en politieke worsteling, altijd om de laatste en hoogste dingen. Niet alleen in de concentratiekampen van Hitier. Heel het Christendom is goed beschouwd één wor steling tegen de bedreiging dat het menschelijk leven wordt een concentratiekamp met het geweld en de heerschappij van den duivel en de zonde. Wie dat verstaat, die kan niet anders dan alle Christenen oproepen tot eenheid, waar die maar eenigszins mogelijk is. Zoo ergens, dan is ze in vele opzichten mogelijk en dringend noodig in de politieke en maatschappelijke worsteling onzer dagen. De strijd gaat hier juist tegen het concentratiekamp van Staatsalmacht, steeds een gevaarlijk instrument van den Booze. M. N. J. H. TEST UW BIJBELKENNIS. Antwoorden op de vragen in No. 38, Vrijdag 29 Maart. 1°. De vrijsteden onder Israël voor vluchtende dood slagers warenKedes, Sichem, Hebron, Bezer, Rainoth, Golan (Jozua 20:79). 2°. Die voor zijn kinderen na feestmaaltijden geregeld offerde was Job (zie Job 1:5). 3°. De deugdzame huisvrouw wordt in Spr. 31 be zongen. 4°. De Uitstorting des Heiligen Geestes voorspelde de profeet Joël (zie Hand. 2: 1621). 5°. Kwade beesten, luie buiken noemt Paulus naar een spreuk in dien tijd de bewoners van Creta (Tit. 1 12). Nieuwe vragen 1°. Leert het Oude Testament reeds dat wij God zul len liefhebben boven alles en de naaste als ons- zelve en waar 2°. Vinden we in het O.T. ook reeds het bevel om onzen vijand lief te hebben en waar 3°. Wat is de beteekenis van „oog om oog en tand om tand". 4°. Wie was Maher Schalal Chaz Baz? 5°. Welke stad werd in oude tijden de goudene ge noemd WILLIAM CAREY. 2. De 18e eeuw in korte trekken. Wanneer we in enkele korte trekken de godsdien stige invloeden in Engeland teekenen, die zulk een be langrijke rol speelden in het leven van William Carey, dan zullen we tevens enkele belangrijke namen noemen van hen, die ook een wereldreputatie genieten. Zoo ontmoeten we b.v. in dien tijd in Leipzig de groote musicus Johann Sebastiaan Bach (16851759), cantor van de St. Thomaskerk, beroemd door zijn fuga's and zijn „Passionen". Een man, die in zekeren zin boven tijdelijk kan genoemd worden en die in elk geval stond boven de geest van de 18e eeuw. Dr Bartstra be schrijft in zijn Wereldgeschiedenis, deel V, de 18e eeuw en verondertelt, dat Bach sterk beïnvloed is ge weest door het Piëtisme. Zijn muziek was inderdaad het tegenovergestelde van de frivole Rococo en had zijn oorsprong in het religieuse hart. In 1755 werd een begin gemaakt met de opgravin gen van Pompei'. Toen de intellectueele wereld gecon fronteerd werd met de resultaten van dit werk werd de geheele structuur van het Classicisme en Rococo sterk beïnvloed. Er kwam een groote liefde voor de eerste en de laatste verloor zijn bekoring in de harten van de menschen. Marie Antoinette liet haar boudoir inrichten in de stijl van Pompeï. Groote invloed werd uitgeoefend door het Rationa lisme en Empirisme zooals we boven zeiden. We noe men hier alleen de namen van Christiaan Wolff (16791754), David Hume (17111776) met zijn beroemd boek Inquiry concerning human understan ding, Charles de Secondat, baron de Montesquieu (16891755) met zijn determinisme in zijn boek: „Causes de la grandeur de la décadence des Romains" en „Espirit des lois", Francois Arouet Voltaire die het esperimentalisme van Newton propageerde, en wiens werken „Histoire de Charles XII en Essai sur les moeurs et l'esprit des nations" een verheerlijking wa ren van de verlichte rede. Namen van Diderot (1718 1784) en d' Alembert, als auteurs van hun Encyclo paedic met zijn rationalistische tendenzen hadden een enorme invloed op het Continent van Europa and ook op Engeland. De middeleeuwsche vrees voor de hel, duivel, demonen en geesten werd verdreven. Maar bovendien en dat is erger had het Rationalisme een groot aantal menschen beroofd van hun geloof in de Heilige Schrift, vooral in de hoogste stand. De lagere en middenstand handhaafden hun houvast aan de oude waarheden van de Schrift en werden niet zoo spoedig geschokt door het rationalisme als de upper ten. In dit verband mogen we niet overslaan de namen van Jean Jacques Rousseau (17121778). Het rede neeren van wijsgeeren en het gebrek aan nieuwe ze den, nadat het volk beroofd was van zijn godsdienst, had ontevredenheid opgewekt. Deze man nu trachtte nu aan te toonen in zijn „Discours sur l'égalité," welke de diepste oorzaken van het falen van zijn tijd waren. Hij beweerde, dat de mensch in het algemeen, maar in het bizonder de kinderen zich moesten losrukken van de verstorende invloeden van de „grown-ups", de grooten. Deugd, plicht en liefde voor de naaste, wa ren de woorden door welke hij trachtte stuur te geven aan de op drift geraakte harten. „Emile ou de l'éduca- tion" en Julie of de la nouvelle Héloise", en later Contract Social, hadden een machtige invloed op zijn tijdgenooten en ze kunnen genoemd worden de voor- loopers van de Fransche revolutie. Wat de politiek van Engeland aangaat, hier willen we alleen noemen de verschijning van William Pitt wiens woorden Ik weet, dat ik dit land kan redden en dat er niemand anders is die het kan", niet heel bescheiden waren maar wiens prestaties geweldig wa ren. In dezen tijd werd Fort William in Bengalen, waarheen William Carey 'ging, genomen door Nabab Soeradja Daula hoofdzakelijk te wijten aan de half slachtige en onbekwame directeuren van de Oost In dia Company. Hier ook noemen we de oorlog tusschen Engeland en zijn koloniën en het dramatische einde. Aan de andere kant moet genoemd worden de roem rijke reis van James Cook (17691779) die nieuwe middelen schiep voor de koloniale expansie in ver schillende deelen van de wereld. A. H. O. GROOTE BEDRIJVIGHEID TE GENÈVÉ. Aan de vergadering van het voorloopig Comité van den Wereldraad van Kerken, die van 21 tot 23 Fe bruari plaats had, werd deelgenomen door meer dan 50 leden uit 20 verschillende landen. De bijeenkomsten werden gehouden in het nieuwe gebouw van het secre tariaat van den Wereldraad, dat in het najaar ge opend is, en werden gepresideerd door Ds Mare Boeg- ner, voorzitter van het uitvoerend bestuur. De aandacht, die de conferentie allerwege trok niet in het minst van de vertegenwoordigers van de wereldpers toont aan, welk een levendige be langstelling er op het oogenblik alom bestaat voor een Kerk, waarin Christenen spreken en handelen. Er werd besloten een algemeene vergadering te hou den in 1948, waar dan de Wereldraad van Kerken definitief gevormd zal worden. Deze vergadering, waar ongeveer 500 afgevaardigden verwacht worden, zal in Europa worden gehouden en de voorbereiding er van zal in de komende jaren een van de belangrijkste op gaven zijn. Vóór de conferentie van den Wereldraad zal èr in 1947 een wereldconferentie van de Christelijke jeugd worden gehouden, een tweede „Amsterdam" (wereld conferentie van 1939), die de jongere generatie van Christenen zal samenbrengen, die opgegroeid zijn ge durende den oorlog, en waar zij uitgerust zullen wor den voor hun taak, n.l. getuigen te zijn van Christus. Een volgend besluit betrof het oprichten van een Oecumenisch Opleidingscentrum in de omgeving van Genève. Een gift van John D. Rockefeller heeft de verwezenlijking van dezen lang-gekoesterden wensch mogelijk gemaakt. In dit opleidingscentrum zullen on geveer 60 jonge menschen cursussen volgen over alle belangrijke vragen van Evangelisatie en Oecumeni- schen arbeid. Vermoedelijk zal Dr H. Kraemer leider worden van dit centrum. Naast hem zullen vier vaste docenten aan den cursus verbonden zijn, terwijl ge regeld professoren uit verschillende landen uitgewisseld zullen worden om colleges te geven. Een belangrijke beslissing betrof de nauwere samen werking van den Wereldraad van Kerken in Azië en Afrika. Op het gebied van interkerkelijke betrekkingen zal de Wereldraad haar aandacht schenken aan de Orthodoxe Kerken. De Raad zal zich ook speciaal wijden aan internationale Zaken. In dit verband heeft het voorloopig Comité eenige resoluties aangenomen over den nood van millioenen menschen in Europa en Azië, en de boodschap uitgezonden, die wij hieronder laten volgen. Een hoogtepunt van de conferentie was de dienst in de Saint Pierre te Genève. Talrijke Evangelischen waren uit de omgeving van Genève gekomen om de zen dienst bij te wonen. De kerk was tot in alle hoeken gevuld met minstens drieduizend aanwezigen, terwijl er buiten nog een groote schare stond, die geen plaats kon vinden. De dienst verliep in den aanvang volgens een liturgie van de Evangelische Kerk in Zwitserland, daarna las Aartsbisschop Germanos in het Grieksch het Hooge-priesterlijk gebed (Joh. 17). Vervolgens sprak de Aartsbisschopvan Canterbury in het En- gelsch de schuldbelijdenis uit, waarna hij bad voor de Kerken en volken, die in nood verkeeren en voor de eenheid der Christenen. Een Chineesch predikant, Dr Miao, sprak in het Engelsch namens de jonge Kerken en vertelde van hun ervaringen gedurende de Japan- sche bezetting. Zij werden in hun geloof gesterkt door de berichten over den weerstand van de Kerken in Europa en door den omgang met Japansche Christe nen. De Bisschop van het verzet in Noorwegen, in zijn bisschoppelijke toga met wit geplooiden kraag, ver haalde op aangrijpende wijze al wat hem overkomen was gedurende zijn gevangenschap. God en de Bijbel zijn de eenige levendige werkelijkheden voor het Noor- sche volk geworden. Ook voor hem was het oecume nisch besef een groote kracht in zijn beproeving. Hij vertelde van een boerenvrouw, die hem in het geheim kwam zeggen, dat zij door de radio had gehoord, dat de Aartsbisschop van Canterbury voor hem bad. Daarna richtte Ds Niemöller zich tot de toehoorders. Dr Koechlin, voorzitter van den Bond van Zwitser- sche Kerken ging voor in het Onze Vader, dat door de aanwezigen hardop werd meegebeden. Aan het eind van de bijeenkomsten vatten eenige van de voornaamste afgevaardigden in een onderhoud met de pers het belang van de conferentie samen door te zeggen, dat slechts een paar maanden na het einde van den oorlog en vóór het sluiten van den vrede, burgers van landen, die met elkaar in oorlog waren, als broeders konden samengaan, iets wat na den eer sten wereldoorlog niet gebeurd was. Hierin alleen sprak de conferentie al haar boodschap tot de we reld. Tenslotte werd er nog den nadruk op gelegd, dat indien men met volle bewustheid lid was van de eigen Kerk, dit nog geen hinderpaal behoefde te zijn voor de Christelijke eenheid integendeeliedere op rechte belijdenis van Christus houdt een sterke en on verbrekelijke eenheid in. (De Kruisbanier) GA JE GRAAG NAAR DE KERK Bert vertelt Zeg jö, dat moet ik je nog even vertellen. Moet je hooren Gisteravond hebben we huisbezoek gehad van twee ouderlingen. Toen ze het vragenlijstje, dat ieder jaar terugkeert hadden afgewerkt, toen kijkt één van die kerels mij aan met z'n doordringende oogen en zegt„Ga je graag naar de kerk.?" Eerst dacht ik laat ik me er van afmaken en maar „ja" zeggen, dan zijn ze tevreden, anders duurt het nog langer. Maar eerlijk gezegd, deze keer waren het nogal een paar frissche kerels. Heel wat beter dan verleden jaar. Toen hadden we zulke drogen pieten. Je weet wel, die eerst een tijdlang zitten te kletsen over koetjes en kalfjes, eens een paar keer kuchen, een kleur krijgen, en dan van wal steken met een vraag van niks. Je snapt zulke lui nietze komen toch op huisbe zoek. Maar goed, die ééne vent vraagt dan aan mij „Ga je graag naar de kerk Eerst schrok ik me, een puistwist niet wat ik zeg gen moest. Toen dacht ik nu ja, hij vraagt het; laat ik het dan ook maar ronduit zeggen. En toen heb ik er alles uitgeflapt, ik meende het wel niet zoo erg, maar ik dachtik zal het toch maar eens vertellen. Bij hem kon je dat doen. Ik zei tegen hem „Soms wèl en soms niet." De eene keer verveel ik me dood en de andere keer dan zeg ik Is het nu al afgeloopen Dat hangt er maar vanaf, wie er preekt en hoe er gepreekt wordt. Hij dacht eerst, dat ik de liturgie op het oog had. Daar schijnen ze zich nogal druk over te maken te genwoordig; Nou eerlijk gezegd 'kan me dat niet zoo veel schelen. Wat mij betreft kunnen ze die liturgie wel laten zooals die is. Tenminste wanneer die liturgie maar een beetje eerbiedig wordt behandeld. En daar mankeert nogal wat aan. Dat geklets vóór den dienst vind ik verschrikkelijk. Ik ga altijd zoo laat mogelijk naar de kerk, dan heb je daar in ieder geval geen last van. En dan ga ik maar vast m'n catechismus inkijken. Dat geklets, neen, daar moesten ze wat op vinden, 't Lijkt soms wel een Jodenkerk inplaats van een christelijke kerk. En verder wat die liturgie betreftzingen doe ik graag, maar dan „frisch opWaarom geven de dominee's niet wat meer verzen op en dan doorzingen. Als je blieft niet van die lange tusschenspelen, veel zingen, en dan goed uitgekozen psalmen. Dan kunnen ze de rest van mij cadeau krijgen. Waar het voor mij op aankomt is diteen mooie preek. Daar heb je wat aan. Je had 'm moeten zien kijken dien ouderling. Hij dacht natuurlijkweer zoo'n jong broekje, dat eens wat zeggen wil. Maar goed, dat kon me niet schelen. „Wat ik dan bedoelde met een mooie preek Wel, een preek, waar je wat aan hebt. Waaruit blijkt, dat de dominee verstaat wat er zooal in je om gaat en wat de problemen van het leven zijn. Waarin je af en toe goed op je kop krijgt. Ik moet je eerlijk zeggen, dat mag ik wel. En de meitóchen hebben het ook noodig. Want je moest eens weten hoe rustig een heele hoop menschen maar doorleven in hun Zon- dagsche pakje, en die toch maar doorgaan met hun fouten ze moeten op hun kop hebben van nog zoo, want dat schijnheilige in de kerk, dat kan ik niet uit staan. En dat moeten de dominee's er uitpreeken, des noods er uitbulderen, scherp en zoo duidelijk als het maar kan. Al dat praten over zonde en ongerechtig heid, zonder dat ze die zonde bij den naam noemen, dat zegt wel zoo weinig. Dat doet de Bijbel toch ook niet. In ieder geval maar zelden. „Of er dan niet gepreekt moest worden dat er ver geving is Ja, natuurlijk wel, maar als niet goed vaststaat, dat je zondig bent, dan heb je aan vergeving ook niets. Ze moeten je natuurlijk niet alleen in de put preeken. 'k Heb dat wel eens gehad, dat een dominee me zóó had laten zien dat ik een ellendeling was, dat ik er de heele week beroerd van geweest ben, dat ik altijd maar weer last had van die preek, zoo'n last, dat ik niet wist, waar ik 't zoeken moest. Bidden hielp niet. Ik pikte een bioscoopje, maar dat maakte het nog erger, ik had de smoor in en was lastig thuis, en 's avonds kon ik wel grienen. Nee, dat moeten de dominee's ook niet doen. De volgende week ben ik weer naar diezelfde do minee toegesjouwd en toen was 't beter. Toen preekte ie over de tekst„Maar bij U is ver geving, opdat Gij gevreesd wordt". Dat heb je ook noodig. Dat was zoo'n mooie preek. M'n broer zei,,'t Was vanmorgen weer niks", maar ik vond die preek prachtig. Ik zei natuurlijk niet dat ik hem mooi gevonden had, want dat be grijpen ze toch niet. Trouwens dat is zoo gek bij mijZe moeten me maar nooit vragen„Hoe vond je het Want als ik de preek mooi vind dan zeg ik vaak „O, 't ging nogal" en als ik er niets aan vind, dan beweer ik dat het „goed" was. Wat gaat het ze eigenlijk aan Laat ik nu maar een preek voor mezelf houden. De menschen moeten een preek maar nooit afkammen want een dominee preekt wel voor de heele

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1946 | | pagina 2