ZEEUVSCHE t KERKBODE
UITGAVE VAM DE
DER GEREFORMEERDE
PARTICULIERE 5YHODE
KERKEU in ZEELAUD
HEER EN KNECHT IN DE
PREDIKING.
PROMOTIE Dr A. H. OUSSOREN.
terj dao m uve voorhove
bete?. d ah pulxertp L B fc. s
No. 24 VRIJDAG 14 DECEMBER 1945 1ste jaargang
Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOOIJ, Ds W. M. LE COINTRE, Ds A. A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TIEMENS
trukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg
Abonnementsprijs: per halfjaar bij vooruitbetaling f 2,—. Afzonderlijke nummers 9 ct. Advertentiën 20 ct. per regel
Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middelburg, Spanjaardstraat 47. Telefoon 2438. Giro 42280
Doordat nog niet op Drukkerij op volle
kracht kan gewerkt, kan dit blad in de
Kerstweek NIET verschijnen.
In het nummer van de volgende week
kunnen de predikdiensten van de Kerst
dagen, Zondag 30 Januari en Oudejaars-
en Nieuwjaarsdag opgenomen worden, in
dien deze ons gezonden worden.
De Administratie.
Zeer tot onze spijt, is de datum en het nummer
van dit blad de vorige week verzuimd te veranderen.
Zij, die de Zeeuwscbe Kerkbode bewaren, willen
alsnog wel aan bedoeld nummer de verandering
aanbrengen. De Drukkers.
'Ji
Want wij prediken niet ons zelve,
maar Christus Jezusden Heereen
onszelve dat wij uwe dienaren zijn
om Jezus' wil. 2 Cor. 4 5.
Paulus' leven is volkomen Christusheer
schappij.
Dat is de bron yan ongekende stuwkracht,
het geheim zijner energie. x
Eén zucht, éen doel beheerscht zijn leven':
de heerlijkheid van Jezus Christus te open
baren.
Zooals hij aan de. Galaten schrijft ,,Ik wil
niets anders weten, dan Jezus Christus en
Dien gekruisigd!"
Jezus, Heer en Meester in zijn leven.
Dat is het groote thema in al zijn arbeid.
Dit is ook het onuitputtelijke thema van
zijn prediking.
Daarom is die prediking sterk en dwingend.
Zuiver en onzelfzuchtig, ongerept, en on
aantastbaar.
De apostel is zoo vol van de heerlijkheid
van Christus, dat hij geen tijd en geen be
hoefte heeft om met zich zelf bezig te zijn.
Jezus is Heer, Meester ook in de apostoli
sche prediking.
De apostel kan het voor God en menschen
getuigen
Wij prediken niet ons zelve.
Er zit een militante afweer in. Er zit ver^
weer in deze belijdenis.
Deze belijdenis is tegelijk afstraffing van
andere predikers.
Er zijn in Corinthe menschen, die zich
zelve prediken.
Dat is de bron geweest van veel verdriet
en verwarring.
Zij prediken niet Jez,us als Heer.
Zij ontvouwen niet de Heerlijkheid van
den Zaligmaker.
Zij prediken zichzelve, eigen glorie met
al de nasleep van ellende
Twist, tweedracht, achterdocht/ verwijde
ring.
De gemeente van Corinthe is daaraan bijna
te gronde gegaan.
Ons zelve prediken, dat is de antithese van
Christus prediken.
Thema en verdeeling is dan het mensche-
lijk ego.
Het is een leuren" met eigen ideeën en
constructies.
Dat is de carricatuur van een echte preek.
Echte prediking, is afwijzen van zich zelve
en heenwijzen naar - Christus.
De Dooper verstond het geheim: Zie het
Lam Gods
Ons zelve prediken. Dat is nog altijd een
groote verzoeking.
Voor iedere prediker ook van de meest on
gerepte orthodoxie.
Ons zelve prediken. Het kan op zoovele
manieren, ook op vrome manier.
Wij kunnen met de vuist op den Bijbel
slaan, optred.en als advocaat van God en
toch onszelve prediken.
Het is als in de muziëk. We kunnen de
noten ongerept spelen, en toch onzuiver spe
len. De aanslag deugt niet.
Ons zelve prediken. We kunnen het doen
in grove vorm. Dit is de trieste eer van den
ketter en twistgierige. We kunnen het doen
in fijne vorm.
Als wij den. vromen christen prediken.
Het is beide bedekking van Christus' heer
lijkheid, aanranding van Zijn 'heerschappij.
Ons zelve prediken. We kunnen het ook
als hoorder, als „preekenproever". Dan gaat
het ons in onze critiek niet om de heerlijkheid
van den Heiland, maar om eigen glorie. Me
nige preekenproever" maakt Christus tot
'knecht, zich zelf tot Heer en- Meester.
Paulus onderkent dit groote kwaad en
zweert het af.
In de prediking moet Jezus Heer en Mees
ter zijn.
Terwille van Jezus, wil Paulus knecht zijn.
Alleen maar een „dienstknecht van elders".
Ons aller positie, het zij wij prediker of
hoorder zijn, is die van knecht.
Menschelijke ijdelheid en eerzucht is altijd
de groote verzoeking voor de knechten om te
grijpen naar de Macht van den Heer.
Op en onder de kansel is de verzoeking
den Heer der prediking voor de voeten te
loopen en het werk uit handen te nemen,.
Daarom bede en voorbede Heer, toon ons
Uwe heerlijkheid
Dan blijft Jezus Heer en wij knechten.
M. N. J. H.
Als dit nummer van onze Kerkbode verschijnt, zal
Ds A. H. Oussoren zoo juist gepromoveerd zijn tot.
Doctor in de Theologie aan de Vrije Universiteit. Het
proefschrift, waarmede hij den doctorshoed heeft be
haald is in het Engelsch geschreven en luidt
William Carey, especially his missionary principles.
De dissertatie handelt over leven en arbeid van den
grooten pionier der nieuwe zending. Ten aanzien n.I.
van de moderne zendingsprincipes heeft deze Engel-
s,che .zendeling William Carey, geb. 1761, baartbrekend
werk verricht. In het koninkrijk Gods behoort William
Carey tot de groote figuren naast, maar tegelijk geheel
anders als een Augustinus, een Calvijn, een Pascal.
Hij behoort niet tot de diepe denkers der systematische
theologen. Zijn roem is een andere, nl. vereerd te zijn
geworden door een brandende liefde om het evan
gelie uit te dragen in de heidenwereld.
Zijn onaantastbare grootheid is deze, dat hij het
slapende Christendom wakker geschud heeft, de Kerk
geplaatst heeft voor lmar wereldomvattend^ zendings
roeping. William Carey heeft dat gedaan met een
ontembare wilskracht en energie. Onbegrijpelijk en
onuitputtelijk is 's mans arbeidsprestatie geweest. Be
giftigd met een wonderbaar talentalent, is hij de eerste
zendingsman van groot allure geweest, die verstaan
heeftvdat eerste- vereischte voor de Zending is, fun-
damenteele talenkennis en diepe penetratie, indringen
in de Oostersche gedachtenwereld.
William Carey yas met zijn visie zijn eigen tijd
minstens een eeuw vooruit. Wie van zijn leven en
arbeid kennis neemt, kan niet anders dan met eerbied
en bewondering vervuld zijn.
Zoo is het Ds Oussoren ook gegaan en hij heeft
met liefde en toewijding leven en arbeid van zijn held
beschreven. Terwijl wij dit schrijven, zitten wij nog
midden in zijn dissertatie, maar de eerste f00 blad
zijden, die wij lazen, bewijzen wel, hoe Ds Oussoren
op uitnemende wijze zijn taak heeft vervuld. Wij
wenschen hem van harte jjeluk met het" behalen der
„Summos honores", de hoogste onderscheiding in
de studie.
Als zijn meest nabije collega hebben wij van dichtbij
gezien, hoeveel arbeid, wilskracht en doorzettings
vermogen noodig zijn geweest om dit werk te vol
eindigen. Het moet hem eent groote voldoening zijn,
al de inspanning thans bekroond te zien. Iucundi sunt
acti labores, zoet is gedane arbeid/-, zoo spqaken de
Romeinen reeds.
Dat de dissertatie in het Engelsch is geschreven, is
stellig een gelukkige omstandigheid. De dissertatie
handelt over een groote Engelsche zendingsfiguur en
heeft als zoodanig belang voor de zending in het
algemeen. Het Nederlandsch met zijn beperkt' afzet
gebied, zou hier stellig een barricade zijn geweest. Nu
de dissertatie geschreven is in het Engelsch, dat Ds
Oussoren goed hanteert, is deze barricade vervallen.
Wij hopen en verwachten dat deze studie met name
in Zendingskingen belangstelling moge hebben.
Wij willen voor onze eenvoudige lezers besluiten
met nog enkele feiten uit het leven van William Carey
mede te deelen om zoo een indruk te gevén met welk
een gave en uitzonderlijke figuur we hier te doen
hebben.
William Carey, geb. 1761, stamt uit een eenvoudig
schoenmakersgezin. Hij ontving slechts lager onder
wijs naar het peil van dien tijd. Als schoenmakers-
knecht studeerde hij in zijn vrijen tijd Latijn, later
Grieksch, Hebreeuwsch, Nederlandsch, Italiaansch.
Na gebroken te hebben met de versteende Staats
kerk, werd hij predikant bij een Baptisten-gemeente.
Van af dat oogenblik ontwaakt gaandeweg zijn zen
dingsroeping. Hij is het die rusteloos anderen dwingt
tot luisteren. Het komt zoover dat er een Zendings
genootschap wordt opgericht in 1792. William Carey
is de ziel der beweging.
Men opent op die oprichtingsvergadering meteen
een inschrijvingslijsf voor gelden. Op die lijst staan
onderscheidene namen van predikanten.
Men zoekt tevergeefs naar de naam van William
Carey.
Hij komt er niet op voor. Hij was te arm om iets
in te schrijven.
Maar William Carey heeft niet met^eld, maar met
zijn persoon betaald. In 1793, terwijl de storm der
Fransche Revolutie door Europa raast, wordt hij uit
gezonden en komt in Calcutta In Vóór-Indië aan. Hij
stuit op tegenstand van de zijde der Engelsche O.I.-
compagnie.Wordt eerst planter en richt een indigo-
fabriek op. In dien tijd gaat hij Sanskriet en Benga-
leesch leeren.
In 1799 krijgt hij hulp in het zendingswerk. Hij
vestigt zich dan in Serampore, toentertijd onder
Deensch bestuur. Dan begint zijn eigenlijke Zendings
werk. Zijn doel is het Jndische volk met geschriften
te bereiken. Hij presteert enorme arbeid. Om zijn
talenkenner is hij benoemd tot hoogleeraar te Cal
cutta. In Serampore richt hij zelf een drukkerij op.