Jeugdrubriek UIT DE „GETROFFEN KERKEN" EVANGELIE IN COLBERT Deze term heb ik niet uit mijn eigen duim gezogen. Ze is afkomstig uit Zwe den. En ze is daar niet als een grapje be doeld, maar als inzet van een strijd tussen twee stromingen in de Zweedse kerk. Nu is de Zweedse kerk op zichzelf wel belangrijk genoeg, maar toch te ver weg, om er een heel artikel over te schrijven. Ik ga je dus verder niets over die Zweed se kerk vertellen, maar alleen iets over „evangelie in colbert", over de voorstan ders en de tegenstanders en over alles wat daarmee samenhangt. En dan zul je wel merken dat het probleem, in wat andere vorm, bij ons even belangrijk is als daar. Laat ik maar beginnen bij je colbertje. Dat is het pakje van „de kleine man", de gewone burger van het vaderland. Hij loopt niet in een pij, en niet in een toga. Hij rijdt niet in een auto en hij woont niet in een paleis. Hij moet heel gewoon voor de kost werken en woont ergens in een straat met een helehoop burgermen sen. Dat is hijzelf tenslotte ookeen mens in een C A pakje immers: toch vordeliger. Nu gaat die gewone man naar de kerk. En daar begint het probleem. In de kerk ontmoet hij God en de Hei land, samen met de hele gemeente. Wat moet die gewone man nu doen Er is een stroming door heel de kerk, die wil dat hij daar dat colbertjasje uit trekt. God en het colbert horen niet bij elkaar. Zodra de ontmoeting met God be gint, begint er ook een soort „vervelling". De mens moet in een andere huid kruipen, natuurlijk niet enkel uiterlijk, maar vooral infterlijk. Het gewone, dat doodgewone, moet achterblijven en heel even mag hij zich opgeheven weten boven het alledaag se levendat is dan de ontmoeting met God. Sommige kerken sturen zeer opzettelijk op zo'n ontmoeting met God aan. Ze proppen de kerk vol met mysterieuze han delingen, en ook al snapt een gewoon mens die geen Latijn kent, er geen syllabe van des te beter. Des te meer krijgt hij het gevoel, dat hij er even „uit" is, even in hoger sferen is geweest. In de hoge sfeer, waarin je God kunt ontmoeten. Dat ge beurt niet alleen zo in de Roomse kerk, maar evenzeer in kerken, die bijzondere voorliefde voor zulk hoogkerkelijk ritua- Aan de gemeenteleden van KRUININGEN. Met grote dankbaarheid willen we ook hier gewagen van de dijkdichting bij Ouwerkerk. We kunnen ons zo levendig de spanning voorstellen en ook de blijd schap van de iwoners van Schouwen. De dijk is dicht God heeft de werkzaam heden willen zegenen de schoonmaak kan beginnen. We weten allen bij ondervinding wat dit betekent en dan was het bij ons nog zomer. We wensen onze broeders en zusters in die streek dan ook van harte sterkte, .moed en kracht toe in alles, wat hun te wachten staat en hopen, dat ook zij bin nen afzienbare tijd weer op eigen erf kun nen terugkeren. Tot onze grote teleurstelling moest U Zondag nog steeds in de kou zitten. Tot driemaal toe was de centrale verwarming helemaal in tact en brandde en was 't al zo echt behagelijk in de kerk. Maar ook driemaal is er 's Zaterdags een lek in gevallen. De hele week is er weer aan gewerkt. Zo zelfs, dat de kerkpaden aan één kant open lagen en U slechts langs één zijde binnen kon komen. We hopen voor de Zondag de zaak onder de knie te hebben en U in 'n verwarmde kerk gebouw te kunnen ontvangen. We vrezen echter, dat de lijdensweg met de centrale verwarming die van het hele kerkgebouw wordt en daarom is de kerkeraad hard bezig de mogelijkheid te onderzoeken om tot nieuwbouw over te kunnen gaan. Dat dit ook wel in de geest van de gemeente in het algemeen is, blijkt wel uit het feit, dat ik weer enkele giften kan verantwoorden. (Natuurlijk heel har telijk dank, dat heb ik er verleden week vergeten bij te zetten) van 'n gemeente lid te Kr. 200,van 'n familie te 's H. A. 5,en van S. te M. 10, Ik wil helemaal niet bedelen, maar U begrijpt dat alle giften, hoe klein ook, hartelijk welkom zijn. We. zitten weer in eigen pastorie. Op orde zijn we nog niet helemaal, maar 't lisme voelen. Je begrijpt intussen, waar de schoen wringt. Dat is nu juist de bedoeling van het evangelie niet! Zo wordt het dienen van God. een apart vakje. Een Zondags vakje misschien. Maar in ieder geval een vakje buiten het gewone leven „in col bert". God ontmoeten en van Zijn goed heid proeven zou dan alleen maar kunnen, nadat je uit het gewone leven gestapt was in een soort „hogere sfeer". Wat een mi sère, want nu moet die man straks weer terug naar het gewone leven en naar zijn daagse pakje, en wat moet hij daii met God en het evangelie? Daar weet hij er geen weg meer mee. En daar heeft hij het juist nodig! Vandaar nu dat slagwoord: evangelie in colbert. Dat hebben ze in Zweden goed bekeken. We moeten dat evangelie niet inpakken in een reuze emballage van ri tuelen en formaliteiten, en de ontmoeting met God daaraan vastbinden. Het kan ook al niet gekker! Het Woord is n.b. vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Het heeft in onze kleren rondgelopen, en zo is het reddend verschenen. Welke zon derling wil dat weer ongedaan maken en het verbieden vandaag in colbert te ver schijnen Ik zou er dus ook boven kunnen schrij ven ontmoeting met God, in colbert. Deze ontmoeting moet juist niet gebeuren in hoger sferen, maar op de begane grond. Met de door-de-weekse kleren, en in heel dat gewone leven. We zijn er ongelukkig aan toe in de kerk, zolang er nog zoveel mensen uit hun normale huid kruipen, als ze b.v. bidden moeten, of uit de bijbel moeten lezen, of over de Here Jezus moe ten praten. Ik denk aan alle soorten preektonen en vrome galmen, die er alzo te beluisteren zijn. Vriend en vijand moet dan wel denkengodsdienst hoort voor deze man niet bij zijn gewone colbert leven. Vanwaar anders deze vreemde ri tuelen en gebaren en woorden En wie weet, hebben vriend en vijand soms nog gelijk. We hebben nog veel te veel kerkmensen, die God dienen in het zwarte Zondagse pak, en God vergeten zodra het daagse pakje weer aangetrok ken is. Dat komt er van, als we de ontmoeting met God buiten het gewone leven zetten, en buiten ons C A-tje van iedere dag. Dan krijgt God maar een vakje in ons leven. De duivel krijgt straks de rest. Knoop het in je oor. Sch. H. M. K. gaat toch goed en 't wordt ook al weer wat gezelliger. De vergaderingen beginnen ook weer; zoals van ouds haast elke avond weer bezet. Bijzonder wil ik nog even wijzen op de catechisaties, die vanaf Zaterdagmid dag (14 Nov.) weer gehouden zullen wor den. Ik reken Zaterdagmiddag op jullie allemaal, voorzover dat kan. Allemaal weer heel hartelijk gegroet en in alle omstandigheden Gods zegen toe gewenst. Uw J. Koolstra. NIEUWERKERK Waarde broeders en zusters, Historische dag voor de Polder de Vier Bannen en de dorpen Ouwerkerk en Nieuwerkerk. Heel stil was het in ons, toen wij ons op Vrijdag 6 Nov. voor de radio te luis teren hadden gezet, om het rapport te volgen over de laatste dijkdichting in de zeewering te Ouwerkerk en om mede ge tuige te zijn van het gebeuren, dat de Oosterschelde de doorgang tot de Polder „De Vier Bannen" zou worden belet en ontnomen. De uitzending liet niets te wen sen over en ik zou haast zeggen, wij heb ben in alles meegeleefd. Weinig dagen tevoren had ik heel het werk onder deskundige voorlichting bo ven water gezien, en dit maakte mij per soonlijk het volgen der werkzaamheden gemakkelijk. Plet is voor mij een avond geworden, om niet te vergeten. En Gode zij dank: het werk is gelukt. Tot rust gekomen, overziet men voor de zoveelste maal de dagen en weken en maanden, die achter ons liggen. Deze wa ren vaak een leven van strak gespannen snaren. Op 1 Februari 1953 een overvolle los gelaten zee, in ongemeten kracht en tempo gierend over onze landen, vernielend onze dorpen en haardsteden in koude winter tijd, voor zich opeisend vele levens van slapende en wakende mensen en beesten en ja ook anderen, die hun leven hadden ingezet tot redding van de naaste, die in nood verkeerden, of poogden te behouden wat hen lief en eigen was. Op 6 November d.a.v. een dag van zeldzaam schoon herfstweder, een dag met ingehouden en tot hiertoe uitgebleven najaarsstormen, kalme zee en lage eb, dat het grote werk der afsluiting in alles zeer ten goede kwam. En bij dit alles de tegenwoordigheid van onze geliefde Vorstin, temidden van haar ingenieurs en dijkwerkers en temid den van haar volk, dat reeds zoveel leed gedragen en lijden heeft doorworsteld. Haar aanwezigheid op deze plaats in dit sublieme uur heeft naar het mij voor komt in binnen- en buitenland slappe spieren gestaald, tranen gedroogd en ge wekt, koude harten verwarmd en dorre geesten aan het werk gezet. Ten aanhore van heel de wereld heeft zij in het openbaar met en voor ons God beleden en gedankt voor het welslagen van dit werk en is dit het niet juist, waar in een klein volk groot kan zijn Broeders en zusters, wij gevoelen ons heel dankbaar, hoe zwaar beproefd en fel geslagen wij ook zijn. Wie 't dankbaar hart Mij biedt ter offerand, Die geeft Mij eer, en elk, die met verstand Zijn wegen richt, mag op Mijn gunst vertrouwen. Ik zal Góds heil hem eeuwig doen aanschouwen. Vanzelfsprekend verzetten wij met het verlopen van het getij de bakens, dat is nodig en zakelijk. Als God ons het leven spaart zien wij ons na het droogvallen van de Polder wel dra geroepen tot bouwen en planten, bid den en werken. Hiertoe laten wij ons onderwijzen en opwekken door wijlen de Staatsman Dr H. Colijn, die op het monument op de Afsluitdijk, die provinciën verbindt, als een stimulans voor zijn nakomelingschap liet beitelen de gulden woorden„Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst". Gedrongen en gedreven door dit woord gaan zeer zeker onze gedachten allereerst uit naar het herstel van ons bedehuis, en wij mogen vertrouwen hebben, dat de kerkeraad alle nodige en verantwoorde middelen zal aanwenden, die daartoe kun nen dienen. Met vriendelijke groeten en Gode be volen, W. van Dijke, Scriba. A dreswijziging Jac. FlikweertKrabbe, Beijersdijk, post Zierikzee. L. Tieleman, Het Vrije A 235, Zierikzee. OOSTERLAND. Broeders en Zusters! Er is sedert de laatste brief ontzaglijk veel gebeurd. Vanzelfsprekend noemen we allereerst het dichten van de dijk bij Ouwerkerk. Gode zij dank is dit zware werk gelukt en vele gebeden zijn verhoord. Overal was de dankbaarheid groot en in de kerk werd bijzonder bij dit grootse feit stilgestaan. We moeten ons wel verwonderen, dat de Here het alles zo wel gemaakt heeft. Er is deze zomer gewerkt, zeer zeker, maar ook huiveringwekkend gevloekt en gezwetst; een taal gebezigd, die God ont- terend was. Wij moeten oog hebben voor deze vre selijke dingen, opdat we ons verootmoe digen en des te meer gevoelen en beseffen de goedertierenheid des Heren, die, on danks onze vele zonden en ongerechtig heden, rijk over ons waren. Hij gaf een weersgesteldheid, zeldzaam schoon, zodat het werk goed vlotte. Hij gaf wijsheid en bekwaamheid om het werk uit te voeren en tot een goed einde te brengen. Daarom zij Zijn Naam geprezen. Dat velen na dit gebeuren met des te meer verlangen naar huis en haard terug willen keren ligt voor de hand. Voor hen, die hun huis nog hebben en het bewoonbaar achten, zal de blijd schap wel groot zijn. Maar voor degene, die alles hebben verloren, is het een zware beproeving, want het blijft nu evacueren, zelfs in eigen dorp. Het meest tragische is wel voor hen, die geliefden moesten missen. Zij keren terug en zien, in eigen woning gekomen, de lege plaatsen. Vergeten wij toch hen niet in onze ge beden. We denken doorgaans zoveel aan ons zelf en anderen komen op de achtergrond. Egoïstische mensen die we zijn. Geve God ons allen erkentelijke harten en een toegewijd leven aan Zijn dienst; oprecht meeleven met hen, die door zulke zware wegen moeten gaan. De terugkeer zal voor de een gemakke lijker zijn dan voor de ander. Als we allen maar leven in diepe af hankelijkheid van de Here en met liefde volle harten vervuld zijn voor Zijn dienst en kerk en voor elkander, dan is de eva cuatie nog rijk gezegend geweest. Dezer dagen (1111) is br. A. S. van Hoeve jarig geweest. Van harte geluk gewenst, oude broeder. Samen met Uw vrouw nog vele gezonde jaren en een rijk gezegende levensavond. Er is veel gebeurd sedert diens vorige verjaardag en in die kring van kinderen en familie zal de vriendelijke aanwezigheid van broeder, zwager en oom Frans worden gemist. Er zijn dus schaduwen. Toch zullen zij dank baar zijn voor Gods goedheid tot hiertoe hen in menig opzicht zo rijelijk bewezen. Geve God ons allen een open oog en een opmerkzaam hart voor Zijn gunst en trouw, dan leren we de evacuatie-moei lijkheden en zorgen dragen, zelfs als het leed ons niet gespaard blijft. Hij make ons ootmoedig dankbaar. Hij geve kracht en troost aan alle getroffenen om te dra gen wat Hij in Zijn wijsheid te dragen geeft en Hij giete balsem in de geslagen wonden. Plij alleen heelt alle smart en. Hij zal het alles maken, ook in de diepste wegen, dat ge U verwonderen moet. Met hartelijke groeten en Gode bevolen, Namens de kerkeraad, J. M. de Waal, scriba. Bruinisse, November 1953. SCHARENDIJKE. Lieve broeders en zusters, U moet me niet kwalijk nemen, als ik nu ook iets over Ouwerkerk ga zeggen. De halve Kerkbode zal er wel mee vol staan, maar dat kan nu eenmaal niet an ders. Daar zijn we allemaal vol van. We hebben op onze helft van het eiland de sluiting van de „Schelphoek" meege maakt. Niemand die daar aanwezig was, zal dat moment ooit vergeten. Zo is dat met Ouwerkerk ook geweest. Geen wonder dat onze Koningin op dat grote moment van ontroering niet verder kon spreken. Zo zal het met ons allemaal wel gegaan zijn. We kennen allemaal iets van de spanning en de teleurstelling, die elkaar hebben afgewisseld. Als die span ning breekt, dan staan we met de tranen in onze ogen. Wat het voor onze broeders en zusters in Nieuwerkerk betekent, kunnen we ook meevoelen. Ze mogen er van verzekerd zijn, dat ze al deze maanden niet alleen gebeden hebben. Wij hebben dat met hen gedaan. Vandaag laten we hen ook niet alleen danken. Dat doen we samen met hen en met allen, die er bij betrokken willen zijn. God heeft het werk onzer handen beves tigd. Dat schept nieuwe vreugde en nieu we moed. Reken maar, broeders en zus ters van Nieuwerkerk, dat wij jullie in blijdschap en droefheid niet vergeten. En zeker niet in ons gebed! Op Schouwen zakt het water nu voort durend. De dorpskernen komen bloot. Wat daar te voorschijn komt, tart elke beschrijving. Je wordt er opnieuw ellen dig van. Looperskapelle is een schaduw van wat het was, en het kleine beetje wat er nog staat, ziet er zo onttakeld uit, dat niemand er haast aan durft te beginnen. Eikerzee is niet veel beter. Voor de rest is het nog een wijde wa tervlakte, waar hier en daar een paal bo ven het water gaat uitsteken. Worden we moedeloos Nee, hoor. De wildernis zal bloeien als een roos. Dat heeft God van deze aarde gezegd, en daarom ook van Schouwen. En daarom is er altijd perspectief, ook al ziet U niets meer. Dan moet U n.l. kijken met de ogen van het geloof. Dan ziet U het al bloeien, want dan is Chris tus er. Waar Christus is, daar wordt het weer lente. Er is overigens op Looperskapelle nog een grote vondst gedaan, deze week. M. Stoel heeft daar wel 200 centen gevon den voor het huis van onze penningmees ter, Jac. Folmer. Hadden ze voor de ramp nu maar niet zoveel centen in de collecte- zak gegeven, dan had M. Stoel 200 keer naar een dubbeltje kunnen rapen, in plaats van naar een cent. Maar wie het ldeine niet eert.en daarom hebben we M. Stoel maar eens vriendelijk bedankt. Nu ik toch over geld bezig ben „Kerk- herstel". Van een jong gezin uit Holland 10,Van een ander gezin uit Holland 10,Van een paar kinderen 1,50. Dat was leukKinderen doen zelfs mee. Ook de buitenwacht doet mee. Daarover heb ik al een paar maal bericht gegeven. Nu nog een keer: S. te M. 25,Har telijk dank aan allen. Het niepwe vloerplan is deze week klaar gekomen en zal aanbesteed worden. Dat gaat dus opschieten. Zodra de nieuwe vloer er in ligt, kunnen we alle oude stoe len en banken en wat we ook maar bij elkaar kunnen krabben, er in zetten en kerk gaan houden in ons gebouw. En dan wordt het hoog tijd ook. De school draait n.l. weer op volle toeren. De kinderen worden met bussen uit Haamstede en

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1953 | | pagina 2