zeeuwsche t kerkbode UITGAVE VAM DE DER GEREFORMEERDE PARTICULIERE K ERK EU I n 5 yriODE Z EEL AMD „eerj dag in uve voorhove BETER DAti püllÊflO ELDERS" No. 22 VRIJDAG 30 NOVEMBER 1945 1ste jaargang .Hoofdredacteur Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOÖIJ, Ds W. M. LE COINTRE, Ds A. A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TIEMENS Drukkerij-:'LITT00IJ OLTHOFF, Middelburg Abonnementsprijsper halfjaar bij vooruitbetaling f 2,Afzonderlijke pummers 9 ct. Advertentiën 20 ct. per regel Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middelburg, Spanjaardstraat 47. Telefoon 24^8. Giro 42280 AMBTSZUIVERHEID Maar wij hebben verworpen alle schande lijke praktijken, die het licht niet kunneri ver dragen. Daar wij niet met sluwheid omgaan of het Woord Gods vervalschen, maar de waarheid aan het licht brengen en zoo bij elk menschelijk geweten onze eigen aanbeveling zijn voor het oog van God. 2 Cor. 4 2. (Nieuwe Vertaling Bijbelgenootschap). Heel de wereld is vandaag aan het zuiveren. De Staat zuivert, Het is noodig. De ver raders, de knoeiers, de karakterloozen, zij kunnen en mogen niet gehandhaafd blijven op verantwoordelijke posten. Het is geen gemakkelijke zaak. De zuiverheid is bij de zuivering vaak in zware crisis En wat zou er zonder de drang der ,,ille- g^liteit" van terecht komen Zwijg maar, zand er over Ook de Kerk moet waken voor zuiverheid in de bediening. Heel haar strijd kan men zien als een per manente worsteling om te zuiveren. Haar hei ligheid wordt voortdurend bedreigd door een wereld van. onzuiverheid. De infectie van duivel, wereld en eigen vleesch is steeds aanwezig. Hoewel niet van de wereld, leeft, werkt, lijdt en strijdt zij midden in de wereld. Dat is de dramatische spanning, waarender zij leeft. Van het begin af, .heeft de jonge Kerk tegen knoeierij, tegen zwarte handel, tegen allerlei onzuiver spel met het Evangelie den strijd op leven en dood moeten voeren. De apostel Paulus weet er van. Hij spreekt hier van schandelijke practijken", van „sluw heid", van het „Woord Gods vervalschen". Paulus doelt hier op dwaalleeraars, die hem en zijn werk verdacht maken. Zij opereeren met allerlei listen en kunst grepen. Zij vervalschen den klaren zin van het Woord Gods. Dit is wel de ergste vorm van knoeierij en sluwheid. Men kan het doen beide in leer en leven. Het Woord Gods vervalschen is de leer was het trieste privilege der ketters. In het leven geschiedt het ook. Onder schijn van godzaligheid schandelijke praktijken doen. Ik las eens van een man, die handelde in- verdoovende middelen. Hij werd aangehou den. In zijn bezit een koffer vol cocaïne met een Bijbel er boven op Dit i? een vorm van sluwheid en geknoei i met het Woord Gods in het leven. Er zijn meerdere. Ik denk aan een poli tieke propaganda onder de naam': „vereeni- ging van ernstige Bijbelonderzoekers". Paulus wil zoo niet triumpheeren, heeft er ook geen behoefte aan. Hij weet, de zaak, die hij dient, verdedigt zich zelve. Zijn optreden is zuiver, zoodat het voor ieder menschelijk geweten klaar is. Iedereen die hem t ziet en kent, moet dit toestemmen. Zijn ambtszuiverheid is onaantastbaar voor de menschen en ook voor Gods alziend oog. Laat ons niet denken, dat knoeien steeds het trieste privilege van de wereld is. Ook binnen de Kerk dreigt altijd weer ge vaar, dat de zuivere wijn van het Evangelie versneden wordt met de kleurlooze wateren van menschelijk inzicht. De strijdende Kerk is vandaag in een draaikolk van verwarring. N Wij hebben nu meer dan ooit behoefte aan ambtszuiverheid. Het is zoo gemakkelijk in den Kerkstrijd een paar kleine triumphen van het vernuft te behalen., Maar dat schaadt de ambtsziiiver- heid. Wij moeten strijden met de zuiverheid van Paulus. Zóó de strijd om de waarheid als christen voeren, dat wij bij ieder menschelijk geweten onze eigen aanbeveling zijn. Ieder moet gevoelen dat het ons niet gaat in ons belijden en strijden om onszelfmaar om de zaak van het Evangelie. Ambtszuiverheid is strijden met een vrije en goede consciëntie. Dan strijden we niet om een tegenstander te kraken, maar met de bede in het hart om elkander te vinden. M. N. J. H. GEEN HOOGLEERAREN TER SYNODE Aan den vooravond van de komende Synode wordt in onze Kerkelijke pers een drukke discussie gevoerd over de al of niet wenschelijkheid van de presentie der Hoogleeraren der Theol. Hoogeschool en van de Theol. Faculteit der V.U. als praeadviseprende leden. Dit naar aanTeiding van een schrijven, ondetteekend door 34 broeders in den lande en gericht aan de Kerk van Utrecht. Zij verzoeken daarin deroepende^ Kerk voor deze buitengewone Synode om voor ditmaal, gelet op het beslissende en uitzonderlijke karakter dezer Synode de Hoogleeraren niet uit te noodig en als praeadviseurs. Geheel afgezien van de vraag hoe men ever de zaak zelve denkt, gelooven wij met de Kerk van Bergen op Zoom, dat dit verzoek in dezen vorm zeer bezwaarlijk kan worden ingewilligd, daar niet de roepende Kerk maar de Synode zelve heeft te be slissen of zij de presentie der Hoogleeraren wenscht. Maar nu de zaak zelve. Wie het schrijven der 34 broeders heeft gelezen, zal gaarne aannemen dat het ingegeven is door waarachtige liefde voor onze kerken en door de zorg waarmede het hart vervuld is over het smartelijk conflict, dat onder ons is ontstaan. Het is den onderteekenaars waarlijk te doen om het heil der Kerken en zij meenen in deze précaire situatie dat dit bevorderd kan worden door de absentie der Hoog leeraren. Dat hun schrijven een zeer actueel punt heeft aangeroerd, dat vele gemoederen bezig houdt, is on miskenbaar, getuige de vele en onderscheidene reactie. Het schrijven heeft weerklank gevonden, er zijn al Kerkeraden, die hun instemming er mee betuigd heb ben. Sommigen hebben het zelfs doorgezonden naar de classis, zooals Sneek en den Haag-West. Dit is ook wel te begrijpen, want er zit onmisken baar iets in, dat ons toespreekt en dat iemand, die gevoel heeft voor „psychologie" in den Kerkstrijd, zeker bezig houdt. En stellig, indien de komende Synode zou verga deren zonder de tafel der pr^eadviseerende Hoog- Jeeraren, dan zou dit eengeheel andere kleur geven aan de vergadering. Al was het alleen maar door het breken met een vertrouwde traditie Onder de huidige omstandigheden zou dat aller gevoel sterk beheerschen en het psychologisch effect zou niet gering! zijn. Ik geef toe dat men er in de huidige situatie ook wel winst mee kan boeken. De suggestie, die o zoo ge makkelijk gevoed kan worden en inderdaad ook door het schrijven der 34 op niet geringe wijze gevoed wordt, als zouden onze Synodale zittingen opvoeringen zijn onder professorenregie, zou door totale absentie der Hoogleeraren definitief onderdrukt worden en eiken voedingsbodem ontberen. Wie erg onder den indruk is van -tie suggestie dat we op de jongste Sy node te doen hadden met professorenregie en profes- sorenrèssentiment, wie veel waarde hecht aan een dramatische wending en psychologisch effect, zal ge- neigd zijn adhaesie te betuigen aan het schrijven der 34. Het is sterk op de gevoelsspheer ingesteld. Het appel leert sterk aan gevoel en verbeelding. Ik kan mij dan ook zielkundig zeer wel begrijpen, dat men zegtInderdaad, laat deze Synode het nu eens zonder de professoren doen. En toch meen ik, dat wij deze argumentatie uit de gevoelsregionen moeten afwijzen. Naar mijn overtuiging bewijzen wij oiïze Kerken met het elimineeren der Hoogleeraren geen dienst en zal hun afwezigheid als zoodanig ons geen stap verder brengen naar verzoening en herstel der breuk. Het schrijven der 34 verwacht van het verdwijnen der professoren veel heil. De Kerk zal waarlijk als Kerk voor het forum van ons volk vergaderen. Wij deelen deze verwachtingen niet. Integendeel, naar onze overtuiging zullen wij ons zelf en onze Kerken schade doen* door de Hoogleeraren uit te sluiten. Tegenover een kleine winst staat een veel grooter verlies. M. N. J. H. GEEN WINST, MAAR VERLIES. Met de vraag of net juist is of niet, dat de Hoog leeraren aanwezig zullen zijn op de komende Synode, moeten wij uit. de gevoelsregionen weg. Het gevoel is vaak een olielampje, dat juist uitgaat, als wij licht noodig hebben. Wij moeten m.i. in deze materie heel nuchter en zakelijk oordeelen, willen we in deze cri- tieke ure van ons Kerkelijk leven niet het paard van Troje binnenhalen. Tegenover de kleine winst, indien op de komende Synode de Professoren afwezig zouden zijn, staat een veel grooter verlies. De kleine "winst is het tijdelijk onderdrukken van ,de suggestie van Professorenregie op de Synode. Maar geeft men zich wel rekenschap dat deze winst ook psychologisch gepaard gaat met groote schade en verlies Het thans elimineeren der Hoogleeraren van de Synode, zou, hoe men het geval ook wendt of keert en met welke vriendelijkheden en complimenten men dat ook omzwachtelt, onafwendbaar beteekenen het leggen- van een odium op de professoren, dat zij toch eigenlijk bewust of onbewust den kerkdijken wagen in het moeras hebben gebracht. Daar helpt geen lievemoederen aan. Als de Synode nu zou zeggen blijft maar thuis of wat zachter naar het recept van den Haag-West, hen vriendelijk ver zoeken zou van hun recht om te komen geen gebruik te maken, dan moet dat onherroepelijk neerkomen op een disqualificatie van hun arbeid in het verleden. Daaraan verandert niets, ook al gaat men hun nog eens extra bedanken voor de gewichtige diensten der Kerke bewezen. Wij belasten hen yoor het forum van heel ons volk ipet het' odium dat zij toch eigenlijk de rustverstoor ders in onze Kerken zijn geweest. Zeker, dit wordt niet zoo ronduit gezegd, maar dit ligt onuitgesproken in zulk een geste opgesloten. De professoren nü uitsluiten in deze situatie, dat beteekent, dat wij hun met al hun arbeid en toewijding voor de zaak der Kerk, een testimonium*paupertatis uitreiken. Hun absentie, hoe ook gemotiveerd en onder welke vorm ook verkregen, gedwongen of vrijwillig, is toch eigenlijk een aanklacht tegen hen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1945 | | pagina 5