otitic Kerknieuws Ds A. Scheele doopsbediening gezegd, dat wij deze heilige ordening Gods verrichten tot stichting dec gemeente. Leest en hoort u goed, Mevrouw, niet tot stichtelijkheid van de ouders, en ook niet tot stichtelijkheid van de ge meente, maar tot stichting, d.i. tot opbouw der ge meente. In die doop zet God de lijn van Zijn Verbond voort. Er wordt weer een nieuwe steen in de muren van Sion gelegdstichting En telkens als er een kind gedoopt wordt, het zij dan een „wild vreemd" kind, dan wordt het geloof van heel de gemeente be vestigd. Door de Sacramen£en. Als er iemand is, wie alleen de doop van z'n eigen kind wat zegt, maar niet de doop van andere kinderen, dan heeft hij nog nooit begrepen wat dopen eigenlijk is. En nu tenslotte. Gesteld eens, dat u een zoon had, die zich in Indië bijzonder verdienstelijk had gemaakt, en nu door de koningin werd geridderd. U was op de dag van de „plechtigheid" juist ziek. Stuurde u dan een telegram aan de koningin, of het niet enige tijd kon worden uitgesteld Mevrouw, u deed dat persé niet. U was veel te blij, dat het gebeurde om uw jongen En uw moederhart zwol van trots en blijdschap, als u er van las in de krant. De doop is meer dan een ridderorde. Voor uwjongens en meisjes U schrijft,,'k Wou, dat u mij of dat ik u kon overtuigen". Het tweede geval is niet aanwezig het eerste betwijfel ik zeer. Het is met dit geval zó je ziet het of je ziet het niet. Wie het eenmaal gezien heeft, zegt met een moeder die ik eens sprak ik kan zelfs de gedachte niet verdragen, dat mijn kindje één dag langer dan nodig ongedoopt bij me in de wieg ligt. Mevrouw, ik eindig, met de allerbeste wensen voor u, voor uw man, en voor uw kinderen. H. V. Enige weken geleden werd Ds Scheele 7Q jaar. Het bericht bereikte ons te laat, en er daarna nog op terug te komen, leek ons mosterd na de maaltijd. Nu er wéér een mededeling in de pers circuleerde, dat deze 70-jarige met Pasen zijn 45-jarig ambtsjubileum heeft herdacht, mag de Zeeuwse Kerkbode in geen geval zwijgen. Het is mij een voorrecht namens redac tie en alle lezers Ds Scheele met dit gedenkwaardig feit hartelijk geluk te wensen. Heel veel heeft de jubi laris die als Zeeuw onder de Zeeuwen steeds woonde „temidden zijns volks" voor het kerkelijk leven in de provincie betekend. Het zijn wel allereerst de kerken die hij gediend heeft (en nóg dient) die daaraan dank baar zullen gedenken. Maar zij niet alleen. Alle Zeeuwse kerken hebben de vruchten geplukt van zijn veelomvattend werk. Om dan nog maar te zwijgen van zijn arbeid voor de pers, voor het onderwijs, voor dé christelijke verzorging van krankzinnigen en zo veel meer. Van Ds Scheele, vóór alles pastor, herder en leraar, wijs en bedachtzaam in alles, geldt wel te recht, dat hij zijn ambt bekleedt met eer In het huis van onze Heer. Hij woont nu al geruime tijd in de classis Middel burg, maar verscheen op de classisvergadering niet éénmaal. Dat is niet zijn onachtzaamheid, maar zijn bescheidenheid. Hij dringt niet naar voren. Hij voelt zich helemaal niet gewichtig. Ik mis zijn afwezigheid elke classisvergadering, maar hij denktze kunnen 't zonder mij wel af. Collega Scheele, 45 jaar in het ambt gediend te hebben, is een heel end. Als ik denk aan mijn schamele 30 jaar, en dat daar rekenschap en verantwoording voor moet gedaan, dan tuimel ik bijna om van schrik. Ik denk, dat 't u ook zo gaat. Anderzijds, wat een heerlijk 'en wonder ambt is dit. - U zult na deze 45 jaar ook veel stof tot danken heb ben. Dat God u 45 jaar wilde gebruiken, was niet uw verdienste, maar Zijn genade. Daarvoor willen wij met u de Here hartelijk danken. H. V. Een jongeren-toogdag heeft een aparte bekoring. Van uit alle delen der provincie waren ze 2e Paas dag in Goes bijeen, onze jongens, en niet minder de meisjes. Ik geloof zelfs, als het op getallen aankwam, dat de meisjes het er niet bij lieten zitten. Het maakt een jeugdvergadering op zichzelf al aan trekkelijk, wanneer ze „van beide kanten" opkomen. En dan op zulk een stralende dag, waarop de natuur zich vol beloften vertoonde Dan krijgt alles vanzelf iets feestelijks. Ik ga geen verslag geven van de Prov. Bondsdag onzer jongens. Maar, ik wil wel iets vertellen van indrukken, die ik zelf heb meegenomen. Te prijzen valt het initiatief van het Bestuur, om de sprekers voor deze gelegenheid uitgenodigd, Ds J. C. J. Kuiper van Den Haag, en Ds S. Greving van Zierikzee. Ze hebben beide de jongeren iets willen meegeven, dat hen helpen kan. Het referaat was vanzelf de hoofd moot. Ds Kuiper sprak over de betekenis van ons Jeugdwerk voor de practijk van het leven. Hier was een man aan het woord, die het leven ként, en zelf diep onder de indruk, van wat de Here in het leven van ons verwacht. Vefvuld van zorg over de levens nood, èn overtuigd van de roeping èn de kracht, welke ons geschonken worden. Hij liet voor de vergadering leven, wat het Christen zijn daar moet doen, en heeft in verband daarmee onze vorming voor het volle leven onderhanden genomen. Duidelijk was te merken, dat de spreker wensen had, welke een zekere uitbouw van de arbeid beteke nen. Feitelijk nam hij ons allen onderhanden, de oude ren er bij, en heeft ons aangezegd, wat of Christelijk leven is, onder elkaar, en verder op het bredere levens- erf, dat wij allen betreden. Jammer genoeg kon de kerk in dit geval alleen de schare jongeren bevatten. Anders was een gehoor van ouderen hierbij ook be langrijk geweest. Ik geloof, dat de kern hierop neerkwam, dat het om meerdere geestelijke rijkdom gaat. Dat de warmte kracht van het levende geloof meer zijn invloed moet doen gelden, in de wijze waarop wij samen naar ont wikkeling staan, en zoals wij dan als Christen-jonge ren ons bewegen in de maatschappij. 't Was een fijne, tactvolle waarschuwing tegen een zijdigheden. Niet naar één kant, maar naar verschil lende zijden. Aan elke eenzijdigheid kleeft iets beden kelijks. Wie van „bomen" houdt over problemen, heeft al gauw de neiging, om een ander voor niet helemaal vol te nemen, die geen knobbel voor discussies bezit. Omgekeerd heeft de laatste wel eens de zin, om de „bomers" met de notenkraker te bewerken. Nu heeft Ds Kuiper ons opgeroepen om eerbied te hebben voor het rijk-gevarieerde-werk Gods, ook in Zijn kinderen. Ze zijn nu eenmaal niet allemaal gelijk. Ze hebben verschillende belangstelling en onderschei den gaven. Daar heeft hij ons bij stil gehouden. En ons betuigd, dat b.v. een kunstliefhebber of natuur liefhebber, daarom waarlijk niet een mindersoortig Christen is, omdat hij of zij dan minder geboeid wordt door vraagstukken, waar een ander graag over leest, maar die voor een Fuga of botaniseertochtje het be paalde zintuig mist. Hieruit sprak de eis van een ietwat bredere waar dering dan waaraan wij soms gewoon zijn. En, de spreker heeft ons practische wegen getoond, waarin wij aan elkander meer kunnen hebben, dan nu soms het geval is. Zelfs acht ik de mogelijkheid niet uitge sloten, dat in zijn voetspoor meerderen bij het jeugd werk zullen geïnteresseerd worden, dan nu het geval is. Trek ze er zó eens bij, en geef ze de gelegenheid om over hun liefhebberijen iets ten beste te geven. Dit was alles opgebouwd in de rede, vanuit het prin cipe van belangstelling en waardering voor elkander, omdat we het hele leven met al zijn uitingen aanvaar den als van God ons gegeven. Dit stelt hoge eisen aan de leiding, en zal ook een zekere kader-vorming vragen. Maar, het resultaat zou kunnen wezen, dat een klein beetje gaat verdwijnen de gedachte van de helen en de halven, dat jeugd van jeugd wil leren, en dat de waardering der gemene gratie wordt in de hand gewerkt. Ook zijn voorstel, om „methodisch" te willen leren van wat in andere kringen gebeurt, was lang niet ver werpelijk. Misschien schuilen er krachten weg, die voor jongerenclubs gaven èn interesse hebben, en die nu weinig naar voren treden. Allen behoeven niet pre cies even warm te lopen voor één en hetzelfde, want daarin speelt de ons gegeven aanleg een grote rol. Zó wordt het ideaal benadert, van een grote werkgemeen schap, die op het leven is ingesteld. Aldoor richtte de spreker ons hart en onze blik naar hei volle leven, waar wij schepselen Gods moeten zijn, tot alle goed werk volmaakt toegerust. Met enkele treffende voor beelden liet hij de vergadering zien, hoe jammer hei- is, wanneer wij niet als geestelijk bevoorrechte men sen in de samenleving kunnen uitkomen. Zo was de hele rede één oproep tot waarachtig geestelijke instelling, waarbij wij elkander erkennen in onze gaven, ook al zijn wij onderling heel verschil lend. Het was een woord, waarover verder nagedacht en gesproken zal moeten worden, 't Viel mij op, dat bij de bespreking de eigenlijke kern niet werd aangeroerd. Toch zullen wij daartoe moeten doordringen. Mis schien, dat bij verder doordenken enkele bij ons vast staande opinies wat „in de crisis" komen, maar, dat zal winst betekenen, wanneer wij een meer vragend hart ontvangen. Wat kunnen we doen, opdat wij in het leven „met elkaar" meer zijn mogen, die wij zijn moeten Ik wil gaarne openlijk mijn dank uitspreken voor dit bezielde en bezielende woord, dat zeer principieel was. Denk maar even, aan wat gezegd werd in ver band met het oecumenische vraagstuk. Ik hoop, dat onze jongelui hierover doorpraten. Mag ik een advies geven Stel voor, dat je het niet in verschillende punten met de spreker eens waart. Treed dan niet dadelijk op als chirurg Het mes der critiek er in. Dan beneem je jezelf de mogelijkheid om er van te leren. Hoe meer de aangeroerde punten worden „doorgepraat", des te meer zal ook blijken, dat deze rede metterdaad voor het volle leven ons richtlijnen gewezen heeft, die aan de onderlinge ver houdingen in eigen kring ten goede komen. Het slotwoord bekrachtigde de gehouden rede, van uit de rijkdom van de Opstanding van Christus. Als dat grote ons in beslag neemt, dat wij een levende Here hebben, dan gaan wij ons bezinnen, hoe wij het best Hem kunnen dienen, in gemeenschap met elkan der. Daaruit zal de waardering geboren worden, voor elkander. In gezin en kerk. Er is niemand, die het alles weet, of die het alleen weet. Maar, wij moeten allen aan elkaar iets hebben. Zo zal de kracht van Christus' Opstanding Kerk en jeugd bezielen, om Zijn taak in deze wereld te volbrengen. G. C. St. Beroepen te Stadskanaal (vac. Dr L. Praamsma), L. G. Pleysant te Paesens (Fr.) te Bedum (vac. H. J. Riphagen), J. J. van Wageningen, vlootpred. te Rotterdam te de Lier (vac. W. Moene), P. v. d. Spek te Wanswerd te Rockanje, A. O. Doppe, cand. te Amsterdam-W. Bedankt voor Joure, J. H. de Boer te Monniken dam voor Vlissingen, P. Visser te Gorinchem. Aangenomen naar Colijnsplaat, H. Retel te Haaks bergen. Afscheid en intrede. Wegens bekomen emeritaat nam Dr W. G. Harrenstein afscheid van Weesp met Joh. 21 18 en 19. Na bevestiging door zijn voor ganger Ds R. Oosterhoff van Sliedrecht met Marcus 15:25b en 1 Cor. 2:2, deed Ds M. Ros, gekomen van Sleeuwijk, intrede te Hoofddorp met Openb. 14:6 en 7. Ds S. Wagenaar te Arum is voornemens 15 Mei a.s. intrede te doen te Zwagerveen, na bevesti ging door Ds A. Mout van Kollum. Ds D. Coumou en zijn echtgenote te Heinenoord, werden verblijd met de geboorte van een drieling, twee meisjes en één jongen. Het is in geen eeuw gebeurd, dat in Heinenoord een drieling geboren werd. Ds G. Brouwer te Harlingen woont thans Midlu- merweg 15, telefoon 785. Ds M. Ros te Hoofddorp is thans eens per maand in de gelegenheid andere kerken te dienen. Ds J. Weggemans te Hilversum moet op medisch advies algehele rust hebben. Hij is met vacantie naar Friesland vertrokken. Amsterdam. De kerkeraad heeft een ingekomen voorstel om de verplichte aftreding van ambtsdragers niet in te voeren, commissoriaal gemaakt. Gedenkdagen. Drie predikanten mogen dezer da gen een gedenkdag vieren. Ds I. J. C. Kreyt, em. pre dikant te Baarn viert 22 April zijn 75e verjaardag. Ds Kreyt werd 22 Juli 1900 predikant te Monniken dam. Hij diende de kerken van Berkel, Huizum en Dieren, waar hij 1 Maart 1933 met emeritaat ging, om zich metterwoon te Baarn te vestigen. Ds U. Buwalda, em. predikant te Auguslinusga, viert 23 April zijn 70e verjaardag. Ds Buwalda werd 15 Juli 1906 predikant te Bellingwolde en diende de kerken van Exmorra, Schouwerzijl, O. en N. Bildtzijl en Augustinusga-Surhuizum, waar hij 1 Nov. 1945 met emeritaat ging. Ds J. W. Eggink te Zweeloo viert 27 April a.s. zijn zilveren ambtsjubileum. De jubilaris werd 24 Juli 1888 geboren en aanvaardde in 1924 zijn ambt te Willemstad. In 1930 vertrok hij naar Gelder- malsen en 7 September 1947 deed hij intrede in zijn tegenwoordige gemeente, na eerst enkele jaren als geestelijk verzorger in een kamp werkzaam te zijn geweest. Amsterdam-West. De rondgang door de gemeen te tot verhoging van de vrijwillige bijdragen heeft een resultaat van 321,50 opgeleverd. Hoofddorp. Ds D. Zwart ontving van zijn ge meente een auto voor zijn ambtelijk werk. Heerenveen. In verband met het gebrek aan plaatsen in de kerk zal de kerkeraad in een der lo kalen bij de kerk een luidspreker doen plaatsen. Huizum. De kerkeraad verwierp een voorstel van de commissie van beheer om bij wijze van proef voor twee jaar vrije zitplaatsen in te voeren. O. en N. Wetering. De kerkeraad heeft uit de ingezonden concepten voor een inscriptie voor de nieuwe luidklokken de volgende gekozen De eërste werd geroofd, om nimmer weer te keren, Ik luid nu van omhoog tot lof en prijs des Heeren. Het bleek, dat het gekozen rijm was van de hand van de pastor- loei, Ds W. v. d. Bos. Oude-Pekela. Drie leden der gemeente, allen smid, hebben aangeboden tegen kostprijs een nieuw hek voor de ingang van het kerkplein te plaatsen. De kerkeraad nam dit aanbod met erkentelijkheid aan. Rotterdam-Zuid. De kerkeraad verwierp een voorstel om de zittingstijd der ambtsdragers van 5 op 4 jaar te brengen. De zaak zelf zal echter de aan dacht van de kerkeraad houden. Silvolde. Een gehouden inzameling bij de leden der kerk voor kerkbouw bracht ruim 5000,op. Sneek. De kerkeraad behandelde een voorstel inzake meer eenheid bij het geven van catechetisch onderwijs. De predikanten streven er naar, dat de catechisanten zoveel mogelijk bij hun wijkpredikant catechiseren. Aangezien alle predikanten practisch de catechismus behandelen is er reeds eenheid van leer stof. Wapenveld. Door het wederzij,ds tekenen der notariële acte is de minnelijke schikking der kerkelijke goederen een feit geworden. Aan de gemeente is 21 van de geschatte waarde van gebouwen, goederen en gelden uitgekeerd. De geestelijke verzorging der militairen. De classis Maastricht benoemde een commissie om te po gen uit haar ressort een predikant als res. veldprediker naar Indië te doen vertrekken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1949 | | pagina 2