Officiële
Berichten
der kerk, waarin met name de ontwikkeling der
vorige eeuw wordt besproken, niet achterwege
blijven. De catechisanten behoren iets te verstaan
van de opkomst van het Geref. kerkelijk leven,
en zij zullen dan in aansluiting daarop, ook moe
ten leren onderscheiden in het kerkelijke leven
van vandaag. Dit is voor ieder een behoefte, om
werkelijk bewust kerklid te zijn. Hier is aanlei
ding te over tot interessante besprekingen, die
zeker niet in de sfeer van het intellectualisme
brengen. Zó zal juist de kerk als hof des Heren
onderwerp van gesprek zijn, en de catecheet zal
als herder de jongeren weiden.
Daarnaast behoort gelet te worden op de ac
tie der kerk naar buiten. Wat Zending en Evan
gelisatie zijn, mag toch waarlijk ieder kerklid wel
weten. Dat daarin Christus openbaar wordt in
Zijn grote werk, kan uit de feiten worden aan
getoond, en deze tak van het onderwijs, wel verre
van saai te zijn, zal de catechisanten juist trek
ken.
En, om dan nog eens op het „hoofdvak" te-
rec;ht te komen inleiden in de belijdenis der
kerk. Wanneer dit volledig zal zijn. dan moeten
we niet bij de catechismus blijven, maar zeker
ook de andere formulieren bespreken. Eigenlijk
zouden de catechisanten de bekende uitgave van
de 3 formulieren bij zich moeten hebben, om dan
door de catecheet ingeleid te worden in het Ge
reformeerd belijden. Nu wordt b.v. de bespreking
der 37 Art. of de Dordse Leerregels in hoofdzaak
overgelaten aan de Jeugdverenigingen. Was het
niet goed, dat zij toch althans één keer onder
leiding van een predikant die Artikelen doorna
men Welk een mogelijkheden liggen hier tot
dieper gaand gesprek. Het fijne onderwerp van
ons geloof komt op ,die manier in zijn alzijdigheid
aan de dag. Het maakt het catechisatie-uur tot
een werk-uur, en het wil mij voorkomen, dat we
in deze richting moeten gaan. Niet maar een
dominee, die als maar aan het woord is, maar
een schare, die daar werkt en nadenkt, tot vra
gen gedrongen wordt, en antwoord op vragen
ontvangt. Dat zijn zo enkele dingen, waar ik wel
eens over nadenk, met betrekking tot het. kerke
lijk onderwijs, dat mij persoonlijk allerminst be
vredigt, welk een genoegen het ook voor mij is,
om wekelijks onder de jongelui te zijn.
Ik kan niet meezingen in het koor, dat een
weeklacht doet horen over het mindere gehalte
van de jeugd van thans, bij vroeger vergeleken.
Dat maakt op mij niet zoveel indruk.
Toen ik zelf jong was, heb ik dat het destijds
oudere geslacht over de jeugd van toen even
eens horen beweren.
Er is in héél het leven enorm veel veranderd.
En we hebben als ouderen de heerlijke taak, om
een jonge generatie te bezielen tot een oprecht
leven in Gods Koninkrijk. Door in de eerste
plaats zelf bezielde voorbeelden te zijn. En ver
der, door naar hen te luisteren, om te weten,
hoe zij voor 't leven staan, en hoe wij hen lei
den moeten.
Metterdaad, daar moet de kerk zich meer mee
gaan bezig houden. Een pracht-inleiding op ver
gaderingen van kerkeraden hoe maken we de
catechisatie goed
Dan behoort er een methodiek te komen, die
het hele terrein omvat. Alles, wat ik in dit ar
tikel noem, moet worden ingedacht en verwerkt.
En, dan moet het methodisch worden uitgewerkt
voor de jaren, dat de jongelui ter catechisatie
plegen te gaan. Nu is eigenlijk alle jaren door
veel te veel altijd hetzelfde aan de orde. Het
hoeft niet, en het kan ook anders.
Wanneer we ons daarop eens met ijver gaan
toeleggen, dan doen we beter werk, dan wan
neer maar het ene boekje na het andere ver
schijnt. We hebben zoveel bekwame onderwijs
krachten, die ons van advies kunnen en willen
dienen. Gaf ooit een kerkeraad b.v. aan een pre
dikant eens enige tijd vrij, om zich hierop te be
zinnen, om dan met een uitgewerkt plan te ko
men U wilt zeggen daar is een Synode ge
weest, die het aanpakte Zeker, maar het heeft
geen resultaat gebracht. Want, de eerste vraag,
naar de methodiek van het onderwijs, roept nog
om een oplossing. Daarvan kunnen de beste re
sultaten komen, als we ons hierop bezinnen. Dan
zak er zeker een frisse wind waaien door de ca
techisatiekringen. En het zal de opbouw der
kerk ten goede komen.
G.
C. St.
NIEUWE ZENDINGSTERREIN
VOOR DE KERKEN UIT HET ZUIDEN
BLORA
(Vervolg van uittreksel uit de Nota van dhr
Wolterbeek.) De volledige Nota van plm. 35
pagina's is voor 40 cent te krijgen bij Kantoor
Zuiderzending, Penninghoeksingel 61, Middel
burg. Ds P. VAN TIL.
Het verkeer en het economische leven is voor
zover het buiten de grenzen van de residentie
komt veel meer gericht op Surabaja dan op
Semarang.
De beide Oostelijke regentschappen zijn vol
komen op Surabaja georiënteerd doch ook Rem
bang en Blora hebben meer verkeer met Sura
baja.
De hoofdspoorweg van Semarang naar Sura
baja loopt door het Zuiden van de residentie.
De grote postweg van Daendels komende van
Semarang loopt in het gebied van Rembang over
al vlak langs de kust, bij het Lasemgebergte is
dé weg zelfs hier en daar in de rotsen uitge
houwen.
Verkeer met de residenties in het Zuiden is er
zeer weinig. Pas enige jaren voor de oorlog heeft
men een intergewestelijke verbinding tot stand
gebracht door de aanleg van de weg van Tjepu
over Ngrau (Hngraoe) naar Ngawi, de Noord
westelijke regentshoofdplaats in de residentie
Madium.
Irrigatiewerken zijn in het Rembangse weinig,
er zijn grote plannen geweest voor bevloeiings
werken in de Solovallei, doch behalve enige
kleine partiële projecten zijn deze niet in uit
voering gekomen. Als gevolg daarvan komen bij
het onregelmatig doorkomen der regens nogal
eens misoogsten voor, voedselschaarste en soms
zelfs hongersnood kwamen zelfs in de beste tij
den van het Nederlands bestuur zowel in de
Lusivallei als in de Solovallei af en toe voor,
hongeroedeem was er zelfs toen een niet zo heel
zeldzaam verschijnsel, het is te vrezen, dat dit
er niet beter op geworden zal zijn.
Aan het einde van dit gedeelte nog enkele
afstanden in kilometers (ronde getallen):
SemarangRembang (over DemakKudus
Pati) 110 km,
SemarangBlora over GubugPurwodadi
Wirosani) 125 km,
SemarangTjepu (langs de hoofdspoorweg
over Gambringan) 150 km.
Godsdienst en zendingsgeschiedenis.
De bevolking in het Rembangse heeft over de
animistische ondergrond slechts dunne laagjes
van andere godsdienstige invloeden gekregen.
Wel moet in de 11e en 12e eeuw het centrum
van het Hindoe-Javaanse rijkje, Ngoerawan, in
het Rembangse hebben gelegen.
In het begin van de 15e eeuw deed de Islam
zijn intrede op Java,- de van Sumatra komende
Mohammedanen kregen in de kustplaatsen juist
in deze streken de eerste aanhangers. Gersik
(Grisee) is het eerste Islamietische centrum op
Java geweest, en ook Tuban behoort tot de oud
ste Mohammedaanse, gemeenschappen. Het zijn
ook de zogenaamde strandregenten geweest, die
begonnen zijn zich los te maken van Modjopait,
de residentie van het grote Hindoe-Javaanse rijk.
Het eerste Mohammedaanse rijk op Java ont
stond in het begin van de 16e eeuw met Demak
als hoofdplaats. Van de grote moskee in die
plaats gaat nog steeds een roep van heiligheid
uit, zodat men wel meent, dat 8 bedevaarten naar
Demak, mits geheel te voet afgelegd, gelijk staan
met één bedevaart naar Mekka.
Na de val van Modjopait nam de bevolking in
snel tempo de Islam aan, doch ook deze gods
dienst bleef in hoofdzaak een uitwendige gods
dienst. Wel zijn er juist langs de Noordkust
enige centra van fanatiek Mohammedanisme, zo
als te Tuban en Bulumanis (aan de Oostkust van
het Muriahgebied, ongeveer 35 km van Rem
bang), doch over het algemeen is evenals in de
meeste andere delen van Java ook in het Rem
bangse de Karun putih (letterlijk de witte ge
meente, dat zijn degenen die de godsdienstplich
ten behoorlijk vervullen) klein tegenover de Ka-
run abangan (de roden, die deze plichten ver
waarlozen). Men kan dit vrij aardig vergelijken
met de Schriftgeleerden en Farizeeën aan de ene
kant en de tollenaren en zondaren aan de an
dere kant. Toch is .er wel, evenals elders op
Java, vrij sterk het bewustzijn en de wil om te
behoren tot de umat Islam, het uitverkoren volk
Gods. De merkwaardige tegenstelling tussen de
ontstellende oppervlakkigheid van de Islam als
godsdienst en het sterke beslag, dat deze opper
vlakkige godsdienst toch op zijn aanhangers legt,
is m.i. het duidelijkst verklaard in het in 1938
verschenen boekje van Professor Dr H. Krae-
mer„De Islam als godsdienst en als Zendings
probleem". Met deze dingen heeft de Evangelie
verkondiger op geheel Java doch zeker ook in
het Rembangse te rekenen.
Intussen vindt men in het Zuiden streken waar
de invloed van de Islam nog zo gering is, dat
daar bewegingen konden optreden als b.v. de
Sanimbeweging omstreeks 1890. In het district
Randerblatung trad toen een zekere Sanim alias
Soerosentika op als godsdienstleraar met de pre
tentie de godsdienst van Adam te verkondigen en
bepaaldelijk tegen de Islam in. Er was echter ook
een overigens goedaardige politieke kant aan
deze beweging. Samin leerde namelijk, dat God
de bossen aan de bewoners van het land ge
geven had en men daaruit dus vrij hout mocht
halen. Het Gouvernementsbosbeheer beschouwde
dit echter als houtdiefstal. Daar Samin echter ook
geweldloosheid leerde, is er nimmer gewapend
verzet gepleegd. Met de verbanning van Samin
is de beweging dood gelopen, doch het feit is
daarom voor de zending belangrijk, omdat onder
dit soort bevolking, dat nog tamelijk los van de
Islam staat, meestal meer kansen zijn dan daar
waar men meer bewust Mohammedaan wil zijn.
Het Zuidelijke gebied van Rembang en misschien
ook nog wel gedeelten van de hellingen der
Noordelijke bergruggen bieden wellicht nog kan
sen als het Zuidergebergte van Solo en Djogja.
Intussen is door de invloed van de vereniging
Mohammadijah, die overal veel scholen heeft
opgericht, de kennis en de invloed van de Islam
in de jaren na 1930 wel zeer toegenomen, ver
moedelijk ook wel in het Rembangse gebied.
ONZE CHRISTELIJKE
MILITAIREN-TEHUIZEN
Wie van U, lezers en lezeressen, heeft nog
nooit van onze Chr. Mil. Tehuizen gehoord Er
zullen er niet veel onder U zijn. Het is zelfs zo,
dat de meesten van U óf persoonlijk, óf door
familie, vrienden of kennissen er reeds meer van
gehoord zullen hebben dan alleen de naam. En
U vond het natuurlijk maar wat fijn, dat ze in
onze Tehuizen een sfeer vonden, die herinnerde
aan een eigen thuis, vooral ook omdat er reke
ning wordt gehouden met hun geestelijke belan
gen.
Het moet voor onze ouders geruststellend zijn
te weten, dat hun jongens 's avonds hun vrije
uren in. een bekende en vertrouwde sfeer kunnen
doorbrëngen.
Maar stelt het U ook gerust, dat een aantal
van de 40 bestaande Militaire Tehuizen dreigt
gesloten te moeten worden in verband met een
tekort aan geld Weet U, dat er zelfs al één
gesloten moest worden om deze reden Dit mag
niet verder gaan. Daarom rust op ons, Prot.
Christenen, de plicht ons steentje bij te dragen.
Dit kan Wanneer elk gezin en alleenstaande
persoon per week (schrikt niettwee cent
betaalt.
Ten bate van onze Chr. Mil. Tehuizen is met
dit doel een Stichting onder de' naam „Geeft
Acht in het leven geroepen. In elke gemeente
één of meer propagandisten aan te stellen die op
hun beurt een aantal contribuanten v/innen, is
haar stelregel.
Wat zou het mooi zijn, wanneer in elke ge
meente van onze provincie één of meer propa
gandisten zich meldden, met vele contribuanten,
om zo gezamenlijk als Zeeuwen te zorgen, dat
mede door ons onze Tehuizen blijven voortbe
staan.
Voor verdere volledige inlichtingen kunt U
zich wenden tot de Stichting „Geeft Acht", Ka-
naalweg 106 te Den Helder. Contribuanten voor
Vlissingen kunnen zich melden bij de Propagan
dist aldaar L. D. Joziasse, Irislaan 44.
VACATUREBEURTEN EN LIEFDE
BEURTEN IN DE CLASSIS AXEL.
Bceskens22 April Ds Rienks.
27 Mei Ds Ritsema.
17 Juni Ds van Mechelen.
Hoek29 April Ds van Mechelen.
27 Mei Ds Pestman.
24 Juni Ds Ritsema.
ZoutespuiApril Ds v. d. Meulen.
Mei Ds Rienks.
Juni Ds Pestman.
(Wil de Scriba van Zoutespui nader een datum
vaststellen in overleg met de aangewezen predikanten?)
De Deputaat voor regeling vacaturebeurten,
J. J. RITSEMA.