Jwee Vorstinnen
f
Christus Over zijn borgtochtelijk lijden voor ons
Valt ér nog te praten over het feit dat ik met God
verzoend ben, dank zij het bloed van Christus
Ik kaii net zo 'goed met een ander gaan praten over
het feit dat 2 -jf 2 vier is. Ik wil wel praten-en
gesprekken openen, maar ik geef geen millimeter
toe. Er valt hier eenvoudig niet toe te geven. Als
ik het gesprek wil openen met een moderne om
elkaar wederzijds te begrijpen, dan mag hij mij be
grijpen en God geve dat het waar mocht zijn, maar
als het is om hem te begrijpen dan heb ik bij voor
baat al de grond onder mijn voeten laten halen.
Als de blindgeborene werd bestreden omdat hij
Jezus verdedigde, kon hij zich beroepen op het feit,
dat hij één ding Zeker wist dat hij vroeger blind
was, maar nu ziende. Valt daarover dan nog te
praten
En als ik persoonlijk door het geloof in het ver
zoenend bloed van Jezus de last mijner schuld zie
afgewenteld, zou het dan geen oneer voor mijn
Heiland zijn-, moest ik met een moderne daarover
een „gesprek", gaan openen, om te weten wat zijn
mening hierover is
In het voorjaar sprak ik in Nederland in een
Vrij Evangelische Gemeente. Een Gemeente waarin
ik zelf jaren geleden in aanraking met Christus ben
gekomen. Aan de ingang van de kerk stond op een
affiche aangekondigd dat in deze kerk een ver
gadering voor de „Wereldraad van Kerken" zou
worden gehouden. En tot mijn grote verbazing en
droefheid stonden daar een Remonstrants predikant
een moderne professor en een Hervormde predikant
van rechtzinnige richting, als sprekers op vermeld.
En boven de affiche de veel misbruikte tekst in dit
verband „Opdat zij allen één zijn". Ik denk wel
dat onze gezegende Heiland in het Hogepriesterlijk
gebed zoiets wel niet zal hebben bedoeld.
Het is nu niet mijn bedoeling een zekere reactie
te weeg te brengen tegen de Wereldraad van Ker
ken. Ik wil gecorrigeerd zijn als ik het niet juist zie.
Stel u voor dat die echte eenheid, die Jezus in Joh.
17 bedoeld heeft, daar in Amsterdam wordt gevoeld.
Dat Jezus de eer ontvangt zo als de Bijbel het ons
leert. Dan beken ik van ganser harte mijn ongelijk,
belijd mijn schuld dat ik in mijn beoordelen der din
gen niet juist ben geweest. Want eenheid onder
Gods kinderen is het heerlijkst wat ik voor Gods
Kerk hier kan wensen.
Zij die onder mijn medebroeders in Christus het
met mij niet eens zijn, vraag ik slechts mij in mijn
bezwaren te begrijpen. Want nu, nu kan ik het niet
anders zien".
H. V.
Niemand zal wel de vraag stellen, wie met
deze twee vorstinnen bedoeld zijn, want dezer
dagen zijn ons aller gedachten bij onze koningin
Wilhelmina en prinsel Juliana, binnen zeer korte
tijd prinseë Wilhelmina en koningin Juliana.
U hebt in allerlei bladen wellicht meer dan
voldoende kunnen lezen, en door de aether zeer
veel kunnen horen van het 50-jarig jubileum onzer
koningin en van de a.s. troonsbestijging van Haar
koninklijke dochter. Het heeft dus ook weinig zin,
en het zou maar vermoeiend worden, dat ook in
onze kerkbode nog in den brede over deze heug
lijke gebeurtenissen wordt geschreven.
Toch is er één ding, waar wij niet stilzwijgend
aan mogen voorbijgaan.
Er is veel gezegd en geschreven over de zegen
rijke periode van Harer Majesteits regering van
een halve eeuw. In allerlei toonaard en onder
velerlei aspect.
Wat mij in het bijzonder dezer dagen trof en
waarover dunkt mij niet zo heel veel zal gespro
ken worden was een getuigenis van een Ja
vaan voor de radio.
Hij sprak in eenvoudige bewoordingen (ik kon
het niet verstaan, want het was Maleis, maar
't werd vertaald) zijn dankbaarheid uit voor de
regering onzer Vorstin, omdat, zeide hij, die het
middel geweest was, dat hij de Here Jezus had
gevonden.
Dit is inderdaad het schoonste getuigenis wat
gegeven is kunnen worden.
Wat onze vorstin ook heeft mogen doen voor
de welvaart van Nederland en de Overzeese ge
biedsdelen, het valt alles in het niet bij dit éne,
dat onder het bewind van Hare Majesteit de
mogelijkheid ten volle geopend is dat de Zending
haar arbeid heeft kunnen verrichten.
Wij moeten ons maar eens even indenken, wat
daarvan terecht gekomen zou zijn onder een re
volutionair of (wat hetzelfde is) fascistisch be
wind.
Wij houden nu zelfs ons hart vast, wat er te
recht zal komen van de missie afs de huidige
regering voortgaat op het heilloos pad van ont
binding van het koninkrijk.
Gelukkig valt de officiële afkondiging van de
•grondwetswijziging, die deze ontbinding bekroont,
niet meer tijdens de regering van H.M. Koningin
Wilhelmina.
A
Wat wij alleen maar hopen en bidden kunnen
is, dat na een lange regeringsperiode van konin
gin Juliana vele Javanen mogen kunnen getuigen:
wij hebben onder haar regering de Here Jezus
gev.pnden. H. V.
Deze dagen staan in het teken van de bijzon
dere gebeurtenissen in ons Vorstenhuis. OnZe ge-
eerde en geliefde Vorstin vierde haar 68e verjaar
dag, de laatste in de halve eeuw van Haar rege
ring. Zaterdag volgt het officieel afstand doen
van de troon, en a.s. Maandag hoopt-Nederland
de Prinses-Regentes als opvolgster te begroeten.
Courant en illustratie brengen u de foto's van de
Vorstelijke personen, en dagelijks staan de bladen
vol van wat er in het land aan feestbetoon is,
vooral in de hoofdstad.
Ook in de kerkelijke pers willen wij over deze
belangrijke dingen niet zwijgen. Het is opvallend,
hoe thans uit allerlei kring, eenparig lof wordt
toegebracht aan de wijsheid, welke het regerings
beleid van Koningin - Wilhelmina heeft geken
merkt. Ik vermoed, wanneer sommige bladen hun
uitgaven van ruim 25, jaar geleden nog eens na
gaan, dat bij het doorleden van wat toen geschre
ven werd, een blos van schaamte naar het hoofd
zal stijgen. Het ware nog beter, dat zij eens open
lijk voor hun kringen neerschreven, dat zij zich
in het verleden vergist en...... ook bezondigd
hebben, bij wat toen het Vorstenhuis werd aan
gedaan. In ieder geval nemen we van de gun
stige wijziging dankbaar nota. Is dit mogelijk een
rijke vrucht van het verheven optreden van onze
geëerde Landsmoeder
De tijd is er nog niet, orq al in bijzonderheden
te kunnen vaststellen, van wellen invloed het
zeldzaam langdurige bewind van Hare Majesteit
is geweest. Het enkele feit, dat na 50 jaren bijna
alle kringen van ons volk sympathiek staan ten
opzichte van het Vorstenhuis, spreekt voor zich
zelf. Hoe graag hadden wij "Haar nóg langer op
de plaats van eer en hoogheid gezien. Maar, elk
moet. gevoelen, dat juist dit laatste besluit, om
nu het regeringsbeleid over te dragen, op de.
rechte tijd is genomen en getuigenis aflegt van
de bijzondere wijsheid, waarmee onze Vorstin
steeds te werk ging. Haar krachjen lieten niet
langer toe, het staatsbestuur te voeren, dat steeds
de inspanning vordert van de gehele persoonlijk
heid. Daarom was het een oprecht offer aan het
landsbelang, dat hiertoe moet hebben gebracht.
Een bewogen periode sluit zich thans af. Wij
moeten God danken, dat juist in de laatste halve
eeuw een edele Vrouwenfiguur alsJKoningin Wil
helmina aan het hoofd van de Staat der Neder-'
landen stond. Hoeveel binnenlandse revolutio
naire deining i^ er geweest. Hoeveel rechten
moesten worden vastgelegd. Hoe* moeilijk was
het voor velen, om de zin en waarde van een
constitutioneel staatsbestel goed te vatten. Wij
geloven, dat niemand beter de positie van een
constitutioneel Vorst begrepen heeft dan Konin
gin Wilhelmina zelf. Zonder ooit één daad te
doen, die in de richting van vorstelijk-absolutisme
zelfs maar wees, heeft Zij de rechten van het
volk gewaarborgd, en is getrouw geweest aan
Haar eed, op de grondwet afgelegd.
Daarom danken wij Haar in deze dagen, zo
ver wij een mens mogen danken, en loven' God,
Die Haar deze wijsheid en kracht verleende.
Overgave van Haar persoonlijkheid, om ons
volk, het hele Rijk met zijn overzeese gebieds
delen te dienen, dat is Haar streven geweest. Het
"is qndoenlijk, dit met bewijzen te staven in een
kort artikel. Maar, elk herinnert zich Haar on
baatzuchtig meeleven in dagen van beproeving,
Haar hartelijke liefde* die tot alle kringen vaïi
ons volk wist door te dringen. In de term „Moe
der des volks" ligt dan ook geen overdrijving.
En, dat onze positie als Rijk der Nederlanden
ten opzichte van de buitenlandse verhoudingen
voor een groot deel door Haar houding we'rd
bepaald en vastgesteld, wordt door deskundigen
overtuigend aangetoond. Zowel als Handhaaf
ster der neutraliteit tijdens de eerste wereldoor
log, en als Strijdster voor het recht tijdens de
laatste volkerenkrijg, heeft Koningin Wilhelmina
getoond naar de behoeften van de tijd de juiste
houding fe kunnen aannemen. Haar moed en
volharding, Haar geloof in het goed recht van
onze zaak en Haar vertrouwen in een goede uit
komst, zijn voor óns in de dagen der bezetting
een krachtige steun geweest.
Om Haar Majesteit en wijsheid, Haar oprechte
toegenegenheid, zullen wij Haar dankend blijven
eren. Zeker denken wij er ook aan, dat ook
Vorstelijke personen zondige mensen zijn,die al
leen in het genadelicht van God levensperspec-
tief hebben.. Maar het doet ook .daarbij, goéd, .te
weten, dat het Evangelie voor onze Vorstin, geen
gesloten boek was, en Zij naast het raadplegen
van de raadslieden der Kroon ook wist van een
toegang tot de troon dér tronen.
Wat mogelijk het meest betekenisvol voor ons
volk zal blijven, is, dat onze Vorstin, als voort-
zetster van de traditie van Oranje, die eenheid
wist te bewaren, welke altijd een wonder is, ge
zien het uiteenlopen der meningen in de Neder
landse volkskring. Zet onze volksontwikkeling
naast die van andere staten rondom ons. Waar
heeft een volk die saamstrengeling gekend, gelijk
Oranje die in Nederland wist te bereiken Dat
is wel de bijzondere glorie van ons Vorstenhuis,
en daarin spreidt God Zijn zégen door Oranje
over Nederland.
Straks wordt de periode van Haaf bewindvoe
ring uitgeluid! Wij danken, engevoelen iets
van weemoed, omdat dit heel bijzondere nu voor
bij is. Moge God straks Koningin Juliana begena
digen, om in het spoor van Haar Koninklijke
Moeder de zaken van ons volk zó te behartigen,'
dat ook door Haar de lands- én rijkseenheid zal
worden gediend.
Als sympathieke Vrouwenfiguur heeft Zij zich
al naam gemaakt. Het moge blijken, dat ook in
Haar de uitzonderlijke kwaliteiten verenigd zijn,
di het bestuur der staatszaken-in onze tijd ver
eist. Ook moge het zoeken van de hulp des Heren
bij Haar het geheim van de kracht zijn.
Blijve door Gods goedheid Oranje voor Ne
derland ten zegen, en geve Hij ons," onder het
voortgaande Oranje bewind een leven in de vrij-,
- heid, tot Zijn eer
G. C. St.
„VERZOEK,"
Opnieuw bereikte ons als Deputaten voor steun
verlening aan door oorlogsschade getroffen kerken, en
diaconieën de klacht uit de kring van de Chr. Refor
med Church in de Verenigde Staten, dat Nederlandse
kerkeraden zich individueel om hulp wenden tot de
kerken in Amerika.
Op desbetreffend verzoék herinneren wij er aan
1°. dat 'onze Amerikaanse zusterkerken geen steun
meer verlenen in natura
2°. dat de hulpactie van de Chr. Reformed - Church
gecentraliseerd is in the Netherlands Rehabilita
tion Committee, dat de in Amerika ontvangen gel
den overmaakt aan ons deputaatschap ter verde
ling onder de voor steun in aanmerking komende
kerken.
Wij verzoeken dus door oorlogsschade getroffen
kerken, die financiële hulp wensen te ontvangen, zich
niet meer te richten tot, de kerken in Amerika, maar
tot ons deputaatschap, indien zij dit -laatste althans
nog niet deden.
Dr J. HOEK, Voorzitter,
Ds J. ATTEMA, Secretaris,
Mauvestraat 2, den Haag.
BIJ ONZE ZIEKEN EN VERSTROOIDEN
IN ZWITSERLAND
door
A. M. SPIERING
„Heer, ik hoor van
rijden zegen
Een heel bijzondere „kerkdienst" hadden wé op
Pinksterzondag in Leysin-, waar verstrooid, over een
vijftigtal sanatoria, hier en daar Nederlandse patiën
ten, temidden van lotgenoten uit andere.- landen, wor
den verpleegd. Voor zo'n „kerkdienst" bekleed je in
derdaad een wonderlijk ambt. Je fungeert als predi
kant, als ouderling, als koster, als kerkblad, ja wat
niet al.
Zaterdags kom je min of meer uit de lucht vallen,
of juister gezegd in de lucht vallen, want het berg-
spoortje hijst je in een half uur een 1000 m. hoger
op. Een plan is gauw gemaakt en vindt direct bijval.
In een sanatorium wordt welwillend voor deze dienst
gastvrijheid verleend. Naar ,andere klinieken, waar
Hollandse patiënten zijn; wordt terstond een ijlbode
gezonden, met welke -functie je je zelf. moet belas
ten klimmen maar jongens met de boodschap
morgenmiddag daar om zo laat „kerk De volgende
dag wordt dan nog een auto gehuurd, opdat ook nog
een paar Zieken, die zèer slecht ter been zijn, toch
kunnen komen, waarbij de man met het wondere ambt
zelf de helpende hand, meer precies gezegd de hel
pende arm en de steunende schouder möet uitsteken
om ze van de auto in onze „kerkzaak' te krijgen.
Daar zitten of liggen we dan, een kring van pa
tiënten, waarvan enkelen gedurende één of meer jaren
niet van hun kamer geweest zijn en die wel van elkaar
hebben gehoord, maar die nu voor het eerst elkaar
van aangezicht tot aangezicht zien, hetgeen op zichzelf
al een zekere bekoring geeft.