UITGAVE VAM DE
DER GEREFORMEERDE
PA RTICU LIERE
K ER KEM I M
5 Y M O D E
Z E E L A M D
ZEEUWSCHE r KERKBODE
„EEtl PAO iri ÜVE VOORHOVE
WXX*"
BETER DAPi Pülienp S EDE fcS"
No. 50 VRIJDAG 21 JUNI 1946 1ste jaargang
Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOOIJ, Ds W. M. LE COINTRE, Ds A. A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TIEMENS
Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF. Middelburg
Abonnementsprijs: per halfjaar bij vooruitbetaling f 2,50.. Afzonderlijke nummers 10 ct. Advertentiën 20 ct. per regel
Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Iiittooij Olthoff, Middelburg, Spanjaardstraat 47. Telefoon 2438. Giro 42280
ALS IJZER EN KOPER
Jer. 15:12. Zal ijzer breken; uit
het Noorden, en koper?
(Vertaling G. Ch. Aalders).
Wij zijn maar menschen van een dag en
een uur, van vleesch en bloed, en onze jaren
gaan als een schaduw voorbij. Over onze
lichamelijke krachten maken wij ons niet
veel illusies maar ook over onze geestelijke
krachten niet; want wij weten wel dat wij
aan een groot geloof en aan groote moedige
daden niet toekomen, maar dat wij onze
dagen verdoen in een treurig vechten tegen
altijd dezelfde zonden, in een gedurig
worstelen met een heele vracht van aarzeling
en twijfel. Wij hebben natuurlijk gehoord,
dat de Heilige Geest woning gemaakt heeft
in de gemeente en dat er gaven des Geestes
en krachten des Geestes overvloedig worden
geschonken, maar als wij rondzien in de kerk,
beter, als wij rondzien in ons eigen leven,
zouden wij ook daaraan gaan twijfelen en
den moed verliezen. Want wat kunnen wij
van die kracht des Geestes eigenlijk zien,
wat wordt er openbaar?
Zoo gezien kunnen wij Jeremia heel goed
begrijpen als hij midden onder zijn werk op
eenmaal alle moed verloren heeft. Jeremia,
die zijn opdracht ziet, hoe ontzaggelijk zwaar
die is, en ook zijn eigen krachten ziet, hoe
hulpeloos klein die zijn; hij kan het niet
meer aan.
Jeremia's opdracht is ook geweldig zwaar.
Wij zouden bijna zeggenZwaarder dan van
eenig ander profeet. Altijd maar weer moet
hij oordeel aankondigen, dreigen met één of
ander onheil en zeggen dat de Heere het
ontfermen eindelijk moe is; en bijna nooit
valt er wat goeds te boodschappen. Lieflijk
mogen op de bergen de voeten zijn van de
genen die het goede verkondigen, Jeremia
weet daar niet van. Zwart als de nacht is de
mantel van dezen boetgezant.
Als Jeremia aan al deze dingen gaat
denken, kan hij niet meer„Wee mij, dat
mijn moeder mij gezond op de wereld ge
bracht heeft; wee mij, ongelukkig man; ik
ben aan het eind van mijn kracht."
Maar als Jeremia zoover gekomen is, grijpt
God hem aan; gaat de Heere hem toe
spreken met deze woorden„Jeremia, zal
ijzer breken, zal ijzer uit het Noorden of koper
breken
In die woorden des Heeren ligt voor Jere
mia een herinnering en een verwijt; want
hierin brengt de Heere zijn profeet de roeping
in herinnering, waarmee Hij hem geroepen
heeft en de belofte, die Hij hem. toen gegeven
heeft. Wij lezen daarvan in Jer. I.
Toen heeft de Heere gezegd„Zie, Ik stel
U heden tot een ijzeren pilaar en tot koperen
muren tegen het gansche land" (Jer. 1 18).
In die dagen van zijn roeping was Jeremia
erg jong geweest voor het profetisch werk
dat God hem opdroeg, maar de Heere had
gezegd, dat Hij hem zou maken' tot een man
als een muur, van ijzer en koper.
En nu, als Jeremia deze belofte vergeet en
zijn profetenwerk er bij neergooit, brengt God
hem deze belofte weer in. herinnering, met
een verwijtend vragenJeremia zal ijzer
breken
Koper en ijzer zijn de sterkste metalen die
Jeremia kentvooral ijzer uit het Noorden,
vervaardigd in dat geheimzinnige land der
Chalybiërs, waar ze de kunst van het ijzer
maken wonderlijk hadden begrepen.
En nu heeft de Heere beloofd, dat Hij
Jeremia zóó sterk zal maken. Maar laat hij
dat dan niet vergeten. Zooals ijzer en koper
niet breken, zoo zal ook de profeet des Heeren
staande blijven. Aan die belofte moet Jeremia
niet twijfelen.
Niet twijfelen aan de belofte, dat is het
geheim van de kracht der kinderen Gods.
Zoo ook wij, als wij de belofte van onzen
Heere Jezus Christus hooren, dat de Geest,
dien Hij als Trooster en Krachtvernieuwer op
Pinksteren gegeven heeft, eeuwig bij ons
blijven zal, dan moeten wij ons aan die be
lofte vast houden.
In zondenstrijd, in levensangst zal die
Geest ons sterk maken als ijzer en koper.
Het is immers beloofd, dan moeten wij
daaraan niet twijfelen!
O. D.
DE BEROEMDE ZUURDEESEMPOLITIEK
IN DE PRAKTIJK
Gelijk algemeen bekend, zijn er onder de Predikanten
in de Ned. Herv. Kerk een vrij groot aantal predikanten
onder aanvoering van Ds. Buskes c.s. toegetreden als
lid van de Partij van den Arbeid. Deze Partij werd met
veel ophef en in allerlei toonaarden den volke aan
gekondigd als inleidend een geheel nieuw tijdperk in
de geschiedenis.
Men verwachtte er wonderen van.
Zelfs in het weekblad „De Hervormde Kerk" werd
er op een haast bedwelmende wijze over geschreven.
De geboorte van de Partij van den Arbeid werd als
een groot historisch gebeuren aangekondigd. Het zou
mij weinig moeite kosten tal van wierookende zinnen
ên tirades te memoreeren.
De werkelijkheid-is anders uitgevallen. Na een twee
tal verkiezingen is het enthousiasme volkomen gedoofd.
Men houdt pijnlijke teleurgestelde nabetrachtingen.
Schoorvoetend moet men toegeven, dat men lucht-
kasteelen heeft gebouwd.
Wie de situatie weet te taxeeren, die verstaat dat
de Partij van den Arbeid ten doode is opgeschreven.
Deze kampromantiek van Si. Michielsgestel houdt het
geen jaar meer uit.
De Partij van den Arbeid is nu reeds de Partij van
den Aftocht om weldra te eindigen in de Partij van de
Afbraak. Dat is de harde realiteit van de feiten, waar
aan geen enthousiasme en Bijbelgebruik van Herv.
Predikanten en partijleden iets zal veranderen.
Wij gelooven gaarne, dat menig Herv. Predikant uit
oprechte geloofsovertuiging is toegetreden. Wij willen
gaarne aannemen, dat men meent dat een Christen zoo
als een zuurdeesem-getuige midden onder ongeloovigen
moet gaan staan. Maar tegelijk zien we dezen stap als
onjuist. Deze Herv. Predikanten, voor zoover ze werke
lijk positief belijdende Christenen zijn, zijn hier slacht
offers van een beginselnarcose.
En wij zijn zeer dankbaar, dat vele schapen beter
de rechte politieke weide hebben geweten dan deze
hun herders.
Wij betreuren alleen en zijn vol zorg daarover, dat
de Herv. Kerk aan den vooravond van poging tot weder
opbouw der Kerk tot waarlijk belijdende Kerk, in vele
van haar voorgangers zulk een bedenkelijke uiting van
beginselverwarring demonstreert.
Ondertusschen gaan ten spijt van alle waarschu
wingen der verkiezingen, deze predikanten door met
hun propaganda, blind voor het feit, dat ze tegen hun
bedoeling in, werken aan de afbraak van christelijke
politiek en invloed op ons volksleven.
Nog is de muur der antithese niet gevallen, maar
Ds. Buskes roept de getrouwen op voort te gaan met
er een bres in te slaan en zoo te komen tot de „groote
doorbraak".
Want het zal eerst goed worden in ons Vaderland
en het zal eerst goed gaan met de Kerk en haar bood
schap als de christelijke partijpolitiek van den aard
bodem verdwenen is. Dan zal de groote ure van de
zuurdeesempolitiek slaan.
Trieste verblindheid bij een man van zoo groote
gaven als Ds. Buskes.
Jammerlijke verwarring bij zoovele Herv. Predikanten.
Voor enkele maanden liet een Herv. collega aan
zijn pen ontvallen het ontstellende zinnetje „De mannen
van de Chr. Actie hebben de Kerk (bedoeld zal wel zijn
de Ned. Herv. Kerk) bloedarm gemaakt." Droeve ver
doling van gedachten en tevens droeve onkunde.
Zoo iets kan men alleen schrijven, als men onwetend
is over wat de mannen van de Christelijke Actie werke
lijk gepresteerd hebben, ook tot heil der Kerk en als
men volkomen mistast over de wezenlijke oorzaken, waar
door een Kerk aan bloedarmoede gaat lijden.
Maar nu de practijk van de zoo hooggeroemde zuur
deesempolitiek. Voor mij ligt „Het Vrije Volk", Democra
tisch Socialistisch Dagblad van 4 Juni 1946.
Een orgaan van de Partij van den Arbeid, waarvan
dan sommige Herv. Predikanten zooveel verwachten, ook
voor het Evangelie. Welnu, daar wordt dan de zuur
deesempolitiek in practijk gebracht. Ge vindt daar een
rubriek „In en om de Kerk". Dat is inderdaad werkelijk
iets nieuws. Een dergelijke rubriek vond men vroeger
niet in „Het Volk", waarvan naar eigen uitdrukkelijke
verklaring „Het Vrije Volk" een voortzetting is.
Toen had men daar de beruchte spot tersrubriek
„Oproerige Krabbels" van Kleerekoper.
Er is dus iets veranderd. Thans een rubiek „Kerk
nieuws" in „Het Vrije Volk".
In het nummer van 4 Juni schrijft Ds. L. H. Ruitenberg
deze rubriek, dezelfde predikant, die week aan week
in het blad „De Hervormde Kerk" voorlichting geeft.
Hij licht in dit nummer van „Het Vrije Volk" de
lezers in over enkele gedachten van andere predikanten
en wel over orden en retraites. Een predikant heeft n.l.
het pleit gevoerd voor oprichting van Protestantsche
orden, welke hij zich denkt als hulptroepen voor de
Kerk. Een andere predikant, Doopsgezind, propageert
de instelling van retraites.
Ds. Ruitenberg geeft van deze dingen de hoofdge
dachten weer met een korte toepassing. Wij gaan daar
nu niet verder op in. We constateeren alleen, dat er dus
in „Het Vrije Volk" een rubriek Kerknieuws is, waar
over geestelijke dingen gesproken en gedacht wordt van
uit een bepaalde visie door een predikant, lid van de
Partij van den Arbeid.
Is dat niet prachtig Moeten we ons daar nu niet
over verblijden
Dat is dan heel iets anders dan vroeger de Oproerige
Krabbels met den bijtenden spot over Kerk en Christen
dom
Heeft de Kerk nu niet gewonnen
Wat heeft de man van de antithese-politiek nu nog
te zeggen
Hij moet wel beschaamd zich bekeeren. Maar nu de
verdere inhoud.
Naast de rubriek „In en om de Kerk", daar vindt ge
een kolom met opschrift„Open brief aan Mevrouw
Annie Romein-Verschoor."
Een korte exegese is noodig.
Deze Mevrouw Romein sprak Zondag 2 Juni voor de
radio over Zondagsrust.
Aan het slot heeft zij een paar maal gevraagd
„Wat doe jij met je Zondag?"
Welnu in dezen open brief geeft een anonieme in
zender haar een antwoord.
Het is een antwoord vol spot en grapjasserij van