LEESTAFEL ^^fficiëleJBerichten Hij vraagt ieder voor 100%. En denk je nu, dat je "straks voor 100% Christus dienen kunt, in je huis, in het leven van de kerk waar je belijdenis doet, als je met Eelco trouwt? Dat kan nooit. Dan zal je je Heiland op z'n hoogst 75% van je leven geven. Als Hij je oproept om trouw mee te leven Zondags, of met een of ander werk voor een vereniging of zo, of als je eens kinderen krijgt op te voeden Dan kun je je nooit ten volle gevenEn dat moet toch. Maar denkt U dan, dat Eelco óók Christus niet dienen wil Dat kan best zijn, Riet. Maar als Christus hem roept, dan moet Eelco dat toch op een heel andere manier verstaan. Laten we zeggenHij is nog lang zo vér niet. Maar dan zou hij toch juist misschien verder komen Denk je Dat is heel onwaarschijnlijk, Riet. Wèl, als hij ziet, dat wij alles voor ons geloof over heb ben. Dat het ons werkelijk het allerhoogste is. Dan zal hij daar verder over gaan nadenken. Maar als je met hem trouwt, dan zal hij denken, dat je je ideeën toch hebt moeten herzien, dat zijn standpunt zo ongeveer het juiste was. Dan komt hij heus niet veel verder. In de praktijk meestal andersom En wees nu eens heel eerlijk. Zou je alleen met Eelco trouwen om hem verder te brengen in zijn ge loof Daar meen je niets Van. En dat kan ook nooit een basis wezen om op te trouwen. Dat zou zo iets wezen als een huwelijk uit berekening. Je was altijd goed in wiskunde, maar nu vertel je je lelijk. Zal ik je eens een ander sommetje voorrekenen Als je het uitmaakt, kun jij je voor 100% aan je Heer en Hei land geven. En dan heb je de meeste kans, dat Eelco ook verder komt, laten we zeggen van 10 op 50%. Maar als jullie trouwen, haal jij nooit meer dan 75 en Eelco op z'n aller-allerhoogst 20 Dat is 100 50 of 75 20. En nu moet jij beslissen. Jij hebt op dit punt de verantwoordelijkheid voor allebei. Want jij hebt hierop de meeste kijk. Dat is verdraaid gioeilijk. Dat weet ik. Want ik heb ook wel eens voor een soortgelijke beslissing ge staan. Maar nu zal ik je nog eens wat anders vertellen. Waarom zijn de meisjes van tegenwoordig toch alle maal zo bang, dat ze niet zullen trouwen Jullie hebt wel eens iets gelezen over ,een bevolkingsoverschot van vrouwen, en nu zijn jullie allemaal bang om ouwe vrijsters te worden. Maar «weet je wel, dat er duizen den vrouwen zijn, en altijd geweest zijn, die hun leven helemaal stellen in 's Konings dienst, en die veel vrolijker en gelukkiger zijn dan menig getrouwde U wilt zeker een soort protestantse nonnetjes van ons maken Nou, als je 't zo noemen wilt. In elk gevalEr is zo ontzaglijk veel te doen voor de kerk en voor de wereld. En waarom zouden protestantse meisjes niet kunnen, wat zoveel Roomse meisjes wèl doen Een goede partij opofferen, als ze zien, dat ze daar door pas in hun hele leven werkelijk trouw kunnen zijn aan hun Zaligmaker Zeg, jij bent in de oorlog toch koerierster geweest, niet Ja! Nou, heb je in die tijd wel eens gedacht over een jongen, hoewel je toen dagelijks met allerlei jon gens omging Nee en waarom niet Omdat je wistAlles voor het vaderland, voor de bevrijding. Nu, wat is nu belangrijker, het Rijk van Christus, of ons aardse koninkrijk Jij moet nu weer koerierster worden, Riet. En nu nog belangrijker. De wereld is nog niet vrij Als je belijdenis doet, is dat een be lofte voor je hele leven. Je hele leven koerierster van Christus willen wezen. Getrouwd of ongetrouwd, maar dat punt één. Maar het zal zo ontzettend moeilijk wezen, om zonder Eelco te leven Ja juist. En daarin stelt je Heer nu juist je geloof op de proef, Riet. Het zal je lange tijd pijn doen. Maar daarna zul je vrolijker wezen dan over een compromis. En nu moet uitkomen, wat je geloof waard is. Geloof is net als je naam, Riet. Je naam is rietAl buigt het. diep, het breekt toch niet Nou dag DE OUWE. GEREFORMEERD JEUGDCONGRES 21—23 JULI 1948 TE OOSTERBEEK. Van 2123 Juli j.l. werd in Oosterbeek het jaar lijks jeugdcongres gehouden van de drie Gereformeerde Jeugdbonden de Ned. Bond van J.V. op G.G., de Bond van M.V. op G.G. in Nederland, de Bond voor Geref. Jeugdorganisatie. Ongeveer 50 Bondsbestuursleden, Afdelingsbestuur ders en genodigden namen aan het congres deel. De leiding was in handen van de heer A. van Rijn te Den Haag, voorzitter van de Vereniging Gerefor meerd Jeugdcentrum, dat de vroeger door de Contact- Commissie verrichte werkzaamheden heeft overgeno men. De heer v. Rijn opende na Schriftlezing en gebed het congres en gaf na een korte inleiding het woord aan Prof. Dr K. Dijk te Amsterdam, die aan de hand van toegezonden hoofdlijnen een inleiding hield over: „De plaats van het persoonlijk geloofsleven der jon geren in ons Gereformeerd 'jeugdwerk". Spr. ging na, hoe te midden van het overspannen communale en totalitaire van deze tijd zich een be geerte openbaart, een streven naar en een zoeken van het persoonlijke, het individuele, het subjectieve. Dit persoonlijke krijgt een bijzonder karakter door het feit, dat in de religie en in de kerk van vandaag het „apostolaat" op de voorgrond wordt gesteld, naar spr.'s mening eenzijdig, omdat de kerk een roeping heeft naar binnen èn naar buiten, en de eerste niet mag verzwakt worden tot een veronderstelling van het tweede. In dit apostolaat moeten ook de jongeren betrokken worden op het belijden, en dan het per soonlijk belijden in de doelstelling der bondenken nen en belijden, valle de hoofdnadruk in het jeugdwerk. Spr. ging bij de behandeling van zijn onderwerp uit van deze grondgedachte, die sinds 1888 het bestaan van de bonden beheerst heeft, dat in het werk van de jeugdverenigingen het jonge geloofsleven niet al leen generaal maar ook individueel een plaats moet hebben, zal die arbeid de vruchten dragen, die men wil oogsten. Nadat spr. deze grondgedachte in enkele hoofd trekken had uitgewerkt en de vraag had beantwoord, hoe het beöogde in de practijk moet geschieden, stond hij stil bij de critiek, die van meer dan één zijde op ons jeugdwerk wordt geoefend. Spr. stemde toe, dat veel in de practijk voor de vierschaar van het ideaal niet kan bestaan, maar deze schuldigverklaring ont- neme niet de moed om verder te gaan met de tot nu gevolgde methode, maar dan zó, dat heel het werk gedragen wordt door de persoonlijke overgave aan het Woord en de dienst des Heeren van allen die hierin bezig zijn. Bij de discussie, die op de inleiding volgde, kwamen 0.m. de volgende punten ter sprake de verhouding van enkeling en gemeenschap, het spreken van God tot individu en tot Zijn volk, de betekenis van be lijden en getuigen, de al of niet-handhaving van de methode in verband met de „indifferenten", de voor delen en de gevaren van de weekends, het dualisme bij ouderen in de levenspractijk, de actualiteit van het Woord, het Schriftlezen in het gezin als steun bij het jeugdwerk, de vruchten van het lidmaatschap ener jeugdvereniging voor later leven, de huidige situatie van „Jeugd en Evangelie", het spreken door jongeren met andersdenkenden, het spelelement in het werk van de Bond voor Geref. Jeugdorganisatie. Nadat Prof. Dijk in een uitvoerig en met grote aandacht beluisterd betoog de vele vragen en opmer kingen had beantwoord, werd aan de orde gesteld het tweede onderwerp van het congres„Internationale contacten". Dit werd ingeleid door Mej. J. M. Heukels te Maastricht, bestuurslid van de Geref. Meisjesbond. Zij behandelde haar onderwerp aan de hand van de volgende punten 1. De waarde van informatief contact. 2. De vraag naar dieper contact, voortkomend uit a. het besef van internationale verbondenheid b. missionaire drang. 3. Valse doelstellingen en verwachtingen van inter nationaal contact. 4. Vormen van internationaal contact a. aanmoedigen van correspondentie b. uitwisselingskampen c. deelneming aan internationale conferenties d. stoffelijke hulpverlening en geestelijke steun. 5. Aanvaardbaarheid dezer vormen in verband met de beperkte doelstelling der drie bonden. Bij de bespreking werd gevraagd welke maatstaf moet worden aangelegd ter beoordeling van de vraag, met welke organisaties in het buitenland contact kan worden aangeknoopt Welke voordelen en welke ge varen zijn verbonden voor jonge mensen, vooral in de leeftijd van 1216 jaar, aan de correspondentie met vrienden en vriendinnen in het buitenland Welke taak hebben de jeugdbonden t.o.v. het uitdragen van de Calvinistische beginselen naar het buitenland Bij de beantwoording der laatstgenoemde vraag, die in algemene bespreking werd gegeven, werd uitvoerig van gedachten gewisseld over de arbeid van het Ge reformeerd Jeugdcentrum t.a.v. zijn internationale taak, d.i. beïnvloeding van Christelijke jeugdorganisaties buiten onze grenzen en daardoor versterking van het Gereformeerde leven in Duitsland, Hongarije, Zuid- Afrika, Noord-Amerika, Schotland e.a. landen. Ver schillende congressisten gaven op grond van persoon lijke kennismaking met het jeugdwerk in genoemde landen hun mening hierover ten beste. De Voor zifter en Prof. Dijk brachten Mej. Heukels hulde voor het keurig en gedegen referaat, dat tot zo levendige en naar wij hopen vruchtbare discussie had geleid. Na rondvraag, waarbij o.m. de Voorzitter een be roep deed op de propagandakracht van alle aanwezi gen voor het Gereformeerd Jeugdcentrum, dat als een geloofsdaad begonnen is, ging Prof. Dijk in dank gebed voor en sloot de Voorzitter dit welgeslaagde jeugdcongres. GUNNING EN ZIJN BOODSCHAP VOOR ONZE TIJD door Dr J. J. R. Schmal. Uitgave van J. N. Voorhoeve, den Haag. Dit boekje wil niet meer zijn dan een „inleiding", een activering om het leven van de oude Gunning, de vader van de Pniël-Gunning weer tot voorwerp van studie te maken. Met Hoedemaker en Kuyper heeft Gunning het geestelijke leven uit de vorige eeuw sterk beïnvloed. Daarbij kiest de schrijver welbewust tegen Kuyper die te veel separatistisch was en te veel vooruit greep naar het Koningschap van Christus voor het hele leven naar des schrijvers oordeel. Aan dat oordeel hoeven wij wel niets toe te voegen. Overigens is de schrijver van meening, dat indien de Nederlandse theologen uit onze tijd Gunning beter kenden en verstonden zij tot de vernieuwing van de hedendaagse theologie de dialectische theologen (Bart en Brummer) niet nodig hadden gehad. De ge dachten van Gunning waren zo bevruchtend voor het kerkprobleem voor de Ned. Herv. Kerk en de toe komst van Jezus Christus, dat het verstaan van Gun ning alleen, de theologie weer op hoger plan had gebracht. Helaas is dat niet gebeurd. Tenminste nog niet. Moge dit boekje velen in Herv. kringen, die zich nu door de modetheologie van deze tijd laten mee slepen, tot bezinning brengen. Mógelijk dat het be leven van de Christelijke beginselen op het terrein van de maatschappij en de school, die nu door de dialec tische theologen aan de kant zijn gezet, weer werke lijkheid wordt. Al moeten wij vele gedachten van Gunning afwij zen, het boekje kan dan toch zijn nut hebben, doordat de ogen geopend worden voor de grote geestelijke gevaren, die menig theoloog bedreigen vanuit het dia lectische kamp. G. Z. Van de serie Evangelie en Wereld verschenen HET GEWETEN door Dr P. H. Esser en Dr P. Prins. CALVINISME EN ONVERDRAAG ZAAMHEID door Dr L. Praamsma. GELOOF EN HUMOR door S. J. Popma. Uitgaven van J. H. Kok N.V., Kampen. Dit is Evangelisatielectuur. Evenwel anders dan wij gewend zijn. Onder Evangelisatielectuur verstaan wij doorgaans een eenvoudig, kort pakkend geschriftje dat de man van de straat attent maaktop de eeuwige belangen. De serie^.Evangelie en Wereld" grijpt ho ger. Naast een blauwe reeks die bestemd is voor de medewerkers in de Evangelisatie-arbeid is er de bruine reeks, waartoe bovengenoemde drie brochures behoren. Ze hebben tot doel de meer ontwikkelde mens te be reiken. 't Is meer zware kost. Althans wat „Het ge weten" en „Geloof en humor" betreft. Het geweten is zelfs niet te lezen zonder enige wetenschappelijke scholing. Maar dat hindert niet, omdat ze juist be stemd zijn om ook onder de meer ontwikkelde mensen het Evangelie te brengen. Deze opzet kunnen wij niet anders dan van harte toejuichen. Te lang is alleen de lagere klasse van ons volk voorwerp van Evange lisatie-arbeid geweest. Met deze boekjes strekt zich het werk ook uit tot anderen, die hoger geplaatst zijn en in hun eigen sfeer worden aangepakt. Wel moeten de brochures niet maar luk-raak uitgereikt worden, doch met oordeel des onderscheids. Dan zal er onge twijfeld grote zegen van kunnen uitgaan. Bizonder trof mij het geschriftje van Dr Praamsma over Calvinisme en onverdraagzaamheid, omdat vele moeilijkheden waarmee ook onder ons door de jonge ren geworsteld wordt hier een antwoord1 vinden.. Het is een werkje, dat ik ook graag in de handen van velen onder ons zou zien. De Here zegene ook deze poging om de betekenis van het Evangelie van Jezus Christus in de geweldige crisis van het leven weer te doen verstaan en aan vaarden. G. Z. WISSEKERKE. Ontvangen over de maanden Juni en Juli voor de Evangelisatie in de provincie van de Classis Goes 230,73, van de Classis Tholen 106,61. De Penningmeester v. d. Prov. Deputaten, G. VISSER. Gironummer als zodanig 514305. Mijn persoonlijke gironummer is 426129. CLASSIS MIDDELBURG. Punten voor het Agendum van de September- Classis kunnen worden ingezonden bij de Scriba, M. Caljouw, Veerse Weg, Veere, vóór 25 Augustus. Namens de roepende kerk, J. C. STREEFKERK, Praeses. M. CALJOUW, Scriba. SCHOONDIJKE. Zondag 1 Augustus nam Ds D. de Vries afscheid van zijn gemeente. Hand. 2032 had hij als tekst gekozen. Na de dienst volgden de gebruikelijke toe spraken. Toegezongen werd Ps. 121:4. 29 Augustus hoopt hij D.V. zijn intrede te doen te Stadskanaal-Pekelderweg. Het adres der Geref. Kerk is thans I. J. van Bortel, Lange Heerenstraat 40. De kerkeraad van Schoonebeek verzoekt de kerken, van wie leden te werk zijn gesteld bij de olieboringen van de N.A.M., dringend deze namen door te geven aan haar predikant Ds G. Y. Vellenga, die thans ook telefonisch aangesloten is en wel onder no. 38. Voor de kerkeraad, G. Y. VELLENGA.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1948 | | pagina 2