KERKNIEUWS.
zich concehtreeren, daarvoor welbewust jaren van zijn
leven, opófferen, onverbiddelijk vegetariër, zijn, ziedaar
de geboden. We zijn hier in de wereld der oude Olym-
piadés, waar roem ën carrière in het stadion het alles-
beheerschende was.
Het is. vandaag-voor velen niet anders.
De sportkrant is hier Bijbel.
Zij leven, strijden en sterven in het- stadion.
Zij doen het met een Spartaansche taaiheid en zelf
tucht.
Onze tijd is ver over de grens met zijn sportwaar-
deering en verheerlijking.
Ik aarzel niet dit afgoderij te noemen.
In de taal onzer belijdenis is afgoderij in de plaats
van of neven God iets hebben of verzinnen, waarop wij
vertrouwen.
De mensch moet iets hebben buiten zichzelf om te
vereeren.
Wie den waren God niet vereert, komt tenslotte bij
een afgod terecht.
En waar de smaken verschillen, bij vele afgoden.
De een vereert den Mammon, de andere wetenschap
of kunst. Een derde roem en carrière van de sport.
Waar God niet meer als het „allerhoogst en eeuwig
goed" wordt gekend en gezocht, daar raken alle dingen
van hun plaats en buiten hun maat. Daar vragen men-
schen voor een bokscarrière, wat alleen maar gevraagd
mag worden voor den dienst aan Godzich offeren
met lichaam en ziel.
Arme wereld, waar deze afgoderij haar triumphën
viert.
Er ligt ook iets beschamends in de Spartaansche
hardheid en zelfdiscipline, waarmede de sportkampioenen
zich trainen.
Paulus verstond dat reeds. Met een zekere voor
liefde gebruikt hij het beeld van worsteling en inspanning
in het stadion, om eigen leven als Christen te teekenen.
„Ik bedwing mijn lichaam en breng het tot dienst
baarheid", zoo zegt hij in 1 Cor. 9 27.
Hier is de rechte visie op het leven. Volledige over
gave niet aan de sport, maar aan Jezus Christus.
De moderne afgoderij van het sportveld ligt vlak
naast het strijdperk van het christenleven.
Verander in het boven geciteerde het woordje
„boksen" in „Jezus Christus" en Ge hebt wat ons be
staan moet zijn
Van nu af aan dénken aan en leven vóór Jezus
Christus, zich concentreeren op Hem, zijn leven opofferen
aan Hem.
Hij heeft het leven verlost van het verderf.
Hij kan onze wereld ook alleen verlossen van haar
sportvergoding.
Ook op het sportveld, ook in het stadion moeten we
Hem toebehooren naar lichaam en ziel.
M. N.J.H.
QUO VADIS NED. HERV. KERK?
De dagbladen meldden de vorige week het volgende
bericht over een adres aan de Herv. Synode
„Een groote groep leden der Ned. Herv. Kerk te
Vlaardingen, heeft zich in een adres gewend tot de
Generale Synode der Ned. Herv. Kerk, waarin zij o.a.
schrijven met zorg vervuld te zijn over de wijze,- waarop
de Ned. Herv. Kerk zich onder partijbeïnvloeding gaat
stellen. Het krijgt er allen schijn van, aldus het adres,
dat er een nauw verband gaat bestaan tusschen de
Partij van den Arbeid en de vernieuwing der Ned.
Herv. Kerk en dat de Synode zich inzake de politiek
met één bepaalde partij heeft verbonden."
Adressanten zeggen, dat er onder de leden der Kerk
over dit alles groeiende onrust bestaat en dat velen
van hen principieel afwijzend blijven staan tegenover
partij-politieke beïnvloeding der Kerk.
Adressanten achten een principieel samengaan met
degenen, die op een ander fundament bouwen dan
Jezus Christus, onverantwoord, tevens me enen zij, dat
de kerk zich niet binden moet aan welke partij dan ook.
Ten zeerste bekommerd over dezen gang van zaken
doen adressanten nu een ernstig beroep op de Synode
om die stappen te doen, welke noodig zijn, opdat op
den ingeslagen weg niet verder wordt voortgegaan en
de kerk niet van het ééne juk bevrijd, een nog zwaarder
juk wordt opgelegd.
Wij voor ons verstaan dit adres uit Vlaardingen.
Wij achten het een zeer begrijpelijke zorg, die gelukkig
duizenden harten in de Ned. Herv. Kerk vervult.
Wij hebben dit adres met dankbaarheid gelezen.
Het was ons een verademing. Menig woord is ons uit
het hart gegrepen en wij zijn overtuigd dat deze leden
der Ned. Herv. Kerk uit Vlaardingen voor den waar-
achtigen opbouw van hun Kerk met dit adres veel
gedaan hebben. Hier wordt tenminste duidelijk gezegd
waar het op staat zonder heen en weer te praten in
vage en zwevende terminologie, waarmede men niemand
een dienst bewijst, allerminst zich zelf.
Wij zijn dankbaar dat deze broeders uit Vlaardingen
het alarmsignaal in werking hebben gezet.. Er is naar
onze overtuiging reden voor. Het werd zelfs hoog tijd.
Ofschoon wij geen lid zijn der Ned. Herv.- Kerk, wij
zijn allerminst koele toeschouwer, maar leven, we mogen
het zonder onwaar te zijn zeggen, intens mee met de
veelszins lofwaardige, eerbiedwaardige worsteling en
inspanning om de Ned. Herv. Kerk op alle terrein des
levens te activeeren. Het leven klopt en bruist on
stuimig in de Vaderlandsche Kerk. In vele opzichten
een verrassend en verblijdend verschijnsel. Jaj er is
zulk een onstuimige dadendrang en zulk een surplus
van krachten openbaar geworden, dat menigeen in de
-Herv. Kerk zelve zich afvraagt of de Kerk niet gevaar
loopt om te gaan lijden aan over-organisatie en over
belasting.
Hoe dit ook zij, er is een verblijdende dadendrang,
die bezielend en meesleepend werkt.
Maar dit neemt niet weg, dat er onder al dien ijver
toch ook symptonen openbaar worden, die velen in de
Herv. Kerk en ook vele Gereformeerden buiten de Herv.
Kerk met groote zorg vervullen.
Wij zijn geregeld lezer van „De Hervormde Kerk",
weekblad van den Hervormden Raad voor Kerk en
Publiciteit. Dit weekblad wordt onmiskenbaar met vaart
en élan door een bekwame staf redacteuren geredigeerd.
Het klopt ook vol levens- en dadendrang. Het is
onstuimig vol van plannen en aanpak van vele dingen.
Meer dan eens staan er uitstekende artikelen in en
toch wordt al dat goede telkens weer doorkruist door
gevaarlijke en vage artikelen, welke permanent heen
en weer golven tusschen ja en neen.
Bij al het enthousiasme en de ijver, welke de redac
teuren voor hun Kerk hebben, moet ik vaak onder het
lezen denken aan wat Paulus van de Joden getuigt
„Ik geef hun getuigenis, dat zij een ijver tot God
hebben, maar niet met verstand." (Rom. 10:2).
Met name verontrustend en zorgelijk acht ik wat in
dit weekblad enkele malen van de hand van den Hoofd
redacteur geschreven is over de Politiek. Ik vermoed
niet ver van de waarheid af te zijn als ik de zorg en
de onrust in Vlaardingen daarmede ook in verband
zie staan.
Daar heeft een artikel in gestaan, waarin de Hoofd
redacteur bizonder stil stond bij de oprichting van de
Partij van den Arbeid. Het was van een merkwaardig
medeleven getuigend. Zeker, er werd in dat artikel wel
niet ronduit gezegd, dat de leden van de Ned. Herv.
Kerk en bloc zich moesten melden bij deze nieuwe
partij, maar de stichting van deze partij werd dan
toch maar als een groot gebeuren voor ons volk ge-
teekend, ook van groote beteekenis voor de Volkskerk.
Het artikel droop duidelijk van sympathie en zoo
ergens dan werd hier bewaarheid, dat elke formuleering
van een zaak, reeds een waardeeringsoordeel bevat.
De. Hoofdredacteur heeft blijkens een later artikel onder
den titelDe weg terugof voorwaarts van 6 April
1946, blijkbaar nogal rumor in casa gehad over dat
medeleven met de Partij van den Arbeid.
Meer dan wij kunnen zeggen, verblijdt ons dat.
Want als wij van één ding diep overtuigd zijn, dan is
het wel hiervanEr is voor de Ned. Herv. Kerk geen
heil, wel onheil te verwachten van de Partij van den
Arbeid. En als wij denken aan het vriendelijk toewuiven
dezer nieuwe Partij door vele Ned. Herv. Predikanten,
die daarmede de Christelijke Politiek loslaten, dan
vreezen wij het ergste.
Dan vreezen wij dat er niet gebouwd, maar veeleer
afgebroken wordt.
De Partij van den Arbeid is niet een groot gebeuren,
maar integendeel een ernstig symptoom van verzwakking
van oordeel en verblinde beginselloosheid.
Heel die Partij van den Arbeid, waarin de belijder
'van den Christus naast den overtuigden atheïst gaat
zitten, is een onmogelijkheid. Zij is geboren uit kamp-
romantiek, welke in de kille dampkring der werkelijk
heid weldra zal sterven, eerder dan velen vermoeden.
Wij zijn dankbaar dat Vlaardingen de sirenes liet
hooren. Er is groot gevaar dat de wagen der Kerk op
een verkeerd spoor komt te staan, ja zelf een locomotief
wordt voor de Partij van den Arbeid.
Wij vragen ook met zorg Quo vadis Vaderlandsche
Kerk?
M. N.J.H.
JEZUS CHRISTUS, DE VREDE VOOR HET
VUURPELETON
In een eenvoudig, maar in zijn eenvoud ontroerend
gedicht van de hand van Ds. J. J. Buskes,_zien wij hoe
Jezus Christus, de Gekruiste en .Verrezen Heiland,
waarlijk vrede schenkt in het aangezicht van den dood.
Hij neemt waarlijk de vreeze des doods weg, heeft die
ook weggenomen bij menig dapperen illegalen strijder.
Dit is geen praatje, maar werkelijkheid.
IN MEMORIAM JORIS DE HEUS
Hij was een Nederlander
en hielp een Engelsch piloot.
De Gestapo nam hem gevangen
en veroordeelde hem ter dood.
Hij had een vrome moeder
en heette Joris de Heus.
Het bloed sloeg door zijn lichaam,
als het bloed van een watergeus.
Hij zat vijf weken gevangen
in een cel aan het Haagsche Veer.
Bij het luchten, iederen morgen,
liep hij met mij op en neer.
Wij zagen naar de wolken,
die kwamen van over Westmaas.
Het heeft ons niet geholpen,
wolken, zijn week, helaas.
Hij had zijn geloof verloren
en deed er niet meer aan,
Maar in die laatste weken
is veel door hem heen gegaan.
Hij hield veel van1 zijn moeder,
maar zei bitter „neen" tegen God.
Hij kon den dood niet aanvaarden
en lag overhoop met. zijn lot.
Maar op één van de laatste dagen
bleef Joris voor mij staan,
zag mij, die zijn vriend was geworden,
zoo vreemd en wonderlijk aan.
Ik heb mijn kop gebogen,
al heeft het veel gekost.
Nu ben ik, zei hij bewogen,
door Jezus Christus verlost.
Maar als ik tegen den muur sta,
houd ik mijn kop recht in de zon.
Ik ben niet bang voor den dood meer,
nu ik het leven won.
Vertrouwend zal ik de loopen
mijn hart en mijn leven biên.
Nooit zullen de lammelingen
een traan in mijn oogen zien.
Dat zei hij, dien laatsten morgen.
Ik zag mijn vriend nooit meer.
Dit waren zijn laatste woorden,
de allerlaatste keer.
Hij was een Nederlander
en hielp een Engelsch piloot.
De Gestapo nam hem gevangen
en veroordeelde hem ter dood.
Joris.de Heus van Westmaas werd in September 1941
gefusilleerd, omdat hij een Engelsch piloot geholpen had.
Ruim vijf weken zat hij gevangen in een cel van het
Haagsche Veer te Rotterdam.
Drietal te Heerde J. Z. Potjer te Borger, Joh.
Ribberink te Grootegast en A. J. Stolte te Wierdente
Leiderdorp (2e pred. pl.) H. Brinkman te Amerongen,
O. van Noort te Barendrecht en H. J. Swierts te Tholen.
r Tweetal te Tv/ijzel J. P. Rozendal te Visvliet en
K. Talsma te Oosterbierum te Arnhem (vac. H. v. Andel)
J. F. H. v. d. Bom te Ijlst en D. W. v. d. Laan te 's-Gra-
venzande. Te Hillegersberg-Straatweg (2 vac.) G. Brink
man te Nijkerk o. d. Vel. en O. v. Noort te Barendrecht.
M. Wildschut te Hilversum en J. Vrolijk te Zeist. Te
Nieuw-Amsterdam (2e pred. pl.) K. Talsma te Ooster
bierum en E. Verburg te Pernis.
Beroepen te Beetsterzwaag L. Moesker te
Rhenen; te Emmeloord (N.O.P.) J. Bos te Baarn; te
Haarlem (vac. Js. v. d. Linden) J. A. van Arkel te Naald
wijk te Scherpenzeel H. Herder te Schoonrewoerd
te Leiden (vac. J. Weggemans) H. H. Grosheide te
Andijkte Leiderdorp (2e pred. pl.) O. van Noort
te Barendrechtte Zandvoort H. Veldkamp, geestelijk