ZEEUVSCHE t KERKBODE
UITGAVE VAM DE
DER GEREFORMEERDE
r
<rs
PARTICULIERE 5 YMODE
KERKEM I M ZEELAMD
TWIJFEL EN OPDRACHT.
(EEf1 DAG I tl UVE VQORHO VEIj IS
wii^"
BETER. PArt PülXÊrtO e LDE fcsM
No. 44 VRIJDAG 10 MEI 1946 1ste jaargang
Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOOIJ, Ds W. M. l£ COINTRE, Ds A. A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TIEMENS
Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg
Abonnementsprijs per halfjaar bij vooruitbetaling f 2,50. Afzonderlijke nummers 10 ct. Advertentiën 20 ct. per regel
Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middelburg, Spanjaardstraat 47. Telefoon 2438. Giro 42280
En als zij het zagen, baden zij Hem
aan doch sommigen twijfelden.
En Jezus bij hen komende sprak
tot hen zeggende Mij is gegeven
alle macht in hemel en op aarde.
Gaat dan henen
tiïatth. 28 17 - 19a.
De kerkgeschiedenis mag deze tekst wel
met een zeer zware letter drukken. Want
deze samenkomst is voor de kerk van groote
beteekenis geweest.
Dat kunnen we al dadelijk zien, doordat
we hier te doen blijken te hebben met een
conferentie van ambtsdragers. Hier zijn
tegenwoordig de elf apostelen en dat zijn de
vertegenwoordigers van de kerk.
En die elf apostelen die zijn hier samen
gekomen niet uit eigen initiatief, maar krach
tens oproep. Jezus heeft hen hier „beschei
den" (vs. 16), en dit is dus geen gewone
verschijning van den Heiland, waarin Hij
plotseling en onverwacht zich aan de It^.ien
openbaart, maar dit wil niet anders zijn dan
een voorbereide officieele vergadering van
den Koning der kerk met zijn officieren.
En ten derde blijkt het groote belang van
deze vergadering daaruit, dat de groote op
dracht, het wereldbevel tot ontplooiing van
alle krachten op alle fronten juist bij die
gelegenheid gegeven wordt.
En nu staat daar één ding dat daar ge
weldig tegen afsteekt. Dit, dat sommigen
twijfelden. Waar ze aan twijfelden staat
er niet bij. De Schrift laat hier een groote
ruimte. Zij wil alleen aandacht vragen voor
het wonderlijke en gevaarlijke geval, dat
op den dag van de ambtsdragersconferen
tie, na Paschen, en na verschillende ver
schijningen, en na officieelen oproep, en
met Jezus, den Opgestane vlak bij hen, er
nog steeds ambtsdragers van Christus zijn
die twijfelen.
En zij wil ons óók laten zien, dat Chris
tus mede aan die twijfelaars de opdracht
geeft om de wereld voor Hem te veroveren.
Dan schudden wij het hoofd. Moet dat nu
zóó En kan dat zóó Is dat het begin
van de kerk Wat zal dat worden als
Jezus zoo meteen heelemaal riiet meer bij
ze is Dan hebben ze kans, dat ze nog
veel harder gaan twijfelen, en er is toch
geen mensch die gelooft dat twijfelaars
goede propagandisten zijn.
Ik geloof dat er weinig plaatsen in de
Schrift zijn, die ons zóó duidelijk laten
zien, dat het Koninkrijk Gods niét afhan
kelijk is van onze kracht en zelfs niet van
de kracht van onze overtuiging. Dat is
nu juist de Paaschglorie van Christus, dat
Hij menschen de wereld instuurt, die voor
hun taak totaal ongeschikt schijnen, en dat
Hij dan toch rustig zegt Ga. En dan gaan
ze, en ze hebben hun taak volbracht, deze
zwakke menschen, ze hebben gestaan op
de wegen, ze hebben gepreekt in de hui
zen, zij zijn gevangen gezet, gegeeseld, ver
bannen, en hoe konden ze het volhouden?
Welke kracht hield hen staande Waar
om deden ze het toch altijd weer, wat hen
een dag tevoren met bedreiging van gevan
genis en dood was verboden Omdat daar
tusschen den twijfelaar en de hem gegeven
opdracht nog iets anders staat. Dit Mij
is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
En omdat door deze macht de overwinning
en de volharding gegarandeerd is.
Dat moeten de twijfelende discipelen
van vandaag óók weten. Zij moeten goed
vasthouden, dat Christus zelfs zulke men
schen gebruiken kan. Dat Hij zelfs een
taak voor ze heeftj dat Hij ze niet loslaat.
En nu, wat doen wij Twijfelen óf
voor Christus' koninkrijk werken In dat
laatste geval is er de garantie, dat de twij
fel verdwijnt en dat we gedreven worden
door den Christus, Die alle macht heeft in
hemel en op aarde.
VI. J. H.
VREEMDE VRIJMAKING
TE BROUWERSHAVEN
Ds. J. Meester te Brouwershaven heeft zich „vrijge
maakt". Dat dit de consequentie zou worden van zijn
opvattingen was te vreezen. De berichten den laats.ten
tijd in dg Pers der „Vrijgemaakte" Kerken wezen ook
in die richting. Wie in de Zeeuwsche Kerkbode van
19 April '46 zijn „Ingezonden Stuk" heeft gelezen, ver
baast zich ook niet meer over de genomen beslissing.
Daaruit bleek wel heel duidelijk tweeërlei. Primo
Ds. Meester kan of wil niet meer luisteren naar wat
onze Synodes hebben uitgesproken als belijdenis en
daarom als bindende taal. Dwars tegen de uitdrukke
lijke verklaring der Synode in, zegt Ds. Meesterhet
is niet zoo. Natuurlijk houdt dan elke discussie op en
elke mogelijkheid van kerkelijk samenleven.
SecundoDs. Meester heeft opvattingen over het
Verbond, die door onze Synode als beslist onschriftuur
lijk zijn afgewezen.
Voor hem toch is de Doop de positie, waarin alle
gedooptén zonder onderscheid verkeeren. Wie zoo iets
leert, is in zijn Doopsbeschouwing niet meer' Gerefor
meerd.
Het spijt ons meer dan wij zeggen kunnen, dat Ds.
Meester de gemeenschap met onze Kerken verbroken-
heeft.
Voor hem zelf moet het wel eën verademing en
bevrijding zijn, dat hij nu eindelijk tot klaarheid van
positie kwam. Zijn positie was ook onhoudbaar twee
slachtig.
Predikant in onze kerken en. tegelijk week in week
uit schrijvend in de „Vrijgemaakte" Pers, welke onze
Kerken en Synode fel aanvalt en bestrijdt.
Dat- iemand tot de overtuiging komt, dat hij de
beslissingen eener Synode niet kan en mag aanvaarden,
laat zich verstaan en valt te eerbiedigen, al geschiedt
dit onzerzijds met leedwezen.
Dat Ds. Meester gaat zeggen „Ik kan niet anders,
naar mijn overtuiging mag ik voor God de beslissingen
der Synode niet aanvaarden", dat kunnen wij ons in
denken.
Wij blijven daar af, wij randen dat niet aan.
Wij begrijpen dan ook dat het conflict daarmede
gekomen is en dat onze wegen scheiden, hoe smartelijk
dit ook zij.
Wat we niet begrijpen is, dat Ds. Meester in dit
ernstig conflict de dingen op zijn kop zet.
Hij breekt met onze kerken en roept tegelijk de
menschen op in de kerk te blijven. Het volgende briefje
richtte Ds. Meester tot de leden der .Geref. Kerk van
Brouwershaven, waarmede hij 5 April brak.
BLIJFT IN DE KERK
Geliefde Broeders en Zusters,
Langs dezen ietwat ongewonen weg richt ik mij
ditmaal tot U. Graag zou ik deze eenvoudige dingen,
welke ik U in dit briefje wil voorhouden, met U even
bespreken van mond tot mond en oog tot oog. Maar
omdat dat niet overal tegelijk kan, kies ik dezen weg.
In deze dagen van kerkelijke spanning wordt gezegd,
dat WIJ UIT DE KERK ZIJN GETREDEN. Gij wordt op
gewekt om dat niet te doen en daarom niet meer den
dienst des Woords in de samenkomsten der gemeente
te» bezoeken.
Is dit waar? Is de meerderheid van den Kerkeraad,
waaronder ik zelf, uit de Gereformeerde Kerk getreden
Is het waar, dat Ds. Meester niet meer Gereformeerd is
Laat ik voor de duidelijkheid deze vraag in tweeën
splitsen
le. zijn wij uit de Gereformeerde Kerk getreden?
2e. hebben wij het verband met de Gereformeerde
Kerken in Nederland verbroken
Op vraag 1 antwoorden wij NEEN. Hoe komt men
er bij Wat is de Gereformeerde Kerk Dat is de
vergadering van Christusgeloovigen, die alle hun zalig
heid zoeken buiten zichzelf in den Heere Jezus Christus
en die als vergadering staan op den grondslag der
vrije genade zooals deze wordt beleden in de Gerefor
meerde Belijdenissen, de zoogenaamde Drie Formulieren.
Toen ik beroepen ben te Brouwershaven en bevestigd
in het ambt, heb ik deze Formulieren als d.en eenigen
belijdenisgrondslag met mijn handteekening onder-
teekend. De overige broeders van den Kerkeraad
hebben datzelfde gedaan toen zij in hun ambt werden
bevestigd.
Zijn wij aan deze Belijdenis ontrouw geworden
Hebben wij onze onderteekening niet gehouden Is
onze prediking niet meer bijbelsch en niet meer gerefor
meerd? Niemand zal dat kunnen en willen zeggen,
dunkt ons. Welnu dan zijn wij er ook. Wij zijn Gerefor
meerd gebleven en hopen dat wij door Gods genade
deze belijdenis nimmer zullen verlaten.
Nu vraag 2hebben wij het verband met de
Gereformeerde Kerken in Nederland verbroken Weder
om antwoorden wij NEEN, dat hebben wij niet. Wat
is er dan gebeurd Wat heeft de meerderheid van den
Kerkeraad dan besloten in de vergadering van Vrijdag
5 April? Dit, dat wij bepaalde, met name genoemde,
zondige besluiten en handelingen van Synodes, welke
besluiten ons eoncientiedwingend waren opgelegd, ver
worpen hebben. Waarom deden wij dat Wij hebben
deze besluiten verworpen omdat zij naar onze over
tuiging niet gegrond zijn op het Woord van Christus,
de eenige Koning van Zijn Kerk, ook van de Geref.
Kerk van Brouwershavenen ten tweede, omdat zij
kerkontbindend gewerkt hebben en nog werken.
Hebben wij, dit doende, zonde gedaan?
Neen. Integendeel. Wij hebben als gemeente den
strijd aangebonden tegen bepaalde zonden. Zijn wij
daardoor buiten het verband met de Gereformeerde
Kerken geraakt
Zeer waarschijnlijk zullen wij daarbuiten geplaatst
worden, want men mag tegenwoordig bovenaangeduide,
zondige besluiten van Synodes niet verwerpen.
Zijn wij veranderd? Zijn wij niet langer Gerefor
meerd? Geen sprake van. Wij zijn begonnen terug te
keeren tot den alouden weg, die veelzins verlaten was.
God helpe ons.
Brouwershaven, 16 April 1946.
J. MEESTER.
Ik aarzel niet Opschrift en Inhoud misleidend tc
noemen. Blijft in de Kerk Ja maar, daarmede is niet
bedoeld in de Kerk, welke opgenomen is in het Kerk
verband der Geref. Kerken, maar in de Kerk, zooals
die moet zijn en zich gedragen naar het oordeel van
Ds. Meester.
Dit is je reinste individualisme.
En hier worden de dingen inderdaad radicaal op
den kop gezet. Op de vragen in dit briefje wil ik kórt
het antwoord geven, dat Ds. Meester had moeten geven.
le. Is Ds. Meester uit de Geref. Kerk getreden