In STIJL zesde jaargang No. 24 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 15 dec. 1950 Hoe viert U Kerstfeest? ZEEUWSE KERKBODE Hoofdredacteur: Ds H. Veldkamp, Langevielesingel 68, Middelburg, Telefoon 2047 Abonnementsprijs2,50 per RedacteurenDs P. de Bruyn, Ds D, J. Couvée, Ds S. Greving, Dr C. Stam Berichten en opgaven Predik- halfjaar (bij vooruitbetaling) beurten, tot Dinsdagsmorgens Afzonderlijke nummers 10 cent te zenden aan de drukkers Advertentiën 10 cent per mm Drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Littooij Olthoff, Middelburg IV. Als wij gereformeerd hebben leren denken, dan verstaan we, dat wij niet geroepen zijn, in verfijnd vroomheidsegoïsme te knutselen aan ons eigen zielehuis, en dat wij niet als piëtistische we reldschuwe pelgrims de nood der wereld mogen voorbijlopen, maar dan zijn we gegrepen door het ideaal, het volle mensenleven in al z'n ver banden door Christus zegenend te doen beïn vloeden. Dit is de bouw aan het Rijk Gods. Hóé bouwen wij daaraan In gereformeerde stijl en dan ga vooraf de opmerking, ter afsnijding van elk mogelijk mis verstand, dat met „gereformeerd" niet bedoeld wordt een soort super, of top-figuur. Gerefor meerd is niet schriftuurlijk mét een accent of Schriftuurlijk in 't kwadraat. Men denkt wel eens, dat een gereformeerd mens iemand is die het nog een beetje beter weet dan de Here Zelf en nóg koningsgezinder is dan de koning. Dat som mige eigenwijze ouderen en jongeren tot deze gedachte wel eens aanleiding gegeven hebben, ontken ik niet, maar het beeld als geheel is een caricatuur. Gereformeerd betekent heel gewoon schriftuurlijk. „Terug naar de Schrift", is de roem en de kracht van elke reformatie geweest. Niet meer, maar ook niet minder. Wij moeten ons door de naam „gereformeerd" maar geen minderwaardigheidscomplex laten bezorgen, want het is een onvergankelijk voorrecht tegelijk onbegrijpelijke verkiezing gereformeerd te mógen zijn, d.w.z. te mogen leven bij het klare licht van de Schrift. Wanneer we ons nu nader bezinnen op het eigensoortig karakter van de gereformeerde stijl, dan sta voorop, dat ze vóór alle dingen sober is. Het is de stijl van het kruis. Twee strakke lijnen, één loodrecht en één overdwars. Wij bouwen aan een Rijk, waarvan de Koning de Man van Smarten is, die geen gedaante of heerlijkheid had, dat men Hem zou begeerd heb ben. Zodra wij deze strakke lijn loslaten, zijn we verloochenaars, zo geen verraders van Christus geworden. We moeten ons altijd weer goed bewust wor den, dat wij geen kathedralen of paleizen, geen amphitheaters en geen stadions hebben te bou wen. Toen Nehemia Jeruzalem bouwde werd hij door Sanballat, Tobia en Gesem bespot, die zei den dat het maar een armzalige bedoening was, waar hij mee bezig was. Het valt mij op, dat Nehemia toen niet met die gasten is gaan debateren, en dat hij niet in het midden bracht, dat ze maar eens moesten afwach ten wat voor een prachtstad er straks verrijzen zou. Het enige wat Nehemia toen zeide was een woord, een gebed tot God gedenk o God, hoe zeer wij veracht zijn Nehemia was zich wel zeer goed bewust, dat Jeruzalem „veracht" was, en niet kon concurreren met Babel en Nineve. Nehemia probeert zelfs niet tegen die wereld steden op te bieden. Zijn idealen zijn geen hangende tuinen en geen toren, welks opperste in de hemel reikt. Hij bouwt heel gewoon „Jeruzalem". Zodra wij muren van formaat willen gaan bouwen, en wijdse en wereldse maatstaven gaan aanleggen, zijn we weg. Evenals wij allang weg zijn, als we allerlei dingetjes en vondsten van de wereld willen over nemen, omdat het daar allemaal zo af is, en bij ons zo achterlijk Dit wordt dan een onsmakelijke, stijlloze na- doenerij, een likken en nippen aan de hyper cultuur, waarbij vergeten wordt dat men in onze stijl altijd het kruis van Christus lezen mag en moet We behoeven ons daar helemaal niet voor te schamen. De sobere stijl van het kruis is wel anders dan die der wereld, maar daarom niet minderwaardig. Men kan spreken van de schoon heid der wereld en de schoonheid van de cultuur, maar evenzeer van de schoonheid van het ko ninkrijk Gods en de Bijbel zelf is ook „boek van schoonheid". Het is alleen een geheel eigen en eigensoortige schoonheid. Jeruzalem was, gezien met het oog van elke willekeurige vreemdeling een foei-lelijke stad. Maar een vrome Israëliet was er wég van. Hij raakte er door in vervoering. En dat was, omdat hij in Jeruzalem proefde de tegenwoordigheid van God. Men moet een soort zesde zintuig hebben, om die schoonheid te zien, en dat is het zintuig der religie. Feitelijk is alles, waar Christus niet in is, le lijk, al schijnt het nóg zo mooi. En alles, waar Christus in is, is mooi, al schijnt het nog zo lelijk. Door de aanwezigheid van Christus bloeit Bethlehems stal open tot een wonder, en het kruis tot overwinningsbanier. Door de aanwezigheid van Christus wordt het zingen in de huiselijke kring bij het orgel tot iets, waar de kunstzin der wereld bij huilt, maar waar de engelen verwonderd naar luisteren. Door de aanwezigheid van Christus wordt een boerenjongen van adel en een dienstbode konin gin. De gereformeerde mens die z'n leven bouwt in de stijl van het kruis krijgt deel aan een hogere beschaving, die niet aan te leren is, en voor een goed-gereformeerd meisje is de waarschuwing in de bus niet nodig „Meisje, gooi je waardigheid niet weg". De schoonheid van deze stijl is de schoonheid van het dienen. Wij volgen Hem n.l. die „Zichzelf gegeven heeft", en Zijn discipelen de voeten wies. Christus heeft ons geleerd, dat de .glans en de adel van het leven ligt in de overgave, de zelf verloochening, de dienende liefde. Dat is de schoonheid van de kaars, die licht geeft, en daardoor zelf wordt verteerd. Terar dum prosimlaat mij maar verbrand worden, als ik maar nuttig ben Zal ons gereformeerde vaandel niet besmeurd worden en geen camouflage betekenen van eigen machtsvorming, dan moeten wij ons steeds weer voorhouden dienen, dienen, en nóg eens dienen. Gij zijt het zout der aarde. Gij zijt het licht der wereld. H. V. Het Kerstfeest staat weer voor de deur. Het is nog maar een week, en dan is het er alweerhet feest van de geboorte van onze Heiland. We weten toch Wiens geboortedag wij vieren? We kénnen toch Hem, Die in het middelpunt is, althans behóórt te zijn van deze hoogtijdag Ik geloof, dat het nodig is, dit nog eens met nadruk in herinnering te brengen. Het gevaar bestaat, dat wij met dit feest ver schralen in de traditie en in de burgerlijkheid. Dat we feest gevierd hebben, en eigenlijk hele maal er niet bij stil gestaan hebben, om Wien het eigenlijk ging. Dat betekent dan, dat we helemaal geen feest gevierd hebben. We hebben dan enkel maar een paar dagen vrijaf gehad. Nu dan hier is het Kerstfeest is het feest van Hem, Die licht en geluk heeft gebracht in het leven van millioenen mensen. Niet maar een beetje levensgeluk, en een beetje zon. Maar HET geluk, het grote geluk, de ware blijdschap van het leven. En het ware licht, dat niet meer gedoofd wordt. Kerstfeest is het feest van Hem, Die in geen enkel opzicht, en op geen uur van Zijn leven Zichzelf heeft bedoeld of Zichzelf heeft gezocht. Die er alleen maar was en is voor anderen. En welke anderen In de modder gezakte mensen, mislukte levens, zwervers en daklozen, blinden en kreupelen en melaatsen, hoeren en tollenaren. Dat was het gezelschap, waarin u Hem voort durend kondet aantreffen. Deze lichtloze levens heeft Hij gevuld met Zichzelf. Déze lieden werden door Hem geboeid. Nu, dit weten wij allemaal. Dit wisten wij allang. Het is allemaal oud nieuws, wat hierboven ge schreven staat. Zó oud, dat we 't radicaal vergeten zijn. Hier staat nu dan de vraag levensgroothoe viert u Kerstfeest Hoe we dat doen Wel natuurlijk zoals we dat gewend zijn. We horen in de kerk het Kerstevangelie. En dan zijn we verder blij, dat de jacht van 't leven eens 'n paar dagen stilstaat. We behoeven ons zo niet te haasten. En de familiekring is bij elkaar. Kerstfeest is immers het feest der inti miteit en der huiselijkheid bij uitnemendheid. Wat u nog verder op 't program hebt staan, weet ik niet. Wat ik wilde vragen is dit: Komt er op het program ook één punt voor, waarin het uitkomt, dat gij 't feest gaat vieren van Hem, Die kwam om te dienen Gaat u nu alleen uzelf verzorgen of ook voor anderen zorgen Ontvangt u alleen, of geeft u ook door Wordt het een feest waarop u alleen gaat ge nieten, of 'n feest, waarop u gaat dienen Hebt u de mogelijkheid al eens overwogen, hoe u anderen kunt laten meegenieten van uw geestelijke en stoffelijke gaven Door ze bijvoorbeeld in uw huis te nodigen op Kerstfeest Vindt u dat gek? Zo maar wildvreemde men sen Jezus deed dat ook Ik heb zo het vermoeden, dat het dan pas feest wordt. Misschien voor de eerste maal feest. Want er is niets feestelijkers en zaligers dan te mogen uitdelen, en te mogen spreken van Hem, Die ons leven is. Ik geef u daarom in overweging, nu eens Kerst feest te vieren geheel anders dan u gewend is. H. V. VERANTWOORDING GIFTEN AVONDMAALSTEL Van N.N. 5,van br. V. 2,50, van een zuster uit het Rusthuis 1,Gevonden in de collecte van N.N. 1,Idem 2,plus een aantal kwartjes en stuivertjes, die 6,95 waard zouden zijnals ze niet waardeloos geworden waren Van br. W. K. H. 20, Samen 21,50. Met bedrag op 8 December 550,58) wordt dit nu 572,08. U ziet, hoe we wekelijks groeien. Op 22 Dec. zijn we de 600,wel gepas seerd, dacht ik zo. H. V.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1950 | | pagina 1