hervorming
jVxelaria
de ROEP d KERK-
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Een Bijbeldag voor Zeeland
te Middelburg
ZEEUWSE KERKBODE
TIENDE JAARGANG No. 18
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 29 OCTOBER 1954
Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 10 cent per mm.
De herinnering, opgeroepen door de
datum, 31 October, moeten wij niet terug
dringen. Want, wij zouden daarmee een
belangrijke gebeurtenis naar de achter
grond schuiven. U kunt gerust zeggen
dat er reformatorisch leven is, kerkelijk
leven, waarin de bediening van het Evan
gelie in het midden staat dat is vrucht
van de gebeurtenis in Wittenberg, op 31
October 1517.
Plet ging toen tegen de ajlaat. Er ver
schenen stellingen in het publiek, te ver
dedigen door Dr Maarten Luther. Een
monnik, die van zijn pij zóveel hield, dat
hij deze nog enkele jaren gedragen heeft,
nadat de breuk met de Roomse Kerk had
plaats gevonden.
Fel, zoals deze mens kon zijn, verzette
hij zich tegen de Rooms-Katholieke dwa
ling inzake de vergeving der zonden. En
niet minder tegen het droevig misbruik
van de aflaathandel, die een soort goud
winning^ moest worden.
Dit was het eerste, vrij simpele begin.
Een verzet in de kring van de academie.
Waarbij zelfs de gedachte niet eens op
kwam, om met de kerk te breken. De
Paus zag het dan ook niet zo erg in.
Wat ruzie in de monnikenwereld, wie kan
dat tegenhouden In de zekerheid, dat al
les gauw voorbij zou zijn, liet de kerk
vorst het voorlopig maar gaan.
Wat de Paus niet dacht, en wat Luther
niet bedoelde, dat bleek er uit voort te
komen. Plet was het sein tot verandering.
Na deze inzet kwam het tot een optrekken
voor de vrijheid van overtuiging, een stel
len van een ander èn hoger gezag boven
dat van Paus of kerk. Het onfeilbaar ge
zag van het Woord Gods.
Achter al de kerkelijke ceremoniën
ging de heerlijkheid van het Evangelie
schuil. Het werd de zegen der Hervor
ming, dat de verkondiging van het Evan
gelie stelde in de geloofsblijdschap.
Tegenwoordig zeggen sommige propa
gandisten voor het Rooms-Katholicisme,
dat een protestant zijn geloofszekerheid
pas ontvangt, wanneer hij van zijn zoeken
komt tot het vinden van de tegenwoordig
heid van Christus in de kerk, bij de dienst
van het altaar.
Wie de geschiedenis der Hervorming
nagaat, die leert het uit de feiten precies
andersom. De overtuiging, die de druk
van het geweten wegnam, kreeg Luther
onder Gods bestel door het Evangelie.
Daarom staat hij niet alleen.
Van Calvijn is eveneens bekend, dat hij
door het Woord Gods tot het inzicht
kwam, waar of de weg ten leven ligt.
Lang vóór het uur der Hervorming
waren er al gekomen, die de ontzaggelijke
betekenis van het Woord, en de waarde
der prediking, hebben uitgeroepen.
MaarRome kón die stemmen toen
nog grotendeels tot zwijgen brengen.
Sinds Luthers daad was dit onmogelijk.
Zelfs het krasse ingrijpen van paus en
keizer konden niet verhinderen, dat Gods
Woord zijn loop nam door de landen.
Bedreiging en vervolging, kerker en
brandstapel waren niet bij machte, de
kracht van het Woord en de Geest te bre
ken.
Plet is wel een pijnlijke ontdekking.
Rome beleed de Drie-eenheid, zo goed
als de Reformatoren. Enin naam
van dezelfde God, Die door de Reforma
toren naar het Woord beleden werd, gaf
Rome aan de Reformatie het bevel, om
dit belijden te stakenDe feiten wezen
al spoedig uit, dat het niet bij woorden
bleef. In naam van God werden ze straks,
om de belijdenis van God, gedood. Daar
ligt iets tragisch in dit verloop der ge
beurtenissen Fanatisme is altijd gevaar
lijk. Op kerkelijk en godsdienstig gebied
schijnt het soms te grenzen aan het dae-
monische.
Rome, met de apostolische geloofsbe
lijdenis en de oecumenische symbolen, èn
de Reformatie, met diezelfde belijdenis
sen, en toch kreeg de laatste geen levens
kans van de eerste. In dezelfde zin, als
het Farizeïsme van Paulus zei, dat deze
man niet behoorde te leven, heeft ook
Rome de vloek uitgesproken over de Re
formatie, en over de belijdenis, dat een
zondaar zalig wordt uit genade alleen.
De tegenstelling bleek onverzoenlijk.
En dat, terwijl Luther eerst niet dacht
over breken met de kerk. Nog na zijn
ban-vloek droeg hij het priesterlijk ge
waad. Jarenlang hoopte men nog, dat er
een weg gevonden zou worden, waarin
het samenleven der kerk weer werkelijk
heid zou worden. Totdat de gebeurtenis
sen, godsdienstgesprekken en Trente niet
te vergeten, het ijdele van deze hoop al
te duidelijk maakten.
In welke zin Rome de Plervorming ziet,
is bij verschillende gelegenheden wel ge
bleken. De toepassing van het Schrift
woord een kwade boom kan geen goede
vrucht voortbrengen, laat aan „verkla
ring" niets te wensen over. En het is
goed, dat wij deze dingen verstaan.
Plet spreekt vanzelf, dat wij, bij her
innering aan het begin der Hervorming,
ons ook voor deze tijd afvragen, in hoe
ver de kracht, die toen openbaar werd,
ook nu nog werkt en dringt tot daden van
geloof en gehoorzaamheid aan Gods
Woord.
De verhoudingen liggen wel geheel an
ders dan in de zestiende eeuw. Rome
kreeg wel weer invloed in de landen van
Europa, maar daarnaast zijn allerlei
krachten opgekomen, die jammer genoeg
het beginsel der gehoorzaamheid aan Gods
Woord niet hebben.
Als we de tijd van de Hervorming ver
gelijken met de onze, dan is de betekenis
van de kerk in het leven erg veranderd.
Plet is te merken in de politiek der volken,
in de conferenties der diplomaten, en in
de ontwikkeling van het leven. Het is
daarom niet altijd een zuivere opzet, wan
neer men, in naam van de vrijheid, pro
test aantekent tegen kerkelijke inmenging.
Want, deze vrijheid is maar al te vaak
zich critisch stellen tegenover het Woord
Gods, en het gezag van het menselijk in
zicht en kunnen hoger achten dan het
getuigenis der Openbaring.
Daarom moeten wij de roep van de
kerkhervorming horen. Dat was maar niet
een beetje restauratie, of een willen in
gaan tegen de tot die tijd gevolgde tradi
tie. Het was een oproep tot het belijden
van het Koningschap van Christus over
héél het leven. Zeker eerst in de kerk,
maar niet minder in het leven daarom
heen.
Daarbij zou het Woord Gods alleen le
ren, welke de inrichting der kerk moest
zijn, en welke beginselen voor gezin en
maatschappij moesten gevolgd worden.
In deze worsteling moesten de Refor
matoren zich wel in de eerste plaats zetten
tot verklaring van het Woord Gods.
Luther heeft wel eens gezegd, dat hij
eigenlijk niets anders gedaan heeft.
Ook Calvijn heeft een heel stuk van
zijn leven gewijd aan uitlegging en pre
diking.
Plet verwijt, later wel eens aan de Her
vormers gemaakt, dat zij belangrijke din
gen vergeten hebben (zending, eschatolo
gie), is niet geheel billijk, gezien de taak,
die in de eerste plaats moest vervuld wor
den.
Als wij, in zoveel later eeuw, verrijkt
met de vrucht van het werk der Refor
matoren, dan maar zorgen, dat wij de
zegen van het Woord Gods uitdragen.
Eén ding is soms ontstellend. In ver
schillende kring is er de oproep tot het
Woord. Daarbij stellen zij zich soms te
genover elkander, zonder dat er van een
waarachtig zoeken van elkaar sprake is.
Wie nagaat, hoe of de Calvinisten ge
tracht hebben de Lutheranen in de 16e
eeuw te zoeken, die zal daaruit leren, dat
het zoeken van elkander zeker niet een
verboden weg is.
Om eens een vreemd voorbeeld te noe
men. De naam van Gandhi is nog niet
vergeten. Welk een invloed had deze man
met zijn zelfopofferende toewijding aan
de zaak, die hij liefhadZonder geweld,
maar met kracht van overtuiging en door
zelfkastijding, worstelde hij naar de over
winning toe.
Welke is de toewijding van de kinderen
der Reformatie aan de zaak van het
Evangelie?
Dezer dagen lazen wij cijfers over „op
komst onder het Woord", in onze centra,
in Geref. kring, 's Morgens 43^ pCt.,
's avonds 31 pCt. Nergens kwam men
's avonds verder dan 35 pCt. En 's mor
gens nauwelijks de helft van de gemeente.
Zeker zijn deze cijfers „gunstig", ver
geleken met wat pas uit Herv. kring ge
publiceerd is. Maar.deze vergelijking
is uiterst gevaarlijk. Met dit voor ogen,
wordt de roep der Plervorming voor ons
in deze tijd toch wel duidelijk
De slapenden wakker maken, de gezin
nen bearbeiden, de gemeente indachtig
maken, dat „Gereformeerd" zijn betekent
de erfenis der Reformatie bewaren, en er
wat mee doenDe dominees voorop
Inplaats van „gewaagde sprongen",
ligt er iets, dat rijker vrucht draagt. Zelf
bezield met liefde voor het belijden dei-
waarheid, heel de gemeente tot de rijkdom
van de belijdenis te brengen. Het volk,
de jeugd, bewust maken, dat zij Gerefor
meerd zijn, om in deze weg de zegen der
Reformatie verder te dragen, opdat het
Woord Gods zal brengen tot de overwin
ning van de wereld.
Als dit in het persoonlijk leven begint
te werken, dan kan God hierdoor grote
dingen doen. Als in de eeuw der Her
vorming. C. St.
Tot nu toe belegde het Nederlandse
Bijbelgenootschap eens of tweemaal per
jaar in elke provincie districtsvergaderin
gen, die in hoofdzaak waren gewijd aan
de bespreking van het organisatorische
werk in de betrokken provincie en vrijwel
uitsluitend werden bezocht door de afge
vaardigden van de afdelingen.
Volgens de nieuwe wet en de reglemen
ten van het N.B.G., die op 15 Juni 1954
in werking zijn getreden, zullen deze pro
vinciale vergaderingen een enigszins an
der karakter krijgen.
Zij zullen voortaan in verschillende
plaatsen worden gehouden, zodat alle de
len van de provincie in de gelegenheid zul
len zijn om meer van nabij kennis te ne
men van het werk van het Bijbelgenoot
schap.
De morgenvergadering zal alleen voor
de afgevaardigden toegankelijk blijven,
maar in de middagvergadering zal ieder,
die belang stelt in de Bijbel hartelijk wel
kom zijn. In de middagvergadering zal
steeds een spreker een belangrijk en ac
tueel onderwerp behandelen.
Dit jaar zal de Bijbeldag voor Zeeland
op Zaterdag 6 November a.s. in „De Ver
genoeging" te Middelburg worden gehou
den. Om 10 uur zal de huishoudelijke ver
gadering beginnen, terwijl in de openbare
middagvergadering, die om 2 uur aan
vangt, de heer D. v. d. Meulen, iemand,
die de Oosterse wereld kent, zal spreken
over„De Bijbel en de Islam".
Verwacht wordt, dat voor deze spreker
en voor dit onderwerp bij de leden van
alle kerken, in de kringen van het onder
wijs, maar ook bij buitenkerkelijke men
sen grote belangstelling zal bestaan.
We willen bovenstaande oproep graag
voorzien van een woord van hartelijke
aanbeveling.
De arbeid van het Bijbelgenootschap,
èn het onderwerp van 6 Nov. a.s., hebben
beide recht op onze belangstelling. Eén
der grote problemen van het Oosten komt
aan de orde. Wie kan, die kome, met
name ook uit de kringen van predikanten
en kerkeraadsleden. S.
De predikanten zullen allerwege hun
oudere catechisanten wel weer hebben op
gewekt om belijdenis van geloof af te
leggen.
Maarhun ouders
Hebben die hier ook 'n taak?
Het zijn immers hun zoons en dochters,
die geroepen werden om de ouderlijke
belofte, bij hun doop aan God gegeven,
te maken tot hun eigen ja-woord op de
vraag des Herengelooft gij nu eindelijk
ook zelf dat ik üw God wil zijn? Dat ik
mijn kostbaarst Bezit ook voor u ten of
fer aan het kruis heb gebracht?
Zouden daarom de ouders niet zelfs de
allereerste aangewezenen zijn om er met
eigen kind over te spreken
Het derde gebod, naar de verklaring
van de Catechismus, spoort ons aan om
Gods Naam te belijden.
Hoe menigmaal wordt dit feitelijk al
leen verstaan van 'n vrij uitwendig op
nemen voor de Fiere te midden van cle
wereld. Flet blijft zo vaak dan bij 'n te
genspreken van 'n ergerlijke zondaar
indien dat tenminste nog gebeurt!
of '11 rechts stemmen in de politiek.
Maar hoe betrekkelijk zelden wordt dit
'n belijden van de naam van de Zaligma
ker allereerst in 'n persoonlijk gesprek
met ons eigen kind.
Zeker, ook tegenover hen wordt wel
eens Gods Naam uitgesproken. Als ze iets
gedaan hebben of begeren tedoen, wat wij
verkeerd achten, gebruiken we wel eens
Gods NaamGod ziet hetofGod wil
dat nietofGod zou u tegenkomen.
Maar komt het ook wel eens met onze
eigen kinderen tot 'n indringen in hun
hart, door ze te laten doordringen tot ons
eigen hart?
En kunnen onze kinderen op de bodem
van dat vader-, van dat moederhart, vin
den de blijdschap en de vrede Gods over
het verzoenend sterven van onze Heiland
Misschien wordt door deze nog wel
eens 'n keer te koop gelopen met eigen
innerlijke ervaring of wat daar dan voor
door moet gaan. Doch, dat dit gevaar nu
bepaald dreigt in onze kringen, daarvan
hebben wij, eerlijk gezegd, niet zoveel
van bespeurd.
Eer het tegendeel, 'n Zwijgen soms, 'n
totaal zwijgen over de dingen des geloofs.
Zelfs tegenover eigen man, eigen vrouw.
Helaas zal dit wel eens voorkomen,
omdat er nauwelijks geloof aanwezig is,
omdat men er zelf feitelijk buiten staat.
Maar het blijkt toch ook wel eens het
geval bij mensen, die toch zelf niet ge
heel vreemd zijn aan de kennis van eigen
schuld en Gods genezende genade.
Dan is er gebrek aan vrijmoedigheid,
een niet geheel te loven schuchterheid, die
'n enkele maal zelfs schade bracht, waar
schade had kunnen worden voorkomen en
omgekeerdzegen in het eigen gezin had
kunnen worden verspreid.
Zo heeft het stellig ook zijn eigenaar
dige moeilijkheden voor ouders om met
de eigen kinderen te spreken. Zelf ma
ken ze het ons niet steeds gemakkelijk.
En. onze tegenwoordige woningen zijn
ook al niet erg ingericht op afzondering
en rust. Ieder kan die bezwaren kennen
en verstaan.
Maar dit mag geen reden zijn om maat
niet met hen te spreken.
Waarom zou toch God ieder kind eigen
ouders geven, die door vlees en bloed, ka
rakter, aanleg en gebruiken zo heel dicht
bij elkander staan, waarom anders dan
opdat zij, meer en beter en ook inniger'
dan welke vreemde, die de ambtsdrager
toch steeds blijft, niet hun kinderen zou
den handelen, hun tot 'n voet en hand
zijn, en hen zachtkens leiden op de eeuwi
ge weg.
Daarom ouders, redeneer niet te veel
met uw zoons en dochters.
Ge zoudt het misschien tegen 'n enkele
in kennis moeten afleggen. En alle debat-