nog in overweldigende meerderheid achter de Generale Synode staan. Wij laten hier de statistiek van den Heer Laer- noes volgen, waaruit de belangstellende lezer een zeer goede voorstelling ontvangt. 1944 1946 Zielent. Bel.led. Zielent. Bel. led. GRONINGEN. Appingedam Groningen Grootegast Stadskanaal Warffum Winscoten FRIESLAND-N. Dokkum Franeker Hallum Kollum Leeuwarden FRIESLAND-Z. Bolsward Drachten Heerenveen Sneek Workum DRENTE Assen Beilen Coevorden Meppel OVERIJSSEL Almelo Deventer Hardenberg Ommen Zwolle GELDERLAND Apeldoorn Arnhem Harderwijk Tiel Zutphen UTRECHT Amersfoort Breukelen Utrecht N. HOLLAND Alkmaar Amsterdam Enkhuizen Haarlem Hilversum Zaandam Z. HOLLAND-N. Gouda Den Haag Leiden Woerden Z. HOLLAND-Z. Barendrecht Brielle Dordrecht Gorinchem Rotterdam Schiedam ZEELAND Axel Goes Middelburg Tholen Zierikzee 11363 5518 28507 15156 14214 6530 9429 4744 12886 6345 6048 3214 9937 4981 18005 9799 12420 5484 8581 4399 9132 4992 5895 3101 82447 41507 63970 32756 10881 5380 7339 3957 7020 3692 9445 4451 14104 7583 10960 5274 6682 3527 7345 3723 9248 4361 14662 7768 48789 25063 48897 24653 4439 2269 14509 6660 8751 4496 6341 3322 4119 2090 4481 2303 14345 6702 9107 4604 6298 3365 4256 2166 38159 18837 38487 19140 10487 5424 9296 4702 3085 1521 3072 1513 5781 2778 5910 2881 10809 5274 10574 5146 30162 14997 28852 14242 11497 6088 6210 3181 7174 3557 7688 3880 19284 10481 7048 3654 6187 3153 6147 3123 6718 3300 11144 6006 51853 27187 37244 19236 12255 6623 14418 7963 11583 5739 2983 1504 12107 6339 11746 6268 13857 7505 9776 4953 2692 1400 12185 6436 53346 28168 50256 26562 14481 7088 7451 3521 5061 2542 4883 2437 19997 11417 18552 10639 39539 21047 30886 16597 7458 28681 9696 19266 9944 10294 3660 16831 4503 10279 5630 5621 7625 29648 9745 18711 10170 10407 3726 17126 4558 10106 5680 5656 85339 46524 86306 46852 5346 2517 5281 2465 48077 26503 46839 25633 18848 9171 18221 10379 9779 4940 9885 4842 82050 43131 80226 43319 9060 5022 12959 5397 40608 15420 4272 2373 6602 2633 22411 7897 9007 4845 11844 3168 37506 14656 4340 2315 6162 1588 20660 7459 88466 46188 81026 42524 4927 2734 4985 2668 12111 6687 2403 1270 4037 2160 NOORD-BRABANT EN LIMBURG Almkerk 6182 2700 5988 2542 's-Hertogenbosch 8291 3856 8295 3797 Klundert 4079 2063 3837 1934 18552 8619 18120 8273 RECAPITULATIE Groningen 82447 41507 63970 32756 Friesland-N. 48789 25063 48897 24653 Friesland-Z. 38159 18837 38487 19140 Drente 30162 14997 28852 14242 Overijssel 51853 27187 37244 19236 Gelderland 53346 28168 50256 26562 Utrecht 39539 21047 30886 16597 N. Holland 85339 46524 86306 46852 Z. Holland-N. 82050 43131 80226 43319 Z. Holland-Z. 88466 46188 81026 42524 Zeeland 28463 15519 26217 14060 N. Brab. en Limb. 18552 8619 18120 8273 647165 336787 590487 308214 647165 590487 56678 of 8.76 336787 308214 3143 1713 5016 2629 11859 6511 2403 1252 3796 1955 28463 15519 26217 14060 Zielental 1944 Idem heden Vermindering Bel. leden 1944 Idem heden Vermindering 28573 of 8.48 Dit overzicht omvat 718 kerken 54 bleven in gebreke met het invullen der formulieren. G. M. A. LAERNOES, H. Tollensstraat 4, Utrecht. Scriba Gen. Dep. Art. 13 en der L.S. Uit bovenstaande statistiek zien we duidelijk waar de scheuring het hevigst heeft gewoed. De provincies Groningen en Overijssel zijn het zwaarst geteisterd. Tevens blijkt hier dat we gelukkig ver beneden de raming zijn gebleven. Er was onder ons wel eens vrees dat Prof. Schil der met zijn Acte van „Vrijmaking" een 100.000 man van ons zou meenemen. Gelukkig is het bloedverlies heel wat minder. Geve God dat het steeds minder worde, ja moge alle verlies worden weggenomen door een herstelde eenheid. M. N. J. H. VAN KWAAD TOT ERGER. Ds J. Francke van Hoek (thans van Rotterdam- Delfshaven) heeft mij eenige maanden geleden in het weekblad „Kerk en Leven" beschuldigd van een pogen de eénvoudigen te verschalken, te foppen, te misleiden, van een verdraaien en veranderen van kerkelijke uitspraken enz. In hetzelfde blad („tot ontwikkeling van het Gereformeerde leven") schrijft hij nu in het num mer van 18 Januari 1946, dat ik openlijk zondig tegen het negende gebed, dat ik „kortweg een leugen" heb gepubliceerd, dat ik op een bepaald punt „een leugenaar" ben. Wat is er sinds de eerste beschuldiging ge schied In een ingezonden stuk in „De Zeeuw- sche Kerkbode" van 21 December 1945 schreef ik onder meer van Ds Francke's handelwijze „Op zijn in zijn effect onbroederlijk, verdacht- makend doen een en andermaal gewezen, is hij niet bereid openlijk zijn ongelijk te erkennen en publieke, royale rehabilitatie te geven. Hij houdt aan mijn schuld vast, al wil hij verklaren, dat hij niet bedoelcf heeft en bedoelt, dat ilc met op zet heb gehandeld." Ds Francke beschuldigt mij nu van een open lijke zonde tegen het negende gebod allereerst, omdat ik volgens hem zou weigeren mee te dee- len, dat ik zijn verklaring heb aanvaard. Wei geren niet toestaan, niet inwilligen, afwijzend beschikken. Van zulk een weigering is volstrekt geen sprake. En wie onbevooroordeeld leest, wat ik in de boven geciteerde zinnen en hetgeen daar aan voorafging schreef, begrijpt wel terdege, dat ik de verklaring aanvaardde, maar er geen genoegen mee nam, dat Ds Francke aan mijn schuld (zij het niet aan boos opzet) vasthield en niet bereid was ronduit te erkennen, dat zijn qualificaties fout waren geweest. Ds Francke is van oordeel, dat hij in een door hem voorgesteld, door ons beiden te onderteeke nen en te publiceeren stuk, wel bereidheid heeft getoond openlijk en royaal rehabilitatie te geven. Hij voegt er aan toe „voorzoover dat noodig was". Ds Francke achtte het niet noodig, onge lijk te erkennen inzake zijn eerste artikel tegen mij en allen indruk, dat ik schuld zou hebben, weg te nemen. (In zijn laatste artikelen in „Kerk en Leven" van 4, 11 en 18 Januari 1946 hand haaft hij opnieuw zijn gelijk en mijn schuld.) En ik achtte en acht het wel noodig, dat Ds Francke erkent, verkeerd gehandeld te hebben en dat hij mijn onschuld aanvaardt en van een en ander openlijk getuigenis aflegt. Zoolang hij dit niet doet, moet ik handhaven, dat hij weigert een publieke, royale rehabilitatie te geven. Mag Ds Francke nu zeggen, dat ik openlijk zondig tegen het negende gebod, dat ik op dit punt een leugenaar ben, dat ik „kortweg een leugen" heb geuit en bestendig Een leugen is een bewuste onwaarheid, waar door men anderen tracht te doen gelooven, wat men zelf niet gelooft, met het doel iets te berei ken. De leugen heeft dus drie kenmerken le. Ze is bewuste onwaarheid 2e. men bedriegt anderen 3e. men doet het opzettelijk (aldus L. v. d. Zweep in „Bouwen en Beewaren" van 26 Januari 1946). Ieder kan beoordeelen of ik me aan zulk een 'leugen heb schuldig gemaakt. En ieder kan con- stateeren, dat helaas Ds Brancke van kwaad tot erger is vervallen. Hoezeer Ds Francke zich op een hellend vlak bevindt en waarom het tusschen hem en mij gaat, moge te meer blijken uit eenige passages van door mij aan hem gerichte brieven. Uit mijn brief van 27 November 1945 citeer ik Uw schrijven van 2 November 1945 geeft mij aanleiding tot de volgende opmerkingen le. Het is wel zeer droevig, dat U, in- plaats van ronduit te erkennen, dat U „lich telijk en onverhoord" geoordeeld en veroor deeld hebt, het voorstelt, alsof niet op U, maar op mij schuld rust. Het moest toch ook voor U bij rustig nadenken duidelijk zijn, dat mij, voor het buiten mijn weten, zonder ver zending van mij van een drukproef, aanbren gen van een verandering in een deel van de oplaag van mijn brochure, volstrekt geen verwijt kan worden gemaakt. Dat de eerste oplaag twee „deelen" bevatte, was mij totaal onbekend U hebt mij groot onrecht aangedaan, door in uw blad te schrijven zooals U deed. Elk redelijk „buitenstaander" en zeker ook nog wel meerderen van uw naaste geestverwan ten zullen dit beamen. De wijze van reactie van den, overigens ook tegenover mij uiterst feilen, Ds Vonk, was ook heel wat beter dan die van U. Om nog te zwijgen van de 3 broeders, in de Reformatie-stemmen be doeld en ook door U gereleveerd. 2e. Het was allerminst „vanzelfsprekend", dat U mij terstond in het publiek aansprake lijk hebt gesteld voor de inlassching in een officieele uitspraak van wat er niet in heeft gestaan en daardoor op mij het odium van falsificaties hebt gelegd Het was christelijk en het was gerefor meerd geweest, wanneer U, alvorens mijn goede trouw te verdenken en in het open baar zoo ernstig aan te tasten, mij een brief had geschreven. Zelfs al zou die brief den zelfden inhoud gehad hebben als uw artikel, dan zou ik nog daarvoor zekere achting en waardeering kunnen gehad hebben. Maar nu moet ik uw manier van doen sterk blijven afkeuren als in strijd met de eerste eischen van de door God geboden naastenliefde. Of een verzachtende omstandigheid is de „ge laden sfeer", waarover U schrijft, weet ik niet. Ik wil het annemen, omdat ik gaarne zoo lang mogelijk het goede van een mede belijder denk. 3e. Dat ik de drukfout „betreurenswaar dig" acht, beteekent in geenen deele, dat ik daarvan ook maar eenigermate de schuld op mij zou nemen. Ik vind het ook „betreurens waardig", dat U niet royaal uw ongelijk er kent. Maar ik ben daaraan volmaakt on schuldig. Ik heb alles gedaan om U er toe te bewegen 5e. Het is verregaand, dat U durft vol houden, het recht gehad te hebben van een „verdraaien en veranderen van kerkelijke uitspraken", te spreken, wat in uw artikel is geschied. U noemt het daarin „veel erger" dan dat ik de eenvoudigen op een andere wijze „poog" te „verschalken", te „foppen" en dicht, blijkens het herhaalde „hij", mij deze dingen, ook de invoeging en het ver draaien en het veranderen toe. G. M. DEN HARTOGH. Wegens plaatsgebrek moest het 2e ged. van dit artikel overstaan tot volgende week.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1946 | | pagina 2