Jfoiiïies jTxelaria Officiële Berichten Deze overheid heeft eerst deze mensen tot slachtoffer gemaakt. Zij en zij alleen is de schuld, dat deze ruim 200.000 van alles beroofd werden en in verband met lijfsbehoud moesten vluchten. Zij had en heeft nog de taak deze mensen recht te doen. Inplaats daarvan verschijnt de overheid met een bedelnap. Zij doet als een patroon, die z'n arbeider eerst op straat gooit en hem dan een aanbeveling meegeeft voor de diaconie. Ik hoop, dat deze slachtoffers ten spoedigste en afdoende geholpen worden. Maar dan zo, dat hun recht worde gedaan. Deze methode kan de overheid slechts tot schande strekken. H. V. macht van het kleine" aan het woord is, begrij pen we dan wel, dat hier voor Protestants Ne derland een zaak van betekenis ligt De actie voor „Den Bosch" haalde de zestig duizend. Maarer is zoveel nodig. En onze jongens moeten in dienst, soms onder voor hen zeer onprettige omstandigheden. Hier ligt nog veel te doen, in het belang van de Neder landse militair. Ze hebben er recht op, dat er tehuizen zijn, en het zal zonder het opzienbaren de bedrag van de ,,Haak-in" mogelijk zijn. Zou den we dan niet bijtijds van koers veranderen en deze bij uitstek Christelijke roeping gaan ver vullen G. C. St. Dwalingen sterven niet gauw uit. Dat heeft Minister Mulderije bewezen in het debat over het gratie-beleid. Hierover blijkt grote ontstemming te bestaan. Men spreekt zelfs van misbruik van de gratie-verlening. We gaan dat onderwerp hier niet behandelen. Alleen is bij het debat een uitspraak van de Minister opge vallen, n.l. wie de doodstraf toepast, die neemt de mogelijkheid tot bekering weg. Begrijpen we deze bewindsman goed, dan is hij een principieel tegenstander van de doodstraf onder alle omstandigheden. En, het lijkt er ook wel op, dat hij het toepassen van straf liever in de sfeer van verbetering dan van vergelding ziet. Daar ligt dan de dwaling, die waarlijk niet nieuw is, maar blijkbaar nog springlevend. Het is wel wat eigenaardig, dat men in „de sfeer van het recht" deze opvatting vindt. Dat men in de wijze, waarop iemand zijn straf moet ondergaan, ook paedagogisch te werk gaat en iemand weer ten opzichte van de gemeenschap in het gareel tracht te brengen, spreekt vanzelf. Er is ook een be hoorlijke nazorg van ex-gevangenen in de re classering. Maar, is het opleggen van de straf zelf, in verband met de begane misdaad, een paedagogi- sche of een rechterlijke handeling En, in hoe ver vertegenwoordigt de rechter ,-,hét recht" op aarde Is dat niet de verantwoordelijke functie van de rechter, dat hij van God is geroepen, hét recht te bestellen, in overeenstemming met de wet Dan moet men deze verantwoordelijkheid niet wegredeneren. Het gaat bij de berechting om oorlogsmisdaden over gevallen, waar de zwaarste straf alleen maar de handhaving van het recht kan zijn, en de erkenning van Gods souverein gezag over 't leven. Zij, die dit gezag van God hebben aangetast en het leven van mensen gru welijk hebben verwoest in oorlogstijd, die in de vernietiging van het levensgeluk bij anderen hun vermaak gehad hebben, kunnen niet anders dan met de dood gestraft worden, of zij worden niet gestraft. En, de mogelijkheid van bekering Bij de ern stige toepassing van het recht kan deze beslis sende uitspraak eer een middel tot bekering zijn, dan de krenking van het rechtsgevoel, waarvan bij andere behandeling sprake is. Men kan nog wel verder gaan, en vragen, of elke toepassing van straf de gestrafte niet kan verharden. Dan zou men, zeker bij lichtere straffen, ook wel kun nen overwegen, of de schuldige wellicht een be ter mens zou worden, als hij maar niet gestraft wordt. Dit ware een triomf van de misdaad, een volstrekte nederlaag van het recht We vinden het jammer, dat de Minister dit ondeugdelijk argument heeft gebruikt, 't Mag „gevoelig" lijken, het is een spel met de ernst van de zaak. Men moet eens lezen wat Nom- mensen, de apostel der Batakkers, eens mee maakte met een ter dood veroordeelde. Hoe op recht deze tot bekering kwam, en vóórzijn be rechting zelf openlijk getuigenis aflegde van het rechtvaardige van zijn straf. Daarvan vertelt J. H. Hemmers in zijn destijds geschreven werk over genoemde zendeling. Als het recht verzacht wordt, kan het ook onrecht worden. Daardoor wordt God niet ge diend, ook niet het leven van de naaste De vorige week bracht de grote verrassing van de „Haak-in"-actie. Dit was werkelijk een prachtig nationaal offer, waartoe de N.C.R.V. het initiatief nam. Eeri pracht-voorbeeld yan Christelijk-Nationaal handelen. Blijkbaar gaat dit gemakkelijker dan de zorg voor de Militaire Tehuizen. Wat de bladen ons daarvan verteld hebben, is beschamend. Haast voor allen. Als sommige kerken niets doen, en uit een stad als Amsterdam van de kerken een bagatel binnenkomt, en verder algemeen „de GERUISLOZE ONTKERSTENING. Geruime tijd geleden reeds, heeft onze Hoofd redacteur enkele artikelen geschreven over de rechte Sabbathviering. Hij bestreed daarin o.m. een houding, die meer van angst dan van geloof, meer van benepenheid dan van blijdschap getuigde omtrent de dag die de Here gaf aan Zijn volk juist als 'n vrolijk makend geschenk. Bij ons in Zeeuws Vlaanderen, het smokkel- gebied aan de Belgische grens, vervalt men eer tot tegenovergestelde fouten. Geestelijk deed de Benelux haar invloed al lang gelden vóór haar officiële bestaan. Wij tillen hier over 't geheel niet zo zwaar als men blijkbaar op Walcheren of op de Ve- luwe doet. Wij smokkelen niet enkel met koffie, vlas of 'n koe. Wij smokkelen ook wel eens met de Zon dag. Wij zeuren hier niet over de vraag of je je op Zondag wel scheren mag of de krant le zen. Wij leggen per fiets of auto ook op Zondag familiebezoeken af en richten soms grote maal tijden aan. 'Toevallig bezoek nemen wij niet al tijd mee naar de kerk, maar verzuimen die er eer voor. Wij spreken niet graag tegen, zoals Friezen en Groningers dat nogal eens schijnen te doen. Daarom ook dreigt voor ons groot gevaar door de toenemende industrialisatie, die met haar ar- beidsdwang zonder pauze, voor menigeen onzer kerkleden de dag des Heren reeds heeft gemaakt tot 'n zodanige werkdag, dat keer op keer van gezinsleven, van kerkgaan, van Avondmaalsvie ring niets komt. Het opvallende daarbij is, dat niet alleen men sen zonder werk zich zeg noodgedwongen hier toe met bezwaard hart lenen. Neen, ook jonge arbeiders soms, die verklaren, dat zij in de fa briek zelfs minder loon beuren dan op het land Anderen, verlokt door meer geld, vaste en veelal minder zware arbeid, gaan zonder merk baar gewetensbezwaar de continubedrijven in. Zij geven daarmee eensklaps zo gemakkelijk 'n groot geestelijk goed prijs, dat men zich ver baasd afvraagt, hoe dit toch mogelijk is bij tot dèn trouwe kerkleden en na zoveel Catechismus- preken vaak op de nuchtere maag Vandaar dat de classis Axel zich de vraag stelde, hoe hier tegenover te moeten staan en zo nodig te handelen. Want dat bij stilzwijgend goedkeuren van zulk Zondagswerk het kerkelijk en gezinsleven dreigt vernietigd te worden voor steeds meer gedoopten, behoeft geen betoog. Ge ruisloos heeft het zich reeds in sommige streken van ons vaderland voltrokken. De classis zag terstond in, dat hetgeen hier bij ons hand over hand toeneemt, niet slechts het door velen vergeten Zeeuws Vlaanderen raakt, maar geheel Nederland, ja de gehele Christen heid. Wellicht dat alleen het nieuwe voor óns, ons frisser en scherper doet aanvoelen, wat elders door langjarige gewoonte nauwelijks meer wordt beseft. Momenteel arbeiden 75.000 arbeiders in ploegen, d.w.z. ongeveer 10% van het totaal aantal werknemers. Hoeveel gezinnen leven dus al jaar in jaar uit abnormaal. Vrouw en man kunnen niet op natuurlijke wijze met elkaar ver keren. Wanneer de kinderen thuis zijn, ligt va der op bed. Wanneer vader vrij heeft, heeft eigenlijk geen ander in het gezin gelegenheid om met hem uit te gaan of te vergaderen. Kan men zelfs bij matige arbeidsuren, duidelijker het ge bod Gods overtreden, dat niet puriteins of Fa- rizees regel op regel bedoelt, maar eens voor al het gezegende rhythme aangeeft, dat onze arbeid en rust moet bepalen Zes volle dagen om al onze arbeid te doen. Maar ook 'n volle tijd te gelijk met alle anderen, tot rust en heiliging van de opstandingsdag van onze Verlosser. Verlosser óók van de arbeid, die thans geruisloos van 'n zegen in 'n vloek dreigt te worden omgezet. Niemand ontkent, dat er ook op Zondag soms móét worden gewerkt. Niet slechts móéten mens en dier worden verzorgd. Ook de kerkdiensten kunnen pas vreugdediensten zijn, wanneer aller lei werk door predikant, koster, politie, bewa king in gas- en electriciteitsbedrijven op Zondag wordt verricht. En hoeveel doet moeder de vrouw, die in het Sabbatsgebod merkwaardiger wijs in onderscheid van de dochter en vreemde ling zelfs niet wordt genoemd, hoeveel doet moe der de vrouw niet om de Zondag tot 'n feestdag te maken. Daarover gaat het dus niet. De kwestie is of al de thans in drie ploegen verrichte arbeid even onvermijdelijk is als de boven aangestipte. Is het niet in menig geval veeleer een zaak van meer of minder productie, van meer of minder winst Allerminst willen wij dit laatste onderschatten. Ons danig verarmde volk, wil het de concur rentie met het buitenland volhouden, zal de pro ductie zo hoog mogelijk dienen op te voeren, 'n Gemakkelijk oplosbaar vraagstuk is het zeker niet. Het is echter ook 'n feit, dat zij, die tegen woordig de wetten maken en leiding geven in het bedrijfsleven, veelal 's Heren wet 'n hersenschim achten van onbegrijpelijk-achterlijke mensen en met name het Zondagsgebod minder dan één of andere voetbalregel. Daartegenover zijn zij diep vervuld van de eisen der techniek, knielen voor de wetten van productie en winst. Deze aanbidding doet betwijfelen of ooit de vraag naar 'n beter regeling onder het oog is gezien van uit de stelligheid van het vierde gebod* Men gaat in toonaangevende kringen niet uit van hetgeen, waarvan men behóórt uit te gaan en waarop en kel zegen is te verwachten. En meer productie, loon of winst zijn op zichzelf geen zegen. Kun nen zelfs verkeren in 'n vloek. Zijn daarin dik wijls verkeerd bij de hoger dividendmakende werkgevers, evengoed als bij de meer weekloon trekkende werknemers. Wie ooit in België met eigen ogen zag, hoe men daar de Sabbath heeft stuk gemaakt, hoe men er op Zondag verhuist doch op Maandag geen schilder of behanger soms kan krijgen (die héét dan naar 'n begrafenis te zijn)wie ooit al die sportminnaars, pretmakers, uitgaanders gade sloeg, die al dit „genoegen" op de dag des Heren smaken ten koste van 'n heirleger van dubbel- zwaar zwoegend tram-, trein-, café-, politieper soneel en van vele dubbel-betaalde arbeiders om één of ander haastig op te richten of af te bre ken wie op de ontkerstende horden stuitt©~ook in onze eigen grote steden des Zondagsavonds, die laat het niet bij 'n machteloze kreet, maar vraagt om nieuwe aanpak van dit netelig vraag stuk, om bestudering n;iet maar zogenaamd bij het licht van Gods Woord, maar op basis van dat Woord. En hij doet dat om de eer van onze verrezen Heiland én om het wèlzijn van alle mensen, die anders beter niet „gezegend" moch ten worden met nieuwe industrieën. En ware het probleem voor ieders oordeel onoplosbaar, dan blijft voor Christus' kerk de vraag welke raad zij haar leden dan zou hebben te geven óf zulke arbeid om Christus' wil na laten, óf in geloof aanvaarden. Maar dan ook in het geloof Want al wat uit het geloof niet is, dat is zonde. Laat in elk geval de kerk duidelijk spreken Nu dreigt zij geruisloos door Zondagsarbeid te worden ondermijnd. D. J. C. AAN DE AFGEVAARDIDGDEN DER A.S. PARTICULIERE SYNODE Het is nog niet te overzien of de vergadering der a.s. Part. Synode langer dan één dag moet duren. Het zal in elk geval aan te bevelen zijn,, dat de afgevaardigden die slechts één dag be schikbaar hebben, hun secundi er van verwitti gen, dat zij een eventuele tweede dag moet ver vangen. De kerk van Oostkapelle roept de kerken in de Classis Middelburg samen tegen Woensdag 27 Juni in de Hofpleinkerk te Middelburg voor het peremptoir examen van Cand. J. Goumare, b'er. pred. te Grijps- kerke. Namens de roepende kerk van Oostkapelle, S. WONDERGEM Jz., Praeses. J. COPPOOLSE Kz., Scriba.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1951 | | pagina 2