Jeugdrubriek
HET STAAT
NERGENS IN DE BIJBEL
Uit de getroffen Kerken
mensheid is een zaak van de mens in zijn
tweezaamheid, van man en vrouw samen.
De geschiedenis van Europa is de
eeuwen door eenzijdig de geschiedenis van
de man geweest. Typerend in dit verband
is, dat bijvoorbeeld in de Franse taal één
zelfde woord de mens en de man kan be
tekenen (het woord: l'homme). De mens
is de man en de vrouw hangt er min of
meer los bij, de vrouw dient alleen om de
man te behagen en te bekoren, om het
huishouden van de man te verzorgen en
om kinderen te baren. Mee door het zgn.
feminisme is in deze toestand in de loop
van de laatste honderd jaar verandering
gekomen. De vrouw is zich bewust gewor
den, dat haar een grotere en meer recht
matige plaats in de samenleving toekomt.
Deze gang van zaken wordt in kerke
lijke kring nog wel eens met argwaan
gade geslagen. Een argwaan die gewettigd
is ten opzichte van excessen (de vrouw
moet vrouw blijven en niet de man willen
imiteren), maar die niet gewettigd is ten
opzichte van de zaak zelf. Want de mens
is tweezaam, niet alleen binnen het huwe
lijk, evenzeer daarbuiten. De taak, die de
mensheid op de schouder ligt, kan alleen
naar behoren worden uitgevoerd, door de
man en de vrouw samen met elkaar, wan
neer elk van beide tegelijk trouw blijft
aan eigen „de-absoluut-andere-zijn". In
deze twee-eenheid is de mens immers door
God geschapen.
Dat de geschiedenis niet eenzijdig de
geschiedenis van de man is, weet ook de
bijbel. Zij is de geschiedenis van de man
en de vrouw samen. Ik denk aan het ver
haal van de zondeval in Genesis 3. Ik
Het gebeurt nog al eens dat mensen,
die het met de kerkgang niet zo erg nauw
nemen, en zich er aan gewend hebben, met
een halve-Zondags-christendom genoe
gen te nemen, hun kerkelijke ontrouw ex
cuseren met het argument: het staat ner
gens in de Bijbel, dat je tweemaal op een
Zondag naar de kerk moet.
Het is mij nogal eens overkomen, dat
ik deze tegenwerping hoorde. Daar hoort
dan een triumfantelijk gezicht bij, met zo
iets vandaar hebt u lekker niets van
terug, en heb ik u daar even fijn vast
gezet
Ik moet eerlijk bekennen, dat ik daar
inderdaad niets van terug heb. De slim-
meling heeft inderdaad gelijk. Waar ik
ook zoek en speur in mijn Bijbel, ik vind
nergens een tekst, waar voluit voorge
schreven staat, dat je tweemaal op een
Zondag naar de kerk moet. Er staat wel
zoiets, dat je de onderlinge bijeenkom
sten niet moet nalaten. In de brief aan
de Hebreeën staat dat. Maar primo doe
je dat ook niet, als je éénmaal komt, en
secundo weten exegeten van professie te
vertellen, dat dit niets met onze kerk
diensten te maken heeft, en op iets an
ders betrekking heeft.
Daar schiet je dus niets mee op.
Ik kan integendeel nog een stap verder
gaan. Als iemand u dwingt, één mijl te
gaan, ga met hem twee mijlen, en dat doe
ik nu, door tegen mijn opposant te zeg
gen: er staat niet alleen nergens in de
Bijbel, dat je tweemaal op een Zondag
naar de kerk moet, maar er staat van de
Zondag zelfs helemaal niets in. Nergens
leest u een uitdrukkelijk gebod om de
eerste dag der week als de Zondag te vie
ren. De Zevendedagsadventist, die persé
op de Zaterdag staat, kan zich daar sterk
mee maken. We geven hem wel geen ge
lijk, omdat wij geloven dat de schaduw
van de O.T. sabbat is vervuld in de op
standingsdag, maar dat neemt niet weg,
dat de Heiland daar geen enkel uitdruk
kelijk gebod van heeft gegeven.
Zo staan dus de zaken.
Staan wij nu met de mond vol tanden,
en hebben we geen enkel weerwoord
Over die Zaterdag of Zondag willen
we 't nu niet meer hebben, maar wel over
dat tweemaal naar de kerk gaan.
Daar wil ik nog wel een woordje over
wisselen.
Ziet u eens, u hebt volkomen gelijk.
Daar staat niets van in de Bijbel.
Als de Bijbel zich daar over uitgelaten
had, dan zou er stellig niet staanje moet
tweemaal naar de kerk.
Weet u wat er wel zou kunnen staan?
U moogt tweemaal naar de kerk.
Begrijpt u wel?
Dat is een voorrecht.
En zolang u dat niet door hebt, zal het
met dat kerkgaan van u altijd wel een
hobbel partijtje blijven.
Maar dan in de tweede plaats nog iets.
Weet u wat mij altijd een beetje krie
belig maakt?
Het is dit, dat zij die nogal hardop ver
tellen, dat het nergens in de Bijbel staat,
daarbij de indruk willen vestigen, dat zij
het wél zouden doen, als het wél in de
Bijbel stond.
denk aan de rol, die de vrouwen spelen
op de morgen van de opstanding. Ik denk
aan de naam: bruid Gods voor de ge
meente van Christus. Het gaat in dit alles
niet om toevallige dingen, maar om hoogst
wezenlijke dingen.
De conclusie, waartoe ik op deze wijze
kom is, dat een juiste gemeenschap en
samenwerking tussen man en vrouw, die
voor ons op het terrein van het huwelijk
communis opinio is, evenzeer noodzakelijk
is op het terrein van kerk, staat en maat
schappij. Wij kunnen niet straffeloos de
bedoeling van de Schepper, die de mens
als man en vrouw geschapen heeft, ne
geren. Eén van de oorzaken voor de on
bevredigende toestand van kerk, staat en
maatschappij hebben wij te zoeken in het
gebrek aan juiste samenwerking tussen de
man en de vrouw. Alleen bij een juiste
rolverdeling tussen de man en de vrouw,
kan de taak, waartoe de mensheid is ge
roepen, naar behoren worden vervuld. Al
leen waar de tweezaamheid van de mens
tot haar recht komt, komt de mens tot
de volheid des levens.
Wij moeten leren met de absoluut an
dere om te gaan om te leren leven naar de
bedoeling Gods. En ik denk, dat wij nog
heel veel moeten leren. De vraag bijvoor
beeld of vrouwelijke ambtsdragers in de
kerk noodzakelijk zijn, is zeker geen
vraag, waar wij ons met een Jantje van
Leiden af mogen maken. En in ieder ge
val is het duidelijk, dat de ongehuwde
vrouw geen paria van de samenleving is.
Ook buiten het huwelijk heeft de vrouw
een goddelijke roeping voor het leven.
Th. J. H. v. H.
En daar geloof ik geen steek van.
Er staan een heleboel dingen in de Bij
bel, waar de mensen zich geen zier van
aantrekken.
Met grote nadruk zegt de Bijbelgij
zult uw naaste liefhebben als u zelf.
Doet u dat
Er staat verderbidt voor degenen, die
u geweld aandoen, en zegent ze, die n
vervloeken.
Doet u dat?
Al verderindien iemand u de rok
vraagt, geeft hem ook de mantel.
Doet u dat?
En tenslotte: hoeveel malen zal ik mijn
broeder vergeven ZevenmaalIk zeg u
zeventig maal zevenmaal
Doet u dat?
U merkt wel, er kunnen heel veel din
gen uitdrukkelijk in de Bijbel staan, zon
der dat wij er ons al te veel van aan
trekken.
U moet dus niet net doen, of hetgeen
in de Bijbel staat, voor u het einde be
tekent van alle tegenspreken.
Dat moest wel zo zijn, maar 't is niet zo.
U moet, met andere woorden, niet de
schijn wekken, dat uw plaats in de kerk
nooit leeg zou zijn, als er een uitdrukke
lijk gebod in de Bijbel voor stond.
Tegen ieder die met enige ophef ver
klaart: „er staat niets van in de Bijbel",
zeg ik daarom heel rustig: bedenkt u een
ander uitvlucht je, want deze vlieger gaat
niet op.
Tot zover. H. V.
HET HAPPY END
Al is het dan Engels wat er boven staat,
jullie weten wel wat het betekent.
Letterlijk vertaald betekent hetgeluk
kig einde, gelukkige afloop. En de uit
drukking wordt bijzonder gebruikt in ver
band met romans en leesboeken van aller
lei soort. Wellicht wel het meest bij de
z.g. liefde's-romansje weet wel, dat soort
boeken, waarbij je een zucht van verlich
ting kan slaken als je op de laatste bladzij
gekomen bent: gelukkig ze kregen me
kaar toch. Je kan natuurlijk ook meteen
en allereerst de laatste bladzij lezen. Dan
ben je direct klaar, en hoef je geen tijd
te verspillen aan zo'n heel boek. Helaas
zijn weinig mensen zo verstandig.
Er is natuurlijk over zo'n happy end
heel wat te vertellen. In de eerste plaats
dat het meestal in boeken voorkomt. En
dan nog op een hele domme manier. Als
ze mekaar krijgen, houdt het boek op. Dat
was dus het gelukkig slot. Wat er verder
nog gebeurde, was niet de moeite waard
om er nog papier aan te verspillen.
Maar in de werkelijkheid van het leven,
gaat het dan juist beginnen!
Ik wil er alleen maar dit mee zeggen
in een boek zetten ze zo'n happy end
meestal veel te vroeg. Als er nog lang
geen einde in zicht is, is alles al voor el
kaar en komt er geen vuiltje meer aan
de lucht.
Zo is het in het leven nu heel beslist
niét
Ik ken zelfs een heel mooi bijbels voor
beeld van een leven met zo'n ontijdig
„happy end".
Ik bedoel Jozef.
Als Jozef al de gemenigheid van zijn
broers heeft moeten lijden, komt hij er
eindelijk een beetje bovenop. Hij krijgt,
zeg maar, een goeie baan bij Potifar.
Straks maakt hij nog meer promotie, en
het duurt niet lang of Jozef is de baas
in huis en in de zaken van een van Egyp-
te's rijksgroten.
Toch nog een gelukkig slot, zouden we
zeggen. Nu maar een punt er achter, dan
is het verhaal uit.
Maar God vond dat „happy end" te
vroeg. En dan komt dat verhaal van die
gemene vrouw, die Jozef tenslotte on
schuldig naar het gevang helpt. En zo
gaat het met die arme Jozef weer een
keer naar de diepte.
Dat komt: we moeten niet te gauw
denken dat we bij het „happy end" ge
komen zijn. God maakte Jozef nog eens
wakker, en God maakt ons in Zeeland en
op Schouwen nog eens extra wakker. We
dachten misschien al dat we bij het ge
lukkig einde stonden, en dat nu het boek
uit was.
Nee, het gelukkig einde is nog veel
mooier en nog veel groter. Jozef wordt
straks de baas van Egypte. Dat is nog
meer dan baas in huis bij een van -de
rijksgroten.
En voor ons leven heeft God ook nog
iets beters weggelegd. Het „grote Happy
Aan mijn KRUININGSE gemeenteleden
Daar ik de vorige week 5 dagen met
vacantie ben geweest, lean ik U weinig
bijzonderheden melden.
Alleen is van br. de Kok bij zijn ver
trek naar Canada een verzoek binnenge
komen, om U allen nog heel hartelijk van
hem te groeten en U sterkte te wensen,
als straks het moeilijke werk van terug
keer en wederopbouw kan beginnen.
Bovenal wenst hij ons als kerkelijke
gemeente toe, de zegen des Heren op de
dienst des Woords en Sacramenten en op
alle overige arbeid tot bevordering van
de komst van Zijn Koninkrijk en de ster
kende gemeenschap van Zijn Geest.
Als aandenking en tevens bewijs van
waardering heeft de kerkeraad hem een
Bijbels dagboek meegegeven.
A.s. Zaterdagmiddag hoopt de kerke
raad in eigen kerkgebouw bijeen te ko
men om te zien wat er kan en moet ge
daan worden, om zo spoedig, mogelijk het
kerkelijk leven weer op gang te maken.
Willen de leden, die van adres veran
deren, mij dit direct opgeven, dan geef
ik uw nieuwe adres weer door aan de
Kerkbode en kunnen we met elkaar in
contact blijven. Tevens is dit voor eigen
administratie zeer gewenst.
Met vriendelijke groeten en Gode be
volen.
Uw J. Koolstra.
SCHARENDIJKE.
Lieve broeders en zusters
Ditmaal heb ik bijna alle ruimte nodig
voor een brief. Maar dat is dan ook een
brief, zoals U ze niet elke dag kunt lezen.
Het gaat over onze samenwerking met de
Ned. Herv. Gemeente van Eikerzee. Ds
Nauta als Herv. predikant en ik-zelf als
Geref. predikant hebben samen deze brief
opgesteld in opdracht van de beide ker
keraden. We hebben geprobeerd om, zon
der grote woorden, deze brief voor zich
zelf te laten spreken. Ik geef hem U dan
ook zonder commentaar door. U moet
hem maar met aandacht lezen en herlezen
en ik geloof, dat er dan maar één ding
overblijft: van harte danken, dat deze
dingen mogelijk zijn.
Hier volgt de brief
Broeders en zusters te Scharendijke,
Zaterdag j.l. had een unieke gebeur
tenis plaats in onze dorpsgeschiedenis.
In één van de lokalen van de Chr.
school te Scharendijke kwamen de
broeders van de Ned. Herv. en Geref.
kerkeraad in vergadering bijeen, om de
samenwerking tussen de beide gemeen
ten, die sinds 5 April in ons dorp reeds
provisorisch bestond, een vastere vorm
te geven, gezien de nog steeds voort
durende noodsituatie.
Unaniem waren de kerkeraden de
mening toegedaan, dat óók de beide ge
meenten door de ramp van 1 Febr. j.l.
dichter tot elkaar werden gebracht; en
hierin Gods hand erkennend, achtten
ze het niet verantwoord deze samen
werking ontijdig af te breken.
Het bezit van slechts één kerkzaaltje
achter de nooddijk veroorlooft aan ge
meenten, die zo nauw aan elkaar ver
want zijn, geen gescheiden optrekken.
Er heerste echter op deze avond ook
de overtuiging, dat het niet de ramp,
maar Jezus Christus zelf is, die ons als
kerkleden moet samenbinden, en dat
niet alleen de lotsgemeenschap, maar
juist de geloofsgemeenschap hier het
beslissende woord moet spreken.
End", wat God bereiden zal voor allen,
die Hem liefhebben.
En zelfs dat is nog maar een „voor
lopig" slot.
De eigenlijke ontknoping brengt God
aan het eind van alle tijden.
Jozef is een van de mensen geweest,
die hier op aarde al iets van dat grote
geluk hebben mogen proeven. En wellicht
zijn er meer zulken.
Vandaag proeven de meesten van ons
er ook wel iets van.
Maar er zijn ook martelaars, en kleine
kindertjes die sterven, en moeders die
schreien en jonge mensen die vechten
moeten.
Speculeer niet op een ontijdig „happy
end".
Maar zie in al je zegen van vandaag,
een voorproefje van dat grote, gelukkige
Einde, wanneer God het boek definitief
dicht zal slaan.
In de romans staat dan op de laatste
bladzij„en ze leefden nog lang en ge
lukkig".
Dat wordt pas waar, als God bij de
laatste bladzij is: het eeuwige leven bij
Christus. Een „Happy End" wat niet
meer stuk breekt op de harde feitelijk
heid, maar duren zal in eeuwigheid.
H. M. K,
In de practijk wil dit alles zeggen,
dat
1. er voor de kerkdiensten een com
promis-overeenkomst gesloten is,
met dien verstande, dat er in Scha
rendijke per Zondag 2 kerkdiensten
gehouden worden, waarin afwisse
lend volgens een bepaald schema, de
Ned. Herv. en de Geref. predikant
zullen voorgaan;
2. de collecten die in iedere dienst ge
houden worden, bestemd zijn voor
die kerk, die de eredienst verzorgt;
3. op voorstel van de Geref. kerkeraad
voorlopig als proef de door de Sy-
node's aanbevolen Nieuwe Vertaling
van het N.B.G. in de eredienst ge
bruikt zal worden;
4. het voorstel van de kerkeraad van
de Ned. Herv. gemeente om de
psalmen en gezangen op de oude
manier, rhytmisch, te zingen, in be
spreking is.
Moge dit schuchter pogen medewer
ken aan de kerkelijke eenheid, waarvoor
onze Heiland in Joh. 17 bidt.
A. P. Nauta, Ned. Herv. predikant.
H. M. Kuitert, Geref. predikant.
Tot zover deze brief.
Tenslotte nog de verantwoording van
de giften voor „Kerkherstel"10,
van een zuster in Holland, 5,van een
gezin ergens in Holland, wat weliswaar
niet tot onze gemeente behoort, maar wel
erg met onze gemeente meeleeft, 10,
van een broeder uit Scharendijke („uit
dankbaarheid"), 10,van een zuster
uit Holland, die hier eens kwam kijken,
1,van een broeder uit Holland,
10,van een gezin uit Scharendijke.
Allen hartelijk dank. Wie volgt?
Hartelijk gegroet vanuit de pastorie te
Scharendijke Uw
H. M. Kuitert.
GEREF. KERK Z1ER1KZEE.
Adres: Ds Y. J. Tiemersma, Het Vrije
A 202, Tel. 392, Zierikzee.
Geliefden in onze Here Jezus Christus,
Een eigenaardige combinatie is het de
afgelopen week geweest van succes en
nederlaag.
Bij de Schelphoek is het gelukt twee
diepe geulen te vullen met grote caissons,
zo vlot dat idereen wel moest denkenhet
is daar grotendeels bekeken.
Maar pal daarop breekt er zulk ongun
stig weer aan, dat er geen sprake kan zijn
van een snel doorwerken om de hele open
liggende strook van de ringdijk af te slui
ten. Tot nu toe heb ik nog niet gehoord
van wegspoelen zinkstukken daar, maar
het weer is wel benauwd geweest de laat
ste dagen.
Deze ontwikkeling heeft de sluiting bij
Ouwerkerk, die even later zou plaats vin
den, geheel in de war gestuurd.
De hele zaak is daar verzakt. Goede
aansluitingen voor de caissons zakten
weg, caissons zelf kwamen scheef te zitten
zonder stevig verband en het water spoel
de maar tussen de kieren door. Ontzet
tend jammer, want er is dag en nacht met
de grootste inspanning geploeterd en de
teleurstelling is bij hoog en laag groot.
Als één ding in al deze bedrijvigheid
wel duidelijk blijkt is het de wedloop met
de tijd. Eén dag uitstel of verlet van we
ken terug kan uitlopen op een maand ver
traging later.
Alle mogelijke technische middelen
staan ten dienste op de manier van „kom
en hij komtdoe dat en hij doet het",
maar wind en golven laten zich niet door
de mens commanderen.
Intussen geeft men de moed niet op.