lijbei 2>e VOLGENDE Bladzijde Jftxelaria negende jaargang No. i Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdags juli 1953 Gereformeerde vroomheid ZEEUWSE KERKBODE Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds J. H. van Halsema, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half- ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds H. Veldkamp, Hattem. jaar (bij vooruitbetaling). aan de drukkers Littooij Olthoff,Afzonderlijke nummers 12 cent. Spanjaardstraat 47, Middelburg. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 10 cent per mm. Als u in uw lectuur een hoofdstuk uit gelezen hebt, of u bent onderaan de pa gina gekomen, dan wordt de bladzijde omgeslagen. Het vorige hoofdstuk is dan wel uit, maar het boek loopt nog door. Zo iets beleven we op het ogenblik met onze Kerkbode. Er begint een volgend hoofdstuk van de geschiedenis van ons blad. Totnogtoe werd de voorpagina onder tekend met de ons allen welbekende ini tialen: PI. V. We mogen gerust zeggen, dat dit aan de naam onzer Kerlcbode ten goede kwam. Wat Ds Veldkamp schreef, werd gelezen. Niet alleen in onze provin cie, maar ook in het land. We wisten het, dat we een hoofdredacteur bezaten, met meer dan gewone journalistieke aanleg. En we hebben er van genoten, dat hij zó veel en over zoveel zaken schreef. Want, zijn kijk op de gang van het kerkelijk le ven, en zijn kennis, zijn van dien aard, dat het leerzaam was, wat hij elke week ons bood. Of het nu speciale Schriftstu dies betrof, dan wel vragen van het gees telijke of kerkelijke leven, altijd had Veld kamp ons iets te zeggen. En, het gevaar lijkste genre, n.l. het vervelende, bestond bij hem niet. Menig origineel gerecht heeft hij ons opgediend, en het was altijd gekruide spijs. Het geheim van dit pakkende ligt, naar ik geloof, hierin, dat Veldkamp een bran dende liefde bezit voor Kerk en Konink rijk Gods. Hij wil altijd weer gehoor vin den en het hart treffen, om de grote zaak des Konings daardoor te mogen bevorde ren. Zo heeft hij het hoofdredacteurschap waargenomen, dienende de Here. Nu dit werk door hem beëindigd wordt, wil ik hem hartelijk danken voor alles, wat hij, al schrijvende, voor ons is ge weest. Daarmee bedoel ik zowel de redac tie als de lezerskring. Hij neme het van ons aan, dat wij de periode, waarin zijn naam vooraan stond, beschouwen als een glorie-tijdperk. Gelukkig zullen de bekende initialen nog niet verdwijnen. Ds Veldkamp blijft voor ons schrijven. Het wordt een andere rubriek. Terwijl wij afscheid van hem nemen als hoofdredacteur, begroeten we hem tegelijk als onze medewerker, en ho pen, dat hij in die kwaliteit ons nog veel goeds zal brengen. En, zo begint dan een ander hoofdstuk. Wat mij zelf betreft, en daarin sluit ik mij geheel bij de lezerskring aan, had ik veel liever gewild, dat we niet aan een nieuwe orde van zaken moesten denken. Ik vond het een mooi hoofdstuk, en ver langde helemaal niet naar het einde. Daar zou ik nog allerlei persoonlijke redenen bij kunnen noemen, maar dat doen we maar niet. 2)e aandacht voor Uit de geschiedenis van de kerk weten we, dat het een belang van de eerste orde is, om de Bijbel onder de aandacht van het volk te brengen. Het was Luther's eerste grote werk bij de Reformatie, 0111 de Bijbel over te zetten in de volkstaal, en in die taal het Woord te verklaren. Ruim een eeuw te voren had Wiclif in Engeland dit ook al gedaan. Plet was een vertaling van de Vulgaat (de ge- authoriseerde R.K. Bijbel), en als zodanig stond Luthers werk hoger. Maar, ook Wiclif bereikte er mee, dat het volk in de taal, waarin het geboren was, de Open baring van God kon lezen. Voor onze tijd staat het niet anders. De moderne mens moet gebracht worden tot de lezing van het Woord Gods. Het Ned. Bijbelgenootschap heeft dit goed begrepen, en beijvert zich, 0111 de verspreiding van de Bijbel te bevorderen. Op de onlangs gehouden algemene ver - Maar. het is voorbij. En de Kerk bode gaat verder. Plet besluit is genomen, waarbij de zorg voor de Kerkbode aan mij werd toe vertrouwd. Ik zal dus in zekere zin Ds Veldkamp hebben op te volgen. Waar schijnlijk hebt 11 ons wel eens samen zien lopen, en daarbij opgemerkt, dat we nogal een beetje verschillen. Enfin, de afwisse ling van lang-kort komt veel voor. Zo doet het geval zich nu voor, dat ik moet verder lopen op het pad, waarop Ds Veld kamp met reuzen-schreden voor mij. uit gegaan is. Ik zal maar niet proberen om me met „imitatie" op te houden, overigens een nogal toegepast middel in de practijk. Ik mag het zeker wel doen op mijn ma nier, en daarbij de verzekering geven, dat- het ook mijn oprechte bedoeling is, de zaak der kerk en van het Koninkrijk Gods te dienen. In de hoop, tot deze arbeid de kracht te ontvangen, die onmisbaar is, aanvaard ik dan hiermede de taak van hoofdredactie of eindredactie zoals men het noemen wil. Helemaal vreemd in het Kerkbodewerk ben ik niet meer. Tot nog toe maakte ik notities. Zo van die opmerkingen, bij wat je opvalt of wat hier en daar te lezen stond. Misschien zal het nog wel eens voorkomen, maar door de verschuiving- naar de voorpagina kan ik daar geen vas te regel meer van houden. Het is beter, 0111 maar niet met allerlei plannen voor de dag te komen. We willen graag proberen, om de Zeeuwse Kerkbode zó te verzorgen, dat de lezerskring dit or gaan blijft waarderen. Gelukkig staat een flinke redactie-staf gereed, 0111 gezamenlijk zich hiervoor te zetten. We willen graag gezamenlijk op trekken, om vereend te slagen. Als nieuwe redacteur voor de classis Middelburg werd benoemd Drs A. Ver schoor van Vlissingen. We hopen, dat hij ook spoedig met een bepaalde rubriek gaat mee doen. De overige redacteuren blijven zoals tot nu toe hun arbeid voortzetten. Zodat van alle kanten uit Zeeland de bijdragen zullen verschijnen. Mogen wij aan onze lezerskring, en aan de kerkeraden, vrien delijk verzoeken, dat wij met elkaar er naar streven, dat onze Kerkbode blijven zal en steeds meer worden zalhét blad, waar we kennis van nemen? Als straks (en naar we allen hopen: spoedig!), de uitzonderlijke toestand door de evacuatie een einde neemt, dan moeten wij er met elkaar naar staan, dat de Kerkbode met versterkte gelederen kan voortgaan. In dit vertrouw.en beginnen wij de vol gende bladzijde en het nieuwe hoofdstuk in de geschiedenis van onze Kerkbode. Zegene God ons gemeenschappelijk wer ken C. Stam. gadering te Amsterdam, werd daar mede deling gedaan van het omvangrijk werk, dat daartoe wordt verzet. Het was van het Hoofdbestuur een goede gedachte, om op die vergadering te laten spreken door een paar vertegenwoor digers van het Bijbelgenootschap in En geland en Amerika. We kunnen altijd van elkaar leren. Zo was het voor ons in ons vaderland van belang, om te weten, hoe zij overzee zich bezig houden met het vraagstuk van de Bijbelverspreiding. Het bleek, dat het een héél probleem was, om voor de Bijbel de aandacht te trekken. Maar ook, dat men in beide, lan den naar methoden zocht, om het Woord Gods in de belangensfeer van de moderne mens in te dragen. Zo heeft men daarginds uitgaven van Bijbelgedeelten in brochure-vorm, prach tig geïllustreerd. Gelukkig zijn we in dit opzicht in Nederland niet ten achter. Want, er was naast de vergaderruimte een tafel geplaatst, waar we allerlei aan winsten van de laatste tijd konden bekij ken. Daar waren uitgaven bij, in moderne uitvoering, met prachtige platen, die de aandacht wel móéten trekken. Zo worden de nieuwste methoden van de drukkunst in dienst gesteld van de ene taakde ver breiding van het Woord. Daarnaast vertelde de Amerikaan van een andere proefneming. Ze waren be gonnen, met bepaalde Bijbelgedeelten of woorden bijeen te zoeken, die voor be haalde omstandigheden van bijzondere waarde zijn. B.v. als iemand onrust kent, en door het jachtende leven zijn even wicht kwijt is; als men door grote tegen slagen getroffen is; als iemand geestelijk, of financiëel in nood is, en in zulke om standigheden naar een uitweg zoekt. Voor al dergelijke situaties heeft men in Ame rika een soort wegwijzer samengesteld, die bij de Bijbel brengt. Deze wegwijzer leert dan juist die Bijbelplaatsen opslaan, die in bepaalde noodgevallen ook .bepaal de onderwijzing en vertroosting bieden. De verspreiding geschiedt dan op zó grote schaal, dat in Nederland niet alleen alle gezinnen, maar zelfs alle onderdanen er één in het bezit zouden krijgen. Zulk een practische handwijzer zou waarlijk niet alleen in Amerika goede diensten kunnen doen. Ook in 011s eigen land wonen er genoeg, die de weg in de Bijbel niet zo gemakkelijk kunnen vinden. De moderne wereld laat de twee uitersten verscherpt zien enerzijds een vragen naar het Woord, en anderzijds een vervreem ding van het Evangelie. Op die laatste categorie moet uitzonderlijk worden gelet. Zij moeten het Woord Gods in hun we reld vinden, zó dat dit Woord aantrekt 0111 ter hand te worden genomen. Er is een inter-kerkelijke samenwerking in het Bijbelgenootschap, die ons dank baar kan stemmen. Hiertoe moet de Christenheid bezield zijnom de aandacht te richten op het Woord des Heren. Want, door het Woord doet God het wonder, dat de zondaar wordt gebracht tot luisteren naar Zijn stem. Wie in dit werk getrouw is, die ondervindt zelf de zegen van het Woord. C. St. Gamaliels advies. De Farizeën komen er over het geheel niet best af. Maar Gamaliël, die ook Paulus' leer meester geweest is, wel. Werden niet op zijn advies de twaalf apostelen van moord gered en daarmee heel Jeruzalems kerk? „Indien dit stre ven of dit werk uit mensen is, zal het af gebroken worden, maar indien het uit God is, zult gij het niet kunnen afbreken het mocht eens blijken, dat gij tegen God strijdt". Deze vrome woorden hebben latere Christenen doen geloven, dat Gamaliël Christen geworden is. Aan één dier fan tasten zou hij zelfs eeuwen later in de droom verschenen zijn om te onthullen waar het graf van de martelaars Stefanus en Nicodemus en van hem zelf zou zijn. Gamaliël zou de vroegere diakenen de man die in de nacht tot Jezus kwam, met eigen hand hebben ter aarde besteld. Inderdaad klinkt zijn advies aan het Joodse Sanhedrin vriendelijk genoeg, juist op het moment dat de heren, van woede dol, Petrus en de anderen willen lynchen. Wie echter de voorafgaande volzin, waarmede hij zijn „welwillende" raad heeft ingeleid, nauwkeurig toetst, bemerkt dat Gamaliël allerminst de apostelen of hun Meester genegen is„Laat u niet in met deze mensen en laat hen geworden". De twaalven worden dan ook, ofschoon de Sanhedristen „zich door Gamaliël lie ten gezeggen", vóór hun vrijlating eerst nog even fiks afgeranseld Trouwens ook in het begin van zijn rede, raadt hij, niet met het oog op het belang van Christus' kerk, maar met het oog op de Joodse rechters zelf, wèl te overwegen wat zij „met deze mensen" zouden doen Om Gamaliël te begrijpen, vergete men vooral niet tot welke partij hij behoorde. De Farizeën zijn de namen van Israël, wier naamheid vooral bestaat uit vrees, uit angst voor God! Lig verwonderlijk is dat niet. Wat had Juda geleden door de balling schap En hoe was het eindelijk herstelde rijk steeds opnieuw door ramp op ramp, door strijd tegen de eigen al onwaardiger Hoge priesters geteisterd. Monsterachtige tijden waren het geweest, waarin de Here zijn volk zwaar bezocht. En waarom anders dan omdat het zijn wet bleef overtreden. Vandaar hun groei ende angst om in wat ook maar tegen Gods wet in te gaan. Tot op tittel en jota moest zij gehouden. Wat bovendien in de geschiedenis van Israël steeds weer bewezen was, dat eigen machtig ingrijpen niets had .gebaat. Veel eer keer op keer geschaad. Vandaar dat- de Farizeër, in tegenstelling met de ze loten, voor goed van het zwaard af zag en in elk opzicht steeds lijdelijker was geworden. Fatalisme mag men het niet noemen, omdat voor hem de levende God bestond en regeerde. Maar ook de jongste opstanden van Theudas en van Juda had den getoond, dat zij vanzelf verliepen. Zo stond het ook met de Man, wiens naam Gamaliël dood zwijgt. Kort geleden was hij gekruisigd en toch wies het aantal van zijn volgelingen met de dag. Plet blijft mogelijk, bedoelt de invloedrijke rabbi, dat deze nieuwe secte op niets uitdraait. Doch, zou het anders zijn, zou werkelijk die onuitgesproken Naam aan invloed on der de Joden blijven winnen, dan zou die ramp van de Almachtige zijn en verzet daartegen, zou 'n strijden blijken tegen God, die in zijn ondoorgrondelijke raad deze jongste gesel voor Jeruzalem nood zakelijk achtte. Zó verstaan, blijft er niet veel over van Gamaliëls bekering of aarzeling tegen over Jezus, die ook hij volstrekt verwerpt. Maar zijn advies, uit angst voor God gegeven, is het middel geweest in 's Pie ren hand, waardoor zijn apostelen, zijn kerk destijds op het nippertje is gered. Zo wikt de mens, en beschikt de Here. Christus handplt lioold der kerk, ,2o& altijd zo. Want ook de kerkgeschiedenis is het verhaal van de vergissingen der mensen en van de éne overwinnende wijsheid Gods. D. j. C. VI. We hebben aan het begin de gerefor meerde vroomheid vergeleken met een bloem van bijzondere schoonheid. Wie een bloem aandachtig bekijkt, ontdekt steeds nieuwe wonderen. PI ij raakt nooit uitge keken. Zó is het ook hier. Het is (in dit kort bestek) volstrekt onmogelijk, op alle details in te gaan. We hébben reeds tal van eigenschappen of kenmerken der ge reformeerde vroomheid genoemd. Op 'n enkele willen we nu nog even wijzen. In de eerste plaats dient van een waar achtig „vroom" mens verwacht te worden, dat hij (zij) ook beleeft, wat hij (zij) belijdt. Dit is een van de meest vanzelfspreken de dingen, die echter helaas ook het meest wordt vergeten. Als om een recent voorbeeld te noe men vanwege een bepaalde kerkelijke groep in de krant openlijk gepubliceerd wordt, dat haar devies is, dat „God op het hoogst verheerlijkt, en de mens op het diepst vernederd wordt", dan geloven wij wel dat er gedurende het conflict dat er in die kerken plaats greep, mensen zeer diep vernederd en gekrenkt zijn, ma-ir dat God op het hoogst verheerlijkt werd, daarvan heeft in deze kerkelijke ruzie niemand iets bemerkt. Wij voelen die „slagzin" dan ook min of meer aan als een leus, een klank, een term, en wend»11 ons met droefheid en afkeer van zulk 3e- drijf af. We zeggen daarmee met dat het bij ons beter is. Integendeel. Maar we noemden dit maar even als voorbeeld, om dat iedereen daar van heeft kunnen lezen, en dit ons het best in het geheugen zit. I-Iet is duidelijk, dat er 111 bovenge noemd geval een grote kloof is tussen wat men belijdt, en wat men beleeft Die kloof is er gedurig in ons leven te

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1953 | | pagina 1