De les van Frankrijk
Jftxelaria
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Niet-Actuele Onderwerpen
ZEEUWSE KERKBODE
NEGENDE JAARGANG No. 8
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47,. Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds J. H. van Halsema, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1953
Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 10 cent per mm.
De staking in Frankrijk is ongetwijfeld
in alle kringen onderwerp van gesprek
geweest. Die zich tijdelijk ophielden in
dat mooie land, zagen zich het genot van
een prettige vacantie ontnomen. Het is
ook geen grapje, als je in een overvolle
trein zit, en het personeel zet onderweg
de wagen stil, om afscheid te nemen, mis
schien wel met een gracieus gebaar en be
leefde Franse groet. Ze bleven wel niet
in de kou staanmaar in dit geval
zal de warmte en de stilte geen goed ge
daan hebben. Dat er colonnes heengezon
den werden, om althans iets te eten te
brengen, zegt genoeg. Velen zal deze va
cantie in het land van de Marseillaise heu
gen.
Van een dergelijke ontreddering van
het openbare leven kunnen wij ons hier
nauwelijks een voorstelling maken. Hoe
is het mogelijk, dat ambtenaren van pu
blieke diensten zó de positie van hun toch
al zo zwaar ademend land, in gevaar kun
nen brengen. Wie Parijs wel eens zag,
wéét, dat in deze millioenenstad het leven
ondragelijk moet zijn, wanneer men niet
uit de voeten kan. Óm te zwijgen van het
grote leed, dat met name zieken van deze
situatie hebben ondervondenIs het
niet vreselijk, dat een arts zijn telegram
naar Amerika niet weg kon sturen langs
de gebruikelijke weg, om medicijnen,
waarmee hij 't leven van een zieke hoopte
te redden?
Dat het amateurswerk hier de rol ver
vullen moest, die de officiële instanties in
het algemeen belang hebben waar te ne
men?
Men praat in onze wereld van vandaag
nogal veel over gemeenschapszin. Maar,
hier is duidelijk geworden, dat van waar
achtige gemeenschapszin, die het eigen
belang achterstelt om 't leven van de
naaste, heel weinig over is.
SCHAPEN?
Die open biechtstoel in de schemerige
kathedraal raak ik niet kwijt.
Buiten, weerszijden het Godshuis, spoel
de het Brusselse leven in al zijn wuftheid
onafgebroken voort.
Hier, binnen veilige stilte, knielden en
kele honderden, midden op de dag, om
voor het oor van hun priester hun zonden
te fluisteren en vergiffenis te ontvangen
naar het woord van Jezus: wat gij op
aarde binden of ontbinden zult, zal in de
hemel precies zo gelden.
Zwijg maar. Ik weet minstens zo goed
als gij, lezer, wat er allemaal in te bren
gen valt tegen biechtleer en -praktijk.
Lees en bestudeer maar bijv. het boekje
van collega Hommes.
Doch al die bezwaren nemen niet weg,
dat wat ik daar voor mijn ogen gebeuren
zag en mij diep in 't hart greep, mijn ge
mis, 'n fout bij ons Protestanten deed
gevoelen. Deze biechtelingen toonden mid
den op de dag tijd te hebben voor God en
Zijn dienst. Zij kenden en handelden naar
het woord van de goede Herderzij volg
den hem. En omdat zij nog werkelijk ge
loofden aan de macht der kerk de zonden
te vergeven, in Jezus' Naam, daarom
kwamen onder de stellig niet ontbrekende
sleurgangers, ook de waarachtig hunke
renden naar vergiffenis en zochten die
bij hun herder. Zij wachtten niét, tot hij
hén eens kwam opzoeken. Zij zochten
hém op, al kostte het ook heel wat tijd,
omdat zij als echte schapen der kudde
zich voelend, hem niet slechts voor de
vorm hun herder noemendoch hem als
zodanig metterdaad begeren en daarom
volgen.
Zwijg toch! Ik weet al wat ge tegen
werpen wilt. Ik sprak toch zelf reeds van
biechthoren aan de lopende band. Niet
graag zou ik 'n paar uur achtereen hele
klassen van schoolkinderen de biecht af
nemen. Ik versta grossieren in geestelijke
dingen eenvoudig niet en acht ze gevaar
lijk voor biechtvader en biechteling beide.
Ik wil echter niet altijd alleen het kwaad
We gaan niet overwegen, in hoever in
het democratische Frankrijk de belangen
van de arbeider inderdaad worden ver
waarloosd. Eenvoudig omdat de verhou
dingen in dat land, waar een „kamerlid"
per jaar het salaris van onze kamerleden
in een veelvoud incasseert, niet zijn te
beoordelen. Als we de leeftijdsgrens be
kijken, die voor het pensioen-gerechtigd
zijn bestond, dan was het om te watertan
den voor wie liever lui dan moe is. Het
kan, dat het loon daar ontoereikend is,
bij de huidige duurte. Maar, niemand zal
het toch ondernemen, om daarom deze
staking te rechtvaardigen. De politieke
kleur van het hele geval kwam wel aan
het licht, toen de Communistisch georiën
teerde bond de leiding nam. Er moest,
ten koste van alles, verwarring komen in
een land, dat juist geen enkele ongeregeld
heid kan hebben.
Men kan zich afvragen, hoevelen er
nog in Frankrijk zijn, die op het alge
mene, nationale belang bedacht zijn. Er
ligt een groot element van waarheid in
de opmerking van Maurice Roelants on
langs in Elsevier, dat Frankrijk in vele
Frankrijkjes is opgelost, die onderling
elkaar naar 't leven staan. En. juist
nu de man aan 't roer kwam, die er op
bedacht is de mogelijkheid van het na
tionaal bestaan te dienen, met in de zak
mandaten van een parlement, waarin de
meesten blijkbaar meer kijken naar de kie
zers achter hen, dan op de grote taak van
het éne land te verzorgennu moet
elke ernstig bedoelde poging tot nationaal
herstel, bij voorbaat onmogelijk worden
gemaakt
Pijnlijk was de houding van de Rooms-
Katholieke vakbond. Ook deze adviseerde
tot staken, daarmee bewijzende, hoe on
machtig Rome in Frankrijk werd, om een
positief geluid te laten horen.
van mijn tegenstanders horen. Ik wil van
mijn vijanden zelfs leren en zeker van
mede-christenen, die aan het dwalen sloe
gen, maar misschien in hun dwaling iets
goeds hebben bewaard, dat wij Protestan
ten, louter van de weeromstuit, verscholen
als het lag in hun dwaling, niet opmerkten
tot schade van ons zelf.
Meent ge dat 'n Guido Gezelle geen
grote zegen is geweest voor menig ver
moeide en belaste, die tot hem in de
biechtstoel kwam?
Waarom zegt ge zijn diep Christelijk
boeteliedHeer, mijn hert is boos en
schuldig, maar Gij zijt verduldig Heer,
zo graag na en waarom spreekt ge niet
dan kwaad van het biechthoren, dus ook
van zulk 'n echt herder, terwijl gij niet
eens merkt hoe wij Protestanten veelal
niet anders doen dan grossieren op de
preekstoel en bij het huisbezoek, en zo
zelden elkaar gelegenheid geven te spre
ken van hart tot hart onder Gods oog?
Het lijkt haast of wij gereformeerden
er 'n speciale versie van Lukas 15 op na
houden, waarin dan staat dat.de herder
de negen en negentig schapen nas jouwt,
en het éne verdwaalde als toch hopeloos
maar laat lopen. De herder in óns land
gaat precies als de bijbelse, nog altijd
voorop. En de schapen volgen hem. Eerst
als het mis gaat met het één of ander,
stapt de herder op en volgt het spoor van
het verlorene. Kerkleden, die overijld hun
predikant misschien niet zo herderlijk
vinden, omdat hij niet genoeg naar hun
zin voor 'n babbeltje bij hen binnenloopt,
hebben zich misschien nog nooit afge
vraagd of zij zelf zich wel ooit als scha
pen gedroegen. Zij zitten in hun huis als
in 'n kasteel en wachten de dominee af.
Wachten zij allen ook werkelijk zijn
herderlijke zorg?
Bij het huisbezoek?
Dat gesprek veelal onder tien of meer
ogen
Meent ge dat uw jongen, die niet meer
bidt, bij dat huisbezoek loskomt?
Dat uw dochter, die in de knoop zit,
zich voor uw oren en die van haar jongste
zusje, zich zal geven?
Gelooft ge, dat gij of uw vrouw het
Helaas beschikt het Protestantisme daar
over heel weinig bevoegdheid. Er is al
thans uit Protestantse kring geen geluid
of protest vernomen tegen deze dreiging
der revolutie. Kon het Calvinisme daar
maar beschikken over pers en radio, niet
voor de eigen kleine kring, om het hele
volk de naderende ondergang voor te hou
den. En. de kerk, die eens het Iiuge-
notisme bloedig uitwees, zonder daarover
ooit schaamrood te worden, de kerk van
prachtige, enmeest lege kathedralen
knikte „ja" bij dit verschijnsel der revo
lutie
Men kan slechts wensen, dat de rege
ring de moed zal hebben om stand te hou
den, en dat het parlement straks niet de
droevige figuur zal aandurven, om .de re
gering om dit geval naar huis te sturen.
Want het is in Frankrijk zo ongeveer ge
komen tot het uiterste.
We krijgen wel een harde les, over de
verwording, waartoe een volk kan komen.
Maar, als we nagaan, welke ideeën het
Franse volk worden bijgebracht, dan
wordt er véél begrijpelijk. Een Rooms-
Katholicisme, dat de Bijbel in de geautho-
riseerde Vulgaat wél officiéél vasthoudt,
maar practisch verschuilt achter mense
lijke inzettingen; een Protestantisme, dat
tot geen krachtsontwikkeling kan komen,
en verder.een massa, los van elk Bij
bels denken, overgeleverd aan de gedach
ten en practijken ener van God losgesla
gen wereld. De ijver voor het eigen be
lang maakt zó verblind, dat men nauwe
lijks schijnt te overwegen, of bij het ver
zaken van het nationale belang de eigen
belangen niet evenzeer in het gedrang ko
men. Zo gaat het, als er geen autoriteit
erkend wordt, waarvoor allen opzij gaan.
Uit zulk een situatie is de stap naar de
dictatuur niet groot. Wat men angstig uit
het Oosten verwacht, zou door een plot
selinge keer ook uit het Zuiden kunnen
komen.
Zo leert de les van Frankrijk ons de
onzekerheid der volkerengemeenschap in
Europa. De kerk, de vakbeweging, vrijwel
elke kring, moet dit verstaan. En er diep
zelf ooit doet?
Ge noemt uw predikant opzettelijk nooit
pastoor, dat betekent: herder!
Ge spreekt hem aan als dominee, d.w.z.
meneer
Zó willen de meesten hem.
Ze gaan naar het ziekenhuis en laten
het de dominee zelden weten.
Die moet het ruiken.
En als hij door Pietje, de naaister, die
bij zijn vrouw naait, toevallig na 'n week
hoort, en hij zoekt u nu toch ondanks uw
verzuim op, dan kijkt ge hem verwijtend
aan. De dokter komt iedere dag. Al 'n
week lang. Maar de dominee?
Indien gij u als echt schaap had gedra
gen, had de dominee graag veeleer zijn
herderlijke zorg over u uitgestrekt.
Doch wanneer hij nu informeert of ge.
uw bijbel hebt meegenomen naar het zie
kenhuis, dan in 9 van de tien gevallen,
moet de zieke erkennenwél schone borst
rokken en zo, maar geen bijbelDe fa
milie bracht elke dag vers fruit, maar wie
bracht Gods Woord?
Was het ook wel echt om de herder
te doen, om Gods zorg? Of om door de
dominee, d.i. door onze meneer te worden
erkend
Ja, er valt voor de herders, maar ook
voor de schapen wel één en ander te le
ren vanRoomsen. D. J. C.
TWEEZAAMHEID.
Het enigszins merkwaardig woord, dat
deze maal ons onderwerp aanduidt, is ont
leend aan een boekje van Jkvr. C. M.
van Asch van Wijck, getiteld: Tweezaam
is de mens. De mens kan zeer eenzaam
zijn, hij is echter altijd tweezaam. Wat
wordt daarmee bedoeld?
Er zijn allerlei onderscheidingen tussen
de mensen. Daar zijn ouderen en jongeren,
werkgevers en werknemers, rijken en ar
men, zeer begaafden en weinig begaafden,
moedigen en vreesachtigen. Deze tegen
stellingen kunnen in het leven van grote
betekenis zijn, ze zijn echter alle slechts
betrekkelijk. De ouderen zijn eenmaal
van doordrongen zijn, welke verantwoor
delijke taak elke leiding heeft te vervullen.
N.l. om in elke kring de gemeenschap, die
ons toevertrouwd wordt, zó op te voeden
en te bezielen, dat zij nimmer de chaos
willen. Er zijn momenten, dat men moet
afzien van zijn wensen en aanspraken,
zelfs al zijn ze gerechtvaardigd, wanneer
doorzetten het gevaar van de chaos nader
bij zou brengen. Dat de communistische
beweging dit bewust als ideaal stelt, de
stap naar de chaos, heeft deze staking ons
geleerd. Een zéér belangrijke vraag is,
langs welke weg aan Frankrijk hulp kan
geboden worden, opdat de ogen van het
volk daarvoor opengaan. Ofzou het
daarvoor al té ver zijn weggegleden
In kerk en staat en sociale actie hebben
wij met- deze les uit 't leven onze winst
te doen. Een volk, waar de afstand van
de Bijbel groter wordt, is een volk, dat
rijp wordt voor ramp-toestanden.
Al dat verteren van krachten in onder
linge strijd tussen Christenen, is een on
verantwoordelijk misbruik maken van de
tijd, door God ons toegemeten. Er zijn
gevaarlijke machten in Europa aan het
werk. Daartegen gemeenschappelijk zich
te wapenen, en met het Woord Gods zoe
ken door te dringen in het volksleven, dat
is de belangrijke taak, welke de kerk heeft
te vervullen, en waartoe zij op ander ter
rein moet inspireren.
De jeugd leren, dat wij het zegel van
de Doop ontvingen, opdat wij als een
zuurdeeg zouden zijn in deze samenleving.
De strijd des Heren strijden tegen het on
geloof en het rijk der duisternisen
niet elkander afbreken over vermeende
verschillen of nuanceringen.
De kansen zijn in Nederland nog zo
geheel anders dan in Frankrijk. Als maar
de kerkelijke wereld in ons land haar roe
ping verstaat, en zich niet verliest in on
nutte bezigheden, die de massa eerder
doen schouder-ophalen, dan dat zij er door
bewogen wordt.
De les van Frankrijk is voor ons allen
van belang. Zal de practijk gaan uitwij
zen, dat wij haar begrijpen C. St.
jong geweest, de jongeren worden steeds
ouder. Wie vandaag arbeider is, kan mor
gen werkgever zijn, wie vandaag rijk is,
morgen arm. De begaafde kan tekort
schieten, de weinig begaafde veel preste
ren. De moedige kan bang worden en de
vreesachtige kan dappere daden doen.
Dan is daar de onderscheiding der men
sen in rassen: zwart, bruin, geel, blank.
Dit is op het eerste gezicht een absolute
tegenstelling. Zo wordt men immers ge
boren Dit is ook een tegenstelling, die
de samenleving voor zware problemen kan
plaatsen. De schijnbaar absolute grenzen
kunnen echter in enkele generaties ver
vloeien en de huidskleur evenzeer.
De enige onderscheiding tussen de men
sen, die absoluut is, is de tegenstelling
tussen man en vrouw. Geen man wordt
ooit een vrouw en geen vrouw een man.
Het is daarom ook een wonderlijke zaak
met ons spraakgebruik. Wij spreken maar
rustig over „de mens". Maar „de mens"
bestaat eigenlijk niet. Wij veronachtzamen
dan de enig absolute tegenstelling, die er
onder ons bestaat. „De mens" is altijd óf
een man óf een vrouw. In ons spraakge
bruik te doen alsof dit verschil niet be
staat is weinig reëel. In de practijk van
het leven weten wij wel beter.
Maar hoe absoluut de onderscheiding
van man en vrouw mag zijn, toch zijn èn
de man èn de vrouw beide mens. Daaruit
volgt, dat „de mens" niet een zelfstandig
wezen is, een los individu, maar een twee
eenheid, die de absolute tegenstelling van
man en vrouw in zich besluit. Man en
vrouw zijn op elkaar aangewezen. Man
en vrouw zijn pas samen met elkaar
„mens". De mens is feitelijk en principi
eel altijd tweezaam.
Deze tweezaamheid van de mens wordt
in het scheppingsverhaal van de bijbel ook
duidelijk uitgesproken. In Gen. 127 le
zen wijEn God schiep den mens naar
Zijn beeld, naar Gods beeld schiep Hij
hem, man en vrouw schiep Hij hen. „De
mens" is een enkelvoud en een meervoud
tegelijk, een twee-eenheid.
In het huwelijk komt de tweezaamheid
van de mens het duidelijkst tot openba
ring. Daar vormen man en vrouw een