbezoek, dan is deze
vraag wel zeer actueel. Hebt U haar lief.
Kerkganger, die ten tijde dat de gemeente
vergadert, als „olijke tippelaar" U voor
doet, zingt U wel eens: waarheen pel
grim, waarheen gaat gij Trouwens, dit
lied kan in meerdere opzichten ontdek
kend zijn, als Christenen onderling meer
„het leven in de kippenren" vertonen, dan
het feestelijk uur van het gezin bij el
kander.
De verwaarlozing van Woord en Sac-*
rament, van de gemeenschap der Kerk,
moet gezien worden als een ernstig tekort
aan liefde. 1" komt de winterkoti in-
plaats van de zomerweelde.
Dan helpt maar één middel.
De Heer der Kerk om Zijn Geest bid
den, dat Hij het vuur aanblaze.* Dat Hij
weer iets geve van de dagen van voor
heen, waarin de heerlijkheid der Kerk hét
brandende vraagstuk is geweest.
Het kan ook nu weer.
Laat de jongere generatie aantreden.
Geven zij ons, ook in geestelijke zin,
een aantrekkelijke demonstratie van j
hartstochtelijke liefde voor de Kerk, als i -
wonderwerk dés Heren.
Wie daarvoor leven wil, wie daarin
dienen wil, wie zo zijn liefde niet ver
bergt maar toont, die zal de rijkdom van
de liefde van Christus, èn de rijkdom van
het lichaam van Christus, op bijzondere
wijze ervaren. C. Sj.
De aangekondigde Provinciale Bijbel-
dag voor Zeeland zal nu gehouden wor
den D.V. op Zaterdag 20 November a.s.,
te Middelburg.. De plaats van samenkomst
is veranderd, en daarvan neme ieder ken
nis. De morgenvergadering vangt aan om
10.15 uur, in het Schuttershof'Schut
tershof straat 1, bij de Vlasmarkt te Mid
delburg.
De middagvergadering begint, om 2 uur
en wordt gehouden in de Doopsgezinde
Kerk, Lange Noordstraat, Middelburg.
Als spreker hoopt daar op te treden de
Iieer D. van der Meulen, met een lezing
over: de Bijbel en de Islam.
Men notere goed de datum, Zaterdag
20 November, en bezoeke deze vergade
ring. C. St.
Het voorbeeld.
Tot mijn blijdschap kan ik zeggen, dat
èn kerkgang èn catechisatiebezoek althans
in Axel niet meezakt met heel het land.
Want wat men daarover telkens weer
in de kerkelijke bladen leest, is soms ont
stellend.
Of generaliseert men te veel?
De middagdiensten of avonddiensten
zijn hier en daar slecht bezet, tenzij één
of ander fenomeen ten koste weer van
andersmans diensten 's voor 'n keer 'n
stampvolle kerk trekt.
Het is toch duidelijk, dat dit zéker niet
alleen aan de preken van de predikanten
ligt. Dan zou het niet zo algemeen zijn.
Neen, ons gereformeerde volk zelf is
verslapt. Het heeft de weelde en de groot
heid, de opschik en schijncultuur te lief.
Het gaat ze te goed! En daarom heeft
menigeen de God van zijn soms behoef
tige ouders minder nodig.
Wat te doen om de teruggang te stui
ten?
Naar het mij voorkomtallereerst zo
trouw en vruchtbaar als maar mogelijk is
catechiseren.
Daar, op catechisatie, bereikt men de
jeugd. Zoveel mógelijk jeugd. Niet die
is de goede jeugdpredikant, die nu en dan
binnenvalt op onze steeds slechter bezoch
te jeugdverenigingen, waar meestal 'n
bepaald type de boventoon voert, maar die
trouw catechiseert
Maar deze predikant zal ook de jeugd
moeten aandurven.
Het wil mij wel eens voorkomen, dat
er hier en daar z.g. jeugdpredikanten op
traden en optreden, ook buiten onze ker
ken, die meer vleiers van de jeugd lijken,
dan o^-voeders.
Jezus vleit noch veracht, maar vreest
ook de jeugd niet. Hij zegt ze soms scher
per dan wie ook, de waarheid.
Een enkele maal zouden wij Jezus wil
len vragenmaar waarom stoot gij be
paald af, hen die u toch zo eerlijk zeggen
te willen volgen?
Inderdaad ligt hier 'n aanwijzing: de
onafwendbare eis voor allen om zich te
bekeren! En de zware kosten goed te be
rekenen vooraf
Niet zich bekeren van de zonden, ver
meende of werkelijke, van anderen, bijv.
van hun oudersWant wat het voorge
slacht tegenwoordig al niet misdaan
heeftEn wat het niet allemaal had moe
ten en kunnen voorkomenOorlogen
bijv.Maar de eis dat de jeugd zich zelf
bekere van hare eigen zondenO.m. van
hun haast ongebreidelde lust naar ver
maak en genot.
O, Jezus heeft o.m. in het mee tafelen
aan de wèl voorziene Sabbatsdis getoond,
dat hij niet karig is en met name brui-
loftsgangers 'n goed glas wijn gunt.
Doch dat het Christendom zonder be
paald ascetisch te zijn, toch steeds weer
ontzegging en zelfverloochening eist, ook
van op zich geoorloofde dingen, dat schij
nen sommige van die extra „jeugdige"
predikanten, die met alles willen meedoen,
wel eens te vergeten. Het lijkt of men
van sommige kansels voor het oog van
owvolwassenen de volwassenen de oren
wast, tot groot vermaak van deze jeug
dige hoorders, maar niet bepaald leidend
tot hun bekering, bekering van hun zon
den.
De jeugd wil graag concreetheid?
Hier is ze: bêkéért u! Want anders
zult ge met al uw misschien gerechtvaar
digde critiek op anderen, zelf verloren
gaan. Verdoemd worden, om het nog eens
concreet te zeggen.
Natuurlijk moeten ook wij ouders, ons
bekeren. Iedere dag opnieuw ons aftrek
ken van de zonde en ons open stellen
voor Gód.
Zeker, men vindt ook vrome mannen
en vrouwen met voortreffelijke gezinnen,
waar soms één der kinderen, allermeest
fat. droefheid der ouders, niet méé wil.
Maar menigmaal vindt men 'n vader
of 'n moeder, óf ook wel beide ouders,
die zelf in sommig opzicht lauw of be
slist mis zijn, zodat men rondweg zeggen
moet: laten de ouders zich bekeren, dan
zullen de kinderen, indien het tenminste
niet reeds te laat is, die goede, geestelijke
invloed ondergaan. Ook in Izaaks gezin
had niet het kind Jakob, maar de ouders
de grootste schuld.
Het ontstellendste is wel, dat er zelfs
ouders zijn, gereformeerde ouders, die
hun eigen kinderen niet voorhouden dat
zij zich bekeren moeten! Die, als ge met
hen spreekt, géén diepe droefheid tonen,
géén heilige vrees dat hun kind verloren
zou kunnen gaanDie zichzelf en hun
soms verwende kind in slaap sussen, soms
op verbondsgenade zondigen; die menen,
dat de tijd het wel zal doen of dat de
vlegeljaren eerst met Eli's onaandoenlijk
heid moeten doorgemaakt en dat het dan
wel mee zal vallen.
Waar blijft bij déze gereformeerden
het „breder onderwijzen" van 's Heren
wet en evangelie? Waar de zielsworste-
ling voor hun kind, zoals bij die nog wei
nig kundige, maar God èn haar zoon
waarachtig liefhebbende moeder van
Augustinus
Zelfs in gewone dingen van gezag, van
op tijd thuis komen, van weten waar de
kinderen zijn, met wie ze omgaan, wat ze
lezen enz., schijnen zulke ouders verwant
aan overheden, die zich verontschuldigen
„Duid het mij vooral niet euvel, dat ik
mijn gezag als regering handhaaf".
Men moet thuis niet „de baas" spelen.
Maar ouders moeten ook geen „alsje
blieft" spelen tegenover zoon of dochter,
die verkeerd gaat. Zij moeten door 'n
christelijke tucht uit liefde hun kinderen
leren straks zichzelf te regeren, naar de
eis van Gods Woord.
Is het wonder, dat wanneer ouders zelf
geen eerbied tonen, geen tijd nemen voor
de dagelijkse lezing van de Schrift, kin
deren maken, die nog minder de onmis
bare lamp voor hun voet hanteren Dat
ouders, die zelf zelden thuis zijn, 'n ge
slacht kweken, dat het pas gezellig vindt
als het niet thuis is, maar in café of bios
coop of club?
Wat te zeggen, wanneer ouderen over
onderwijzers, leraars, ouderlingen, predi
kanten 'n vaak hoog en onbillijk oordeel
vellen en dat tactloos uiten in het bijzijn
van kinderen, liefst op Zondag, tot meer
dere heiliging van de dag des Heren
Nog erger, indien zelfs ambtsdragers zo
spreken over hun eigen herder.
Is het wonder, dat wanneer vaders,
moeders zelf slordig zijn in hun kerk
gang, oök de jongelui gaan zwerven? Dat
wanneer zij zelf God niet zoeken, en niet
teder leven, hun kinderen ook de dienst
des Heren niet hoog aanslaan Wie thuis,
onder het scherp toeziend oog van jonge
mensen, niet met hart en ziel het geeste
lijke het zwaarst laten wegen en desnoods
alles haat om God bovenal lief te hebben,
kweekt zelf zoons en dochters die met het