pending Waarom verdubbeling? kerkelijk conflict, waardoor de situatie vertroe beld werd Spceekt uit Dat indien toen gebleken ware wat hij nu weet uit publicaties en redevoeringen van Ds B. A. Bos, het conflict met hem te voorkomen ware geweest Dat hij daarom zijnerzijds bereid zou zijn stappen te ondernemen om Ds Bos weer als predikant in volle rechten te aanvaarden, indien hij lid van een onzer Gereformeerde Kerken in Nederland zou zijn. En besluit Hiervan mededeling te doen aan de Gereformeerde Kerk te Smilde, de classis Assen der Gerefor meerde Kerken en aan Ds B. A. Bos. Namens de Raad der Gereformeerde Kerk te Assen, D. SCHEELE, Praeses. J. N. KUIK, Scriba." Voor dit schrijven van de kerkeraad der Geref. Kerk te Assen aan Ds Bos heb ik alle eerbied. Men heeft nogal veel geklaagd over „vervol ging", „uitwerping" enz. van „getrouwe diena ren". Zelfs het ambtsbloed dat vergoten werd, is nogal eens opgevoerd. Hier stelt een kerkeraad voor zover men kan nagaan geheel vrijwillig de deur niet op een kier, maar wagewijd open voor een geschorst predikant, die zich aan z'n schor sing niet onderwierp, maar zich „vrijmaakte". Doet dit zelfs niet zonder enige zelfaanklacht „dat er psychologische factoren gewerkt hebben, waardoor de situatie vertroebeld is". Ik vind dit gereformeerd kerkelijke stijl van de beste soort, en acht dit zo dit ook door andere kerkeraden toegepast wordt, de mooiste „weg tot elkander". GEBROKEN. Een totaal andere geest ademt het volgende bericht ,,Ora antirevolutionair te blijven, breken wij met de Anti Revolutionaire Partij, die thans bij officiëel decreet van Uw Centraal Comité uitspreekt niet te mogen oordelen over kerkelijke handelingen." Dit is aangehaald uit een brief, ondertekend door dertien vrijgemaakte broeders, en gericht aan het C.C. van A.R. kiesverenigingen. De zaak was deze, dat genoemde heren redeneerden: de kerk heeft ons beschouwd als heidenen en tollenaren. Als wij nu politiek kunnen blijven samenwerken, moet u, Centraal Comité, eerst eens zeggen, of u dat oordeel van de kerk ac cepteert. Het C.C. heeft daar heel verstandig het vol gende op geantwoord „Door ons behoort in dit geval antwoord te wor den gegeven op de vraag, of naar ons gevoelen voor degenen, op wie de genoemde leeruitspraken en tuchtbesluiten betrekking hebben, consequenties voortvloeien of door hen dienen te worden getrok ken ten opzichte van hun relatie tot onze partij. Ons antwoord daarop luidtneen. Voorzover dit nog nodig mocht zijn, verklaren wij unaniem, dat in volle rechten tot onze partij kunnen behoren al len, die grondslag en doel daarvan aanvaarden en die, wanneer zij een gravamen of gravamina heb ben, bereid zijn dit of deze aanhangig te maken en er aan mede te werken, dat de behandeling daarvan en de beslissing daaromtrent op ordelijke wijze kun nen plaats hebben." Maar ja, waar het kwaad nu eenmaal ten volle besloten was, werd dit antwoord onbevredigend geacht, en brak men met de A.R. partij. Ieder voelt wel, dat deze brekerij consequen ties moet hebben, en terecht schrijft Ds Vellenga in de Kerkbode voor Drenthe en Overijssel „De „voortgaande reformatie" zal nu wel spoedig ook in andere „levensverbanden" de „ernstige ethi sche crisis" ontdekken. In de School bijvoorbeeld. En in de Verenigingen van Barmhartigheid. En in het C.N.V. En in de N.C.R.V. De dertien en hun medestanders zullen langzamerhand met alle ge meenschappen, waarin ook nog „synodocraten" le ven en waarin men, krachtens de grondslag dezer gemeenschappen, elkander als broeders beschouwt en bejegent, wel moeten „breken". En hoe moet dat in een huisgezin, waar de man de opvattingen der dertien is toegedaan en de vrouw nog bij de „synodocratische gemeenschap" behoort? Ook maar „breken" vanwege de „ethische crisis"?" Men kan zich vermoeien met de vraag, waar deze dertien stemmen nu voortaan zullen terecht komen. Stikker heeft al ettelijke malen „het roer om" gegooid, of althans verklaard dit te zullen doen, en deze bezigheid ligt wel enigermate in de lijn van genoemde heren. Niettemin maakt m.i. de S.G.P. betere kans. Wat men zo leest van „iso lement", snelle afloop der wateren, verwereld lijking, neo-Calvinisme enz., ligt geheel in de oud-Gereformeerde lijn en schijnt uit het woor denboek van de heer Kersten genomen. VRIJGEMAAKT LACHEN. En uit een „meditatie" in de Reformatie wor den wij dit gewaar „Vrijgemaakt lachen, niet maar hiernamaals, maar hier en nu, dat is zaligheid en daarom zwarig heid." Het is H. J. S(childer) die in bedoeld artikel schrijft over het lachen van Sara. Wat niemand totnogtoe vermoed had, onthult Schilder „reeds lang voor Zijn geboorte heeft de Zoon Gods met zijn eerste vader en moeder naar het vleesch -in-het-isolement-van-het-verbond-der-genade de strijd aangebonden op het punt van de lach. En in die worsteling werd alles geconcentreerd op de lach". Aldus Schilder, en dan zal het wel zo wezen. Als ik het stukje goed begrijp had Sara een hele tijd van haar leven gebonden of wil men synodocratisch gelachen, maar daar is ze dan gelukkig van vrijgemaakt. Als de vrijmaking „alle levensverbanden" omvat, en ook in de politiek doorgaat (zie vorige knipsel), dan zou het haast moeten verbazen, dat het óók niet kwam tot vrij gemaakt lachen. De schrijver merkt in hetzelfde artikel op, dat de uitdrukking „vrijmaking van de lach" niet origineel is, wat wij ook niet ge dacht hadden. Ze is, zegt hij van Sikkel, J. C. dan, de oude zogezegd. Arme SikkelVeenhof is in een aantal hoofdartikelen nu al zeven we ken lang bezig Sikkel posthuum te honoreren met de onderscheidingstekenen van art. 31 der Ker- ken-Orde, en het citaat van Schilder ligt dus in de lijn. Als Sikkel het zelf nog lezen kon, zou hij noch vrijgemaakt gelachen noch vrijgemaakt geweend hebben, doch alleen maar gekeken Maar goed dan, de conclusie is „vrijgemaakt lachen, niet hiernamaals, maar nu, dat is zalig heid, en daarom zwarigheid". Dat is het nu, wat wij altijd al gedacht hadden. We konden dat zo niet onder woorden brengen, maar dit is nu de spijker op z'n kop. We hadden eerlijk gezegd, wel eens de indruk.: wat kijkt die Reformatie altijd zuur. De mensen, die daarin schrijven, zijn altijd boos, dachten wij. Daar kan geen lachje af, laat staan de „stralende lach", u weet wel van Solidox. Maar we hebben ons vergist. We waren fout. Deze lieden hébben altijd gelachen, maar het was een vrijgemaakt lachen, en dat is (vernemen we nu eerst) zwarigheid. H. V. Na al hetgeen er in onze Kerkbode en de overige kerkelijke pers reeds is geschreven over de geestelijke zijde van de talrijke Zendingsnoden, die er momenteel zijn, zullen sommigen onder de lezers zich misschien afvragen, wat dit in finantiëel opzicht voor hen be tekent. Wellicht hebt U reeds gehoord, dat er thans een actie gaande is om te komen tot verdubbeling van de Zendingsbijdragen en zou U zich toch wel eens gaarne voorgerekend zien, waarom dit nodig is. Hoe wel het in het bestek van een Kerkbode-artikel niet mogelijk is, om daarop uitvoerig in te gaan, wil ik toch trachten, aan de hand van enkele globale cijfers U enige indruk te geven van de bedragen, waar het hier om gaat. Verreweg de voornaamste bron van inkomsten voor de Zuiderzending bestaat uit de ontvangsten aan „clas- sicale bijdragen". Wat zijn dit Het zijn de gelden, die door de plaatselijke zendingscommissies worden ingezameld en afgedragen aan de daarvoor aange wezen classicale deputsten. Deze zenden dan op hun beurt deze gelden weer door naar de Zuiderzending. Nu wordt het bedrag, dat uit dien hoofde aan de Zuiderzending wordt afgedragen, niet geheel aan de willekeurigheid van de betrokken kerken overgelaten. Van te voren wordt immers reeds door de Zuiderzen ding becijferd, wat zij nodig heeft en naar verhouding van de draagkracht wordt voor elk der kerken uit gerekend, wat men van haar als zendingsbijdrage meent te mogen verwachten. En elke kerk stelt er een eer in om deze verwachting niet te beschamen c In de laatste jaren vóór de oorlog begrootte de Zuiderzending deze opbrengst aan classicale bijdragen voor Hoofd- en Medische Dienst op 37.070,Se dert dien is er heel wat veranderd. Ons rechtstreeks contact met ons „eigen" Zendingsterrein Magelang werd verbroken en het is nog niet hersteld. Dit gold echter ook voor de terreinen van de andere kerken. We zaten allen in dezelfde omstandigheden. En we konden allen wel aanvoelen, dat de oorlogsomstandig heden in Indië de zendingsorganisatie een enorme schade zouden toebrengen. Daardoor is de „Commissie van Wederopbouw" in het leven geroepen met de bedoeling om tijdelijk met vereende krachten alle mo gelijkheden te benutten, die zich voordeden om weer de Zending in Indië ter hand te nemen en de daar verloren gegane posten te herbouwen. Voor dit doel heeft „Wederopbouw" thans haar zendingsarbeiders in Indië. Alleen, het is niet meer het Indië van vroe ger. De kosten van levensonderhoud zijn daar enorm gestegen, ja, alles is even duur U weet het ook wel van Uw bekenden, die in Indië hun militaire dienst vervullen. En zo komt Wederopbouw thans voor dit jaar aan een. begroting van 300.000,waarin wij een tiende gedeelte, dus 30.000,hebben bij te dra gen. Nieuwe zendingsarbeiders dienen te worden ge vormd. Het is een eis van de practijk gebleken, dat deze met meer kennis van zaken dienen te worden toegerust vóór zij naar het zendingsveld vertrekken, dan waarmede men vroeger meende te kunnen vol staan. In vooropleiding zijn thans 6 missionaire pre dikanten en voorts een aantal missionaire zusters, art sen, enz. De kosten hiervan bedragen voor dit jaar 75.000,waarbij ons aandeel is becijferd op 6.125,—. Een derde zware post op onze begroting is de bij drage aan Generale Deputaten, die van ons gevraagd wordt. Voorheen bedroeg deze 10% van onze zen dingsinkomsten. Men kan daar echter niet meer mee uitkomen. Allerlei speciale zendingsdoeleinden worden door hen gefinancierd. Voor dit alles vraagt men dit jaar van ons een bijdrage van 11.360, Op het zendingsterrein van Zuid-Holland-Zuid (Banjoemas) is er weer een mogelijkheid tot het her vatten van de medische dienst. De ziekenhuizen kun nen worden hersteld. Naar schatting kost dit 150.000,Ook dit is een zaak van Wederopbouw, doch zij kan niet uit de gewone begroting worden ge financierd. We dienen dit gezamenlijk te doen. Ons aandeel bedraagt 15.000, In Makassar (Zuid-Cèlebes) is er een mogelijkheid tot hervatting van de Medische Dienst. De Regering heeft reeds veel kosten gemaakt voor het herstel van het bestaande Zendingsziekenhuis (Laboean Badji). De Regering wil dit echter alleen dan Zenflingszieken- huis laten blijven, wanneer de Zending de vernieuwing van het hoofdgebouw voor haar rekening neemt. Voorheen werd Laboean Badji geëxploiteerd door de Kerk van Soerabaya. Onder de huidige omstandighe den is deze kerk echter dermate finantiëel zwak, dat zij voor dit ziekenhuis geen gelden kan voteren. Toch waren alle Zendende Kerken hier te lande van het grote belang van Laboean Badji voor de Zending overtuigd. Men kwam dan ook tot de conclusie, dat we hier gezamenlijk onze schouders onder moesten zetten. In de kosten ad 150.000,dient door de Zuiderzending een bedrag van 15.000,te worden bijgedragen. Dan zijn er nog de Noordelijke provinciën (Gronin gen, Drente en Overijsel), die onze hulp vragen voor hun Zendingswerk op Soemba. Daar kan men reeds weer het gewone Zendingswerk doen en het wordt rijk gezegend. Ook daar zijn echter de kosten zo hoog, dat men ze niet alleen kan opbrengen. In over leg met andere Zendende Kerken zouden wij dit werk voor één keer steunen met een bedrag van 9.137,70. Nu komt het rekensommetje Wederopbouw 30.000, Vooropleiding 6.125, Generale Deputaten 11.360, Banjoemas 15.000, Laboean Badji 15.000, Soemba 9.137,70 Totaal 86.622,70. Dat is dus reeds 2xk maal zo veel als wij vroeger aan classicale bijdragen ontvingen. Bovendien hebben wij hier dan ook nog verschillende kosten voor onze eigen Zendingsdiensten, zoals de thuisfrontactie, zodat U wel zult inzien, dat wij er zelfs met verdubbeling der bijdragen niet komen. Toch hebben wij gemeend van de Kerken niet méér dan verdubbeling der classi cale bijdragen te mogen vragen, omdat wij ons in deze wilden houden aan hetgeen practisch bereikbaar leek. Daarom is besloten om van de benodigde bedra gen voor Laboean Badji en Soemba slechts de helft in de begroting van dit jaar op te nemen en de andere helft eerst in 1950 van de Kerken te vragen en voorts om een bedrag, overeenkomend met datgene, dat wij voor eigen Zendingsdiensten nodig hebben, voorlopig van ons kapitaal-overschot van vroegere jaren te fi nancieren. Zouden de volgende jaren weer eens wat voordeliger uitvallen, dan zal dit bedrag alsnog van de Kerken worden opgevraagd. Vandaar dus, dat wij momenteel niet verder gaan dan verdubbeling. Misschien merkt U op, dat Ban joemas, Laboean Badji en Soemba toch maar posten voor één keer zijn, en dat nu in het algemeen om verhoging van de regelmatig terugkerende bijdragen wordt gevraagd. Inderdaad, doch U weet nu ook wel, dat 1950 nu reeds wordt belast met het gedeelte, dat 1949 van de bovengenoemde posten niet kan dragen. Wij zullen daarom waarschijnlijk ook voor 1950 wel het dubbele nodig hebben van vroeger. En voorts kunnen wij ons wel overtuigd houden, dat wij, wat er in de toekomst ook aan Zendingswerk ondernomen zal kunnen worden, dit steeds grote kosten met zich medebrengt, die een veelvoud zijn van die van vóór de oorlog. Intussen is de verhoging voor de Kerken van Zee land nog iets minder dan 100%. De thans gevraagde bijdrage komt neer op 1,89 per ziel (doopleden belijdende leden), terwijl deze vroeger op ruifti 1, per ziel werd becijferd. Dit komt, omdat de Kerken van Noord-Brabant en Limburg hun bijdrage nog extra zullen verhogen, daar zij tot dusver door be-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1949 | | pagina 2