SPOOLDE
Jeugdrubriek
Uit de getroffen Kerken
schot aan graan is in Amerika, woedt
toch elders de honger onder millioenen.
Ook deze Kerstdagen lijden vele, vele
verweesde kinderen gebrekEn de vrede
Zelfs in Korea is ze er nog altijd niet.
„Doch dit alles is maar 'n begin der
weeën." Wij beven bij de gedachte aan
wat komen gaat. Alle staatslieden vrezen
die toekomst en spannen zich in haar te
voorkomen, die alles en allen verschroei
ende oorlog, dat eind der wereldIn plaats
dat wij beven voor Hem!
Ja, wij leven in het laatst der dagen,
al duurt ook déze dag Gods lang
Of zijn ze niet opgestaan véle valse
Christussen en valse profeten en verleid
den hoe velen! „Kommt alle zu Mir"
stond hoe kort nog geleden in Hitler-
Duitsland te lezen, alsof hij de wereld
redder zou zijn! Krisjnamurti zijn we
reeds weer vergeten. Maar nog telkens
duiken nieuwe Messiassen op en slepen
'n tijd soms zelfs menig gedoopte mee,
ondanks Jezus' waarschuwing: Ziet toe,
dat niemand u verleideHun grote teke
nen en wonderen, waaraan velen zich ver
gapen, zouden, indien het mogelijk ware,
zelfs de uitverkorenen verleiden.
Werden niet, naar zijn voorzeggen, vé
len geërgerd? Is niet de liefde van de
meesten verkild? Is uw liefde misschien
verkild? De éne broeder heeft de andere
broeder overgeleverd. Het Christendom
van onze dagen is innerlijk en uiterlijk
al meer verscheurd.
Doch, Christendom, dat zijn wij, Chris
tenen! En niet Christus! die zijn woord
De naam, die hierboven staat, zegt u
even weinig waarschijnlijk, als wanneer
er iets in het Chinees of Arabisch was
neergeschreven. U tast naar ik vermoed,
volkomen in het duister inzake de vraag
of Spoolde of een soort vistuig is, of een
nieuw merk bromfiets; het zou iets met
cigaretten te maken kunnen hebben, of
iets wat je eten kunt. Laat me u gerust
stellen. Ik kan u uw onwetendheid in 't
minst niet kwalijk nemen. Enige maanden
geleden zou ik ook met de mond vol tan
den gestaan hebben, als men mij gevraagd
had wie of wat Spoolde was. Nu dan,
Spoolde is een plaatsnaam. Geen plaats
in de gewone zin des woords, dus geen
stad of dorp, maar een buurtschap zo
gezegd, een nederzetting. Zo iets als
niemand duide mij de vergelijking
euvel 't Zand bij Middelburg, maar
daar dan wat minder uitbundig, een tikje
bescheidener, ik bedoel van omvang. Het
is eigenlijk maar een vrij schamel geval,
dat Spoolde, een buurtschap in de onmid
dellijke omgeving van Zwolle. Wie van
de Veluwe uit over de IJsselbrug gaat,
kan het geval aan z'n linkerhand zien lig
gen. Het ligt min of meer ingedrukt tus
sen de rivier de IJssel en de stad Zwolle.
ORIGINEEL.
Dit woord is al een aantal jaren bijzon
der in trek. Het is begonnen in de hogere
regionen van kunstenaars en artisten.
Misschien is door hun originaliteit dit
„hogere" zelfs geschapen. Want met ori
gineel bedoelen we tegenwoordig zoveel
alsiets wat anders is dan de middelmaat.
De middelmaat is het afgezaagde, het uit
gekookte. Dat is een niveau wat iedereen
tenslotte bereiken kan. Maar wie origineel
is, steekt daar een beetje bovenunit.
En zo beleven we het, dat sinds jaar
en dag iedereen zijn best doet om de din
gen wat anders te doen dan een ander.
Wee die arme schilder, die afgezaagde
dingen schildert, een molen b.v. of een
paar koeien op een weiland. Dan
schreeuwt iedereen moord en brand. Want
dat is al zo oud als de weg naar Rome.
En dat kan de eerste de beste verfhan
delaar ook al voor elkaar krijgen.
En arme dichter of schrijver, die nog
een doodgewoon liefdesonderwerp onder
handen neemt. Want daar is langzamer
hand toch alles van gezegd wat er van
gezegd kan worden.
En ik zou niet in een Kerkbode schrij
ven, als ik er nog niet een wee-roep aan
toe moest voegen over een arme dominee,
die maar heel gewoon preekt en kennelijk
maar niet origineel kan zijn. Die arme
man weet ook al niet hoe laat het is, en
blijft zijn gemeenteleden maar vervelen
met dingen die ze al wel honderd keer
gehoord hebben.
Al met al is de halve wereld krampach
tig bezig, om het nu eens anders te zeg
gen, of het nu eens anders te doen, of
eens wat anders te verzinnen.
Als het maar anders dan anders is, dan
is het origineel.
En dat is nu juist niet waar!
gestand doet, ook al sluimeren wij in en
zeggen, dat zijn dag niet komt.
Christus is aan het wederkomen.
Hóórt, hier stortte 'n koningstroon om
en ziet, ginds wankelt 'n ander. Honger
en haat sluipen loerend rond. Wat gij in
uw kortzichtigheid, in uw vergeetachtig
heid tegen hem uitspeelt, al die door ons
mensen verwekte ellende, heeft hij twin
tig eeuwen geleden voorzegd. Maar ook:
wie ten spijt van dat alles zal volharden
bij hem, dié zal gered worden in het ge
richt.
Schrikkelijk zal die dag zijn voor wie
naar hem niet heeft willen luisteren.
Op dit ogenblik spreekt Christus weer
tot u ook van dit blad. Hóórt hem, voordat
hij zwijgen gaat voor altijden gij, van
God verlaten, glijdt in 'n onvoorstelbare,
maar niet minder werkelijke verlorenheid.
Maar heerlijk zal zijn toekomst wezen
voor ieder, die naar zijn spreken geluis
terd heeft met naar verlossing hunkerend
zondaarshart.
Zelfs in de dood zal hij tot hen blijven
sprekenKomt, gij gezegenden mijns Va
ders, beërft het koninkrijk, dat u bereid
is van de grondlegging der wereld.
D. J. C.
Voor Axels kerkbanken.
Met grote dank gelukkig weer iets-qnL-
vangen, n.l.10,gift uit Terneuzen
in coll. gevonden2,50 uit coll. in Oost-
kapelle en 10,van N.N. te A. Z., in
dien ik het tenminste goed lees. Druppels
op 'n hete plaat. D. J. C.
Het zijn dus nog net geen stedelingen,
de bewoners van dit buurschap, hoewel
de beschaving ze vlak op de hielen zit, en
men kan ze met een goed geweten ook
geen „buitenlui" noemen. Het is een soort
kruising van deze twee.
Men kan er, wat altijd voor velen een
prettige bezigheid is, van twee wallen eten,
want men woont tussen de rivier en de
stad in: de voordelen van de cultuur en
van de natuur liggen er zó maar voor
het grijpen. Er staan in dat Spoolde een
stuk of wat boerderijen, verder een paar
nette woningen, burgers- en arbeiders
woningen, om te wonen en wat nering
doenden, en verder is er niets. Geen kerk,
en voorzover ik weet, ook geen school.
Dat is dan Spoolde.
U zult misschien met enige verwonde
ring vragen, waarom ik hier over dat
Spoolde ga schrijven.
Nu, hebt u maar even geduld, dat heeft
z'n reden, en naar ik meen een heel goede
reden.
In dat onnozel kleine stukje Nederland,
dat bijna niemand kent, en waar niemand
komt dan die er beslist wezen moet, op
die luttele vierkante meters rivierklei,
waar het grote verkeer rakelings voorbij-
raast en dus links laat liggen, daar gebeurt
toch wel iets heel bijzonders, wat de rest
Ik wil van harte een lans breken voor
iemand die origineel is. Voor een dominee,
die een originele preek houdt, en voor een
schilder, die op een originele manier kan
schilderen.
Maar dat is niet hetzelfde als „anders
dan anders". Die weg begint al danig te
vervelen. En na wat krampachtig volhou
den, loopt hij in een moeras.
Dat kan een kind wel begrijpen. „An
ders dan anders" houdt één keer op, want
dan is er niets anders meer. Dan is het
„anderse" op. En dan is de originaliteit
ook op.
Het zou trouwens wel eens kunnen zijn,
dat het met het anders-zijn van de dingen
nog niet zo'n vaart loopt. De Prediker is
er blijkbaar van overtuigd, dat de dingen
hier op aarde niet bijzoqder veel veran
deren. Er zit iets van monotonie, van een
tonigheid in alles wat zich aan ons oog
voordoet. Er is niet zoveel nieuws onder
de zon, en een mens is daar spoedig op
uitgekeken. Zolang hij tenminste „onder
de zon" blijft kijken.
Origineel in eigenlijke zin heeft wat
met „Boven de zon" te maken. In gewoon
Hollands vertaald, is origineel hetzelfde
als „oorspronkelijk". Het is iets wat met
de oorsprong in verband staat. Ik kan het
misschien beter meteen maar met een
hoofdletter schrijven: Oorsprong.
Een origineel mens is een mens die bij
de Oorsprong leeft, en die de glans van
de Oorsprong over alle dingen ziet uit
gespreid.
Het merkwaardige is, dat de oude schil
ders uit de 15e en 16e en 17e eeuw prach
tige schilderijen gemaakt hebben, die wij
vandaag allemaal de moeite waard vinden.
En toch waren al die schilders afhankelijk
van elkaar. En ze schaamden zich er niet
eens overEr waren hele scholenvan
schilders, die helemaal niet probeerden
anders dan de anderen te doen, maar in
tegendeel juist anderen navolgden.
Dat het resultaat zo prachtig is gewor-
van (kerkelijk) Nederland met jaloezie
mag vervullen.
Ik ga u eerst vertellen, hoe ik Spoolde
ontdekte en wat ik daar vond.
Op zekere dag kwam er iemand bij me,
met de vraag, of ik niet eens voor de
evangelisatie wou spreken, 't Was een
heel eenvoudig mannetje, zo echt een
van de „kleine luyden", u weet wel. Die
„evangelisatie", waar hij mij voor wou
aannemen had de volle liefde van z'n hart,
dat kon je zo maar zien in z'n ogen, en
horen aan de klank van z'n stem. 't Was
daarom een echt opgewekt mannetje. Ik
zeg: daaróm, want het is me al dikwijls
opgevallen dat christenen die „niets voor
evangelisatie" voelen meestal sombere
christenen zijn, en die er wel voor ijveren
hebben van die blijde vonkjes in de ogen.
Of ik dus voor de evangelisatie wou spre
ken, werd er gepleit, en als dat zó ge
vraagd wordt op een toon van: dat doet
u natuurlijk, dan ben je zo maar bezwe
ken. Bovendien heb ik dat „spreken voor
de evangelisatie" al eens eerder bij de
hand gehad. Volslagen nieuweling voelde
ik mij niet op dit terrein, en zo werd er
dus een afspraak gemaakt. Het zou op
een Zondagavond zijn, en dan in het u
nu wel vertrouwde Spoolde. Ik zou naar
de IJsselbrug fietsen, dat is zo maar 'n
minuut of tien, en hij zou me daar op
wachten, om me langs onbekende zijwegen
naar de mij nog meer onbekende plaats
van bestemming te brengen. Vanwege
deze afspraak heeft onze broeder 'n zachte
berisping gekregen, vermoed ik, van zijn
mede-comité-leden. Althans enige uren
later kreeg ik een telefoontje, dat van dat
fietsen niets kon komen. ik zou met
een auto worden gehaald. Hetgeen is ge
schied. Een auto, die volkomen in de stijl
was van het hele gevaleen tot vrachtwa
gen omgebouwd jeep je, waar we toen sa
men ingeperst zijn, want mijn vrouw wou
en zou ook mee.
De aankomst in Spoolde zou voor mij
een openbaring geweest zijn, ware het
niet, dat ik van tevoren zo eens links en
rechts geïnformeerd had naar die „evan
gelisatie". Waar ging dat van uit, wat
voor soort mensen kwamen daar en hoe
veel, en dergelijke zaken meer. Op deze
speurtocht is mij gebleken, dat déze
„evangelisatie" helemaal niet klopte op
het begrip evangelisatie dat ik totnogtoe
steeds in m'n brein had gehad. Bij evan
gelisatie denk ik altijd aan afgedwaalden
van de kudde, aan wat men tegenwoordig
noemt de „buitenkerkelijken".
Nu, zó. lag het hier helemaal niet.
De mensen die hier wonen, zijn wel
„buiten-kerkelijk", maar dan in 'n heel
andere zin. In deze zin namelijk, dat zij
te ver „buiten" wonen, om naar de „kerk"
te gaan. Tenminste, om dat tweemaal op
een Zondag te doen, en dat dóét nu een
maal 'n mens, die het serieus meent met
de kerk.
Om heel duidelijk te wezen, bleek de
situatie in dit vlek aldus te wezen: er
den, dat we er vandaag nog met pleizier
naar kijken, komt vanwege die oorsprong
die ze in alle schepselen teruggevonden
hebben.
Voor die „oorspronkelijkheid" zou ik
een lans willen breken.
De originaliteit hoeft niet persé iets
anders dan anders te wezen, om toch „ori
gineel" te kunnen zijn. Het komt op de
band met de grote Oorsprong aan, en ik
zou gerust willen beweren: dat zijn nu
de originele mensen; die heel dicht bij
God leven, en heel dicht bij de bijbel le
ven. Ze zullen het heus niet altijd anders
dan anderen doen, en toch zal er van die
mensen een frisse geest komen, en een
nieuwe kijk, en een „oorspronkelijk"
woord regelrecht van de grote Oorsprong
afkomstig.
We zouden dus gerust kunnen zeggen
de meest originele man moet een dominee
wezen, en een ouderling, en verder ieder
NIEUWERKERK.
Waarde Broeders en Zusters,
Het Kerstfeest 1953, de herdenking van
het stille Wonder in de stal van Bethle
hem, is voorbij. De laatste klanken van
deze eerste hoogtijdag der Christelijke
Kerk galmen nog even na en dan gaat
het leven in al z'n schakering weer verder.
Eén ding staat echter boven alles wat
wankelt en vloeit op deze wereld, rots
vast. „Het Kind in de kribbe is gezet en
gesteld tot een teken Gods, opdat de ge
dachten der mensen openbaar worden."
In Zijn licht wordt openbaar wat in
onze ziel leeft, geen rookgordijn, hoe
dicht, hoe zwart, kan dit verborgen hou
den.
Als wij Hem niet aannemen, dan ver
werpen wij Hem.
Voor het sluiten van een compromis
wonen trouwe, kerkelijke mensen, maar
een kerk staat daar niet. Geen gerefor
meerde kerk, geen Hervormde kerk, geen
christelijk-gereformeerde kerk, en zelfs
geen vrijgemaakte. Toen hebben de leden
van deze onderscheiden kerken de hoof
den eens bij elkaar gestoken, en onder el
kaar de vraag gesteldKunnen wij zo iets
hier niet hebben voor de Zondagavond?
En die vraag hebben ze onder elkaar be
vestigend beantwoord. In dezer voege, dat
al deze broeders en zusters van heel ver
schillende kerkelijke kom-af 's Zondags
avonds bijeen komen in een soort vereni
gingsgebouw, om daar, één in de Here,
te luisteren naar wat hen allen samen
bindt: het Woord van God.
Daar komt dan de ene Zondagavond
een Gereformeerde dominee, een volgende
keer een Christelijk-gereformeerde, dan
een Hervormde, en zo maar door, broe
derlijk om de beurt.
Hoe moet men nu zo iets noemen, want
dit kind moet toch een naam hebben. Een
kerk is het niet, althans niet officiéél en
formeel, want er is niets „geïnstitueerd",
en er zijn ook geen ambten. Toch is het
ook weer wél een kerk, want het is het
volk des Heren, dat begerig is het Woord
des Heren te horen. Dus ook weer niet
een doodgewone vereniging. En toen heeft
men dit er op gevonden: evangelisatie.
In de zin, waarin de Kerstengel in Efrata
aan evangelisatie deed, toen hij zeiZie,
ik evangeliseer u grote blijdschap.
Toen ik vernomen had, dat men daar
in Spoolde deze nieuwe inhoud aan het
begrip „evangelisatie" had gegeven, heb
ik niet gezegd: u hebt mij misleid, want
dit is geen gewone evangelisatie. Ik heb
ook geen ogenblik overwogen, om niet te
gaan, maar ik ben er met dubbele blijd
schap naar toe gegaan. Er was grote
vreugde in mijn ziel, toen ik ontdekte, dat
dit in ons land mogelijk is, dat broeders
en zusters van verschillende kerkelijke
huize, als broeders en zusters van één
huis geregeld samenkomen, om te luisteren
naar het oude Woord, en dat het hun vol
maakt om het even is, of deze boodschap
des Heren wordt doorgegeven door een
Gereformeerd, Christelijk-gereformeerd
of Hervormd predikant. Dit gaf mij even
veel vreugde als het feit, dat op de tweede
Kerstdag een dienst in onze kerk bege
leid werd door de zang van een mannen
koor, waarvan ongeveer de helft der le
den bestond uit „vrijgemaakten".
Spoolde is een onaanzienlijk vlek, er
gens in Nederland, en de meesten uwer
hebben de naam waarschijnlijk nooit eer-
der gehoord. Het is dunkt mij net zo iets
als destijds de velden van Efrata in de
buurt van Bethlehem. Het grote verkeer
raast er voorbij, maar engelen vinden het
de moeite waard, er de zanguitvoering
te geven, en deze donkere plek- in het
licht te zetten.
Er staat in Spoolde geen kerkgebouw,
en er wonen geen dominees. Misschien is
dat de reden, waarom het in Spoolde zó
kan. H. V.
die bij een open bijbel leeft.
Dat dit niet altijd klopt, is een andere
zaak. Men kan het licht ook weer onder
een kandelaar zetten. Onder de kandelaar
van geleerdheid, of van mensenvrees, of
van traditie.
Maar het enige nieuws onder de zon
is Gods evangelie. En wie origineel wil
wezen, hoeft heus niet meer krampachtig
zijn best te doen om wat anders te ver
zinnen. Het ruist in de bijbel van „nieuws"
van Godswege. En met dit nieuws gewa
pend, gaat heel die oude wereld er voor
onze ogen al anders uitzien. Die kramp
achtigheid van de jacht naar het „anderse"
is in de grond van de zaak belachelijk:
een Philipslampje wat wil concurreren
met de zon.
Leef maar regelrecht van de Oorsprong.
Dan ben je origineel.
Sch. H. M. K.
wordt ons geen ruimte geboden, neutrali
teit tegenover de geboren Christus is niet
mogelijk en alle halfheid is in de ogen
Gods een gruwel.
Een van onze Professoren schreef de
zer dagen heel duidelijk en onomwonden
„Met Kerstmis baat geen enkele camou
flage meer, alle sluiers worden weggerukt,
de antithese tussen hen die in het Kind
in de kribbe hun eeuwig heil hebben ge
vonden, en hen, die niet in Hem hebben
geloofd, wordt openbaar".
Broeders en Zusters, wij zijn door eva
cuatie uithuizig en nog niet thuis, doch
wij bidden elkander toe, dat door genade
ons eerlijk antwoord op de prediking van
Kerstmis zijn mag:
„Ja, heel mijn hart staat voor U open,
En wil, Heer, Uw tempel zijn".
Oudejaarsdag, een dag gelijk alle an
dere dagen en toch weer niet gelijk, om
dat deze meer dan alle andere ons predikt