VA
Ti
.4
No. 12.
Vrijdag 21 September 1945
1e Jaargang
J
min
I "1
IhiiijmJIlhll
mini
l||||
lliiisi
miSiiB
imiii
Biigpiiiimiii
Lid
1
1 lil
seaiBi
Uitgave van de Particuliere Synode van de Gereformeerde
Kerken in Zeeland.
IIIB82SI
isasül
iflasBsi
mms
8133
Mm a
IBB|||IIIII^II^BI
pim
f «"Ml
i&sssiS
1 BBBë
IsBiiia
il3
IgmiailBimB
HIIIBHI
9IB> 1
mm;
1 ui
SsiSSiH
iüüsailiksiilÉ
IliSIU
bees
Abonnementsprijs: per halfjaar bij vooruitbetaling f2,
Afzonderlijke nummers 9 cent. Advertentiën 20 cent
per regel.
Berichten, Opgaven Predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen
te zenden aan de Drukkers Littooij Olthoff, Spanjaard
straat, Middelburg. Telefoon 2438. Gironummer 42280.
HoofdredacteurDr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds Joh. BOOIJ,
Ds W. M LE COINTRE, Ds A A. OOSTENBRINK en Ds.
J. A TIEMENS.
Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Maar wij vermanen U met Uw
handen te werken
1 Thess. 4 10, 11 (Vert. N. B. Q).
Hoe weinig „stichtelijk""klinkt dit 'n be
vel om te werken, om de handen uit de
mouwen te steken. Ge zoudt 't eerder ver
wachten in een proclamatie van een bedrijfs
leider of van een regeeringspersoon tot on
willige arbeiders dan in een brief van Paulus
aan de gemeente van Jezus Christus. Toch
staat 't er en nog wel in een brief, die van
a tot z beheerscht wordt door de gedachte
van Christus' wederkomst, een brief, die vol
is van de toekomstverwachting der gemeente.
Inderdaad daar zat 't nu juist in Thes-
salonica -op vast. Daar waren arbeiders, die
't bijltje er bij neergelegd hadden, omdat ze
een andere en betere toekomst verwachtten.
Wat had dat gewone werk nog voor zin,
als de Heer weldra daar zou zijn en de volle
heerlijkheid hun ten deel viel?
En bovendien: „te werken met de handen",
dat lag hun niet meer; dat was immers sla
venwerk En had Paulus zelf niet gepredikt
de vrijheid, met welke Christus hen had vrij
gemaakt? Ze hadden ontvangen, neen, inge
dronken de boodschap van Jezus Christus, in
Wien niet is dienstbare noch vrije. Wat 'n
wonder dat deze menschen de arbeid-met-de-
handen er aan gaven, dat ze eenvoudig gingen
staken Ze waren immers vrij
Hier klinkt een uiterst nuchter bevel: gaat
aan den arbeid! Terug naar 't gewone werk
De handen uit de mouwen Aanpakken
't Doet denken aan iets, wat van Luther
verteld wordt. Toen in zijn dagen menschen
van een valsche toekomstverwachting het werk
er bij neergooiden en de straten overstroom
den, roependeBekeert u, want het einde
komt, toen gaf Luther 't parool uit: Gaat aan
je werk en dient God in de smidse en op
de schoenmakerskruk.
Zop een herinnering aan dit nuchter bevel
thans overbodig zijn
Want bij alle verschil tusschen toen en
nu een valsche toekomstverwachting wreekt
zich bij vejen na den oorlog zou alles an
ders en beter zijn! En dat valt tegen!
Daarbij de vrijheidsroeswe kunnen weer
doen, wat we willen en, we willen tegen
woordig allemaal wat anders dan vroeger.
Als 't ons niet aanstaat, niet beantwoordt aan
onze verwachtingen, welnu dan doen we
't niet, dan staken we
Wij vermanen U... terug naar 'tgewone
werk
'n Nuchter, zakelijk bevel. Weinig stichtelijk?
Toch een bevel, dat de apostel geeft „door
den Heere Jezus" (vs 2).
Toch een bevel, dat berust op „den wil
van God" (vs 3)
Paulus wil maar'zeggen: dat we Godswil
volbrengen, dat we uit Christus leven, dat
mo.et uitkomen in ons dagelijksch werk, in de
trouwe vervulling van „hét Goddelijk beroep".
Indien iemand in Christus is, die is een
nieuw schepsel en dat blijkt altijd en
overal, dat blijkt o.m. „in de smidse en op
de schoenmakerskruk".
S. TH. H. v. A.
BEGINSELNARCOSE
of
DE OVERGANG DER ZEVEN
AMSTERDAMSCHE PREDIKANTEN
NAAR DE S* D. A. P*
V.
Hoe christelijk van toon en opzet ,de mo
tiveering de« Amsterdamsche predikanten
ook moge zijn, zij kan helaas de toets eenèr
ernstige critiek niet doorstaan.
Een steeds diepere overtuiging dienaan
gaande beheerscht ons, juist naarmate wij
hun daad voor het forum „van evangelie en
christelijk beginsel afwegen. Ja hoe meer wij
'ons in hun verklaring van gevoelen verdie
pen, hoe meer wij tot de ontdekking komen,
dat iedere zin hier een gevaarlijke dwaling
inhoudt en alles wat hier gezegd wordt, on
danks schoone waarheidskorrels, niettemin
uiterst aanvechtbaar en gevaarlijk is. Het
gevaar is hier zoo groot, omdat we hier te
doen hebben met .een stuk van christelijke
toonzetting. Hier spreken ernstige mannen
en ernstige mede-christenen, maar broeders,
die op- een zeer essentieel punt van levens
roeping in onze dagen gevaarlijk mistasten
en dwalen. Uit onderscheidene reactie-stem
men is al gebleken al zijn er ook gelukkig
uitzonderingen dat helaas tal van predi
kanten in de Ned. Herv. Kerk geestelijk vol
komen weerloos en ontwapend staan tegen
over dit stuk, dat met een beroep op het
christelijk geweten zich aandient. In hoe
verre deze weerloosheid bij velen samen
hangt met een tekort aan politiek bewust
zijn en vroeger gepropageerd,politiek indif
ferentisme, is niet zoo gemakkelijk af te we
gen, maar dat hier verband is, staat voor
ons vast. Voortreffelijke en stoere figuren
dankbaar gedenkend, kan toch niet ontkend
worden, dat een bedenkelijk groote groep
van Ned. Herv. Predikanten qiet name in
de jaren na den eersten wereldoorlog zich
politiek aan alle wind van leer hadden over
geleverd. Velen waren politiek gesproken
wonderlijke twijfelaars, op wie het woord
van Jacobus ook toepasselijk was: ,,want die
twijfelt, is een baar der zee gelijk, die van
den wind gedreven en op en neder gewor
pen wordt" (1 6). Hoevelen onder hen, .die-
nu dapper nationaal zijn en spreken, waren
voor den oorlog van 1940 lid van „Kerk en
Vrede" en ijverige propagandisten van anti-
militairisme en hationale weerloosheid! Ve
len droegen toen het „gebroken geweertje"
als de bij uitstek christelijke ridderorde. Dat
alles is nu wel door de ontwikkeling van het
historisch gebeuren weggestormd en de
harde werkelijkheid van het leven heeft aan
,deze dwaling voor een tijd zij zal straks
wel terugkeeren! v— den mond gestopt, maar
een heel andere vraag is of ook het rechte
christelijke inzicht in de dingen van de Staat
en .de politiek allerwege is doorgebroken.
Wij betwijfelen het. In elk geval overschat
te men de vastheid van het politieke compas
daar toch niet, waar deze in het verleden
zoo lang en ernstig onzeker is geweest. Nie
mand denke dat men met het rechte christe
lijke zintuig van de politiek geboren wordt
of dat men dat naar gelegenheid even voor
een tijd kan huren of leenen. Dit zintuig
wordt alleen daar geboren en gescherpt,
waar men volhardend lief heeft en kent de
groote christelijke politieke strijd der vade
ren in de 19e eeuw. En in onze 20e eeuw zal
niemand .diep en doorleefd zich meer "kun
nen geven voor christelijke politieke activi
teit, als hij vreemd staat tegenover de erfe
nis van mannen als Groen, Kuyper, Loh-
man, Talma.
Een der meest pijnlijke teleurstellingen in
het getuigenis der zeven Amsterdamsche
predikanten is voor iemand, die historisch
leeft en lief heeft, wel het feit, dat deze er
fenis zelfs met geen woord genoemd wordt.
Ik kan niet anders dan dit volstrekte dood
zwijgen van deze erfenis zien als een ver
raad aan het verleden en wel aan een ver
leden, dat tot de schoonste en meest bey/o-
gen momenten uit onze historie behoort.
Ik heb mij de vraag gesteld of de zeven
Amsterdamsche predikanten nog den moed
en de kracht zouden hebben gehad om dit
getuigenis op te stellen, als ze bijv. eerst van
te voren nog eens de sublieme dissertatie
van den Roomschen apologeet Dr. Kasteel
over Abraham Kuyper hadden gelezen. Ik
betwijfel het zeer, want dan zouden ze stel
lig nog eens de ontroering doorleefd heb
ben van de waarachtig grootsche en heilige
beginselstrijd, waarvan de schoonheid en
zaaksgerechtighëid Onaantastbaar blijft, al
kan men nog zooveel zwakke momenten en
vlekken aanwijzen. De onaantastbaarheid
van de toen gevoerde en nu ook nog gepro
pageerde noodzaak eener christelijk-politieke
activiteit, is de drang, de overtuiging dat
het ten diepste moet gaan om de heerschap- v
pij van Jezus Christus en dien Gekruisigd
ook op politiek en sociaal terrein.
Dat dit in het getuigenis der Amsterdam
sche predikanten niet met één woord ge
noemd wordt, dat daaraan eenvoudig voor
bijgegaan wordt met de slappe terloopsche
opmerking dat men op zich zelf het probleem
erkent, maar er niet op ingaat in hoeverre
men bij de taak de menigten te voeden en
te leiden, religieuze en cultureele inzichten
zal moeten inzetten.
In stee daarvan wordt in deze ernstige ure
-de laatste ronde, zou ik zeggen, tusschen
zelfverlossing en verlossing door het Kruis,
tusschen Humanisme en Christendom ons
het volgende voorgehouden als nieuwe chris
telijke levenshouding,
We lezen: „Het is onze overtuiging, dat
aan Kerk en Volk een groote dienst zou be
wezen zijn, indien de antithese-gedachte, die
de Kerk vervreemdt van de zakelijke ver
houdingen der werkelijkheid en het volk ver
re houdt van het vertrouwen in de boven-
partijdige strekking van de Evangeliepredi
king, in den politieken strijd werd prijsge
geven*"
Het is deze gedachte, met haar ernstige
dwaling, en onrechtvaardige beschuldiging,
in al haar vaagheid, welke in Ned. Herv.
kringen veel opgeld doet en helaas als chlo
roform vele menschen schijnt te bedwelmen.
De antithese-gedachte waarvan dan
Kuyper ter onzaliger ure de booze auteur is