De weg des Seven jVxelaria DE PROVINCIALE TOOGDAG DER DIAKENEN negende jaargang No. 2 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 10 juli 1953 ZEEUWSE KERKBODE Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds J. H. van Halsema, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half- ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds H. Veldkamp, Hattem. jaar (bij vooruitbetaling). aan de drukkers Littooij Olthoff, Afzonderlijke nummers 12 cent. Spanjaardstraat 47, Middelburg. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 10 cent per mm. Het is wel te verstaan, wanneer som migen in onze gespannen tijd, waarin het van alle kanten gist, en waarin kerkelijke moeilijkheden schril afsteken tegen stro mingen, die op gebed en gemeenschap alle nadruk leggen, zich de vraag stellenwel ke is nu de weg des Heren? Is dat wer kelijk de weg der kerk, ofwordt het leven van de Geest soms meer gevonden buiten de kerk? Dit te meer, omdat bij „de weg der kerk" dan nog de andere kwestie rijst: welke kerk? Zelfs in die kringen, waar hetzelfde belijden wordt aangenomen, blijkt men allerminst het zelfde te bedoelen. Ja, het lijkt wel eens, of die juist onderling het meest zich te gen elkaar afzetten, en elkander zelfs dur ven „afschrijven". Over dit jammerlijk en zondig ver schijnsel hebben we onlangs geschreven, waarom we daar nu op dit moment niet verder op doorgaan. Maarhet doet zich voor, en voor gevoelige naturen is dit zeker geen aanbeveling aan het adres der kerk. Wanneer wij nu de zaak overwegen: moet de kerk vóórgaan, als het over de weg des Heren gaat, ofheeft de particuliere samenkomst de voorkeur, dan zal bij dit antwoord moeten blijken, wat de Heilige Schrift voor ons is. De particuliere kring heeft als regel de aantrekkelijkheid, dat daar gelijkgezinden bijeen zijn. Ze denken zo ongeveer het zelfde. Én, wanneer „het denken" geen al te grote roLspeèlt, dan zijn ze vooral van eenzelfde gemoedsbewogenheid. Die drijft hen naar elkaar toe. Het onder scheidingsvermogen wordt als regel uit- Op Woensdag 1 Juli kwamen de dia kenen uit onze Provincie samen. Het is goed, om elkaar eens te spreken. Maar, voor de gezelligheid worden zulke confe renties niet belegd. Het diaconale ambt- komt in de practijk voor heel wat moei lijkheden te staan. Bovendien hebben de diaconieën ook gemeenschappelijk werk. Daarom zijn diaconale conferenties ge legenheden, om de vragen naar voren te brengen, en samen een oplossing te zoe ken. Het is me nog steeds niet duidelijk, hoe het komt, maar over het algemeen krijgt het diaconale ambt nog niet die eer in de gemeente, waar het recht op heeft. Het maakt soms de indruk, alsof de gemeente een rangorde aanbrengt. Eerst de ouder lingen, daarna de diakenen. En, wanneer iemand een goed diaken was, dan lijkt het een soort promotie, wanneer hij voor ouderling wordt gesteld. Maar, als we het over promotie hebben, dan stellen we het ene ambt boven het andere. En ik dacht, dat Christus de amb ten naast elkaar gesteld had, óm samen het werk te doen tot opbouw der gemeen te. Ook een diaken is: dienende de Here Christus in Zijn kerk, teneinde de pries terlijke zegen des Heren daadwerkelijk te brengen tot leniging van nood en uitkomst in zorgen. In dit licht gezien, was de titel van het referaat van Ds H. Pestman van Terneu- zen wel héél juist gekozen: het schone ambt. Hij liet aan de vergadering zien, hoe Christus Zelf door Zijn dienstknech ten (de diakenen), komt om het leven van Zijn priesterlijke barmhartigheid te door dringen. Er dreigt gevaar in onze tijd, dat de betekenis van het diaconaat verkleind wordt. Onlangs vroeg ergens een gekozen diaken ontheffing, omdat naar het oor deel van de betrokkene, de zin van het diaconaat grotendeels was verdwenen. We hebben immersnoodwet-ouderdoms voorziening, sociale wetten, enz. M.a.w., alles is al geregeld en gedirigeerd, waar geschakeld. Men meent elkander gevon den te hebben, en men suggereert elkan der ook het grote geestelijke voordeel van de kring boven de kerk. Of dit nu gaat over een getuigenis samenkomst dan wel gebedssamenkomst, dat geeft niet zoveel verschil. Wanneer men de vraag zou stellenwat wilt ge bereiken, welke opdracht vervult ge dan zal het antwoord niet zo vlot ko men. Bij die beantwoording blijkt meestal, dat men „gestart" is, zonder zich van de zaak rekenschap te geven. Wie de geschiedenis der secten wel eens nagegaan is, of zich heeft bezig gehouden met de „revivals", de opwakingsbewegin- gen, die stuit overal op hetzelfde. Daarom heeft het verloop der opwakingen over 't algemeen weinig verder gebracht. Na enige tijd ging het, als met alle verganke lijke dingenmen kende en vond de stand plaats zelfs niet meer. Tenzij.... zulk een verheffing in kerkelijke sfeer geleid werd. In schier alle overige gevallen kwam op dat „opvlammen" al spoedig het „uit doven". Een belangrijke oorzaak daartoe was het isolement, dat men zich oplegde. En „het particuliere" van het geval. Plet leven ging er aan voorbij. En men trok zich uit het leven terug. Elk, die dat doet, ziet de bloeitijd spoedig gevolgd door een periode van verval. Het is zo jammer, dat men over deze dingen met de betrokkenen zo moeilijk spreken kan. Waar het individualisme zich voordoet, en de waarachtige gemeen schapsgedachte schade lijdt, daar eindigt het altijd met teleurstelling. Een eigenaardig verschijnsel is ook, dat moet een diaken zich nog druk voor ma ken Wie het zó bekijkt, is toch wel erg ver verwijderd van wat het Nieuwe Testa ment zegt over de gemeente. In de oude kerk ging juist de grootste kracht naar buiten uit van de liefdevolle verzorging van behoeftigen, het daadwerkelijk hel pen, waarbij de vrouw haar liefdekracht ook zeer speciaal inzette. Zou dan in onze tijd, vol spanningen, het zonder diaconaat kunnen stellen We kunnen haast zeggen een gemeente, waar een diaconie niets te doen heeft, dat is een gemeente, waar de roeping niet naar behoren wordt nageko men. Of.zijn er geen rijken, die mil der zich konden betonen, dan metterdaad het geval is Zijn er geen vaders of moe ders, die voor de leiding van hun gezin raad en hulp behoeven? Zijn er geen Christenen, die heel on productief met geld omgaan, zijn ze er niet, die heel egocentrisch altijd met zich zelf bezig zijn, en die het gebod des He ren verwaarlozen, ook aan anderen te ge denken Op dit gebied heeft de diaken een grote taak. Ja, hij mag zich met véél meer din gen bemoeien, dan soms gebeurt. Hij moet mede-arbeiden, dat héél de gemeente haar priesterlijke functie gaat uitoefenen, op dat daardoor de heerlijkheid van Christus op aarde zal openbaar worden. Als dat goed tot ons doordringt, dan vragen we, bij het diaken-ambt evengoed als bij de andere ambten: wie is tot deze dingen bekwaam? Dan spreken we nog niet eens over het probleem, om de ge meente te leren, het diaconaat recht te verstaan, en om er voor te waken, dat de voortgaande overheidsbemoeiing de kracht van het diaconaat op één of ander gebied zou stil leggen. Vanzelf denken we er niet aan, waar maatregelen zijn genomen, om de mening- te verdedigen, dat een Christen daarvan geen gebruik zou maken. Maar, het werk der diaconie is door en door geestelijk, en dat heeft zijn recht naast alle mogelijke men in de particuliere kring zo gemakke lijk critiekloos aanvaardt, wat men in de kerkelijke wereld zeker niet „nemen" zou. Dit begeleidend kenmerk heeft het eigengemaakte en gegroepeerde steeds vergezeld. Wie de kerk hartstochtelijk liefheeft, omdat zij de openbaring van de kracht des Heren is, die verwondert zich altijd weer opnieuw over de soms povere inhoud, die cle buiten-kerkelijke beweging brengt. Gezien de ophef, die er van ge maakt wordt en wat insiders u er van vertellen kunnen, is de persoonlijke ken nismaking meestal van dien aard, dat men zich met verwondering afvraagt, waarom dit zoveel beter, ofwarmer, of meer diepgaande.als echte „beleving" moet worden voorgesteld. Wie gelóóft, dat de kerk vrucht van de Geest is, kan zich daar niet in vinden. Hij ontdekt het al spoedig, dat onder de benaming: ge meenschap, juist het gemeenschapsleven schade lijdt door het willekeurige en on- gebondene. Want, in de waarachtige gemeenschap gaat het nimmer om de selectie van op elkaar afgestemden, maar 0111 het vinden van de plaats en de houding tegenover al diegenen, met wie God ons in verband gebracht heeft. Ten opzichte van die kring- dragen wij verantwoordelijkheid. Bij het willekeurig gekozene kan de wijziging of de ontbinding intreden, naar de verande ring van „windrichting". Daarom zij men voorzichtig, om maat niet zonder meer de geweldige benaming van „de weg des Heren", toe te passen op datgene, dat niet bepaald op het Woord des Heren zich samen groepeerde. En het mag voor ons allen vast staan, dat de vingerwijzing Gods, voor de ontwikkeling en de groei van ons geestelijk leven, èn voor de beïnvloeding van de wereld, gaat in de richting van de kerk, gekocht met het bloed van Zijn eigen Zoon Een volgende maal gaan wij daar nog nader op door. C. St. steun-verlening en wat al. meer. De rijkdom van de priesterlijke bedie ning moet naar voren komen. Het wonder van de liefde om Christus' wil moet stra len. En/lat is volstrekt onmogelijk, wan neer er geen diaconie zou zijn, die héél de gemeente bearbeidt, 0111 bezig te zijn in de liefde-dienst des Heren. Het was er goed.op die conferentie. Ook al, omdat het vraagstuk naar vo ren kwam, van de onderlinge steunverle ning der diaconieën. Wat we alléén niet vermogen, dat doen we met elkaar. Dat is het practisch belijden van de gemeenschap der heiligen. Dan doet het er niet zoveel toe, of die heiligen in ons dorp wonen, of ergens ver weg, in een grote stad. We zijn kinderen van één huisgezin, en heb ben ook ten opzichte van elkaar de barm hartigheid te beoefenen. Daarover moet nog heel wat vergaderd worden, eer het voor elkaar is. Sinds 1929 wordt er naar een weg gezocht. Laat ons hopen, dat we na de Synode van Rotterdam tot een prac tisch resultaat komen. In ieder gevalgemeente èn diaconie mogen het beide verstaan, dat het schone priesterambt bediend wordt, opdat de ze geningen van Christus afvloeien op Zijn volk, en.... waar mogelijk, ook op de omgevingC. St. De eerste steen Zoals men zal hebben kunnen lezen in de kranten, is vorige week de zogenaamde „eerste steen" gelegd van Axels nieuwste kerkgebouw. De daarbij in '11 loden koker ingemet selde oorkonde luidt„Door 's Heren on verdiende goedheid, de door Hèm ver wekte liefde der gemeente en de krachtige hulp der trouw gebleven Gereformeerde Kerken in Nederland, werd ons dit kerk gebouw geschonken, waarvan de „eerste steen" als zinnebeeld van het enig funda ment der kerk: Jezus Christus, werd ge legd op Vrijdag 3 Juli 1953, 's namiddags omstreeks half vijf. Wij bidden dat dit Huis tot in verst verschiet moge dienen tot zegen van heel Axel en tot lofprijzing van zijn Naam". Inderdaad! Wij hier gevoelen sterk: dit rijzend kerkgebouw is ons door God geschonken! Zeker, daar is ook de nog steeds groei ende offervaardigheid der gemeente. De oorkonde accentueert mee de krachtige hulp van alle zusterkerken in Nederland, waarbij ingesloten de bijzondere Zeeuwse giften, zo spontaan begonnen in Goes Maar wie de gang van zaken hier van dag tot dag heeft meegemaakt, die zegt het niet als 'n formule, maar uit het diepst van zijn opgelucht hartgeschonken door Gods goedheid! Wat is er overlegd, geploeterd, gereisd, geschreven en getekend om zóver te ko men. Tal van goede mannen en vrouwen hier en elders staken de handen uit de mouw. Ook deputaten, met name onze Zeeuwse afgevaardigde, de Heer Hommes, toonden zich ondanks hun lege kas gewillig ge noeg. Op dit moment is gelukkig als 'n dikke droppel op 'n hete plaat de eerste termijn door ons ontvangen en weer ter betaling aan de aannemer doorgegireerd. En wat kwamen van alle Zeeuwse eilan den giften voor de banken binnen! Doch er waren telkens weer zoveel weerstanden, remmingen en vertragingen. De laatste, de algemeen bekende Februari vloed, die vooral Zeeland teisterde. Deze nationale ramp bemoeilijkte eensklaps onze plannen. Terwijl er voordien juist in onze provincie niet veel gebouwd zou worden, de houtprijzen pas waren gedaald, vlogen de laatste plots omhoog en werden de aannemers, die wij al hadden zien vech ten om onze kerk te mogen bouwen, zó met nieuw werk overstelpt, dat enkelen hunner op onze uitnodiging 0111 in te schrijven antwoordden, dat zij thans niet concurrerrend konden meedoen! 't Gevolg was dan ook dat de aanbe steding eerst nog 'n tijd moest worden aangehouden. Na lang onderhandelen en opnieuw bezuinigen op ons toch reeds al lerminst luxueus project, gelukte het ein delijk met de Firma Mabuwat uit Dord recht tot 'n overeenkomst te geraken. Hoe dankbaar ik ook ben, het moet mij van het hartIndien alle kerken zó spon taan voor de geestelijke ramp der scheu ring hadden geofferd, als zij later hebben gedaan voor de ramp van 't water, dan zouden niet alleen reeds meer gescheurde kerken geholpen zijn. Doch hoeveel goed koper zou men zijn uit geweestThans krijgt ook Axel voor méér geld minder waar, omdat niet alle kerken en niet alle predikanten hebben dóór gehad, hóé groot de nood was en hoe snel en afdoend er geholpen had moeten worden. Klagen wil ik echter niet. Want hoe droevig enerzijds ook de di recte oorzaak van die eerste steenlegging ook mag zijnn.l. het bevestigen van het feit der scheuring, er was die dag ook re den tot grote dankbaarheid. De geschiedenis is het verhaal van de vele dwaasheden der mensen en van de éne wijsheid Gods. Zo was het ook in Axel. Is er groter dwaasheid dan scheuring in Christus' kerk? Doch vooral in Axel, waar zeker en kele honderden nu nóg niet weten, waar om zij speciaal artikel 31 zeggen zo te vertroetelen. Ze kennen het niet eens. Durfden ze maar terugkeren Maar zie nu ook Gods wijsheid: in 'n fonkelnieuw stadsdeel van Axel verrijst 'n nieuw kerkgebouw. Reeds nu komen in het oude gebouw aan de Dreef en ónze weinig aanlokke lijke speelzaal der bewaarschool tesamen, méér kerkgangers dan vroeger toen de kerk nog ongedeeld was. Wij kunnen ge rust zeggen, dat ware Scheiding en Dole antie niet gekomen, in menig dorp zou er thans misschien nog slechts één kerkge bouw zijn geweest, maar ook slechts één predikant. Nu nog in Zoutespui, waar in twee verschillende gebouwtjes twee Ge reformeerde predikanten optreden, is er van Hervormde zijde niets. Het lijkt wel of wij alleen uit onze traagheid opge-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1953 | | pagina 1