jVxelaria
Kerknieuws
Uit de getroffen Kerken
weer verschijnen, een onzichtbare hand
bladert en hardop leest daar iemand
Vertrouw op de HERE met uw ganse
hart,
maar steun op eigen inzicht niet...."
„Vele zijn de overleggingen in het hart
van de mens,
„maar de raad des HEREN, die zal
bestaan.
„Velen zoeken de gunst van een heerser,
„maar van de HERE ontvangt de mens
zijn recht:
Het is je ontgaan, dat de HERE Zelf
dit tot je gezegd heeft, maar toch was
liet zo. En nu gaan we nadenken over
deze spreuken, maar intussen blijf je zien,
dat Kruis op Golgotha en ook dat graf,
dat door Gods krachtige hand is open
gebarsten en nu
Je gaat beginnen met dat eigen inzicht-
van je en de vele overleggingen, en de
ontelbare pogingen, die je aangewend
hebt om de gunst van een menselijke heer
ser. een invloedrijke persoon, te winnen.
Je legt ze maar eens op tafeldat zoe-
'n Schoon begin.
Vrijdagochtend, 12 Februari.
Als uit 'n zware droom voel ik mij
traag ontspannen.
Wat 'n lange, jarenlange weg is het
geweest, vol hindernissen, maar ook vol
góede ogenblikken, hoopvolle vergezicht
ten, flitsende vreugden. En het uiteinde-
lijk resultaat: 'n sober en toch monumen
taal Godshuis.
De inspanningen zijn ten einde.
Vanaf mijn intree in 't gehuurde, on
verkwikkelijke speellokaal tot aan ons al
ler intree in ons eigen bedehuis, dat met
zijn zeven hoge ramen, zijn hoge kap,
zijn witte wanden, zijn witte preekstoel
lijkt te zingen: Gods vriendlijk aange
zicht heeft vrolijkheid en licht!
Nu ik 't mij alles, stuk voor stuk nog
eens voor de geest roep, hoe moeizaam
kwam in onze gedecideerde gemeente dit
kerkewerk op dreef
Doch hoeveel schoner is het, hoeveel
dankbaarder zijn we nu 't tegen zoveel
weerstanden in toch groeide, dan wanneer
het als 'n toverpaleis door één of andere
Rockefeller kant en klaar eensklaps voor
ons zou zijn neergezet.
De eerste jaren verloren we door ver
trek vooral aan emigranten haast even
veel leden als we door geboorte, door
overkomst, terugkeer en evangelisatie toe
namen. 'n Eigen, doelmatige vergader
plaats scheen onbereikbaar ver, tenzij wij
de nare, opgedrongen procedure wonnen.
Gelukkig! zeg ik nu, dat wij niet in 'n
veel te groot en ouderwets gebouw zitten,
omvlamd van de wrok der scheurders.
Niet} uit ons zelf zijn wij gekomen tot
deze kostbare nieuwbouw, 'n Vijftien jaar
geleden zou ieder het 'n dwaze geldver-
splling hebben moeten noemen. Toen we
ten langen leste niet anders konden dan
gaan bouwen, kwam het op 'n zielkundig
en finantiëel allerongunstigst moment.
Het regende juist belastingbiljetten. Zelfs
leden, die later tot de gulste gevers hoor
den, hadden met' het oog daarop begrij
pelijke bedenking. Anderen vroegen mij
bij de eerste inzameling van giften, hoe
ik hun verzekeren kon dat niet straks
wéér anderen met hun kerkgebouw gin
gen strijken. Kort vóór de splitsing had
den zij soms héél wat geofferd voor
schulddelging van de hun nu ontnomen
kerk! Het kwam bij enkelen traag op
gang. En de kas van Deputaten voor
hulpverlening bleek uitgeput! Alles leek
weer tegen. Maar 't was de Here zelf,
die door de zegen van aanhoudende groei,
tot bouwen drong. Hij heeft uit onze
jongste dwaasheid nieuwe wijsheid doen
geboren worden'n nieuwe kerk in 'n
nieuwe wijkHij schiep uit de scheuring
de schone gelegenheid om voor Hém te
offeren, te tónen wat Zijn dienst ons
waard is. Naar werelds zakelijke maatstaf
is hier enkel verlies van geld en energie.
Naar de maatstaf van geloof en liefde,
ontlook hier eensklaps de kans op gees
telijke winst: die van.'t blijmoedig geven
en daardoor 'n nieuwe, aanlokkelijke plek
voor de verkondiging van de blijmare aan
wéér andere Axelaars.
Sedert jaren immers zond God ons tel
kens mensen, die van elke kerk waren
vervreemd. Nu pas is er echt plaatsEn
ze wordt gebruikt!
Onder de vijf kerkgebouwen, die ons
stadje thans telt, is de jongste niet de
grootste, maar zeker niet de minste.
Hoe duidelijk beheerst het heel zijn
omgeving.
Op 'n afstand klimt boven 'n oud stads
deel alleen de slanke molen van Cappon,
met vlugge wieken maaiend voor het
aardse brood, dat ook ónze kerk behoeft
ken met je verstand en eigen inzicht naar
de beste manier om een uitweg te vinden.
En misschien kom je tot dit inzicht:
Het eerste gebod, het eerste woord van
God van de bekende tien woorden plaatst
je voor vertrouwen hebben in Hem en
voor wantromvend staan tegenover eigen
verstand, overleggingen, de macht van de
medemens.
Vertrouwen en wantrouwen.
De kern van heel veel onrust en onze
kerheid ligt in het te veel vertrouwen heb
ben in jezelf en de mogelijkheden, die
mensen en menselijk inzicht ogenschijn
lijk bieden.
En daarbijhet innerlijk wantrouwend
staan tegenover God, de HERE.
De spreuken hierboven geciteerd willen
dit radicaal omkerenWantrouw gerust
eigen inzicht, de veelheid van overleggin
gen, de macht van de medemens.
Vertrouw met grote gerustheid op
Hem, Die inderdaad in staat gebleken is
het leven te redden, raad te verschaffen
en de mens aan zijn recht, dat is aan zijn
bestemming te helpen.
Z. Y. J. T.
om stilaan te kunnen wijzen op 't hemels
brood, waarbij de mens eerst recht lean
léven
Wie langs de buitenwegen Axel nadert,
ontdekt reeds van ver, tegen '11 achter
grond van nu nog winters ijl geboomte,
de massieve toren, beurend in de zon het
gulden zinnebeeld van Christus, onze
Redder.
Tampt daar uit de wijde galmgaten
reeds '11 koperen klok?
Neen,, helaasZo moest het elke Zon-
dag eigenlijk zijn. En hóé ver over al
die nieuwe witte woningen en nog ver
over 't veld, misschien wel tot in de zelfs
op de dag des Heren zwoegende fabrie
ken van Sluiskil zou die bronzen stem
Christus' appel doen horenKomt allen
tot Mij, gij die vermoeid en belast zijt
Wie nu Axel door de lange Beatrix-
straat binnenkomt, ziet aan 't eind daar
van het rijzig kerkgebouw geheel voor
zich. Verder wandelend bemerkt hij, dat
het niet, zoals gemeenlijk, stijf recht aan
het trottoir staat, maar met '11 geringe,
elegante wending naar links, even zijn
rechterflank toont met nog juist 'n glin
sterende glimp van zijn vier grote zij
ramen. Aan alle kant vrij op zeer ruim,
open terrein, vraagt het beplanting ron
dom zich. Weldra zullen althans enkele
zilvergroene sparren wedijveren gaan in
hoogte met het gebouw, 'n wedstrijd vanC*
naar wij hopen, tientallen jaren. Eerst
God maakt met zijn lévend schoon men
selijke arbeid af
We staan nu voor het erf en ons oog
meet het gebouw.
Alles daaraan streeft omhoog.
Hoe slank het vooruitspringend kerk
schip, dertien Meter hoog. Rechts daar
van, iets naar achteren geplaatst, klimt
de stevige toren met zijn koperen spits
en smeedijzeren standaard, zeven en
twintig meter hoog in de lucht.
Maar ook het zoveel bescheidener to
rentje links van 't kerkdak kijkt vrolijk
er zitten vogels in de twee open ra
men onder zoveel kleiner standaard.
Het is of de lichtbruinrode bakstenen
vlammen, vooral nu door de regen van
gisteren hun schakering duidelijker uit
komt. Hoe verzorgd dat metsel-, dat voeg
werk Ga straks eens onder de toren staan
en kijk dan eens met uw wang tegen de
steen rechts naar boven. Dat staat maar
niet in 't lood. Dan blijkt pas hoe strak,
laag op laag, het halfsteens verband is
bewaard. Hier is gemeten en hermeten
met de meetlat en nog meer met liefde
voor het vak.
We treden weer terug en zien op naai
de voorgevel. Zonder ingang rijst de
slanke voorkant strak omhoog. Als 'n
echte templum snijdt die hoge voormuur
het heiligdom af van de profane straat.
Maar hóé licht moet het daarachter we
zen, reeds door de grote rozet, die boven
in werd uitgespaard, met rechte vakver
deling en geheel doorzichtig glas. Ner
gens namaak-antiek, tochtig glas in lood
met meestal goedkope kleuren en figuren.
Echt Protestants doet dit Godshuis van
binnen en van buiten aan met zijn vele
kristalheldere ramen, waarachter het niet
spoedig geheimzinnig schemeren zal, maar
alles klaar zijn ware omtrek toont, gelijk
het Woord van God zelf dit met zonde
en genade en de mens ook doet.
Wanneer echter straks de zomeravond
luchten dwars door het kerkschip de hoge
vensters met het gloeiendst rood en 't
vloeiendst goud en al de hemelkleuren
van de dalende zon beschildert, dan krijgt
onze kerk ik zag het toen ze nog on
voltooid was gebrandschilderde ramen,
en elke avond gevariëerd, schoner dan
'n Rembrandt of Crabeth ze ons ooit
scheppen kon.
We gaan nu het bijna vijf meter brede,
witte hek door en laten de pastorie links
op het ruime grasveld lig\n Die lage
uitbouw daar vóór ons, aaiW ejnci van
het tegelpad, moet wel de conWorje z\jn
Schuilend onder de zoveel hh-er kerk,
verlevendigt het met zijn uitzong het
geheel. A
Wij keren ons echter naar rech Waar
op zij, juist onder 't kleine tore\je 'n
royaal, gemetseld bordes van vier \eden
tot opgaan nodigt. Geen zware, meK;zei-
beslagen deuren alsof er 'n fort of lX0S_
ter te verdedigen viel. Ook de twee gWe
deuren zijn doorzichtig, wijl bijna genu
bestaand uit glas in eihen lijst. Kijkt
al maar naar binnen. Er valt hier nieN
te verbergen. Veeleer te openbaren he\
betrouwbaar woord van Hem, die het op
open berg en open pleinen sprak.
Voor de hoge stoep zien we nog even
omhoog: '11 zandstenen kruis blijkt juist
boven de ingang gemetseld, dat 's avonds
wel zichtbaar blijven zal, beschenen als
het dan wordt door 'n lantaarn, die zich
tussen kruis en ingang bevindt.
Nu dralen we niet langer en door 'n
ruim, hoog portaal treden we de nog rui
mer, hoge hal binnen. Wit de wanden.
Licht-geel de tegelvloer. Rechtuit grijze
deuren, waarachter natuurlijk het toren
trappenhuis begint, o.a. naar de orgel
galerij, waaronder wij nu staan. Wij hó
ren het tenminste. '11 Vol geluid! Is het
met dat orgel nu toch reeds voor elkaar
We zien onwillekeurig, waar het ge
luid vandaan komt, schuiven het dubbele
grijs fluwelig gordijn weg en.... daar
ligt de witte kerk nu eindelijk voor ons
open.
Het eerste wat ons oog boeit, over de
vaste Avondmaalstafel heen, is de vier
metersbrede witte kansel onder het even
brede witte klankbord en daarboven '11
groot wit kruis. Onwillekeurig ontbloten
wij het hoofd.
En nu lezen we op de als 'n holle spie
gel naar buiten gebogen voorwant van de
preekstoel, die haar armen naar de ge
meente uitbreidt als de Heiland aan het
kruis, in sobere bloedrode letters: Chris
tus en Die gekruisigd.
Paulus' levensdevies en de intreetekst
van Axels eerste predikant na de scheu
ring.
Wit domineert, maar in drie-, vierder
lei tint. Het zuiverst wit de kansel en het
kruis. Hier en daar is al dit wit onder-
SCHARENDIJKE
Broeders en Zusters,
De belangstelling voor de Zendingsfilm
te Haamstede heeft de verwachtingen
overtroffen, wat wel bleek uit het feit,
dat het Verenigingsgebouw 's avonds te
klein was, om al de bezoekers te bevat
ten, zodat de kerk in gebruik moest wor
den genomen.
De naam van de film „Frontlinie Oost"
doet ons denken aan een leger, dat in fellé
strijd gewikkeld is met een tegenstander
en dat is ook werkelijk zo, al is het dat
deze strijd gestreden wordt met het gees
telijke wapen van het Woord van God.
Door woord en beeld kregen we enigszins
een voorstelling van de geweldige weer
standen, die er zijn tegen het Evangelie,
zoals de reusachtige invloed van de Is
lam met zijn imponerende tempels en
moskeën en zijn millioenen aanhangers en
de massale propaganda van het commu
nisme, die beide strijden om de ziel van
het Indonesische volk. En daartegenover
staat de Kerk van Jezus Christus, klein
in aantal, met alleen de boodschap van
het kruis. Het lijkt een hopeloze strijd,
maar de Koning van die Kerk heeft door
Zijn opstanding al die vijanden overwon
nen en Hij heeft gezegdMij is gegeven
alle macht in hemel en op aarde, en daar
om weten wij, dat dit Evangelie de we
reld overwinnen zal en dat wij voortgaan
naar de voltooiing van dat Koninkrijk,
dat eeuwig heersen zal. We mochten ook
zien en horen, dat er ook een grote hon
ger is naar het Evangelie en daarom
wordt ook aan de brengers van dat Evan
gelie de inzet gevraagd van hun gehele
persoonlijkheid. We hoorden dan ook van
ons eigen Zendingsveld (Blora) de op
wekking: broeders en zusters, bidt voor
ons, dat is het belangrijkste wat U voor
ons kunt doen. En als wij dan zien het
grote voorrecht, dat wij bezitten, dat ons
leven van onze prilste jeugd met dat
Evangelie als het ware omtuind is, dan
doen wij dat ook zeker.
Broeders en zusters, ik zou nog één
vraag willen doenmaakt dit rijke Evan
gelie ons ook nog werkelijk rijk en blij,
want vreselijk zou het zijn, als die heer
lijke boodschap van Gods genade voor
verloren zondaren, ons onbewogen zou la
ten, want dat is het enigste wat ons leven
waarlijk rijk maken kan. Wat ons kerk
gebouw betreft is er de laatste tijd niet
veel veranderd, dan alleen dat br. Schol
ten de muren heeft afgekapt. Maar ge
broken en gesouligneerd door 'n grijze
bies. Grijs ook zijn de gordijnen, plooiend
langs de hoge rechthoekige ramen. Grijs
ook de enorme spanten, die van afstand
tot afstand het hoog plafond in beige dra
gen, waaruit vijf witte lichtkronen schie
ten, die des avonds de blanke ruimte vul
len met 'n warme lichte gloed.
Met hoe sobere middelen en kleuren
is hier iets schoons bereikt: waarlijk 'n
bedehuis, dat stemt tot dienst in Geest en
waarheid.
Nu gaat ons oog over de rijen klap-
stoelen van geelbruin beukenhout. Ze lo
pen af met de vloer naar de open „tuin",
waar op de gepolijste Avondmaalstafel 'n
verzilverde kan tussen twee wijnbekers
glinsteren. Mét de flonkering van 't goud
Vop de kanselbijbel schijnt dit temidden
Van al die soberheid het enig weelderige
V zijn.
\Langzaam dalen we nu 't even glooi
en! pad, bekleed met lichtkleurig, geluid
dempend cocos af, naar de „tuin", die
zich\pver de volle kerkbreedte uitbreidt.
Sléchts iets verhoogd staan in de lin
kerhoeve rechts dus van de spreker op
de kansel de stoelen voor oudsten en
diakenen bijeen. Aan de tegenovergestel
de zijde rust op hetzelfde verhoog het uit
brons gehamerde brede doopvont op zijn
hoge beuken onderstel. Dit mét de tafel
maken bij elke dienst het hoorbaar evan
gelie zichtbaar: Christus en Die gekrui
sigd!
Nu wenden wij ons om, af van de kan
sel, en zien boven de ingang met zijn grijs
fluwelen gordijnen, de brede, hoge nis,
die om 'n groot kerkorgel vraagt.
Thans staat er slechts 'n bescheiden
Mannborg-harmonium, dat zoveel forser
klinkt, dank zij de voortreffelijke accous-
tiek. Want de stem van prediker, orgel
en gemeente vallen hier niet steeds weer
als -n dood ding neer, maar' klinken, lé
ven onder de hoge zoldering. Zelfs toen
op die gedenkwaardige avond van inge
bruikneming het gebouw tjokvol was en
de mensenmassa de geluiden temperden,
klonk het orgel door de kerk en droeg
aller zang: Looft God, looft Zijn naam
alomLooft Hem in zijn heiligdom
Looft Hem naar zo menig blijk van zijn
heerlijk koninkrijk, voor Zijn troon èn.
hier beneden
Het was '11 uiterst schoon begin!
D. J. C.
zien de banken ergens anders worden
klaar gemaakt en zo spoedig mogelijk met
het werk aan: de muren zalworden be
gonnen, ligt de tijd toch waarschijnlijk
niet zo heel ver meer, dat we onze kerk
weer kunnen gebruiken. Dus nog een
poosje geduld. Verder wensen we allen,
en in het bizonder onze zieken en ouden
van dagen, en alle eenzamen 's Heren na
bijheid van harte toe.
Met br. gr.,
Namens de kerkeraad,
J. N. V.
Tweetallen te 's-Gravenhage-W. (vac.
H. v. Andel), J. Kremer te Utrecht en
B. J. A. Streefkerk te Berkel-Rodenrijs,
(vac. A. J. v. Sluys), J. Nawijn te Aal-
ten en G. W. Rijksen te Rotterdam-Z.,
(vac. Evang. pred.), A. Brouwer te Bar-
neveld en D. Krijger te Lochem.
Beroepen te Anna Jacobapolder, H. J.
van Duinen, cand. te Wassenaar te
Brussel (2e pred. pk), B. G. Mees ten
Oever te Kamerik te Middelburg, A.
Brouwer te Barneveld te Ooltgens-
plaat, R. Zijlstra te Grouw-Irnsum (Fr.)
te Wierum, B. G. de Valk, cand. te
Nunspeet.
Bedankt voor Boskoop, C. H. Appelo
te Nijkerk voor Brouwershaven, R. de
Roos te Dieren voor Hoogeveen (vac.
W. Faber), D. J. Modderaar te Appinge-
dam voor Lisse, D. J. Roos te Sleen
(Dr.) voor Onstwedde, J. A. v. d.
Peppel te Hijken (Dr.).
Ds A. ALeenhouts, woonachtig te
Soest, is benoemd tot hulpprediker te
Castricum, die deze benoeming ook aan
nam.
Beroepbaar. De heer C. Augustijn,
cand. te Rotterdam, zal gaarne met in
gang van 1 Mei een eventueel beroep in
overweging nemen.
Examens. De classis Arnhem heeft
praep. geëxamineerd en beroepbaar ver
klaard de heer J. Dijkstra, te Ellecom,
cand. aan de V.Ü. Aan de V.U. zijn
geslaagd voor het cand. examen theologie
de heren R. Aakkerman te Amsterdam en
J. E. F. Dresselhuys te Roermond.