3)e Sebraari- SI amp jfixelaria Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland ZEEUWSE KERKBODE NEGENDE JAARGANG No. 31 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds J. H. van Halsema, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 29 JANUARI 1954 Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 10 cent per mm. Er breken bewogf 'dagen aan. Als Februari begi, wij allen weer stilstaan bij wat l vorig jaar is gebeurd. Toen een ramp ons land trof, en met name ook onze provincie, zoals sinds mensenheugenis niet voorkwam. Het water verzwolg de welvaart van velen, nam de vruchtbaarheid van het land weg, verwoestte de woningen, en voerde vele kostbare mensenlevens mee. Later hebben wij het pas gehoord, hoe veel doodsnood er geweest is, en hoeveel gezinnen en families zwaar werden ge troffen. Als vanzelf komen de tonelen ons weer voor de aandacht, van de overspoelde dorpen, van het woeste water, dat als maar verder opdrong en hoger steeg. Duizenden cadavers dreven rond, en bij honderden spoelden de lijken aan, of wer den later gevonden. Weer was er sprake van massa-graven, thans niet veroorzaakt door oorlogsge weld, maar door een vijand, die nog snel ler dan de mens de weerlozen verraste, en meedogenloos het geluk stukbrak, in enkele ogenblikken Toen kwamen de karavanen vluchtelin gen, met achterlating van alles, wat hen lief en waardevol wasenkel bergend het vege lijf en het weinige, dat zij droe gen. Met elke dag werd de aanblik ont stellender, de omvang van de ramp gro ter. Wat er toen geleden is, valt moeilijk weer te geven. Die het, ternauwernood, ontkomen waren, spraken van een zond vloed. Er kwam ontzetting over ons, gevolgd door diepe bewogenheid met de getrof fenen. De hulpvaardigheid kende geen grenzen. Staaltjes van heldenmoed zijn uit het reddingswerk bekend, ten volle waard om weer op te halen. Een Godsspraak, zó aangrijpend, dat wij allen stil werden, en geen woorden vonden Zó was het, een jaar geleden. Wanneer de datum van 1 Februari aan breekt, dan zal dit alles weer boven ko men. In vele families zal er de stille na gedachtenis zijn aan hen, die door het water zijn omgekomen. Ennu wij na een jaar zo ongeveer kunnen nagaan, wat deze watervloed aan gevolgen bracht, nu zal de ernst van dit catastrophaal ge beuren ons opnieuw treffen. Wie de geteisterde streken bezocht, en daar de rouwende en berooide bevolking sprak, die heeft zich wel enige voorstel ling kunnen maken van de nood, die over ons kwam. De angst en ellende, op zol ders en daken doorleefd, bij het wild op stuwende water, als nog geen reddings boot in 't zicht was.weten alléén zij, die het hebben ondervonden. Er is ge vreesd en er is gebedenZó is de dood velen overkomen. Onvergetelijk moeten ons die dagen blijven. Dankbare herinneringen zijn er aan be toond medeleven, waarbij het Vorstelijk voorbeeld vóór alles mag vermeld worden. Maar.wat het meest een blijvende indruk moest achterlatendat was het geweldige spreken Gods. God, Wiens leiding over alles gaat, heeft door de tekenen van Zijn almacht in de natuur ons doen beven. Hebben wij, sinds die donkere nacht, méér onder de indruk geleefd van de mogendheid des Heren? 't Leven ging sindsdien verderDe doden werden begraven, de dijken gingen dicht, de mogelijkheden voor de toekomst werden overwogen. Hebben wij vastge houden de onderwijzing Gods, Die ons in deze vergankelijke wereld roept, om rust en veiligheid te vinden in Hem? Als wij hier de balans gaan opmaken, misschien stuiten wij dan op heel wat te korten aan onze kant. Een mens vergéét zo gauw, en staat liefst niet al te lang stil bij wat hem doet wankelen. Daarom moet in deze herdenkingsda gen de vraag overwogen, in hoever ons geestelijk leven zich verdiepte. Dan krij gen wij opnieuw met God te doen. Nu niet in storm en noodgetij, maar in Zijn Openbaring, waarheen Hij door 't gebeu ren van verleden jaar ook Zelf ons wees. Opdat wij, in de lichtcirkel van Zijn Openbaring klaar komen met onszelf, in het rustige en blijde weten van het won der der verzoening, waarin al onze red ding ligt. Als het „herdenken" ons tot deze gees telijke bezigheid brengt, dan wordt er winst geboekt. Wij hopen, dat de kracht der vertroos ting in deze dagen weer hen zal sterken, die de pijn van hun wonden weer opnieuw zullen gevoelen, bij het verjaren van de data. Enbij hun vlucht tot God zul len zij op de rechte wijze hun doden ge denken Misschien is het wel goed, om in dit verband ook enkele woorden te wijden aan een opzet, die de pennen en de mon den in Zeeland nogal in beweging bracht. We bedoelen de aangekondigde uitvoering van „Requiem", te Goes, op Maandag 1 Febr. a.s. in de Magdalenakerk. Uit gesprekken en ontvangen brieven blijkt, dat men zich van deze avond een verkeerde voorstelling heeft gemaakt. Sommigen menen, alsof hier een „kerke lijke" samenkomst ter herdenking wordt gehouden. Welke samenkomst dan door samenwerking der kerken zou tot stand komen. Hiervan is geen sprake. Dit is in het geheel geen kerkelijke uitvoering, dus is er ook van samenwerking van kerken geen sprake. Sommigen hadden het over de liturgie van die avond, en spreken er hun verwondering over uit, dat men een liturgie gekozen had, ontleend aan de mis. Er is die avond geen liturgie, want er is geen kerkelijke bijeenkomst. Wat het dan wel is Een uitvoering, waarvoor entrée-prijzen worden gevraagd. Het schijnt, dat het woord: herden kingssamenkomst in de aankondiging, aan leiding tot dit misverstand heeft gegeven. Maar de kerken hebben tot deze samen komst geen stap gedaan. Zelf nam ik, zo als ook van andere predikanten mij be kend is, van heel het geval pas kennis uit de pers. Men beschouwe die avond als een uit voering, dat is m.i. de enig juiste opvat ting. Persoonlijk zou ik het op prijs ge steld hebben, wanneer men dit nog duide lijker had bekend gemaakt. En, dan ware beter achterwege gebleven de aankondi ging: ter herdenking van hen, die het le ven lieten bij de watersnoodramp van 1 Februari 1953. Want, nu men er dit aan ging verbin den, valt vanzelf de keuze van Requiem onder de beoordeling. Dan moet ik ver klaren, dat daarin de passage over het of fertorium (de offerande), terecht vragen en bedenkingen doet rijzen. Juist na alles, wat ik ten gunste hiervan las, en na zorg vuldige kennisname van heel de tekst, ko men deze bezwaren op. Dit offertorium of offerande betekent in de mis zeker het hoogtepunt. De daarbij gezongen tekst luidt: „bevrijd de zielen van alle afge storvenen van de pijnen der hel, en van „de diepe poel: bevrijd hen uit de muil „van de leeuw. Dat de afgrond hen niet „verzwelge, dat zij niet verzinken in het „duister". Men kan er niet omheen, dat hier spra ke is van een bepaalde beschouwing, wel ke van reformatorische zijde met een be roep op de Schrift is verworpen. De lou teringsgedachte, later duidelijk ontwik keld in de leer van het vagevuur, komt hier naar voren. Het heeft weinig zin, om dit te verdedigen met een beroep op Augustinus en andere kerkvaders, zoals ik in een enkel stuk in een courant las. Want, wat in de eerste periode van het kerkelijk ontwaken nog niet duidelijk was, dat is in later eeuw beter aan het licht gekomen. De opening van het Woord door de Reformatie bracht hierin grote zegen. Daarom zal hier een beroep op Augustinus moeten gevolgd worden door een afwijzing van het Schrift-inzicht van Luther, Calvijn, e.a. Het is dan tevens duidelijk, in welke richting men komt. Het musicale en vocale element kan prachtig wezennu men hieraan een be paalde bedoeling verbond, is men zelf oorzaak geworden, dat de critiek is los gekomen. Een critiek, die achterwege zou zijn ge bleven, wanneer er sprake was geweest van een uitvoering zonder verdere strek king. Het is jammer, dat dit niet van te vo ren gezien is. Men versta mij goed. Het is niet de bedoeling een oordeel te vellen over de compositie als zodanig, zelfs niet over de vraag, of deze keuze als uitvoe ring gelukkig is. Dit blijve geheel buiten beschouwing. Maar, men heeft, door het element: dodenherdenking, wakker geroepen een (begrijpelijk en volkomen geoorloofd!) zich richten op de tekst. Endat hier dan ernstige bedenkingen komen, zal naar het mij voorkomt, niemand kunnen ont kennen. Ware een „interkerkelijke herdenking" in dit geval niet juister geweest? C. St. De vis op de toren. Nu D.V. aanstaande Donderdagavond 11 Februari om 7^ uur ons nieuwe kerk gebouw in gebruik zal worden genomen, mag vooral tegenover de vele gulle gevers en geefsters enige beschrijving niet ont breken. Het is mee dank zij hun hulp, dat de gemeente van Axel op prettige klap- stoelen, die als banken aaneen zijn verbon den, mag zitten. Hulde aan de nog steeds onbekende stootgever uit Goes, die de eer ste 100,zond, toen ik nog niets had gevraagd Zeker, het is alles zoveel kleiner en so berder ten einde gebracht, dan wij oor spronkelijk hadden gehoopt. Met één slag ging door de watersnood en de gestegen prijzen ongeveer 7 Meter van de toren af. Maar hij mag er nog wezen met zijn smeedijzeren standaard hoog in de lucht. Maar waarom, zal menigeen die komt kijken, zich afvragen, 'n vergulde vis al spartelend rondom die standaard? Men is gewend aan 'n haan of zoals bij de Luthersen 'n zwaan bovenop de toren. Maar 'n vis? Toch is dit waterdier hoog in de lucht niet maar 'n gril van onze architect, de Ir 't Hooft, doch 'n eeuwenoud zinne beeld van niemand anders dan Jezus Christus zelf. In de tijd, dat het levensgevaarlijk werd in het Romeinse rijk om zelfs maar van Christelijke gezindheid te worden ver dacht, kwam de behoefte op aan geheim taal en -tekens. Men vindt geheimtaal bijv. in het laatste bijbelboek. Rome heet daar Babyion. En het getal 666 was de myste- rieuse aanduiding van één of ander anti christelijk heerser. Wij weten niet meer wie, zoals men over enkele eeuwen ver moedelijk ons O.Z.O. uit de bezettingstijd niet meer zal kunnen ontraadselen, tenzij de betekenis er van schriftelijk bewaard blijft. Welnu, zo vindt men het teken van de vis boven huisdeuren of graven, op zegel ringen enz. Soms zal men het snel met de vinger op 'n muur of met de voet in het zand hebben geschetst, om de ander zon der woorden te vragenbelijdt gij ook dat Jezus Christus Gods Zoon (onze) Hei land is? De begin\t\Xtrs n.l. van deze oudste be lijdenis in het Grieks vormen tesamen precies het Griekse woord voor vis IXTHUS. Let maar op: Itsous Xris- tos TH ton U'ios óootèr. Tertullianus noemde de Christenen ergens pisciculi visjes. Maar de symbolisering van Chris tus als vis, dateert van veel vroeger, zeker reeds uit de 2de eeuw. Naar het schijnt hebben ketterse Gnos tieken later allerlei bijgelovig misbruik ge maakt van deze geheimzinnige overeen stemming. Die preciese overeenstemming trof hen als iets goddelijks, zodat zij er 'n tovermiddel in zagen of 'n afweermid del tegen boze geesten. In het Oosten was dit nog meer het geval dan in het Westen van het rijk. Daar bovendien 'n vis eet baar en de gelovige in het heilig Avond maal het lichaam en bloed van de Heiland geniet, heeft men naar het lijkt de eetbare vis zelfs in verband gebracht met de hei lige maaltijd. Zo week men al verder af. Misbruik dringt tot het rechte gebruik. Dat ook Roomsen dikwijls bijgelovig het kruis vereren en dragen, mag al even min reden voor de Protestantse gelovige zijn om dit oudste symbool van de Ge kruisigde Heiland nu maar prijs te geven. Zo wordt thans in Axel hetzelfde teken, dat eens wegschool in de donkere onder aardse catacomben van Rome boven op de kerktoren ten hemel geheven. De eens met 'n benauwd hart vluchtig voor 'n ogenblik in 't stof der aarde geschetste belijdenis: Jezus Christus, Gods Zoon is onze Heiland, staat thans stevig voor ieder openbaar. Het is mee 'n vervulling van Jezus' eigen bevel: Wat Ik u zeg in het donker, zegt het in het licht; wat gij in het oor hoort fluisteren, predikt het van de daken De tijd kan komen, dat de vis, gelijk pas enkele jaren geleden onze koperen klokken, tegelijk met het kruis omlaag wordt gehaald. Jezus zelf heeft hierop geduid. Immers, onmiddellijk aan het predikt het (evangelie) van de daken, voegt Hij toe: En weest niet bevreesd voor hen, die wél het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden. Weest veeleer bevreesd voor Hem, die beide ziel en li chaam kan verderven in de helGeen angst voor Duitser of Rus. Vreest alleen God! Nu staat de vis op de toren en roept Axel op tot openlijk belijdenJezus Chris tus Gods Zoon is onze enige RedderNiet de Jezus van eigen bedenksel, vervormd naar óns beeld en naar ónze gelijkenis. Wat zou dié ons in nood en dood ook baten? Maar Maria's en Gods Zoon, die voor zondaren werd gekruisigd. Van Hèm zal D.V. ook in ons nieuwe kerkgebouw worden getuigd welk 'n voorrecht voor onze gemeente! voor het eerst Donderdagavond 11 Februari om 714 uur. Ik nodig in het bijzonder alle gevers en geefsters in Zeeland uit: als ge kunt, komt! Komt Donderdag 11 Februari of komt later eens kijken. De blijde Boodschap is het voornaamste. We hebben het mogen verkondigen in 'n zaaltje, zoals ge weet, dat door de stoornis van buiten soms al te onwaardig werd. Hoe blij, hoe God dankbaar zijn we, dat we voor al ons werk, ook dat van de jeugd, ons nu kunnen roeren. Wat 'n gemeet en gepas altijd om met catechisa tie en vergaderingen onder dank te ko men! Het kwam het werk ook van de evangelisatie niet ten goede. En toch heeft de Here vooral dit ook willen zegenen. Elke Zondag zijn er gekomen, die niet tot onze kerk behoorden, die soms geheel vervreemd zwierven, los van alle kerk. Nu is er weer, nu is er beter plaats. Dat wij het niet verzondigenDat wij de kansen grijpen, die God ons geeft om an deren te lokken naar de plaats, waar Christus en die Gekruisigd gepredikt wordt, voor het eerst Donderdagavond 7)4 uur op 11 Februari. Weest welkomD. J. C. Voor Axels kerkbanken werd aan mijn deur door 'n mij onbekende afgegeven 'n envelopje met 5,en bijschrift: Hier bij weer 'n druppel enz. A. te Z. Ik ver wacht u, A. te Z. Ook 10,uit coll.- bus in G.K. van Terneuzen. Zeer dank baar. C.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1954 | | pagina 1