STIJL J/ofities Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland r ZEEUWSE KERKBODE ZESDE JAARGANG No. 30 Abonnementsprijs2,50 per halfjaar (bij vooruitbetaling) Afzonderlijke nummers 10 cent Advertentiën 10 cent per mm Hoofdredacteur t Ds H. Veldkamp, Langevielesingel 68, Middelburg, Telefoon 2047 Redacteuren: Ds P. de Bruyn, Ds D. J. Couvée, Ds S, Greving, Dr G Stam DrukkersLittooij 6 Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 26 JANUARI 1951 Berichten en opgaven Predik beurten, tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij G Olthoff, Middelburg Onlangs schreef Ds Buskes in ,,In de Waag schaal'' ,,Het grootste gevaar dat de Vrije Uni versiteit bedreigt is niet het humanisme, niet het Barthianisme, niet de P. v. d. A., maar de ver wereldlijking. Hij voegt daar dit citaat van Ds J. C. Sikkel aan toe ,,Eens zei iemand met een fijne glimlach „wij zullen die gereformeerden wel klein krijgen, niet door brandstapels, maar door champagne. Wij zullen hen uit onze fijnste bekers onze kostelijk ste wijn laten drinken". Sinds zagen wij er reeds honderden te gronde gaan, zonen en dochteren van gereformeerden huize. Gereformeerd geblé ven, maar principieel verloren, thuisgeraakt in hogere zaken, kringen en practijken, knapgewor- den en practisch in een denkleven, waarin geen gereformeerd beginsel meer geldtzij hebben de champagne gedronken ,,Het gereformeerde leven" zo schrijft Ds Buskes dan verder is alleen stijlvol, als het iets weet te bewaren van het ascetische en puri teinse van Calvijn. Zonder een strakke en strenge levensstijl wordt het een vermolmde geschiedenis. Dan kunnen we wel groot worden, maar dan hebben ze ons klein gekregen door de champag ne. In Jan Schouten eren wij gaarne de Calvinist zonder champagne. De doctorsbul en het lintje zullen hèm niet bederven Tot zover dus over de kwestie van de „ver wereldlijking". Ik moet nu nog noodzakelijk iets zeggen over de beginselen. Wie tegenwoordig over „beginselen" spreekt, heeft de wind niet bepaald mee. Beginselen zijn naar veler oordeel een troebel bezinksel, dat van de vorige eeuw is achterge bleven. Wie naar de vaste lijnen van beginselen denkt, denkt veel te „rechtlijnig" zoals dat tegenwoor dig heet. Men komt daar in het gecompliceerde leven van onze 20e eeuw niet meer mee uit. Wij moe ten meer leven op avontuur, en een open oog hebben niet voor constante beginselen, maar voor wat in een bepaalde situatie het meest nuttig is. Klopt de bestaande rechtsorde of het totnogtoe beleden beginsel niet meer op de wer kelijkheid, of is er geen vraag meer naar, dan behoren wij de moed te hebben de bestaande rechtsorde of de geliefkoosde beginselen op zij te zetten. Zó ongeveer wordt er in de laatste jaren ge dacht, en niet alleen gedacht, maar ook gehan deld. Dit was o.a. ook het kompas waarop heel de ellendige en catastrophale Indië-politiek heeft gevarende bestaande rechtsorde ginds moest opzij gezet, omdat er geen „vraag" meer naar was Niet wat in de wet, zelfs niet wat in de grondwet stond, maar wat de „meerderheid" wilde moest vormgevend zijn. Ook in onze eigen gelederen is de liefde tot het beginsel niet meer onverdacht. Wie altijd over „beginselen" spreekt, is veel te bekrompen, kan met z'n tijd niet meer mee, en loopt gevaar een „Prinzipiënreiter" te wor den. Men moet meer oog hebben voor de werke lijkheid, en een meer soepele houding aannemen Ik wil gaarne beginnen met te belijden, dat wij aan deze afkeer tegen beginselen ten dele mee schuldig staan. Er is in het verleden wel eens al te spoedig tot beginsel verheven wat helemaal geen beginsel bleek te zijn, en men heeft eigen lievelingsdenkbeelden wel eens al te spoedig en ondoordacht gedekt met de vlag van het godde lijk beginsel. Men kreeg in sommige kringen niet het gevoel, dat beginselen lichtende sterren wa ren die leiding gaven aan de levensgang, maar veel meer een heg vol doornen waarlangs men zich bij elke stap uiterst behoedzaam moest be wegen, en dan was er altijd wel ergens een prin cipiële doorn, waaraan men z'n huid scheuren moest. Natuurlijk mag dit misbruik van het beginsel het rechte gebruik niet opheffen en tegenover de mindere waardering van het beginsel zou ik graag het volgende in de herinnering willen brengen. In de eerste plaats dat niemand zich hoeft te generen, dat hij beginselen belijdt en aanhangt, om de eenvoudige reden, dat iedereen dat doet en ook doen móét. Een beginsel is n.l. iets „waar men van uit gaat", en ieder mens en elke wereldbeschouwing, welke dan ook, gelovig of niet-gelovig, heidens of christelijk, gaat èrgens van uit. Ook het ongeloof, dat het Bijbels beginsel be spot, heeft een bepaald „beginsel". Wie niet uitgaat van het beginsel, dat God souverein is, moet uitgaan van het beginsel, dat God niet-souverein is, en dat de mens „auto noom is, d.w.z. zichzelf de wet stelt. Als iemand er van uit gaat dat er helemaal geen beginselen bestaan, dan is deze beginsel loosheid zelf reeds een beginsel. Het gaat dus helemaal niet om de kwestie al of geen beginselen, maar om de eenvoudige vraag of wij zullen kiezen voor het beginsel der beginselloosheid of voor het beginsel van het beginselof wij belijden zullen het goede of het slechte beginsel of we zullen capituleren voor het beginsel der revolutie of zullen handhaven het beginsel der Reformatie of wij zullen kiezen voor het beginsel van Jan Salie of van dat van Jan Stavast. In de tweede plaats moet ik er aan herinneren dat beginselen de wereld regeren. Daar is nu eenmaal niets aan te veranderen. De wereldgeschiedenis wordt niet beheerst door de feiten en de gebeurtenissen van de dag. Die feiten en gebeurtenissen zijn vers twee. De beginselen zijn vers één. De feiten en de gebeurtenissen in de wereld, die ons dagelijks beroeren en het gelaat der aarde veranderen zijn allemaal de gevolgen van daar- achter-liggende en diepere beginselen. De practijk is altijd het kind van de theorie. Eva kwam tot de daad van revolutie tegen God nadat ze eerst geluisterd had naar de theo rie, de leugenbeschouwing der revolutie van sa tan gij zult als God wezen Revolutie betekent omwenteling. Maar géén revolutie begon ooit met de om wenteling van tronen en het opwerpen van barri cades in de straten. Ze begon steeds met een omwenteling in het gedachtenleven. Wat eerst op de studeerkamer, in de hoofden was uitgebroed, daarna in de boe ken geschreven en in de harten uitgezaaid, kwam daarna tot de bloedige daad der revolutie in de straten. De grote beslissingen zijn altijd primair ge vallen in het denken op de academies, in de we tenschap, m.a.w. de grote vraag is, welke be schouwing men er op na houdt, welke principes, welke beginselen men huldigt. Vanuit het seinhuis der ideeën- en beginselen wereld worden de wissels bediend, waarlangs de trein van het mensenleven en het volkerenleven zich voortbewegen zal. Het waren niet de soldatenlaarzen en de ter reurdaden van de S.D. die Europa van '40'45 tot één groot concentratiekamp maakten, maar de helse beginselen van het Nationaal-Socialisme. Het was het beginsel der revolutie, dat het Belgische volk dwong z'n koning te abdiceren. Het was eveneens het beginsel der revolutie, dat maakte dat wij Indië en Indië ons kwijtraakte er was immers in Indië, zei men, „een roep om wat anders", en dus moest er wat anders kómen. Men heeft de knieën gebogen en wierook gebrand voor de allermodernste der afgoden de afgod van de „situatie", de „eis van het ogen blik", „das Gebot der Stunde", een afgod, die alle rechtszekerheid ondermijnt, omdat alle rechts normen er voor wijken moeten. Ik moet bij dit heilloos spel altijd weer denken aan het waarschuwend woord van de apostel Ju das, die het heeft over engelen, die hun eigen beginsel niet bewaard hebben, en duivelen ge worden zijn. En het Griekse woord voor duivel is diabolos, d.w.z. iemand, die alles door elkaar smijt en de chSos oproept. En zoals het met Indië is gegaan, gaat het van zelfsprekend met Nieuw-Guinea ook. Ook dat land en dat volk is reeds verkocht en verraden. Wie zich door grote (leugen) woorden van déze regering nog laat sussen, of wie menen mocht dat er nog iets van terecht komt, zal bin nen korte tijd voor de zoveelste maal bedrogen uitkomen. H. V. Het zal dit jaar juist 15 eeuwen geleden zijn, dat het concilie van Chalcedon gehouden werd. Het staat bekend als het 4e oecumenische con cilie. De naam oecumenisch is de laatste tijd nogal op de voorgrond gekomen, door het werk van de Wereldraad der Kerken. Dat er belangstelling is in de kring der kerken voor elkanders lot, en dat men zoeken wil, naar elkaar toe te komen, is op zichzelf een verheu gend feit. Toch zal het daarbij niet over het hoofd gezien mogen worden, dat het „vinden van elkander" als grondslag hebben moetde waar heid, die ons is overgeleverd. Zou het niet goed zijn, in een tijd van oecumenische belangstelling, in dit gedenkjaar van de Synode van Chalcedon elkaar voor te houden, wat toen de uitspraak der kerk was Tijden lang was de kerk in beroering geweest over de vraag wat dunkt u van de Christus Enerzijds had de opvatting van Eutyches nog al opschudding teweeg gebracht, die de menselijke natuur van Christus feitelijk opofferde, omdat hij anders niet zag, hoe hij de eenheid in Christus kon handhaven. En, lijnrecht daartegenover stond de gedachte van Nestorius, die de eenheid met terdaad dreigde te verliezen, door de beide na turen in Christus van elkander te scheiden. Mis schien heeft bij beide te veel ontbroken de aan bidding van het mysterie. Te Chalcedon in 451 kwam de oplossing. Maar, na een voor de kerk diep-smartelijke weg Want in 449 te Efeze scheen de kerk het pad der dwaling te worden opgedreven. Daar werd het duidelijk, hoeveel kwaad of fanatisme in de kerk kan doen. Eutyches kwam als overwinnaar uit het strijdperk. Het is heel goed mogelijk, dat men „handgemeen" is geworden, waarbij de pa triarch van Constantinopel, Flavianus, zó erg is mishandeld, dat hij aan de gevolgen daarvan is bezweken. Er wordt nog altijd over Efeze ge sproken als „roverssynode". Na dit onweder, dat een droevig licht werpt op wat er in de kerkelijke wereld kan gebeuren, bracht Chalcedon de opklaring. Daar is belijde nis gedaan van het wonder, waarbij zowel de waarachtige godheid als het echte mens-zijn van Christus werd uitgesproken. Nog steeds is de uitspraak bekend, dat beide naturen onvermengd en onveranderd, ongedeeld en ongescheiden zijn. Het mysterie bleef behouden. Zowel Eutyches als Nestorius werden veroordeeld. De kerk ver stond, dat zij maar niet alles mocht goedkeuren.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1951 | | pagina 1