311 't volk S'rofbten Dc Pilatustrap Jfxelaria Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland Een vriendelijk verzoek ZEEUWSE KERKBODE NEGENDE JAARGANG No. 18 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds J. H. van Halsema, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 30 OCTOBER 1953 Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 10 cent per mm. Die verzuchting, door Mozes in een be paald ogenblik gesmaakt, heeft ook voor deze tijd haar betekenis nog niet verloren. Het is de vernieuwende kracht van onze Iiere Jezus Christus, dat Hij de gehele gemeente heeft gesteld in de roeping van het profetische ambt. Hoe meer het'ambt der gelovigen openbaar wordt, en blijkt, dat het profetisch Woord wordt opgege ten, des te heerlijker komt de zegen van Christus in de gemeente uit. Daarin ligt ook de voorbereiding en de vorming voor het toekomstige leven. Dan is hetvoor altijd verkondigen de deug den van Plem, Die ons uit de duisternis heeft geroepen tot Zijn wonderbaar licht. Het beginsel van dat toekomstig leven moet hier in de gemeente blijken. Nu spreekt het vanzelf, dat de ontwikkeling van dit „profetische" zeer nauw verband houdt met het in zich opnemen van het Woord. Met het kénnen van het Woord. Zeker niet bedoeld alleen in intellectuele zin. Maar, in die volle betekenis van zich helemaal inleven in de heilsgeschiedenis, en overwonnen worden door de Heer van het Woord, Die in en door het Woord ons vangt en aan Zich bindt. De ontwikkeling van de profetische kracht gaat hand in hand met het toene men in de kennis en in de genade van onze Here Jezus Christus. Hoe meer „de bron" opengaat, en het water ons toe vloeit, des te meer ondergaat ons dagelijks leven de sterkende en onderwijzende kracht van het Evangelie. Wij leren ont dekken, dat de Here op elk terrein regeert, en dat wij ons hebben af te vragen, wat dan op elk levensgebied onze speciale taak is, in dienst van God. Zo kan het profe tische toenemen. We gaan onze tijd ver staan, omdat wij Gods licht opvangen, waarin „de tijd" voor ons komt open te liggen. Dat er heel wat aan de hand is in de practijk van het leven, behoef ik U niet te zeggen. Vragen, waar ons voorgeslacht nauwelijks bij stil stond, of zich geheel niet mee bezig hield. Uit het verleden kunt u geen referaten opdiepen over werk on der de massajeugd. Huwelijks- en gezins moeilijkheden hebben blijkbaar in het he den een veel zwaarder accent gekregen dan vroeger. Dan allerlei problemen, die 'n Laatste factor. 't Vooraf geschrevene samenvattend, menen wij te mogen vaststellen, dat er is 1. 'n natuurlijke schroom om over eigen innerlijk te spreken; 2. dat het voor ieder moeilijk is eigen geestesleven te doorgronden en nog moei lijker dit onder woorden te brengen; 3. dat in geval van geestelijke nood de herders de van God gegeven raadgevers zijn, gemachtigd om in Jezus' Naam op recht berouwde zonden te vergeven; 4. dat het echter door verkeerde opvoe ding, ten dele uit anti-Roomsigheid, aan jong en oud in Protestantse kring nóg moeilijker gemaakt wordt om „open" te zijn 5. dat vrees voor 'n niet bestaande ver plichting alles te moeten rapporteren, de gang naar de pastorie nodeloos verzwaart. Wij voegen er thans als laatste rem mende factor aan toe: vrees voor kerke lijke, min of meer openbare tucht. Er zijn heel wat kerkleden, tot onder ambtsdragers toe, die van oordeel zijn, dat 'n predikant nooit op zijn eentje iets mag opknappen. Vooral wanneer het gaat om al of niet komen ten Avondmaal, dan móét hij, zo redeneert men, dit vanzelf met zijn ouderlingen bespreken. Wonderlijk Jaar op jaar horen diezelfde mensen preken over de onderscheiden trappen in de kerkelijke tucht en toch mopperen zij,. met het geslachtsleven verband houden, en het voortbrengen van kinderen. In hoe ver het vraagstuk van de over-bevolking en de emigratie, dan wel een uit heel ver keerd oogpunt gekoesterde gemakzucht hier de grootste rol vervullen, dat zijn kwesties, waar wij heden ten dage voor staan. Vanuit Amerika weten wij, dat daar het echtscheidingsprobleem, en „de hertrouw" na een scheiding in de kerk nogal zorgen brengt. Zo kunnen we voort gaan. Ook het platteland heeft zijn vragen, waar men vroeger niet over dacht. Het blad van de C.B.T.B. heeft als meer dan eens geschreven over de kwestie van de inseminatie. Het is te begrijpen, dat Chris ten-veehouders hier ineens niet mee klaar zijn. Hoe moet een Christen, temidden van alles, wat het leven aan de orde stelt, zijn weg vinden, en zijn positie innemen? Het is nodig, dat wij Gods bedoeling met het leven verstaan. Maar, dan moeten wij elkaar ook helpen, om gemeenschap pelijk tot die bedoeling Gods door te drin gen. Daarin kan de één van de ander veel leren. Mag ik nu, in dit verband, eens een lans breken voor onze Mannenverenigin- gen? Daar wordt althans een poging ge daan, om dieper door te dringen in de geheimen van Gods Openbaring. En daar ontbreekt ook de voorlichting niet over actuele vraagstukken. Wie het Geref. Mannenblad geregeld bijhoudt, die komt daar in aanraking met tal van artikelen, die hem in geestelijke zin kunnen helpen. Terwijl het onderling gesprek uitermate vruchtbaar is voor de geestelijke vorming van elkander. Ik durf niet gissen, hoe of procents- gewijze het aantal mannen, dat actief deel neemt, zich verhoudt tot de getalsterkte onzer mannen in steden en dorpen. Eén ding staat vast: wie er zich helemaal aan onttrekt, die zal moeilijk bij een ander het vuur der bezieling kunnen aanblazen. En, wat kan het inzicht van de éne broe der tot steun zijn in het leven van een ander. Juist, wanneer onze mannen-broe ders, uit zeer verschillende maatschappe lijke kring, tot elkander komen, om door onderling onderzoek wat voor elkaar te betekenen en samen iets te vinden, van zodra zij maar de lucht krijgen van an dersmans zonde: wat doet de kerkeraad nu? Je hoort maar niks! Geldt het één of ander meer bekend persoon, dan heet hetze durven hem niet aanof natuur lijk moet die rijke man ontzien worden Alsof vermanen niet steeds onder vier ogen beginnen moet! Keer op keer lezen deze zelfde mensen elkaar aan tafel uit de bijbel voorIn dien uw broeder zondigt, ga heen en praat er onmiddellijk en zoveel mogelijk met anderen over, maar vooral niet met de zondaar zelf Ja, zo staat het er nu wel niet in de Schrift en zo lezen we 't elkaar ook niet voor. Doch zo wordt ook door Gereformeer den veelal gehandeld! Zo is de practijk veelal helaas Daarom kunnen we elkander niet ge noeg doordringen van het verderfelijke daarvan. Jezus gebiedt juist omgekeerd: praat over andermans zonde met geen mensPraat er enkel met de zondaar over. En zó, dat ge hem voor God en u zelf wint. Daarom gaat het: om hem te be houden voor Gods Koninkrijk! Zou dit woord, dat Jezus tot zijn ge meente sprak, nu voor ieder gelden, be halve juist voor de voorganger der ge meente Meent men werkelijk, dat deze ambte lijk verplicht zou zijn om al wat hij ziet of hoort maar te rapporteren? Wat 'n sukkels van Christenen zijn we toch bij al onze bijbellezen! Dat we ooit zó iets konden denken! Ooit zó iets dwaas kónden willen. En het licht van het profetische Woord! Kunt u het zich voorstellen, dat het ont moedigend werkt, wanneer in uw dorp of omgeving, er nooit een nieuw gezicht in de kring verschijnt. Op deze wijze kan men verwachten, dat het werk niet die frisheid vertoont, welke er op zou liggen, als telkens anderen er ook aan gingen meedoen. Het is tegenwoordig mogelijk, om ook in de uithoeken van het land mee te leven en op de hoogte te zijn. Als wij de ge legenheden maar gebruiken, en daarbij aan elkaar denken. Dan kan het zó zijn, dat het gezamen lijk deelnemen aan de Mannenvereniging, de ontwikkeling van de mannelijke lidma ten tot profeten in de dienst des Pieren in het volle leven, in de hand werkt. Dan kan dat woord van Paulus ook wat be tekenen, als het zich richt tot de zusters thuis uw eigen mannen vragen Stel u voor, dat de vrouwen, in haar onderling contact en trouwe verenigings- arbeid, zoveel opstaken, dat zij tot vader- de-patriarch-in-huis eens moesten zeggen maar.weet je dat dan niet. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Enniet, om aan de (vrije naïeve) gedachte der mannen-heerschappij voedsel te geven, maar om allen wakker te maken voor de profetische roepifig, die wij heb ben, besluit ik met de vriendelijke raad geving voor stad en landlaat het werk der Mannenvereniging niet aan u voorbij gaan C. St. De laatste maanden heeft de redactie nogal te worstelen met het probleem van overvloed van kopij. Dit maakt, dat telkens wat moet blijven overstaan, en dat is nooit prettig. Nu is het mogelijk, dat er in de kerkelijke ver slagen enige beperking wordt betracht, en dat men probeert het voornaamste der classicale besluiten weer te geven. Daarin ligt toch het belangrijkste van het verslag en het spaart veel ruimte uit. Willen allen, die van tijd tot tijd tot het inzenden van dergelijke kopij worden aangewezen, trachten, dit in practijk te brengen Als we op het overtollige letten, dan kan de ruimte zo goed mogelijk wor den benut. Voor deze medewerking zal de redactie U erkentelijk zijn. C. St. toch vindt men dergelijke malle, schade lijke voorstellingen, tot onder ambtsdra gers toe! „Daar wist ik niks van!" zegt met 'n verwijt soms de één of ander tot zijn predikant. „Maar mocht u dat dan alléén afhan delen?" informeert verbaasd 'n ander. „Ja, dat was nu juist mijn herders plicht", antwoordt dan de predikant. „Ik heb het gelukkig onder vier ogen kunnen afhandelen. Ik heb de betrokkene natuur lijk meegedeeld dat hij het Heilig Avond maal niet mocht gebruiken. Trouwens dat begreep hij zelf ook wel." In 'n ander geval heet het misschien „Ja, ik heb met die gestruikelde gespro ken. Jammer, dat het nu toch nog is uit gelekt. De man dorst niet ten Avondmaal te komen. Maar ik heb gewezen op Gods barmhartigheid. Zijn berouw was naar mijn overtuiging diep en echt. En toch, hij dorst niet. Ik heb hem gewezen op Simon Petrus, die niet eerst maanden lang van het Heilig Avondmaal gehouden werd, doch toen hij zichzelf onwaardig keurde, zelfs in het ambt van apostel werd hersteld Die ogen dan van zo'n secure broeder Dat opkijken van hoe dat allemaal zo buiten hém om had kunnen gaan! Hij zat toch niet voor niets in de kerkeraad! Ja, jazeker om alles aan de weet te ko men! Dat wil de Heiland nu juist net niet! En de ontijdig in Christus geborene zegt het zo prachtig: De liefde bedekt alle dingen. 23 Oct. '53. D. J. C. Als U dit blad onder ogen krijgt is het 31 October en dus de herdenking van de Reformatie. We weten het allemaal van de school banken: 31 October 1517: „Luther slaat zijn 95 stellingen tegen de aflaathandel aan de deur van de slotkapel te Witten berg". Het zou wel heel verkeerd zijn te den ken, dat op die gedenkwaardige datum de Reformatie eigenlijk begonnen is. Een ge weldig gebeuren als de Reformatie der kerk (een 'gebeuren, dat trouwens niet alleen de kerk betrof, maar heel het „ge laat des aardrijks" veranderde) heeft nooit een historisch te dateren begin, en feitelijk ook nooit een definitief einde. Het zou gemakkelijk zijn aan te tonen, dat de Reformatie al veel eerder begonnen is dan op die 31e October van het jaar 1517. Het zou even gemakkelijk aan te tonen zijn dat ze veel later begonnen is. We doen noch het een noch het ander, omdat dit artikeltje niet bedoeld is als een historische studie. We wijzen er alleen maar op dat Luther zelf in 1517 in de verste verte niet gedacht heeft aan een breken met dekerk van zijn dagen. En zelfs jaren later nog niet. Dat die er niet temin gekomen is, was niet dank zij, maar ondanks Luther. Daar mag nog wel eens aan herinnerd worden, omdat z.g.n. refor matoren van later tijd blijkbaar uitgegaan zijn van de gedachte, dat „reformatie" en speciaal „voortgaande reformatie" haar opperste doel vindt in scheuring en ver splintering. Een kerkscheuring vloekt met de ware reformatie-gedachte. In de tweede plaats zij er aan herin nerd, dat Luther met de publicatie van zijn 95 stellingen niet gedacht heeft aan een profetische of reformatorische daad voor het forum van het gehele kerkvolk. Hij wilde en terechtde bezwaren die hij had (Luther was uitermate be zwaard) niet behandeld zien in de „ver gadering der gelovigen", maar op de aca demie. Hij kwam niet met de een of an dere acte van afscheiding voor het voet licht, maar met een aantal stellingen, die nu eens door de theologen van professie moesten bekeken en doorgepraat. Het ver haaltje dat boeren, burgers en buitenlui zich om de slotkerk van Wittenberg ver- drongen, om Luthers opzienbarende stel lingen te lezen, en er met elkaar over te debateren, is een fabeltje. Ze konden het eenvoudig niet lezen, omdat zein het Latijn waren geschreven. Hij bedoelde dus een academisch debat. Dat niettemin Luthers opvattingen, in deze stellingen neergelegd, in minimum van tijd onder het volk bekend werden, dat het wel leek, zoals iemand heeft op gemerkt, of engelen ze verspreid hadden, was alweer niet dank zij, maar ondanks Luther zelf. Die stellingen bevatten enkele bezwaren tegen heersende misstanden, maar stellig geen uitgewerkt reformatie-program. Zo bleef hij b.v. in deze stellingen nog vast houden aan het vagevuur en aan de stel ling, dat de vergeving der zonden nog ge bonden was aan de gehoorzaamheid aan de priesters. De eigenlijke reformatie kwam dus veel later. Ook de datum 31 October was zeer normaal. De volgende dag 1 November was de herdenkingsdag van de stichting der Wittenburgse slotkerk. Niet minder dan 17443 reliquien werden in die kerk bewaard. Wie daarvoor neerknielde en een gift gaf voor het bouwfonds kreeg 127799 dagen aflaat van de straffen in het vagevuur! Vandaar een van Luthers stellingen„Zij, die zeggen dat zodra het geld in de buidel klinkt, de ziel uit het vagevuur springt, bazelen". Wil men in Luthers leven persé een datum zoeken voor het begin der refor matie, dan moet men van 1517 terug niet naar 1513, het jaar waarin hij in z'n kloos tercel tot klaarheid kwam over het „Sola Fide" door het geloof alleen, en „wat de bijbel zegt" hem meer waard was dan „wat de kerk leert"het zuivere aroom van elke reformatie maar dan moet

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1953 | | pagina 1