Jeugdrubriek
UIT DE „GETROFFEN KERKEN"
brief, die mij over deze zaak werd toege
zonden. Al een tijdje geleden trouwens,
want de brief dateert van 24 Aug. j.l.
Hier volgt nu eerst een aanhaling uit
bedoelde brief (de stijl neem ik niet voor
m'n rekening) „Het spijt me erg" (al
dus de schrijver) „dat er in zovele ker
ken, ook in de Geref. Kerk te (hier volgt
een plaatsnaam die niet ter zake doet)
zoveel orgelspel gedaan wordt, waarvan
heel velen, ja zeg gerust verreweg de
meeste mensen, ook ik, niets begrijpen of
verstaan. Ik zou niet graag zeggen dat al
die voor-, na- en tussenspelen geen kunst
is, maar toch geloof ik, dat vele mensen
veel meer de Here zouden loven, wanneer
deze muziekstukken vervangen werden
door psalmen en geestelijke liederen; ze
zijn er toch bij hopen
Voornamelijk voor en na de diensten
zou ik dit een vooruitgang vinden. Na
tuurlijk heb ik hierover ook met deze en
gene gesproken, en dan komt men af met
psalm 150, en dan zeg ikgoed, speel dan
psalm 150 150 maal, en dan zal ook bij
de 151e maal mijn mond en hart des He-
rel lof vertellen. Maar al die voor- en
naspelen versta ik niet. Wanneer zal de
Luther eens verschijnen die dit Kerk-
muziek-Latijn eens vertaalt in voor de
gewone man verstaanbare psalmen en lie
deren? Verstaat gij ook wat ge hoort
nee meestal geen snars
Tot zover de brief.
U hebt dus al begrepen, dat het op
schrift boven dit artikeltje niet origineel
is, maar een vondst uit de brief.
Nu denk ik er niet over om voor Luther
te gaan spelen. Daar beleef je niets dan
LEZEN!
Hoewel er aan het slot van de Prediker
geschreven wordt„veel lezen is vermoei
ing des vleeses", zou ik toch een lans wil
len breken voor het lezen.
Er staat trouwens„veel lezen". Nou
dan, daar ga je. Want ik heb zo het idee,
dat jullie als jonge mensen niet aan dat
„veel" toebent. Om eerlijk te zijn, krijg
ik van deze en gene wel eens de indruk,
dat hij helemaal niets leest!
Goed, iets over de Christchurch-race in
de krant. En iets over de Zwolse Boys en
over Heerenveen en zo. Misschien ook
van het „Lijk in de kelder" of hoe dat
soort detectieve-romans ook heten mag.
Maar dan mik ik misschien al weer te
hoog.
Weet je hoe je dat nu altijd kan mer
ken, of iemand wel of niet leest? Je komt
soms van die mensen tegen, die nergens
over kunnen meepraten. Dan weet je het
meteen: deze man is te lui om te lezen.
Hij kijkt nooit een boek in, en zelfs een
tijdschrift is nog te hoge lectuur (behalve
de plaatjes dan) hij is practisch analfa
beet op het grote terrein van het boek.
Dacht je nu werkelijk, dat je daarvoor
op school het lezen had geleerdom één
keer in de week de krant eens in te kij
ken, en verder voor de rest geen nieuws
Aan de gemeenteleden van
KR U IN IN GEN.
A.s. Zondag hopen we voor de eerste
maal weer het H. Avondmaal te bedienen
in eigen kerkgebouw. Wel hebben we dit
de afgelopen tijd tweemaal te Hansweert
gevierd met een klein deel van de ge
meente, maar we beschouwen het toch als
een groot voorrecht het nu weer helemaal
in eigen milieu te mogen doen. Geve de
Here ons met elkaar een goede en ge
zegende Zondag.
We hopen, dat de centrale verwarming
het dan ook doeten het gebouw behoor
lijk verwarmd is. In elk geval: er wordt
aan gewerkt!
Helaas vorderen de werkzaamheden aan
de pastorie heel langzaam, zodat we nog
steeds niet „over" kunnen. Maar als „ge
dane beloften" in dezen vervuld worden,
is het toch zeer binnenkort.
Dan gaan we ook meteen met de cate
chisaties beginnen.
De volgende giften zijn binnengeko
men van gemeenteleden'n gift van
10,25,150,voor de kerk en
10,voor de nieuwe kerk; van iemand
„die Kruiningen een goed hart toedraagt"
10,voor de kerk.
Voor de Zeeuwse Kerkbode 3 giften:
2 van 2,— en 1 van 2,50. U ziet, dat
de liefde tot de kerk ook hierdoor tot
narigheid van. Onlangs heb ik in het
Zeeuws Dagblad de verzuchting geslaakt
mocht ik eenmaal Simson zijn, om de pi
laren waarop de neutrale pers rust: de
abonnementen en advertenties, te doen in
eenstorten. Daar hapte toen de „Friese
Koerier" direct op en zei„Kom maar op
in onze Dagonstempel, we geven u de
ruimte en we zullen eens zien of u een
echte Nazireeër bent".
Daar sta je dan, want u weet hoe het
met Simson afliep en de banvloek over
Luther was ook niet mis.
Dus geen Luther
Met mijn briefschrijver blijf ik echter
wel naar zo'n Luther uitzien, want wie
het kerk-muziek-Latijn wil vertalen, moet
toch op z'n minst dit Latijn kennen, en
ik heb u al gezegd, dat ik leek was op
het terrein van de kerkmuziek.
Niettemin ben ik het in mijn leken-
overpeinzingen met de schrijver van de
brief volkomen eens. Het is mij, om het
nu eens origineel te zeggen, „uit het hart
gegrepen". Het was, meen ik, De Genes-
tet, die aan de „prediker, daar hoog in de
lucht" het smeekschrift overhandigde:
geef ons natuur en waarheid weer, en in
navolging van hem zou ik de musicus
hoog achter de orgelpijpen willen bidden
en smekengeef ons de eenvoud weer
Maakt u het ons asjeblieft niet te moei
lijk. Dat vraagt u toch ook van de domi
nee? Ach dominee, maak het niet te in
gewikkeld. We geloven wel dat u erg ge
leerd is, en dat het voor u een klein kunst
je is, de meest eenvoudige zaken ingewik
keld te maken, maar zegt u het toch liefst
maar zo eenvoudig als het kan, zo kinder
lijk mogelijk. Er zitten trouwens zoveel
Zonde van je schoolgeld. Zonde van die
arme meester, die zich heeft staan uitslo
ven met dat ABC, en met Aap, Noot enz.
En omdat ik in het Kerkblad deze dingen
schrijf, zeg ik er ook nog bijzonde van
die kerk, waar je in leeftZe heeft nogal
wat aart mensen, die het lezen wel geleerd
hebben, maar te lui zijn om eens een be
hoorlijk boek in te kijken.
Je hebt misschien wel eens gehoord, dat
er zoveel geklaagd wordt over dat „dorre
verstandswerk" in de Geref. Kerken en
op de Gereformeerde verenigingen.
Dat komt omdat ze niet genoeg lezen.
Ik geloof er niets van, als ze zeggen
dat dorre intellectualisme komt van dat
vele snuffelen in de boeken.
Werd er maar veel gesnuffeld in de
boeken. Dat zal op de J.V. en de M.V.
één op de twintig zijn, die bij zijn inlei
ding meer dan één boek leest. Meestal
wordt een klein hoofdstukje gauw door
gevlogen, en vooruit maar: de pen maat
vast op papier. Wat je je dominee eeuwig-
kwalijk zou nemen, als hij het deed, dat
doe je zelf: te lui om behoorlijk te lezen.
Omdat we niet genoeg lezen, krijgen we
van dat dorre verstandswerk in kerk en
vereniging.
Het kan niet missen. Wie niets leest,
wordt hoogstens een naprater. Soms nog
een naprater met een ontzaggelijk grote
mond, die volgens zichzelf overal ver
stand van heeft. Maar als je even dieper
doorpraat, merk je al gauw, dat het maar
wat „afgewaaide praat" is. Daar heeft
niemand respect voor. Je bereikt er ook
uiting komt.
Allen heel hartelijk dank
Vertrokken met attestatie naar Krab-
bendijkeM. Harthoorn.
Allen hartelijk gegroet,
Uw J. Koolstra.
NIEUWERKERK.
Waarde broeders en zusters
Zonder veel moeite zouden wij een
breedvoerig verslag kunnen geven over de
gehouden Contact-samenkomst op Zater
dagavond 26 Sept. en over de Zondag
diensten op Zondag 27 Sept. te Zwijn-
drecht, waar twee-derde deel van onze
gemeente aanwezig was. Daar dit echter
te veel plaatsruimte in deze rubriek zou
vragen, doen wij dit niet en volstaan met
een korte weergave.
Het was voor ons een onuitsprekelijk 1
voorrecht, dat wij met onze kinderen in
gemeenschap met de gemeente van Zwijn-
drecht op de Zondag tweemaal mochten
opgaan naar het Huis des Heren en rus
tig konden neerzitten onder het geklank
van het oude en toch altijd weer nieuwe
Evangelie, dat als uit zilveren trompetten
schalde in het eivolle kerkgebouw en dat
ieder wel iets te zeggen of te vragen had.
Zeker, wij zaten daar midden in die
grote schare kerkmensen als een getrof
fen, zelfs zwaar getroffen kerk, maar
kinderen in de kerk. En wat de muziek
betreft, geachte orgelist, zijn we bijna al
lemaal kinderen. Kinderen, die nog met
melk gevoed moeten worden. U is gewel
dig muzikaal, dat horen we zomaar. U
tovert met de toetsen en de pedalen. Maar
de spijs is ons te vast. Die kunnen we
niet verteren. Die ingewikkelde koralen
en voorspelen en variaties op thema's, die
het thema zelf onherkenbaar doen ver
dwijnen, zijn waarschijnlijk verschrikke
lijk en duizelingwekkend mooi, en we
voelen weldaar zit muziek in, maar wij
willen nu eenmaal wat anders.
Wij zijn niet naar de kerk gekomen, om
een muziektalent te bewonderen, evenmin
als we naar de kerk gekomen zijn om een
preekkanon te horen afschieten.
We zijn alleen maar gekomen om ge
sticht te worden, ook door het orgel.
Naar mijn lekenbegrip is de orgelmu
ziek alleen maar begeleiding van de kerk
zang en wat de gemeente zingt is eenvou
dig en verstaanbaar. Voorts is de orgel
muziek echo van de preek, en wat in de
preek gezegd wordt is eenvoudig en ver
staanbaar (moet dit althans zijn). Als nu
de muziek onverstaanbaar wordt, dan
slaat dit als een tang op een varken. Dat
wordt een kind met een waterhoofd, be
grijpt u wel Op gevaar af van uitgeflo
ten te worden wil ik nu eens pleiten voor
Moody en Sanky, voor het „scheepken
onder Jezus' hoede", en „als g' in nood
gezeten". Ik wil pleiten voor „ruwe stor
men mogen woeden" en „lof zij den Heer,
den almachtigen Koning der ere".
Dan gaat de gemeente zingend de kerk
uit, en dan luisteren de engelen mee.
H. V.
niets mee. Ik noem dat af en toe maar
re formatorischopscheppen
En: wie één boekje heeft gelezen, die
pleegt een neuswijs mens te wezen, zegt
een oud spreekwoord. Dat éne boekje
wordt dan voor de eeuwige waarheid uit
gekreten. Het wordt eindeloos gerepe
teerd, iets nieuws wordt er niet meer bij-
gelezen.
In een wipje zitten we op die manier
in de scherpslijperij en de dorre scholas
tiek.
Daarom zeg ikleesDe winter staat
voor de deur, en menigéén weet niet wat
hij op de lange avonden moet beginnen.
LeesJe kan te kust en te keur. Een zee
van tijdschriften bestaat er. Allicht staat
er een keer iets in, waar je wat van leren
kan. Een nog groter zee van boeken is
er geschreven, door mannen die o<?k geen
kleine jongens meer zijn.
LeesBijzonder over de dingen, die
met je bijbel, met je kerk, met je mede
mensen samenhangen.
We willen van onze jeugd geen profes
sors maken, wordt er geroepen.
Ik geloof ook niet, dat daar een schijn
van kans voor bestaat. De z.g. geleerdheid
die sommigen de ogen uitstraalt heeft
niets met lezen te maken, maar met niet
lezen.
Sch. H. M. K.
P.S. Voor de goede orde vermeld ik
er bij, dat de commissie voor het Neder
landse Boek, mij niet gehuurd heeft als
propagandist.
toch, hoe innig gevoelden wij de band van
de gemeenschap der heiligen, en ook, dat
wij geen vergeten, en meer nog, dat wij
geen misdeelde kerk zijn.
Of wat het voor ons geen ongekende
weelde, dat wij na een zwerftocht van 8
maanden in de vreemde elkander in goede
welstand mochten ontmoeten en spreken
met elkaar, zoals een vriend met zijn
vriend spreekt.
Dat wij na lange tijd weer eens samen
konden opgaan om God te danken voor
Zijn bewarende hand over ons en om Hem
te bidden, dat Hij ons in gemeenschap met
de kerk van Zwijndrecht en alle andere
kerken deze dag Zijn zegen wil geven en
ons als aan Zijn hand wil leiden door dit
vaak moeitevolle leven, dat zo dikwijls als
bij Asaf een niet te ontwarren kluwen
gelijk is.
Broeders en zusters, ik vraag slechts:
zouden wij wel het vermogen bezitten om
de juiste waarde te schatten van een ge
regelde en heilbegerige kerkgang?
Buiten de kerkmuren twist en krakeel,
haat en nijd tussen broeders en zusters,
scheuren en breken hier en overal, en bin
nen de muren verenigd rondom de boorde
volle broodkorf der genade, die armen met
brood verzadigd en rijken ledig henen
doet gaan.
Wij danken God als de Gever van alle
goed voor de schone en heerlijke dagen,
die Hij ons in Zijn ontferming in Zwijn
drecht heeft geschonken.
En de ontvangende kerk? Wij bidden
haar toe, dat de Here haar zegene en tot
een zegen wil stellen.
De woonbarakken aan Beijersdijk en te
Noordgouwe wordeh door hen, die een
toewijzing op zak hebben betrokken. Vijf
van onze gezinnen wonen aan Beijersdijk
en vijf te Noordgouwe, dit volgens de
adreswijzigingen, die ik tot hiertoe heb
ontvangen.
Naar wij vertrouwen zullen onze broe
ders en zusters met hun kinderen zoveel
als in hen is de kerkdiensten te Zierikzee
en Zonnemaire getrouw bijwonen.. Met
beide kerken hebben wij ons verstaan en
deze zijn gaarne bereid ons in alles amb
telijk bij te staan. Ontvangt de broeders
opzieners vriendelijk in uw huis. Drukken
U zorgen, verberg ze niet voor hen en
vraagt hun adviezen indien er eventuele
moeilijkheden zijn.
Zoals goede voorgangers betaamt, wek
ken wij onze jongens en meisjes op tot
geregeld catechisatiebezoek en vereni
gingsleven op elke plaats waar zij wonen.
Broeders en zusters, bij veel ontvangen
zegen is er ook veel leed te dragen, doch
hierin kan een samenbindende kracht
schuilen, en als wij ons dan gedragen we
ten door God en wanneer het geloof in
Hem ons beheerst en stuwt, dan is er ont
koming en gaan wij niet onder.
Met vriendelijke groeten en heilbede,
Namens de kerkeraad,
W. van Dijke, Scriba.
Verhuisd naar
M. Overbeeke van Lodesteijnstraat 14.
Delft.
Joh. van Strien, Sintjoostdijk 201, Oos-
terland.
P. Peute, Heerenweg, barak 29, Noord
gouwe.
M. FonteijneFokker, Heerenweg, barak
72, Noordgouwe.
F. van der Male, Heerenweg, barak 77,
Noordgouwe.
H. Hoogerland, Heerenweg, barak 80,
Noordgouwe.
OOSTERLAND.
Broeders en zusters!
In een der vorige „brieven" stond iets
vermeld betreffende de catechisaties.
Ik voel me gedrongen even daarop te
rug te komen.
We hebben toch dit onderwijs niet te
beschouwen als een liefhebberijtje, als iets
wat nu „toevallig" bij de Kerk hoort, zo
als b.v. de Leerplichtwet ten aanzien van
de school.
Dit laatste mag zeker van belang zijn,
het catechetisch onderwijs niets minder.
Er is in dit verband al gewezen op de
liefde tot de Dienst des Heren. Als ouders
kunnen we niet genoeg dankbaar zijn als
onze kinderen daarvan iets zien. Maar
meer nog spreekt de andere kant van
deze zaak, n.l. wat geeft de kerk.
Neen, dat laat zich zo maar niet in een
paar woorden uitdrukken.
Welke rijkdommen de Kerk in zich ver
bergt door haar gezegend Hoofd Christus
Jezus, daarvan laat het catechetisch on
derwijs U iets zien. De volle rijkdom is
nimmer in woorden te brengen.
Wat de Here ons in Zijn Woord ge
openbaard heeft en aan de Kerk heeft
toebetrouwd, ziedaar de drang, die ieder
brengen moet op de plaats, waar bedoeld
onderwijs wordt gegeven.
Wat zou in het algemeen het geloofs
leven rijker zijn bij ouders en kinderen,
wanneer in de overtuiging geleefd werd
van wat de Kerk biedt.
Laten we eerlijk erkennen, dat we vlug
ger geneigd zijn haar gebreken naar voren
te brengen. Die zijn er, helaas, inderdaad
zeer vele. Hoe kan het ook anders, omdat
ze bestaat uit zondige mensen.
Hebben we waarlijk liefde voor haar,
dan bedekken wij haar zonden en wat het
voornaamste isdan buigen wij onze knie-
en en vragen om de doorwerking van Gods
Geest in haar in ons aller leven. Als we
met onze kinderen het zo bezien en be
leven (weet U een andere, betere weg?)
dan wordt de liefde tot de Kerk steeds
groter en ook de trouw.
Dit laatste is zo van ontzaglijke beteke
nis voor de jeugd, de toekomst der Kerk.
Zijn we vaak geen beschamend voorbeeld
voor onze kinderen Als we ontrouw zijn,
och, dan geeft dat z'n terugslag op de
kinderen.
Voor ons allen geldt wel het vermanend
woord uit het Doopsformulier, n.l. dat
de Doop ons verplicht tot een nieuwe ge
hoorzaamheid, n.l. dat we Hem, Vader,
Zoon en Heilige Geest betrouwen en lief
hebben met ons ganse hart, dat we Hem
aanhangen met waarachtig geloof, vaste
hoop en vurige liefde.
Beware de Here ons voor een ontrouw
leven, opdat de jeugd onzer Kerk, niet
geheel vervreemde van de Dienst des He
ren.
Hij doe ons allen onze verantwoorde
lijkheid verstaan en meer en meer besef
fen de zaligheid van Zijn Dienst, die al
leen waarachtige vrede geeft.
Naar het Woord des Heren zal ook de
zegen des Verbonds, die de Here beloofd
heeft, worden ervaren.
En uiteindelijk, wil het goed zijn en
waar het werkelijk om gaat ook, zal daar-