fhriftowdcntónö
J7xelaria
De weg naar de
eindbeslissing
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
DE DIJK DICHT!
Niet-Actuele Onderwerpen
ZEEUWSE KERKBODE
NEGENDE JAARGANG No. 5
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds J. H. van Halsema, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 31 JULI 1953
Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 10 cent per mm.
En ik zag een andere engel, die
grote macht had, nederdalen uit de
hemel, en de aarde werd door zijn
lichtglans verlicht. Op. 18: 1.
Het visioen, in Openb. 18 ons beschre
ven, waarin het oordeel wordt uitgeroe
pen, heeft ter inleiding een enkel woord,
van geweldig diepe inhoud.
Niemand mag over het hoofd zien, dat
wij hier zijn in het boek Openbaring. Het
profetisch-apocalyptisch karakter vraagt,
dat wij hier van een letterlijke verklaring-
afzien. In één enkel visioen wordt soms
een stuk geschiedenis samengepakt, en
het licht uit de hemel valt over alles, wat
in de loop der eeuwen zich afspeelt.
Op. 18 verplaatst ons duidelijk naar de
tijd, waarin de uit-eindelijke beslissing op
komst is. Nóg is het uur niet geslagen,
waarin de Christus-Overwinnaar uitrijdt
op de wolkenwagenHet wereldspel
is nog volledig aan de gang. Maar, alles
spitst zich toe naar het toppunt, tegelijk
eindpunt van de wereldgang.
Er is een „gelovig uitzien" nodig, om
dit te ontdekken. Zoals de oude ziener op
Patmos „zag". Helemaal „gepakt" dooi
de taferelen, die daar voor zijn oog zich
voordeden.
't Rumoer van de aarde was voor Jo
hannes verstild. Zijn gehoor en zijn blik
werden geboeid door de dingen van het
Koninkrijk Gods.
Dan treft hem de verschijning van een
engel, afdalend van de hemel naar de aar
de. Hij zal de zaak van het wereldgericht
overbrengen.
Tegenover de mening, dat hier sprake
is van Christus Zelf, geloven wij, dat hier
gedacht moet worden aan een voorname,
hemelse gezant. Een engelenvorst. U leest
niet, dat Johannes voor hem neervalt, zo
als dat het geval was bij de verschijning
van de verheerlijkte Christus in Openb. 1
Naar de aarde zweeft de engel.
Hebben engelen hier beneden ook een
adres, waar zij de boodschap Gods neer
leggen? Hierbij moet U er aan denken,
dat zij knechten zijn in het huis Gods, ten
dienste der gemeente. Daarom is de on
derstelling niet gewaagd, dat het „tref
punt" op de aarde: de gemeente was.
Daar moest de tijding komen, waarin God
ontvouwing gaf van Zijn plannen met de
wereld. De gemeente, door God geroepen,
door Christus' bloed gereinigd, moet van
dit naderend oordeel op de hoogte ge
bracht worden. Want, die „heiligen" zul
len straks met Christus de wereld oorde
len.
Daarmee wordt de boodschap voltooid,
welke op aarde moet worden ontvangen.
Als er volledige inlichting wordt ver
schaft over het einde. Dit is een belang
rijk deel van het Openbaringswerk van
God aan de gemeente.
Zij staat hier beneden midden in de
wereld, die in getal en kracht en middelen
haar vér de baas is, wanneer men naar
menselijke maatstaf meet. Daarom moet
aan haar het Woord bediend worden, dat
haar wapent, om niet door de schijn te
worden bedrogen.
God werkt Zijn inzichten uit, en geeft
daardoor aan de gemeente het licht, dat
de eenvoudigen verstandig maakt. Daar
om zal de uitwerking van dit komen van
de engel moeten zijn, dat er spanning en
bewogenheid kome in de gemeente. Het
voortschrijden van de tijd, de voortgaande
ontwikkeling der aarde, moet haar zeer
bewust doen leven bij wat God door en-
gelenboodschap haar heeft toevertrouwd
over de afloop der geschiedenis.
Als de engel deze opdracht in gehoor
zaamheid heeft vervuld, en aan het reeds
ontvangen Evangelie is deze toezegging
over het einde vastgemaakt, dan zal het
wachten zijn van het engelenheir op het
sein, dat zij de Christus op Zijn wolken
wagen zullen begeleiden.
De inhoud van de engelenboodschap
zegt het, dat het recht zal zegevieren. Die
op aarde het hoogste woord voeren, krij
gen niet het laatste woord.
Deze tijding van de troon Gods is op
aarde gekomen.
Het wachten is op de vervulling van
dit woord.
Plet is nu maar de vraag, hoe wij die
vervulling verwachten.
Er staat, dat de aarde door de licht
glans van de engel werd verlicht. Een be
wijs, welke grote macht aan deze engel
door God is verleend.
Dit gaat veel verder, dan wat de Schrift
ons verhaald van Mozes. Zijn gelaat
blonk, nadat hij bij God vertoefd had op
Sinaï. Maar, het bleef beperkt tot zijn
naaste omgeving. De aarde werd er niet
door verlicht.
We lezen dat ook niet uit de Kerst
nacht. In Efratha's veld straalde het licht
wel, maar verder kwam het niet. Bij de
opstanding schittert het wel in Jozefs hof,
zodat de wachters het niet houden kunnen.
Maar.Jeruzalem heeft van die licht
glans niets bemerkt.
Bij deze engelen-verschijning is sprake
van een over de aarde opgaand licht. Deze
lichtuitstraling is hem van God meege
geven, in verband met zijn opdracht. Door
wat hij boodschapt, komt de aarde te lig
gen in een felle gloed. De wereld, met
haar drijven, haar zondig karakter, en met
de droeve afloop van haar vrolijk spel,
komt in het volle licht van God
Dat kón nog niet bij de komst van Je
zus Christus in het vlees. Toen moest de
worsteling nog gestreden worden tegen
zonde en dood. Maar, uit deze strijd kwam
de Plere als Overwinnaar te voorschijn
in de Opstanding.
Sinds dat moment gaat het er om, dat
deze wereld, met haar feesten en haar
angsten, met haar grootheidswaan en die
pe teleurstellingen, opengelegd wordt in
het volle licht van God.
Zó wordt, in dat éne ogenblik, waarin
Johannes dit visioen ontvangt, aan deze
dienstknecht geopenbaard, wat God bij
het voortgaan van de geschiedenis bereikt
door Zijn boodschap naar de aarde. Er
komt een lichtwerking, vanuit die bood
schap, waardoor het rijk der duisternis
wordt beschaamd.
Als wij bij het gaan van de engel den
ken aan zijn komen tot de gemeente, om
daar de boodschap Gods te brengen, dan
wil dit zeggen, dat dit licht-effect vanuit
de gemeente op aarde openbaar zal wor
den.
Daaruit lezen wij ditde komst van de
engel schakelt de gemeente in, opdat door
haar dienst deze engelen opdracht de volle
uitwerking krijgt.
Wanneer de Schrift spreekt van het
licht, dat de aarde verlichten zal, dan be
doelt zijde boodschap Gods, het van God
uitgaande Woord! Dat Woord legt de
diepten van het mensenhart open, de voos
heid en de krachteloosheid van alles, wat
op aarde zo geweldig aandoet. Enuit
dat Woord gaat ook het oordeel uit over
alle leven, dat opbouw en ontplooiing
zoekt, zonder God.
Dan vatten wij de bedoeling van dit
visioen hierin samen, dat de gemeente, als
zij de boodschap uit de hemel met onder
scheiding ontvangt, er zich inleeft, zó dat-
het Woord haar levensgang beïnvloedt,
door God wordt ingeschakeld bij Zijn be
langrijke stap naar de eindbeslissing!
Een levende kerk, waar 't Woord des
Heren wordt „opgegeten", ingedacht, uit
geroepen en toegepast, dat is de aangrij
pende illustratie van dit visioen uit Openb.
18Door haar komt de engel deze dienst
vervullen. Daarom leert de Schrift ons
ook, dat tegen het einde de strijd vanuit
de wereld tegen de kerk zo hevig zal wor
den. Hoe groter het licht-effect vanuit de
kerk, des te minder zal zij in het einde
worden verdragen.
Dan moet de vraag worden overwogen,
of de kerk heden ten dage daaraan be
antwoordt. Dat is geen vraag alleen op
conferenties, waar gelijkgezinden elkaar
ontmoeten. Dat is de vraag, die van de
kansel moet worden voorgelegd aan oude
ren en jongeren.
Als ooit de ontzaggelijke betekenis van
de kerk tot u spreken kan, dan zal het
zijn bij dit visioen. Allen samen lichtdra
gers, in deze zin, dat door onze levens
wijze, door ons getuigenis, het verderf-
brengend karakter der zonde wordt bloot
gelegd. Dat er, inplaats van het-spel-der-
zonde, weer sprake is van het dodelijk
gif der zonde. Dat, bij alle bewogenheid
met het leven, er sprake isvan het uit
roepen van Gods beslissing over het le-
vensgebeuren. Hier ligt de herleving der
kerk als volk Gods, aangeraakt door de
boodschap van de engel, in dienst van
God om het lichteffect op. aarde te bren
gen.
Als we zó ons uit de Schrift laten voor
lichten, dan weten wij het vóór alles nood
zakelijke. Bekering van allerlei kerkelijke-
moeilijkheden-demonstratie tot de waar
achtige dienst van het Woord. In het licht
wandelen, gelijk Hij in het licht is
Want, het licht moet over de aarde op
gaan. C. St.
Met grote dankbaarheid hebben we al
len gelezen, dat de strijd tegen het water
bij Kruiningen geleid heeft tot een over
winning. De dijk kwam dicht.
Daarvoor mogen wij God erkennen, Die
zulk een uitkomst gaf van het maanden
lange moeilijke werk van dijkherstel.
Dat de geëvacueerden uit Kruiningen
hun ontroering nauwelijks meester zijn,
laat zich verstaan. Dit is voor hen de tij
ding, dat zij weer met plannen voor de
toekomst mogen vervuld zijn. Hun eigen
land zal straks weer plaats bieden.
Wel zal de eerste aanblik de tranen in
de ogen brengen. Wantnu wordt het
duidelijk, welk een woestenij het water
achterlaat. Maar, waar de zorgentijd van
de evacuatie moedig, en in het geloof
doorstaan is, daar zal de kracht in het
zware uur van opbouw en reparatie niet
ontbreken. Geve God ook rijke vrucht op
dit werk. Endat Schouwen straks zal
volgen.
Of men verder in het land wel begrip
gehad heeft van de situatie, waag ik te
betwijfelen. De vreemde vragen, die men
te horen krijgt, als men in Holland komt,
zeggen wel iets. Ach ja, Zeeland ligt ver
weg.
Wij roepen onze geëvacueerden toe:
met gesterkt vertrouwen voorwaarts, on
der de zegen van Hem, Die slaat, maar
ook heelt! C. St.
Kerk en echtscheiding.
Engeland, het hoffelijke, begint zijn
voorbeeldige manieren prijs te geven.
Naar het lijkt onder leiding van bepaal
de kringen aan het koninklijk hof.
Jaren geleden verraste de nog onge
kroonde Edward VIII Europa, door zijn
vorstelijke roeping te verzaken voor 'n
veel besproken Amerikaanse. Het was
niet zozeer tegen deze més-alliance, dat
kerk en staat zich toen schrap zetten, zo,
dat de koning aftreden moest, doch tegen
de verbintenis met 'n naar ik meen ten
minste tweemaal reeds gescheiden vrouw.
Het Engelse publiek mocht de vlotte
koninklijke handelsreiziger en sportman
wel en koos voor 'n deel zijn partij. Ook
koningen moesten in hun liefde vrij zijn.
De kerk evenwel wilde het sacrament,
voor de kroning voorgeschreven, niet uit
reiken aan iemand, die haar huwelijks
voorschriften openlijk overtrad.
De waardige vervanging door zijn zich
zelf daartoe opofferende, jongere broeder
George, de stotteraar, sedert kort opge
volgd door diens ernstige dochter Eliza
beth II, drong het schandaal naar de ach
tergrond, ondanks de poging van de her
tog van Windsor het door 'n boeiende
biografie weer op de voorgrond in gunsti
ger licht te zetten.
Moreel zonder schaduw, konden on
langs Elizabeths kroningsfeesten met al
de luister van 'n groots verleden zelfs
voor '11 ogenblik de illusie wekken van 'n
Brits imperium, herrezen in zijn wereld-
beheersende kracht.
De afgetreden koning toonde evenwel
opnieuw de vreemde smaak zich met zijn
gade, schouwend door de televisie naai
de kroningsplechtigheden van zijn plichts
getrouw nichtje, die hij voor 'n vrouw en
'n werkeloos bestaan prijs had gegeven,
te laten fotografen en zo opnieuw de
schrijnende aandacht te vragen voor zijn
plichtsverzuim en slechte voorbeeld.
Maar the man in the street weet zulke
„democratische" manieren bij vorsten, zo
in de toon van: Wat kan 't me schelen?
hoog te waarderen. Wellicht dat zulke
hooggeplaatsten nog menen, dat zij hun
tijd verstaan
Zo schijnt het nu weer te gaan rondom
de hupse prinses Margaret, die reeds vele
malen van zich spreken deed.
Wat vroeger zeker aan de hoven bin
nenskamers afgehandeld werd, dat brengt
de koningin der aarde, de krant en de ra
dio, die keizerin der wereld, op de straat.
Daardoor gebeurde het, dat niet maar
één of ander op sensatie belust Ameri
kaans blad onthullingen deed over de ver
onderstelde liefde van de Engelse prinses
tot 'n 16 jaar oudere, gescheiden burger
man en vader, maar dat thans ook 'n Brits
blad zich niet ontzag om onder zijn dui
zenden lezers 'n openbare stemming te
houden over de vraag of men 'n eventueel
huwelijk tussen Margaret en de vroegere
piloot Peter Townsend kon billijken. Met
overweldigende meerderheid over 'n
slechts tweeduizend tegenstemmers juich
ten de abonné's de romance toe.
Bij voorbaat moet de stem der kerk,
die oude sok, worden overschreeuwd.
In elk geval, nu ondanks het waardig
protest van het officieuse orgaan van de
aartsbisschop steeds meer kranten er open
baar en democratisch (lees: weinig kies)
over handelen, moet men helaas wel aan
nemen, dat er iets gaande was met de juist
op 't moment van Margarets terugkeer
uit Afrika, naar Brussel's ambassade ver
bannen Peter Townsend.
Doch wat heeft ons kerkblad hiermee
te maken D. J. C.
N.S. In dank ontvangen 2,50 voor
Axels banken, uit Zaamslag.
EENZAAMHEID.
„Redmijn eenzame." De dichter
van Psalm 22 zit in grote nood. Dat is
erg. En zijn lijden wordt nog verzwaard
door het feit, dat zijn ziel eenzaam is.
Er is geen mens, die zijn smart deelt. En
gedeelde smart is immers halve smart. Er
is geen mens, die naast hem staat, die hem
begrijpt, die helpt.
Niet aleen de dichter van Psalm 22
wordt terneer gedrukt door de)ze een
zaamheid. Het valt mij steeds weer op,
hoe eenzaam de ziel van vele mensen is.
O zeker, wij praten wel met elkaar en
wij lachen wel met elkaar, maar onze ziel
blijft verborgen, onze ziel heeft er geen
deel aan. Die blijft temidden van alle ge
praat en gelach eenzaam. Wij verlangen
naar een dieper contact van mens tot
mens, van ziel tot ziel, maar wij durven
niet, wij kunnen niet. Juist midden in de
drukte van het leven kunnen wij ons zo
mateloos verlaten weten. Het foltert ons,
het doet ons machteloos neer zinken in
een zee van smarten, van heimwee en ge
mis.
De kerkvader Augustinus heeft in dit
verband merkwaardige dingen gezegd. In
zijn verklaring van de psalmen staan o.a.
deze twee zinnen: „ieder mens is een
vreemdeling in dit leven, waarin wij ron
dom zijn omgord met vlees, door welk
vlees het hart niet kan worden gezien".
En: „In het tijdelijk verblijf in dit vlese
lijk leven draagt iedereen zijn eigen hart,
en ieder hart is voor ieder ander hart ge
sloten".
Wij beschouwen onze eenzaamheid
meestal als een tragisch lot, als iets waar
wij niets aan kunnen doen, als iets dat
wij nu eenmaal hebben te nemen, als iets
wat bij het leven behoort. Wij hebben
echter te bedenken, dat het „van den be
ginne niet zo is geweest", 's Mensen een
zaamheid is een gevolg van de zonde.
Augustinus zegtde eenzaamheid is een
gevolg hiervan, dat wij rondom omgord
zijn met vlees. Ons lichaam, ons vlees
maakt ons hart onzichtbaar en ontoegan
kelijk voor den ander. Al wat wij spreken
en doen geschiedt door middel van ons
lichaam. Daardoor uiten wij ons, Zodoen
de ontmoeten wij slechts de uiterlijkheid,