We geest
van eendracht
sensatie
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 28 mei 1954
DE THEOLOGISCHE
HOGESCHOOL
ZEEUWSE KERKBODE
NEGENDE JAARGANG No. 48
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half-
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem. jaar (bij vooruitbetaling).
aan de drukkers Littooij Olthoff. Afzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 10 cent per mm.
Hand. 113 en 14.
Er is de laatste tijd het één en ander
te doen geweest over een samenkomst,
waarin gesproken zou worden over de
vraaghoe worden wij levende kerk Een
geestig en scherpzinnig scribent wees er
op, dat dan zeker de ruimte der kerk tot
kerkhof ruimte was geworden.
Ochhet was natuurlijk zó niet be
doeld Maarwanneer wij met
aandacht letten op wat er staat in Hand.
1, dan geeft God ons hier een sprekend
beeld van de kerk, zoals zij is, achterge
laten door haar Heer in dit leven.
U komt daar de discipelen tegen, die
met elkander samen kerk houden. Alleen
de naam van Judas ontbreekt. Overi
gens zijn ze er, in Jeruzalemmensen, die
stuk voor stuk nauwkeurig waargenomen,
héél wat fouten hadden. Wanneer we ons
hierin verdiepen, dan is de conclusie ge
rechtvaardigd, dat het met de kerkmens
toch niet meevalt.
Maar, ze zijn er.
Samen geven zij ons de machtige il
lustratie van de genade-rijkdom van Je
zus' woord': uit degenen, die Gij Mij ge
geven hebt, heb Ik niemand verloren.
Daarom bleven zij bewaard in 's Heren
dienst. En daarom bleven zij ook aan el
kaar verbonden.
't Is heus geen gezelschap van gelijk-
soortigen.
Scherpe contrasten zijn erHardlo
pers, als Petrus, en een stille peinzer als
Johannes. Stille werkers als Andreas, van
wie we ongeveer niets horenals we maar
onthouden, dat hij het was, die Petrus
eens tot de Heiland bracht. Tegenover
hem weer een ijveraar Simon.
Onderling allen héél verschillend, en
toch bij elkaar in één gemeenschap. Plier
wordt niet één bepaald „type" Christen
als model gesteld, waarnaar de anderen
moeten „gevormd" worden. Maar, hier
heeft elk type weer zijn aparte waarde, en
samen openbaren zij zó de rijkdom van
de kerk.
Ook de vrouwen worden er bij ge
noemd. Beide, man én vrouw, zijn rijk
in de verlossing door het bloed van het
Lam. Samen zullen zij als verlosten in
het volle leven staan. Het is nog niet in
eens te zeggen, hoevéél de vrouw in de
voortgang van het Koninkrijk Gods zal
betekenen. Maar, de openbaring van de
Nieuw-Testamentische Kerk laat ons toch
dadelijk zien, dat zij óók genoemd wordt,
in de oefening van de gemeenschap dei-
heiligen.
Temidden van al die verscheidenheid,
in geslacht en karakter, is er de enigheid
des Geestes.
Elk „type" heeft „zijn", of „haar", op
vallende eenzijdigheid. Maar, inplaats dat
ze daarom op elkaar afgeven, gevoelen
zij het zó: dat samen voegen van onder
scheiden „typen", leidt juist tot rijker
ontplooiing van het geestelijk leven in
Christus' Kerk.
Al die verscheidenheid bewijst iets van
de veelkleurige wijsheid van God, Die zó
verschillende karakters toch samenbrengt
èn samenhoudt, en juist daardoor de on
derlinge dienst rijker maakt.
Is er nu een aparte samenkomst nodig,
om tot deze „ontdekking" te komen?
Of. moeten wij met schaamte erken
nen, dat ons oog te weinig „geboeid" was
door dit beeld der kerk?
Door zulk een leven, met elkaar èn
vóór elkaar, doet de Heer grote dingen.
Daarom is er, tot in het gezin, onderschei
ding van karakter en aanleg, van gaven
en, krachten. Wat de één kan, doet de
ander niet. Maar, elk hééft iets, wat voor
een ander, en voor het geheel, van waarde
isIn de heilige drang, om het „eigene"
dienstbaar te stellen voor anderen, moeten
wij deelnemen aan het leven der kerk.
Dan is dat leven der kerk heerlijk, voor
ons zelf en voor anderen.
Vooral, wanneer het zijn kracht vindt
in dat gemeenschappelijk gebed, zoals dat
in Jeruzalem werd opgezonden.
Wanneer wij vragen, waarover dit ge
bed „ging", dan is het antwoord niet
moeilijk. Ze wisten, dat de belofte des
Vaders zou komen. Ze wisten, dat hun
Koning nu naar de troon in de hemel
was, om vandaaruit die belofte te doen
komen. Nu is alles in de kerk hierop ge
richt, dat het rijk des Heren tot verdere
ontwikkeling zal komen. D.w.z., dat Jezus
Zelf zal zijn in het midden van de kerk,
nu door de Geest, en dat zij in de zeker
heid van Zijn nabijheid hun weg zullen
wp
UITERSTE
KRACHTSINSPANNING IS NODIG
OM IN DE WERELD VAN
INDONESIË DE OVERWINNING
TE BEHALEN
vervolgen.
Als het gebed der kerk zich daarop
richt, dan wint de geest van ééndracht
het, onder de kerkgangers.
Het is geen teken van bloei, wanneer
ieder het alléén weet, en wanneer ze om
verschil van inzicht zo gemakkelijk elkaar
loslaten. Zware woorden kunnen dan het
gemis aan liefde en saamhorigheid heus
niet goed maken. Als 't hart maar bran
dende is voor „het éne", dat héél de kerk
raakthet Woord, dat van de vervulling
komt tot de voleinding
En, als we onderling van elkaar gelo
ven, dat het daarom te doen is. Bij Pe
trus, zo goed als bij Johannes, of Natha-
naël, of wie dan ook.
Het „typische onderscheid" is niet het
belangrijke, maar het saamgebonden zijn
in één gemeenschap, onder één Hoofd.
Als daar het oog voor open gaat, dan
wordt de vreugde der kerk gesmaakt. En
het gebed der kerk is dan één der wa
penen, waarmee de Here voortgaat naai
de uit-eindelijke overwinning!
C. St.
1854 1954.
Als Juni begint zal het in Kampen feest
zijn. De Theol. Hogeschool onzer Kerken
heeft dan een eeuw bestaan.
Uit de verschillende publicaties is wel
duidelijk geworden, dat er op 2 en 3 Juni
a.s. een luisterrijke herdenking van de
„opening der „School" vóór 100 jaar",
zal plaats hebben. Duizenden zullen zich
naar de IJsselstad begeven, die in het
Geref. leven door de School zich naam
maakte, om daar samen God te danken
voor wat Hij gaf in deze inrichting.
Het is van zeer veel betekenis geweest,
dat eens de Theologische School, zoals zij
jarenlang heette, werd opgericht. Niet al
leen, dat daardoor de opleiding tot de
dienst des Woords in betere banen werd
geleid, maar ook ging er al spoedig van
de School een bouwende en saambindende
kracht uit voor de kerken uit de Afschei
ding. Dit is de ontwikkeling van het ker
kelijk leven tot zegen geweest.
De eerste jaren waren voor deze in
richting niet gemakkelijk. De docenten
waren mannen van héél verschillend
type. B.v. docent de Haan of Brummel-
kamp en van Velzen, dat „lag" nogal wat
in verschillende sfeer. Het schijnt onder
de studenten wel eens zó geweest te zijn,
dat hunlieder plaats bepaald werd naar de
docent, naar wie ze zich „noemden". Je
zat b.v. in de bank der „Brummelkampi-
anen", of schikte jezelf in één der andere
gelederen. Zulke dingen zijn aan een stu
die-inrichting ook niet erg, als ze vandaar
maar niét naar de kerken worden over
gebracht; en, als ze maar in de sfeer van
de humor worden bekeken.
Al spoedig bleek, dat de School in een
behoefte voorzag, en het kerkelijk leven
er door gediend werd.
Ook de studie en belangstelling voor
de theologie werd er door bevorderd.
Naarmate zij groeide, werd haar inrich
ting steeds meer gelijk aan die van een
Hogeschool, totdat zij volledig daarmee
gelijk kwam te staan. Van zelf werd de
naam van Hogeschool haar rechtens toe
gekend. En. via de Johannes Calvijn-
stichting is ook de kroon gezet op het
wetenschappelijk werken, door het pro-
motierecht.
Persoonlijk hebben we altijd minder
goed begrepen, waarom dit niet eerder
zijn beslag gekregen heeft. Als de kerken
er een Hogeschool op na houden, dan ook
met alle consequenties.
Het wetenschappelijk werk van de
Hoogleraren der Theol. Hogeschool,
wordt ook ver over onze grenzen ge
roemd. Wanneer we een vergelijking ma
ken tussen het begin en „een eeuw daar
na", dan is er grote dankbaarheid. God
heeft de Theol. Hogeschool gebruikt in
het werk van Zijn Koninkrijk, en uit een
klein begin schonk Hij ons een voort
gaande ontwikkeling.
We hopen, dat de Theol. Hogeschool
voor opleiding en theologische weten
schap, voor het kerkelijke leven, bij het
ingaan van haar tweede eeuw, van grote
waarde zal blijven. Dat wij als Gerefor
meerden haar blijven voorstaan en waar
deren als een geschenk, waardoor God
geestelijke bloei schonk, en het deze in
richting, en met name allen, aan haar ver
bonden, gegeven worde, voor geloven en
weten een zegenrijke dienst te mogen ver
richten. C. St.
Er staat ergens in de Bijbel de verma
ning, dat wij de wereld niet moeten lief
hebben, omdat het niet mogelijk is, God
en de wereld tegelijk lief te hebben, is
dat zelfs uitermate gevaarlijk. Het is dus
terdege goed uitkijken, waar we onze
liefde aan verpand hebben. Dit raakt de
allerhoogste en allerbelangrijkste levens
vragen. En we zullen goed doen scherp
te luisteren als ons iets wordt gezegd over
de vraag wat nu werelds is en wat niet.
Er bestaan hierover allerlei wonderlijke
denkbeelden. De meest gangbare opvat
ting is, dat het wereldse alleen zit in uiter
lijke dingen, zoals kleding, opschik, ver
maak, dans enz. Wie daar nogal in op
gaat wordt in onze kringen grif gety
peerd als een werelds mens.
Laat mij met nadruk zeggen, dat dit
nog lang niet altijd zo behoeft te zijn.
Het wereldse schuilt voornamelijk in het
innerlijke gedachtenleven. Iemand kan
uiterlijk zeer conservatief zijn en hoog
kerkelijk, geen kerkgang overslaan, de
Zondag stipt en nauwgezet vieren, aller
lei tradities aan de hand houden, en toch
zeer werelds zijn. Het is niet zozeer de
vraag wat men doet, dan wel hoe de ge
steldheid van het hart is. Als iemand on
danks de bovengenoemde eigenschappen,
gewoonten en gebruiken in de grond van
zijn hart egoist is, en vrijwel uitsluitend
voor zichzelf leeft, en uitgaat van de
stelregelieder is zichzelf het naast, dan
is dat een volkomen wereldse instelling.
Zo iemand kan dan uit de hoogte oorde
len over verwereldlijking van de kerk,
maar zijn eigen leven is feitelijk één
groot stuk wereld.
U ziet dus, dat op dit punt ernstige
vergissingen kunnen worden gemaakt.
Dergelijke vergissingen kunnen zelfs
noodlottig worden, en het is daarom goed
dat we ons op deze dingen telkens weer
bezinnen. Tenslotte blijft de wereld bij
de drie doodsvijanden behoren, die de
kerk en haar leden op leven en dood be
vechten, en wij moeten die vijanden goed
in de gaten houden. In elk geval ze niet
voor vrienden gaan aanzien.
De nieuwste creatie die momenteel op
de modeshow der wereld wordt vertoond
is de sensatie.
Ik mag dit toch wel een puur werelds
verschijnsel noemen, is 't niet?
Sensatie is iets wat een en ander met
de „zinnen" te maken heeft, wat de zin
nen streelt en prikkelt, wat het „vlees"
bekoort, en daarmee zijn we toch wel naar
algemeen oordeel op het wereldse terrein.
Het verontrustende is nu, dat deze sen
satie steeds meer veroveringen maakt in
onze kringen, tot op de preekstoel toe, en
dat dit verschijnsel helemaal niet als we
relds, wordt herkend, integendeel met veel
gejubel wordt begroet. Dit laatste is nog
heel sparend gezegd. Ik had ook kunnen
schrijvenwe zijn bezig ons aan de sen
satie dood te eten.
Een tweetal verschijnselen heb ik hier
mee voornamelijk op het oog.
Het eerste is de publicatie onder sen
sationele koppen van de rechtbankzittin
gen.
Niemand zal mij er van verdenken,
onze christelijke dagbladpers een kwaad
hart toe te dragen. Daarom kan ik er
juist rustig over schrijven. Ik blijf het
onze pers kwalijk nemen, dat zij daarmee
meedoet. Ik heb zoals u wel begrijpen
zult, nu speciaal die rechtzaak van de
Berkelse arts op het oog. Daar weet het
Nederlandse volk nu alles van. Via de
pers. Heel dit huwelijksdrama wordt door
de krant op straat gebracht. Het is een
kluif die tot op het been wordt afgezo
gen door heren en dames van middelbare
leeftijd, door de meisjes van het atelier
en door de kinderen van rondom de
twaalf jaar. Men zwelgt in de intimitei
ten van overspel, een kapotgesprongen hu
welijk, een dienstmeisje dat de rivale werd
van haar mevrouw, moord of zelfmoord,
vergif, vervalste briefjes, compromite-
rende minnebrieven. Enzovoort. Daar
schrijven de kranten nu al dagen lang
over. En daar smult het duizendkoppige
monster van, dat „Publiek" heet. Hoe
meer er aan vuil en misdaad naar boven
komt, hoe liever. De honderden rillen van
genot als er een nieuwe sensationele wen
ding komt in het proces. De mens is sa
dist van nature en op dat levensgevoel
kan nu lustig worden gespeculeerd. Hier
is nieuwsSensationeel nieuwsHier is
copy. En men gaat over lijken voor copy.
Dat hier mensenzielen mee gemoeid zijn,
dat zich een tragedie afspeelt van gebro
ken huwelijksgeluk, waarover men slechts
zwijgen of wenen kon, komt zelfs in de
gedachten niet meer op. Plet grote publiek
schreeuwt om sensatie, en het wordt ze
met handelvol toegeworpen. Moeten er
kolommen van onze krant er mee gevuld,
omdat de anderen het ook doen?
Er is misschien nog iets ergers dan dat
het in de krant staat. Dat is, dat het ge
lezen wordt, en dat het graag gelezen
wordt. En dan kan bij alle genieting over
deze gruwelen het Farizeërtje in ons zich
weer op de borst slaanwij zijn gelukkig-
van goeie familieMaar stel nu eens, dat
dit in uw familie voorkwam, en heel Ne
derland stond via de krant dagelijks te
gluren in de woonkamer en de slaapkamer
van uw familie, want alle gordijnen die
de intimiteit dekken moesten zijn koloms-
gewijs weggegrist! Wat gij niet wilt, dat
u geschiedt, doe dat ook aan een ander
niet. Zijn we dat vergeten?
Dat is christelijk.
Dit is werelds.
Onze christelijke pers geeft om prin
cipiële redenen geen verslag van sport op
Zondag. Er zijn hier nog veel klemmen
der principiële redenen om van heel deze
tragedie volledig te zwijgen.
Hoe lang nog?